De emissie inventaris van: Veluwenkamp Beheer B.V. 2014 Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 AMK Inventis Stef Jonker Jan Bergsma
Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. De organisatie... 4 2.1 Verantwoordelijke... 4 3. De rapportageperiode... 4 4. Organisatorische grenzen... 4 5 Bepaling klein, middelgroot en groot bedrijf... 5 6. Operationele grenzen... 6 7. De directe en indirecte GHG emissies 2014... 7 7.1 Onderverdeling CO 2 uitstoot naar brandstoffen... 8 7.2 Onderverdeling naar kantoren en projecten... 9 7.3 Onderverdeling elektra... 9 7.4 Onderverdeling aardgas... 9 7.5 Onderverdeling brandstofverbruik... 9 7.6 Verbranding biomassa... 9 7.7 GHG verwijderingen... 9 7.8 Uitzonderingen... 10 8. Methoden... 10 9. Emissiefactoren... 11 10. Onzekerheden... 11 11. Rapportage volgens NEN-ISO 14064-1... 12 2
1. Inleiding Het bedrijf Veluwenkamp Beheer, hierna te noemen Veluwenkamp, staat dicht bij de natuur door haar werkzaamheden, daarom is het behoud van de natuur en een goed milieu belangrijk voor Veluwenkamp. Veluwenkamp is van mening dat er nu moet worden gehandeld om de toekomst, wat milieutechnische problemen aangaat, te ontlasten. Veluwenkamp is ISO 9001, VCA**, Groenkeur en ERBO gecertificeerd. Daarnaast heeft Veluwenkamp diverse certificaten als VIHB en BVOR. Veluwenkamp werkt met en in de natuur en wil het milieu minimaal belasten bij de uitvoering van haar werkzaamheden. Veluwenkamp wil meer inzicht krijgen in haar CO2 uitstoot. Door inzicht te verkrijgen in de CO2 uitstoot, kan CO2-reductie worden nagestreefd op vele fronten binnen het bedrijf. De CO2 uitstoot van het materieel en transportmiddelen van Veluwenkamp is het belangrijkste speerpunt. Daarnaast is er sprak van deelgebieden waarbij vooral wordt gekeken naar de elektra en aardgasverbruik, eventueel met gebruikmaking van restwarmte van de composteringsinstallatie. Veluwenkamp heef de doelstelling om in september 2015 het certificaat CO2 prestatieladder voor niveau 5 te behalen.. De CO2 prestatieladder stimuleert bedrijven om inzicht te verkrijgen in haar eigen CO₂ uitstoot en de mogelijkheden om deze te reduceren. Sinds 16 maart 2011 heeft de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen het beheer en eigenaarschap van de CO2-Prestatieladder overgenomen van ProRail. De CO₂ prestatieladder kent 4 invalshoeken: A. Inzicht in eigen CO₂ uitstoot B. CO₂ reductie (de reductie ambities van het bedrijf) C. Transparantie ( op welke wijze het bedrijf naar buiten communiceert) D. Deelname aan initiatieven om CO₂ te reduceren Deze 4 invalshoeken zijn verdeeld in 6 verschillende niveaus, dit zijn de niveaus 0 t/m 5. In dit rapport wordt de emissie inventaris van Veluwenkamp weergegeven, van het jaar 2014. Dit rapport is een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitstoot van broeikasgassen, ook wel GHG emissies (the Green House Gas Protocol). Tevens geeft dit rapport inzicht in de herkomst van de GHG emissies, met daarin de verdeling naar directe en indirecte GHG emissies. Dit rapport is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO₂ prestatieladder. Het is uitgevoerd conform ISO 14064-1 Greenhouse gases part 1, paragraaf 7.3.1 van deze norm. In de laatste paragraaf is een volledig overzicht hiervan weergegeven. 3
2. De organisatie Veluwenkamp is een modern infra- en cultuurtechnische bedrijf dat als partner optreed voor (hoofd) aannemers maar ook zelfstandig opdrachten uitvoert voor gemeenten, provincies, waterschappen, Staatsbosbeheer en andere natuur en landschapsorganisaties. efficiënte groothandel in alle beton-, wegen- en waterbouwmaterialen. Daarnaast worden werkzaamheden uitgevoerd voor commerciële bedrijven, agrarische bedrijven en particulieren. Veluwenkamp heeft de beschikking over een breed machine en wagen park om de werkzaamheden op een efficiënte en milieu vriendelijke wijze te kunnen uitvoeren. Veluwenkamp heeft een personeelsbezetting van 64 FTE en heeft een omzet van totale omzet van 7,0 miljoen. 2.1 Verantwoordelijke De KVGWM (Kwaliteit Veiligheid - Gezondheid Welzijn) Coördinator is de KAM Manager van Veluwenkamp Bedrijven onder supervisie van de directie. 3. De rapportageperiode De rapportage is opgesteld over de periode 2014 en geldt als nulmeting. 4. Organisatorische grenzen Om de organisatorische grenzen te bepalen is uitgegaan van het handboek van de CO₂ prestatieladder 2.2. Volgens methode 1, de GHG methode waarbij Veluwenkamp Beheer BV de hoogste BV is. Hieronder bij figuur 1 is het organogram weergegeven. Een toelichting hierop is de volgende: Veluwenkamp Beheer B.V. zal gecertificeerd worden voor de CO2 prestatieladder. Veluwenkamp Bedrijven B.V., Veluwenkamp Compost B.V. en Veluwenkamp Materieel B.V. vallen onder Veluwenkamp Beheer B.V. en worden derhalve volledig meegenomen in de berekeningen van de hoeveelheid CO2 uitstoot. 100% Veluwenkamp Beheer B.V. KvK 05067714 100% 100% 100% Veluwenkamp Compost B.V. KVK 05067718 Veluwenkamp Bedrijven B.V. KVK 08212232 Veluwenkamp Materieel B.V. KVK 05067715 Figuur 1: Organogram Veluwenkamp Beheer B.V. 4
5 Bepaling klein, middelgroot en groot bedrijf Een belangrijk onderdeel van de CO₂ prestatieladder is de bepaling klein, middelgroot en groot bedrijf. Deze bepaling wordt gemaakt aan de hand van de totale uitstoot van GHG emissies uit scope 1 en 2 van Veluwenkamp. Voor het bepalen van de totale CO₂ uitstoot zijn de energiestromen van de kantoren, werkplaats en compost bepaald. Vervolgens zijn de hoeveelheden van de energie stromen bepaald en de bijbehorende CO₂ uitstoot berekend met de conversiefactoren. Uit het totaal overzicht komt naar voren dat de totale CO₂ uitstoot 1721,78 ton bedraagt in het jaar 2014. In het handboek CO₂ prestatieladder 2.2 staat: De totale CO₂ uitstoot van de kantoren en bedrijfsruimten bedraagt maximaal 500 ton per jaar en de totale CO₂ uitstoot van alle bouw- plaatsen en productielocaties(projecten) bedraagt maximaal 2.000 ton per jaar. De totale uitstoot GHG emissies van Veluwenkamp over 2014 wordt als volgt onderverdeeld: CO₂ kantoren totaal 58,23 ton CO₂ werken totaal 1663,56 ton. Hiermee is bepaald dat Veluwenkamp voor het jaar 2014 de classificatie klein bedrijf krijgt. Hiermee rekening houdend vermeld het handboek CO₂ prestatieladder 2.2 het volgende: Voor kleine bedrijven gelden de eisen 5A, 4C, 4D, 5C en 5D niet. Aan deze eisen is dan derhalve (fictief) voldaan. Fictief voldoen levert een vaste score van 22,5 op. 5
6. Operationele grenzen Om de scope duidelijk af te bakenen is gebruik gemaakt van de scope-indeling van het Green House Gas Protocol (GHG protocol). Figuur 2: scope indeling volgens het GHG protocol Conform het GHG- protocol wordt onderscheid gemaakt tussen 3 bronnen van emissies (scopes). Deze 3 bronnen kunnen onderverdeeld worden in 2 categorieën, dit zijn indirecte en directe emissies. Scope 1: De directe emissies. De door de eigen organisatie gebruikte gassen en brandstoffen, van bijvoorbeeld machines en wagenpark. Scope 2: De indirecte emissies. Dit zijn de emissies die ontstaan zijn door de opwekking van elektriciteit en die gebruikt worden door de eigen onderneming. Volgens de CO₂ prestatieladder vallen de eigen auto zakelijk gebruikt en de zakelijke vliegtuig kilometers ook onder deze scope. Het GHG protocol schrijft deze twee toe aan de scope 3. Scope 3: De overige indirecte emissies. Deze emissies zijn een gevolg van bronnen die geen eigendom zijn van het bedrijf zelf. Hier vallen bijvoorbeeld onder, verkeer, productie van aangekochte materialen en transport van de aangekochte materialen. Voor Veluwenkamp zijn deze scopes als volgt ingevuld: Scope 1 Brandstof verbruik van het eigen wagenpark en het materieel (benzine, diesel, Aspen, (las)gassen en koelmiddelen). Verwarming van het kantoor (aardgas). Scope 2 Elektriciteit verbruik op kantoor, werkplaatsen en projecten. Brandstofverbruik van zakelijke kilometers in privé auto s. Scope 3 Veluwenkamp zal zich certificeren voor niveau 5 van de CO2 prestatieladder. Er is een op basis van een tweetal projecten een Scope3 analyse opgesteld en van daaruit een Scope 3 ketenanalyse opgesteld voor het brandstofverbruik van ingehuurd materieel. 6
7. De directe en indirecte GHG emissies 2014 Om een duidelijk inzicht te krijgen in de uitstoot van de GHG emissies wordt in dit hoofdstuk weergegeven hoe deze uitstoot verdeeld is. De totale directe en indirecte GHG emissies bedroegen in 2014 1721,78 ton CO₂. Onderverdeeld naar scope 1 en 2: Scope 1: 1645,81 ton CO₂ Scope 2: 72,98 ton CO₂ Scope 3: 2008,32 ton CO₂ Om een goed inzicht te krijgen en een referentiekader te bepalende voor het vergelijken van de CO2 uitstoot voor de komende jaren t.o.v. de nul situatie in 2014 is er gekozen om een aantal kengetallen te introduceren. De totale GHG emissies wordt in verhouding gezet met het aantal medewerkers en de omzet. Kengetallen Om de GHG emissie scope 1 en 2 over de jaren vergelijkbaar te maken zijn een tweetal kengetallen ingevoerd: GHG emissie per medewerker (FTE). GHG emissie per miljoen omzet. Voor 2014 geldt: De GHG emissies per medewerker (FTE): De GHG emissies per miljoen euro omzet: 26,90 CO₂/FTE 245,97 ton CO₂/miljoen omzet In tabel 1 worden de verschillende onderdelen weergegeven, waaruit de CO2 uitstoot is berekend. Hierin is duidelijk te zien dat het dieselverbruik de grootste uitstoot oplevert voor Veluwenkamp. 7
Tabel 1: CO₂ emissies scope 1 + 2 7.1 Onderverdeling CO2 uitstoot naar brandstoffen In grafiekvorm levert dit het onderstaande beeld 1800,00 1600,00 1400,00 1200,00 1000,00 800,00 600,00 400,00 200,00 0,00 Elektra Aardgas Diesel Benzine KM Gassen Grafiek 1: CO₂ uitstoot in ton Elektra Aardgas Diesel Benzine KM Gassen Grafiek 2: CO₂ uitstoot in ton 8
7.2 Onderverdeling naar kantoren en projecten Voor Veluwenkamp geldt dat 53,50 ton van de CO₂-uitstoot is toe te schrijven is aan de kantoren en 1611,60 ton aan de projecten. In grafiekvorm levert dit het onderstaande beeld werken kantoren Grafiek 3 : CO2 uitstoot kantoren<>werken 7.3 Onderverdeling elektra Het elektra verbruik, toe te schrijven aan scope 2, is voor Veluwenkamp in 2014 0,07% van de totale CO2 uitstoot. 7.4 Onderverdeling aardgas Het aardgas verbruik van Veluwenkamp voor het verwarmen van het kantoor bestond voor 2,61 % van het totaal CO₂-uitstoot. 7.5 Onderverdeling brandstofverbruik Het brandstof verbruik van Veluwenkamp is niet nader onderverdeeld naar type voertuig. Er is een onderverdeling gemaakt in diesel, benzine inclusief Aspen en zakelijke kilometers gereden met privé auto s. Ten opzichte van de totale CO₂-uitstoot geeft diesel een percentage van 94,38%, benzine een percentage van 0.41% en de zakelijke km gereden met een privé auto een percentage van 0,29% 7.6 Verbranding biomassa De verbranding van biomassa vond in 2014 binnen scope 1 en 2 niet plaats bij Veluwenkamp. 7.7 GHG verwijderingen Broeikasverwijdering d.m.v. binding van CO₂ heeft ook in 2014 niet plaats gevonden bij Veluwenkamp. 9
7.8 Uitzonderingen Vliegreizen voor zakelijke doeleinden vallen onder de CO₂ prestatieladder. Door Veluwenkamp zijn in 2014 geen zakelijke vliegkilometers gemaakt. Veluwenkamp heeft in 2012 een nieuw kantoorpand betrokken. In dit kantoorpand is een centraal airco installatie geïnstalleerd. In dit systeem zit 6,2 kg R410A koudemiddel. In de kantoren van Compost zijn 3 lossen airco units aanwezig. Dit koudemiddelen van de airco s evenals de koudemiddelen in de bedrijfswagens en machines zijn niet meegenomen in de CO2 uitstoot van het bedrijf. Ook in de toekomst zal de CO2uitstoot voor de koudemiddelen niet worden meegenomen omdat dit gaat om een marginale CO2 uitstoot die een te verwaarlozen invloed heeft op het totaal. 8. Methoden Voor het bepalen van de GHG emissies van Veluwenkamp is gebruik gemaakt van verschillende data. Diesel en Benzine Voor het verbruik van brandstof diesel en benzine is gebruik gemaakt van de maandnota s de leverancier. Er wordt gebruik gemaakt van tankpassen en voertuignummers om het verbruik van de verschillende voertuigen te kunnen bepalen. Het huidige systeem is onvoldoende ingericht om het daadwerkelijke verbruik ver voertuig te kunnen bepalen. Elektra Voor het verbruik van elektra is er gebruik gemaakt van de maand en jaarnota s van de energieleveranciers Main Energie en Essent. Voor de locatie Zuthemerweg is het elektraverbruik(essent) per maand niet inzichtelijk. Het maandverbruik is bepaald door het jaar verbruik te delen door het aantal maanden. Main Energie levert Groen stroom, Essent levert grijze stroom. Aardgas Het verbruik van aardgas is gebruik gemaakt van de jaarnota van de energieleverancier. Het maandverbruik is echter niet inzichtelijk. Het maandverbruik is bepaald door het verbruik te delen door het aantal maanden. Gassen De gassen Acetyleen en Protegon worden gebruik in de werkplaats voor laswerkzaamheden en snijbranden. Het verbruik is bepaald aan de hand van de inkoopnota s in het jaar 2014. De gassen butaan/propaan worden het verdelgen van onkruid (onkruidbranders). Het verbruik is bepaald aan de hand van de inkoopnota s over 2014 Aspen Aspen is een brandstof met een lage zwaveluitstoot en wordt gebruikt voor moto aangedreven handgereedschappen als bosmaaiers, kettingzagen, kleine maaimachines, bladblazers e.d. Het verbruik is bepaald aan de hand van de inkoopnota s over 2014 Zakelijke kilometers gereden met privé auto s Op basis van de declaraties van de medewerkers is het totaal aantal kilometers bepaald. De declaraties zijn gekoppeld aan een grootboekrekening. Al deze verbruiken zijn omgerekend naar de GHG emissies met behulp van de conversiefactoren van de CO₂ prestatieladder 2.2. 10
9. Emissiefactoren Voor deze emissie inventaris van de CO₂-uitstoot van Veluwenkamp, zijn de meest actuele emissiefactoren van www.co2-emmissiefactoren.nl gebruikt. 10. Onzekerheden Alle resultaten moeten altijd geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge, maar op basis van de gegevens zoals in dit rapport weergegeven kunnen we stellen dat deze marges klein zijn. Er wordt op 2 plaatsen gebruik gemaakt van dieseltanks met een inhoud van 2500 en 3000 liter. De tanks worden een aantal maal per jaar gevuld. Er wordt vanuit gegaan dat alle brandstof die gekocht is in 2014 (met factuurdatum in 2014) volledig verbruikt is in 2014. Het verbruik van Aspen is gerelateerd aan de inkoop van Aspen over een jaar. Er wordt vanuit gegaan dat alle brandstof die worden ingekocht in 2014 (met factuurdatum 2014) volledig is gebruikt Aangezien het hier gaat om relatief kleine hoeveelheden t.o.v. het totaalverbruik kan er ruwweg vanuit gegaan worden dat er een foutmarge zit in de berekeningen van maximaal 2 %. 11
11. Rapportage volgens NEN-ISO 14064-1 ISO 14064-1 7.3 Beschrijving Hoofdstuk in dit rapport a description of the reporting organization 2 b person responsible 2.1 c reporting period covered 3 4.1 d Organizational boundaries 4 4.2.2 e Direct GHG emissions 7 4.2.2 f Combustion of biomass 7.5 4.2.2 g GHG removals 7.6 4.3.1 h Exclusions 7.7 4.2.3 i Indirecte GHG emissions 7 5.3.1 j Base year 3 k Changes of recalculations 3 4.3.3 l Methodologies 8 m Changes of methodologies 8 4.3.5 n Emissions or removal factors used 9 5.4 o uncertainties 10 p Statement in accordance with ISO 14064 11 q Statement of describing verification Nee Tabel 6: rapportage NEN-ISO 14061-1 12