EUROPEES PARLEMENT. Commissie vervoer en toerisme. Voorstel voor een richtlijn (COM(2003)0621 C6-0610/2003 2003/0252(COD))



Vergelijkbare documenten
EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme. Voorstel voor een richtlijn (COM(2003) 621 C5-0610/ /0252(COD))

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 maart 2005 (10.03) (OR. fr) 6613/05 Interinstitutionnel dossier: 2003/0252 (COD) CODEC 99 TRANS 28

Voorstel voor een richtlijn (COM(2003)0621 C5-0610/ /0252(COD)) Amendement 87 Artikel 4, lid 1, categorie B. Motivering

VOERTUIGEN GROEP 1 = CATEGORIEËN AM, A2, A1, A, B EN BE

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt. van de Commissie juridische zaken en interne markt

Q&A s derde Europese rijbewijsrichtlijn

Het rijbewijs na implementatie van de derde Europese rijbewijsrichtlijn

Het rijbewijs na implementatie van de derde Europese rijbewijsrichtlijn

Voor de delegaties gaat in bijlage dezes de tekst van de ontwerp-richtlijn na de besprekingen in de groep van 20 september 2004.

Circulaire RIJBEWIJS

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt. Voorstel voor een richtlijn (COM(2003) 621 C5-0610/ /0252(COD))

Nieuwe regels voor het rijbewijs. Het rijbewijs na implementatie van de derde Europese rijbewijsrichtlijn

Circulaire RIJBEWIJS

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 november 2005 (01.12) (OR. en) 14980/05 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE

Rijbewijzen: zorgen voor beveiliging, veiligheid en vrij verkeer

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument EP-PE_TC1-COD(2003)0252

Brussel, 26 juli 2012 (27.07) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 12921/12 TRA S 256

Nieuwe regels voor het rijbewijs B. Voor bestuurders van een personenauto

Nieuwe regels voor het rijbewijs. Het rijbewijs na implementatie van de derde Europese rijbewijsrichtlijn

GRATIS RIJBEWIJS ONLINE KB 28 april

Nieuw Europees rijbewijs zorgt voor meer beveiliging, veiligheid en vrij verkeer

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE

Nieuwe rijbewijsregels vanaf 2013

Het rijbewijs tot en na

Voorbehouden van de delegaties staan tussen [vierkante haken]. Studievoorbehoud voor behandeling door het parlement: DK, FR en UK.

Wijzigingen vanaf

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

versie december 2014 HINP Uyttendaele Davy

HET bromfiets- en motorrijbewijs * (rijbewijs A)

Rijbewijs (categorieën) en rijgeschiktheid

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 december 2003 (10.12) (OR. en) 15820/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) TRANS 360 CODEC 1773

1. Beschrijving. 2. Wettelijke basis

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. aan de Commissie vervoer en toerisme

Omzetting van de Europese Richtlijn 2006/126/CE van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs

Vakbekwaamheid van beroepsbestuurders voor personenvervoer

1 Beschrijving. 2 Wettelijke basis

Aanhangwagens en caravans trekken

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0327(COD)

Studiedag 8 oktober 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid wordt als volgt gewijzigd:

Nieuwe regels voor het rijbewijs C. Voor bestuurders van een vrachtauto

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN. Groep 1

Concept ten behoeve van internetconsultatie februari Besluit van

Aanhangswagens en caravans trekken

Algemeen. Rijbewijs. De verschillende Rijbewijzen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur en onderwijs PE v01-00

De geschiedenis van het Nederlandse rijbewijs

RICHTLIJN 2006/126/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0205/129. Amendement. Marita Ulvskog namens de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

De, voor 31 maart 2014, uit een niet EU- land ingevoerde voertuigen moeten een homologatieprocedure volgen bij één van de drie Belgische Gewesten.

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt. van de Commissie juridische zaken en interne markt

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nieuwe regels voor het rijbewijs BE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23)

HOOFDSTUK 08 BEWIJS VAN VAKBEKWAAMHEID

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

HOOFDSTUK 03 TOEPASSINGSVELD

De vakbekwaamheid van beroepschauffeurs van het goederenvervoer

Nieuwe regels voor het rijbewijs A. Voor bestuurders van een motor of motorscooter

Circulaire RIJGESCHIKTHEIDSATTEST

Rij- en rusttijden voor het wegvervoer

Rijbewijzen praalwagens

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

DD/MM/JJ. KONINKLIJK BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 JULI 2006 BETREFFENDE HET RIJBEWIJS VOOR VOERTUIGEN VAN CATEGORIE B

HOOFDSTUK 05 VRACHTWAGENS, AUTOBUSSEN, AUTOCARS GROEP 2 = CATEGORIEËN C1, C, C1E, CE, D1, D, D1E EN DE

Nieuwe regels voor het rijbewijs BE

Algemene toelichting van verschillende types voertuigen die de wet onderscheidt

HOOFDSTUK 09 CATEGORIE G: TREKKERS

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

Inhoudstafel Tekst Begin

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0015(COD)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Wijzigingen: AB 2000 no. 11; AB 2004 no. 47; AB 2010 no. 17; AB 2011 no. 41 ====================================================================

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...]

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

DE EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

Bijlage behorende bij de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23)

Koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs Rijbewijs

Artikel 15 (uitsluitend de voor de BE-trekker/oplegger relevante delen zijn vemeld)

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

LICHTE GEMOTORISEERDE TWEEWIELERS: FIETS, BROMFIETS OF? Werner De Dobbeleer, VSV Politiecongres 26 oktober 2015

Hierbij gaat voor de delegaties document D036128/02 ANNEX.

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Publicatieblad van de Europese Unie L 29/45 RICHTLIJNEN

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

RIJBEWIJS VOOR LANDBOUWVOERTUIGEN

Datum van inontvangstneming : 19/01/2016

Speed pedelecs: Waarom en hoe?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CATEGORIE G: TREKKERS

2) Ik heb geen rijbewijs en ik wil graag met de tractor rijden. Wat moet ik doen?

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie vervoer en toerisme 2009 20.12.2004 PE 350.189v01-01 AMENDEMENTEN 69-217 Ontwerpverslag Mathieu Grosch Het rijbewijs (PE 349.893v01-01) Voorstel voor een richtlijn (COM(2003)0621 C6-0610/2003 2003/0252(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst Amendementen van het Parlement Amendement ingediend door Markus Ferber Amendement 69 Overweging 3 (3) De bevoegdheid tot het opleggen van nationale bepalingen inzake de geldigheidsduur waarin Richtlijn 91/439/EEG voorziet, heeft tot gevolg dat verschillende voorschriften van verschillende lidstaten naast elkaar bestaan en dat in de lidstaten meer dan 80 verschillende rechtsgeldige rijbewijsmodellen in omloop zijn. Dit doet doorzichtigheidsproblemen ontstaan voor de burger, de politie en de overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de rijbewijzen en leidt tot vervalsingen van documenten die soms verscheidene decennia oud zijn. Om deze redenen dienen de voorschriften betreffende de geldigheidsduur van rijbewijzen die vanaf de toepassing van deze richtlijn worden (3) De bevoegdheid tot het opleggen van nationale bepalingen inzake de geldigheidsduur waarin Richtlijn 91/439/EEG voorziet, heeft tot gevolg dat verschillende voorschriften van verschillende lidstaten naast elkaar bestaan en dat in de lidstaten meer dan 80 verschillende rechtsgeldige rijbewijsmodellen in omloop zijn. Dit doet doorzichtigheidsproblemen ontstaan voor de burger, de politie en de overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de rijbewijzen en leidt tot vervalsingen van documenten die soms verscheidene decennia oud zijn. AM\549582.doc PE 350.189v01-01

afgegeven of verlengd, te worden geharmoniseerd. In haar voorstel gaat de Europese Commissie er zelf vanuit dat uit de statistieken blijkt dat het gevaar voor zeer jonge bestuurders zeer hoog is (blz. 15). De ongevallenstatistiek voor beginnende bestuurders toont aan dat deze groep duidelijk meer gevaar loopt. De groep oudere houders van een rijbewijs is in de ongevallenstatistieken daarentegen van geringe omvang. Als de geldigheid wordt gekoppeld aan een begrenzing van de geldigheid in de tijd, zal dat dan ook niet resulteren in de nagestreefde halvering van het aantal verkeersdoden. Een rijbewijs is niet bedoeld als legitimatiedocument, hoewel dit in sommige lidstaten feitelijk zo is, maar om aan te tonen dat de houder het recht heeft voertuigen op de openbare weg te besturen. Regelmatige verlenging biedt geen garantie tegen fraude. Amendement ingediend door Reinhard Rack Amendement 70 Overweging 3 (3) De bevoegdheid tot het opleggen van nationale bepalingen inzake de geldigheidsduur waarin Richtlijn 91/439/EEG voorziet, heeft tot gevolg dat verschillende voorschriften van verschillende lidstaten naast elkaar bestaan en dat in de lidstaten meer dan 80 verschillende rechtsgeldige rijbewijsmodellen in omloop zijn. Dit doet doorzichtigheidsproblemen ontstaan voor de burger, de politie en de overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de rijbewijzen en leidt tot vervalsingen van documenten die soms verscheidene decennia oud zijn. Om deze redenen dienen de voorschriften betreffende de geldigheidsduur van rijbewijzen die vanaf de toepassing van deze richtlijn worden afgegeven of verlengd, te worden geharmoniseerd. schrappen PE 350.189v01-01 2/94 AM\549582.doc

Amendement ingediend door Margrete Auken Amendement 71 Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) In alle lidstaten moeten de oude rijbewijzen binnen 10 jaar worden ingewisseld, om te vermijden dat er alleen maar een Europees rijbewijsmodel bijkomt in plaats van dat er één enkel Europees model wordt ingevoerd. Vereenvoudiging. Amendement ingediend door Jörg Leichtfried Amendement 72 Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) In alle landen moeten de oude rijbewijzen worden ingewisseld, om te vermijden dat er alleen maar een Europees rijbewijsmodel bijkomt in plaats van dat er één enkel Europees model wordt ingevoerd. Voor alle rijbewijzen die al in omloop zijn, dient voor het inwisselen een termijn van 20 jaar te gelden. De richtlijn beoogt het grote aantal verschillende rijbewijsmodellen te vervangen door één uniform 'format'. Vandaar dat bestaande rijbewijsmodellen die niet aan deze richtlijn voldoen, moeten worden vervangen, aangezien anders slechts een bijkomend Europees model wordt ingevoerd. Deze inwisseling maakt daarnaast een inventarisatie van de bestaande rijbewijzen in de lidstaten mogelijk. Vervalste of dubbel afgegeven rijbewijzen worden uit de omloop genomen. Dit is van groot belang voor het Europees rijbewijsnetwerk, dat zo met opgeschoonde en geactualiseerde bestanden zijn werkzaamheden kan beginnen en het rijbewijstoerisme beter kan bestrijden. AM\549582.doc 3/94 PE 350.189v01-01

Gezien de administratieve belasting moet voor de inwisseling een termijn worden vastgesteld: een periode van 20 jaar lijkt zinvol. Amendement ingediend door Dieter-Lebrecht Koch Amendement 73 Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) In alle landen moeten de oude rijbewijzen worden ingewisseld, om te vermijden dat er alleen maar een Europees rijbewijsmodel bijkomt in plaats van dat er één enkel Europees model wordt ingevoerd. Voor de oude rijbewijsmodellen dient voor het inwisselen een termijn van 20 jaar te gelden. Om de bevolking niet onnodig te verwarren en de administratieve belasting zo klein mogelijk te houden, is het zinnig om één termijn vast te stellen voor de inwisseling van alle oude modellen. Amendement ingediend door Christine De Veyrac en Dominique Vlasto Amendement 74 Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) In alle lidstaten moeten de oude rijbewijzen worden ingewisseld, om te vermijden dat er alleen maar een Europees rijbewijsmodel bijkomt in plaats van dat er één enkel Europees model wordt ingevoerd. Voor alle rijbewijsmodellen geldt voor het inwisselen een termijn van 20 jaar, of zij nu van het papieren type zijn of van het plastic "creditcard"-type. Or. fr De richtlijn heeft ten doel de vele verschillende modellen rijbewijzen te vervangen door één PE 350.189v01-01 4/94 AM\549582.doc

enkel model. Bestaande modellen rijbewijzen die niet aan de eisen van dit nieuwe model voldoen moeten worden vervangen, anders zou er alleen maar een Europees rijbewijs bijkomen naast de bestaande modellen. Bovendien zou bij inwisseling de balans opgemaakt kunnen worden van de rijbewijzen die er in elke lidstaat bestaan. Vervalste of dubbele rijbewijzen zouden dan uit het verkeer worden genomen. Dit zou grote gevolgen hebben voor het Europese stelsel van rijbewijzen, dat niet alleen van het begin af aan met actuele gegevens zou werken, maar ook een middel zou zijn om "rijbewijstoerisme" te bestrijden. Bij de vaststelling van de termijnen voor inwisseling moet rekening worden gehouden met de administratieve inspanningen die een en ander vergt. Ook moet dezelfde termijn worden vastgesteld voor rijbewijzen van het papieren en het plastic type om niet te discrimineren ten koste van landen die het rijbewijs alleen in een van beide vormen afgeven. Amendement ingediend door Markus Ferber Amendement 75 Overweging 4 (4) De invoering van een administratieve geldigheidsduur zal het mogelijk maken de rijbewijzen regelmatig te verlengen teneinde de nieuwste maatregelen om vervalsing tegen te gaan, toe te passen en op het moment van de periodieke verlenging medische onderzoeken of andere door de lidstaten vastgestelde maatregelen uit te voeren, zoals het geven van cursussen om de theoretische kennis of praktische vaardigheden weer op peil te brengen. schrappen Periodieke vernieuwing van het rijbewijs is geen waarborg tegen fraude. Regelmatige vernieuwing en koppeling aan periodieke gezondheids- en rijvaardigheidstests hebben aanzienlijke financiële kosten tot gevolg die niet in verhouding staan tot het nagestreefde doel en geen garantie bieden voor meer verkeersveiligheid. AM\549582.doc 5/94 PE 350.189v01-01

Amendement ingediend door Reinhard Rack Amendement 76 Overweging 4 (4) De invoering van een administratieve geldigheidsduur zal het mogelijk maken de rijbewijzen regelmatig te verlengen teneinde de nieuwste maatregelen om vervalsing tegen te gaan, toe te passen en op het moment van de periodieke verlenging medische onderzoeken of andere door de lidstaten vastgestelde maatregelen uit te voeren, zoals het geven van cursussen om de theoretische kennis of praktische vaardigheden weer op peil te brengen. schrappen Amendement ingediend door Reinhard Rack Amendement 77 Overweging 5 (5) De lidstaten kunnen medische onderzoeken opleggen teneinde de naleving te waarborgen van de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig. Ingeval een onderzoek wordt opgelegd, dient, ter wille van de doorzichtigheid, deze periodiciteit samen te vallen met de verlenging van het rijbewijs en wordt deze dus bepaald door de geldigheidsduur van het rijbewijs. (5) De lidstaten kunnen medische onderzoeken opleggen teneinde de naleving te waarborgen van de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig. Amendement ingediend door Reinhard Rack Amendement 78 Overweging 5 (5) De lidstaten kunnen medische onderzoeken opleggen teneinde de naleving te waarborgen van de minimumnormen (5) De lidstaten kunnen medische onderzoeken opleggen teneinde de naleving te waarborgen van de minimumnormen PE 350.189v01-01 6/94 AM\549582.doc

inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig. Ingeval een onderzoek wordt opgelegd, dient, ter wille van de doorzichtigheid, deze periodiciteit samen te vallen met de verlenging van het rijbewijs en wordt deze dus bepaald door de geldigheidsduur van het rijbewijs. inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig. Zo zouden o.a. ogentests vanaf de leeftijd van 45 jaar tot een grotere verkeersveiligheid kunnen leiden. Ingeval een onderzoek wordt opgelegd, dient, ter wille van de doorzichtigheid, deze periodiciteit samen te vallen met de verlenging van het rijbewijs en wordt deze dus bepaald door de geldigheidsduur van het rijbewijs. Amendement ingediend door Markus Ferber Amendement 79 Overweging 5 (5) De lidstaten kunnen medische onderzoeken opleggen teneinde de naleving te waarborgen van de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig. Ingeval een onderzoek wordt opgelegd, dient, ter wille van de doorzichtigheid, deze periodiciteit samen te vallen met de verlenging van het rijbewijs en wordt deze dus bepaald door de geldigheidsduur van het rijbewijs. (5) De lidstaten kunnen medische onderzoeken opleggen teneinde de naleving te waarborgen van de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig. Ingeval een onderzoek wordt opgelegd, dient, ter wille van de doorzichtigheid, deze periodiciteit in de lidstaten die van deze mogelijkheid gebruik maken, samen te vallen met de verlenging van het rijbewijs en wordt deze dus bepaald door de geldigheidsduur van het rijbewijs. Deze beperking is om redenen van subsidiariteit noodzakelijk. Amendement ingediend door Markus Ferber Amendement 80 Overweging 6 (6) De naleving van de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een (6) De naleving van de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een AM\549582.doc 7/94 PE 350.189v01-01

motorvoertuig, ten aanzien van bestuurders van een voertuig dat bestemd is voor het vervoer van personen of goederen en dat tot bepaalde categorieën behoort, moet worden gecontroleerd in het kader van een medisch onderzoek op het ogenblik van de afgifte van het rijbewijs en vervolgens periodiek, overeenkomstig de nationale wettelijke bepalingen. Het is nodig de periodiciteit van deze medische onderzoeken te harmoniseren, teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van het vrije verkeer van werknemers, mededingingvervalsing te voorkomen en rekening te houden met de verantwoordelijkheid van de bestuurders van deze voertuigen. motorvoertuig, die ten aanzien van bestuurders van een voertuig dat bestemd is voor het vervoer van personen of goederen en dat tot bepaalde categorieën behoort, wordt gecontroleerd in het kader van een medisch onderzoek op het ogenblik van de afgifte van het rijbewijs, kan vervolgens periodiek worden getoetst, overeenkomstig de nationale wettelijke bepalingen. Of en met welke periodiciteit medische keuringen worden uitgevoerd, moet om redenen van subsidiariteit aan de lidstaten worden overgelaten. Amendement ingediend door Gilles Savary Amendement 81 Overweging 6 bis (nieuw) (6 bis) De noodzaak om het rijbewijs te verlengen of een periodiek medisch onderzoek te ondergaan mag voor de houder van het rijbewijs geen extra kosten met zich meebrengen. Het recht op mobiliteit is een grondrecht dat niet mag worden beperkt door belemmeringen van financiële aard, die vooral de armste groepen zouden treffen. Or. fr Hoe legitiem het opleggen van een periodiek medisch onderzoek voor het verkrijgen of verlengen van een rijbewijs, de geleidelijke invoering van één enkel rijbewijsmodel in de Europese Unie en de geleidelijke harmonisering van de voorwaarden voor het verkrijgen van PE 350.189v01-01 8/94 AM\549582.doc

een rijbewijs ook mag zijn, deze nieuwe bepalingen mogen geen nieuwe financiële lasten voor de gebruikers met zich meebrengen. Juist nu een groeiend deel van de bevolking geen werk heeft of in een onzekere financiële situatie verkeert, zou het indruisen tegen de doelstellingen van sociale en territoriale cohesie en volledige werkgelegenheid als nieuwe belemmeringen voor het grondrecht op mobiliteit worden ingevoerd. Het lijkt terecht dat de kosten van een verhoging van de verkeersveiligheid en de rechtszekerheid worden gedragen door de overheid. Amendement ingediend door Mathieu Grosch Amendement 82 Overweging 8 bis (nieuw) (8 bis) Er dient ernstig te worden nagegaan of het principe van gefaseerde toegang in de toekomst niet ook moet gaan gelden voor personenauto's. Amendement ingediend door Dieter-Lebrecht Koch Amendement 83 Overweging 8 bis (nieuw) (8 bis) De lidstaten moeten uitsluitend ten aanzien van hun eigen grondgebied de mogelijkheid hebben, de minimumleeftijd voor de categorieën auto's en motorrijwielen te wijzigen, om de veiligheid respectievelijk de mobiliteit te vergroten. Hierbij moet bij de categorieën motorrijwielen de praktijk van gefaseerde toegang gewaarborgd blijven. Verlaging van de minimumleeftijd voor het verkrijgen van een rijbewijs voor bepaalde categorieën auto's en motorrijwielen in een lidstaat mag niet automatisch leiden tot erkenning van dit rijbewijs in een andere lidstaat. AM\549582.doc 9/94 PE 350.189v01-01

Amendement ingediend door Francesco Musotto Amendement 84 Overweging 11 bis (nieuw) (11 bis) Het behalen van een rijbewijs mag in beginsel niet ten laste komen van de overheidsfinanciën of het overheidsapparaat, vooral wanneer het instanties betreft die essentiële taken of diensten van algemeen belang vervullen. Or. it Hoe nuttig een rijbewijs ook is in de sfeer van werk en mobiliteit, het is en blijft in de eerste plaats een technisch kwalificatieattest dat een grondige theoretische en praktische kennis vereist. Het behalen van een rijbewijs mag dan ook niet ten laste komen van de overheid, d.w.z. van de samenleving als geheel. Amendement ingediend door Markus Ferber Amendement 85 Overweging 15 (15) De inbouw van een facultatieve microchip in het model van het rijbewijs in de vorm van een kredietkaart dient de lidstaten in staat stellen de bescherming tegen fraude verder te verbeteren. De technische specificaties van de microchip zullen worden vastgesteld door de Commissie, bijgestaan door het Comité voor het rijbewijs. schrappen Als de microchip, zoals uit het Commissievoorstel blijkt (zie art.1, lid 2, derde zin), uitsluitend de gegevens mag bevatten die reeds op het rijbewijs vermeld zijn, heeft de microchip geen PE 350.189v01-01 10/94 AM\549582.doc

enkele meerwaarde. Er zouden slechts extra kosten ontstaan die door de Europese belastingbetaler zouden moeten worden betaald. Als daarentegen op langere termijn eventueel nog extra gegevens en functies kunnen worden opgenomen, bestaat ook als de meest zorgvuldige tegenmaatregelen worden genomen een groot frauderisico. Aldus zou de invoering van een microchip op het rijbewijs haaks staan op het doel van de Commissie. Amendement ingediend door Jörg Leichtfried Amendement 86 Overweging 15 bis (nieuw) (15 bis) Om misbruik van gegevens door derden te voorkomen en de gegevensbescherming te waarborgen, mag het de lidstaten niet worden toegestaan aanvullende informatie op de microchip op te slaan. De vrees voor eventueel misbruik van gegevens ondergraaft het vertrouwen van de bevolking in het nieuwe rijbewijsmodel. De extra gegevens en functies zouden bovendien hun waarde verliezen en niet meer bruikbaar zijn, als het rijbewijs zou worden ingetrokken of ingenomen. Amendement ingediend door Dieter-Lebrecht Koch Amendement 87 Overweging 15 bis (nieuw) (15 bis) De lidstaten dienen aanvullende informatie op de microchip te kunnen opslaan, voorzover het eigenlijke doel van de chip daardoor niet in het gedrang komt. De nationale voorschriften inzake gegevensbescherming moeten daarbij worden nageleefd. AM\549582.doc 11/94 PE 350.189v01-01

Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel moet elke lidstaat zelf bepalen welke gegevens hij voor zijn burgers op de microchip wil voorschrijven dan wel toestaan. Amendement ingediend door Francesco Musotto Amendement 88 Overweging 16 (16) Teneinde de kennis en kunde van de examinatoren te verbeteren, een objectievere beoordeling van kandidaten voor een rijbewijs mogelijk te maken, tot een grotere harmonisering van de rijexamens te komen en het algemene beginsel van wederzijdse erkenning van rijbewijzen te versterken, dienen minimumnormen betreffende de toegang tot het beroep van examinator te worden vastgesteld. (16) Teneinde de kennis en kunde van de examinatoren te verbeteren, een objectievere beoordeling van kandidaten voor een rijbewijs mogelijk te maken, tot een grotere harmonisering van de rijexamens te komen en het algemene beginsel van wederzijdse erkenning van rijbewijzen te versterken, dienen minimumnormen betreffende de toegang tot het beroep van examinator en permanente bijscholing te worden vastgesteld. Bovendien moet ten minste op nationaal niveau de mogelijkheid bestaan om bestuurders een verplichte praktijkopleiding en nascholing te geven. Or. it Ook rijexaminatoren die het beroep reeds uitoefenen moeten zich voortdurend bijscholen. Bovendien moeten de lidstaten, vooral die waar al kwaliteitsnormen voor autorijscholen bestaan, conform het subsidiariteitsbeginsel voorschriften voor de voorbereiding op het behalen van het rijbewijs en voor de nascholing van bestuurders kunnen vaststellen. Amendement ingediend door Markus Ferber Amendement 89 Artikel 1, lid 2 2. Zodra de technische specificaties overeenkomstig de in artikel 10 bedoelde procedure door de Commissie zijn vastgesteld, hebben de lidstaten het recht de rijbewijzen die zij afgeven te voorzien van een microchip. De Commissie ziet erop toe dat de technische specificaties betreffende schrappen PE 350.189v01-01 12/94 AM\549582.doc

de in het rijbewijs in te bouwen microchip een EG-goedkeuring vereisen die slechts kan worden toegekend wanneer is aangetoond dat deze microchip bestand is tegen pogingen tot manipulatie of verandering van de gegevens. De microchip bevat enkel de gegevens van het rijbewijs en mag geen andere functies hebben dan die welke daarmee rechtstreeks verband houden. Als de microchip, zoals uit het Commissievoorstel blijkt (zie art.1, lid 2, derde zin), uitsluitend de gegevens mag bevatten die reeds op het rijbewijs vermeld zijn, heeft de microchip geen enkele meerwaarde. Er zouden slechts extra kosten ontstaan die door de Europese belastingbetaler zouden moeten worden betaald. Als daarentegen op langere termijn eventueel nog extra gegevens en functies kunnen worden opgenomen, bestaat ook als de meest zorgvuldige tegenmaatregelen worden genomen een groot frauderisico. Aldus zou de invoering van een microchip op het rijbewijs haaks staan op het doel van de Commissie. Amendement ingediend door Dieter-Lebrecht Koch Amendement 90 Artikel 3, lid 2 bis (nieuw) 2 bis. Binnen 20 jaar na het begin van toepassing van deze richtlijn worden alle rijbewijzen die niet in overeenstemming zijn met bijlage I van deze richtlijn, vervangen door het model in bijlage I. Een voor het begin van toepassing van deze richtlijn afgegeven rijbewijs voor een bepaalde categorie wordt niet op grond van de bepalingen van deze richtlijn ingetrokken of op enigerlei wijze beperkt. AM\549582.doc 13/94 PE 350.189v01-01

De richtlijn beoogt het grote aantal verschillende rijbewijsmodellen te vervangen door één uniform 'format'. Vandaar dat bestaande rijbewijsmodellen die niet aan deze richtlijn voldoen, moeten worden vervangen. Gezien de administratieve belasting moeten voor de inwisseling termijnen worden vastgesteld. Amendement ingediend door Christine De Veyrac en Dominique Vlasto Amendement 91 Artikel 3, lid 2 bis (nieuw) 2 bis. Uiterlijk 20 jaar na het begin van toepassing van deze richtlijn worden alle rijbewijzen vervangen door het model in bijlage I. Een vóór het begin van toepassing van deze richtlijn afgegeven rijbewijs voor een bepaalde categorie kan niet worden ingetrokken of op enigerlei wijze beperkt op grond van de bepalingen van deze richtlijn. Or. fr De richtlijn heeft ten doel de vele verschillende modellen rijbewijzen te vervangen door één enkel model. Bestaande modellen rijbewijzen die niet aan de eisen van dit nieuwe model voldoen moeten worden vervangen, anders zou er alleen maar een Europees rijbewijs bijkomen naast de bestaande modellen. Bovendien zou door de inwisseling de balans opgemaakt kunnen worden van de rijbewijzen die er in elke lidstaat bestaan. Vervalste of dubbele rijbewijzen zouden dan uit het verkeer worden genomen. Dit zou grote gevolgen hebben voor het Europese stelsel van rijbewijzen, dat niet alleen van het begin af aan met actuele gegevens zou werken, maar ook een middel zou zijn om "rijbewijstoerisme" te bestrijden. Bij de vaststelling van de termijnen voor inwisseling moet rekening worden gehouden met de administratieve inspanningen die een en ander vergt. Bovendien moet dezelfde termijn worden vastgesteld voor rijbewijzen van het papieren en het plastic type om niet te discrimineren ten koste van landen die het rijbewijs alleen in een van beide vormen afgeven. De inwisseling van oude rijbewijzen mag echter nooit tot gevolg hebben dat verworven rechten om verschillende categorieën voertuigen te mogen besturen worden verloren of beperkt. PE 350.189v01-01 14/94 AM\549582.doc

Amendement ingediend door Gary Titley Amendement 92 Artikel 4, lid 1, categorie AM - bromfietsen, d.w.z. twee- of driewielige voertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 6 kilometer per uur en ten hoogste 45 kilometer per uur en gekenmerkt door een motor met een cilinderinhoud van ten hoogste 50 kubieke centimeter indien het een motor met inwendige verbranding betreft, of een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4 kw indien het een elektrische motor betreft, of, met betrekking tot driewielige bromfietsen, door een motor waarvan het nettomaximumvermogen ten hoogste 4 kw bedraagt indien het een andere motor met inwendige verbranding betreft; - bromfietsen, d.w.z. tweewielige voertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 6 kilometer per uur en ten hoogste 45 kilometer per uur en gekenmerkt door een motor met een cilinderinhoud van ten hoogste 50 kubieke centimeter indien het een motor met inwendige verbranding betreft, of een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4 kw indien het een elektrische motor betreft. Driewielige voertuigen horen in een andere categorie voertuigen thuis dan tweewielige. Amendement ingediend door Willi Piecyk Amendement 93 Artikel 4, lid 1, categorie A2 - motorrijwielen, met of zonder zijspan, met een maximumvermogen van 35 kw en een vermogen/gewichtsverhouding van minder dan 0,2 kw per kg. Deze motorrijwielen mogen niet afgeleid zijn van een versie die meer dan het dubbele van het maximumvermogen ontwikkelt. Aan deze motorrijwielen kan een zijspan worden bevestigd; - motorrijwielen, met of zonder zijspan, met een maximumvermogen van 25 kw en een vermogen/gewichtsverhouding van minder dan 0,2 kw per kg. Deze motorrijwielen mogen niet afgeleid zijn van een versie die meer dan het dubbele van het maximumvermogen ontwikkelt. Aan deze motorrijwielen kan een zijspan worden bevestigd; AM\549582.doc 15/94 PE 350.189v01-01

Een verhoging met 10 kw van de vermogensgrens voor motorrijwielen van "beginners" moet als een gevaarlijke maatregel worden beschouwd die contraproductief is voor de verkeersveiligheid. Daarom moet de bestaande grens van 25 kw worden gehandhaafd. Amendement ingediend door Gary Titley Amendement 94 Artikel 4, lid 1, categorie A2 - motorrijwielen, met of zonder zijspan, met een maximumvermogen van 35 kw en een vermogen/gewichtsverhouding van minder dan 0,2 kw per kg. Deze motorrijwielen mogen niet afgeleid zijn van een versie die meer dan het dubbele van het maximumvermogen ontwikkelt. Aan deze motorrijwielen kan een zijspan worden bevestigd; - motorrijwielen, met of zonder zijspan, met een maximumvermogen van 25 kw en een vermogen/gewichtsverhouding van minder dan 0,2 kw per kg. Deze motorrijwielen mogen niet afgeleid zijn van een versie die meer dan het dubbele van het maximumvermogen ontwikkelt. Aan deze motorrijwielen kan een zijspan worden bevestigd; Dit amendement behelst een verlaging van het criterium maximumvermogen voor categorie A2-voertuigen. Dit maakt een duidelijker onderscheid tussen 'normale' en 'sterkere' machines dan 35 kw. Amendement ingediend door Mathieu Grosch Amendement 95 Artikel 4, lid 1, categorie B1 - gemotoriseerde drie- en vierwielers; - gemotoriseerde driewielers met een vermogen van ten hoogste 15 kw en gemotoriseerde vierwielers die niet onder de lichte gemotoriseerde vierwielers van categorie AM, tweede streepje vallen, met een lege massa van ten hoogste 400 kg (550 kg bij voertuigen voor het vervoer van goederen), hieronder niet begrepen de massa van de accu's in elektrische voertuigen, met een nuttig vermogen van ten hoogste 15 kw en een door de constructie bepaalde maximumsnelheid PE 350.189v01-01 16/94 AM\549582.doc

van 80 kilometer per uur; Een gemotoriseerde driewieler met een vermogen van minder van 15 kw moet kunnen worden bestuurd door zowel de houder van een A1-rijbewijs (zie amendement 14) als de houder van een B1-rijbewijs. Dan zouden ook in lidstaten die de facultatieve categorie B1 niet invoeren, zulke voertuigen vanaf de leeftijd van 16 jaar kunnen worden bestuurd. (Zie ook amendement 13 over categorie AM, tweede streepje) Amendement ingediend door Mathieu Grosch Amendement 96 Artikel 4, lid 1, categorie B - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; 1. motorvoertuigen - met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3.500 kg; - ontworpen en gebouwd voor het vervoer van ten hoogste acht personen, de bestuurder niet meegerekend; - onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betrokken voertuigen, kan aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 3.500 kg niet overschrijdt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI bis heeft gevolgd, kan, onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betrokken voertuigen, aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht AM\549582.doc 17/94 PE 350.189v01-01

van dit samenstel van voertuigen 4.250 kg niet overschrijdt, het nuttig laadvermogen van de aanhangwagen ten hoogste 1.000 kg bedraagt en het samenstel niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI ter heeft gevolgd, bedraagt het maximaal toegestane gewicht van het motorvoertuig 4.250 kg, voorzover het een kampeerwagen betreft zoals bedoeld in bijlage II, deel A, punt 5, lid 1 van richtlijn 2001/116/EG, het nuttig laadvermogen ten hoogste 1.000 kg bedraagt en het voertuig niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; 2. gemotoriseerde driewielers met een vermogen van ten hoogste 35 kw; 3. gemotoriseerde driewielers met een vermogen van meer dan 35 kw, voorzover de houder van dit rijbewijs ten minste 21 jaar oud is; Ad 1: zie motivering bij amendement 18. Ad 2 en 3: gemotoriseerde driewielers moeten bovendien kunnen worden bestuurd door houders van een rijbewijs van categorie B, rekening houdende met het beginsel van gefaseerde toegang. Amendement ingediend door Dieter-Lebrecht Koch Amendement 97 Artikel 4, lid 1, categorie B - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten - - motorvoertuigen PE 350.189v01-01 18/94 AM\549582.doc

hoogste 750 kg; - met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3.500 kg; - ontworpen en gebouwd voor het vervoer van ten hoogste acht personen, de bestuurder niet meegerekend; - onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betrokken voertuigen, kan aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 3.500 kg niet overschrijdt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI bis heeft gevolgd, kan, onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betrokken voertuigen, aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 4.250 kg niet overschrijdt, het nuttig laadvermogen ten hoogste 1.000 kg bedraagt en het samenstel niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; - trikes Trikes (drie symmetrisch geplaatste wielen) dienen onder categorie B te vallen, omdat het rijgedrag meer lijkt op dat van een vierwielig dan van een tweewielig voertuig. Amendement ingediend door Philip Bradbourn Amendement 98 Artikel 4, lid 1, categorie B - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet - onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betroffen voertuigen, kan aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, AM\549582.doc 19/94 PE 350.189v01-01

meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 4.250 kg niet overschrijdt; Er dient slechts één parameter te worden gehanteerd, plus een maximumgewicht. Amendement ingediend door Corien Wortmann-Kool Amendement 99 Artikel 4, lid 1, categorie B - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; - motorvoertuigen: - met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg; - ontworpen en gebouwd voor het vervoer van niet meer dan acht personen, de bestuurder niet meegerekend; - onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betroffen voertuigen, kan aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 3.500 kg niet overschrijdt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI bis heeft gevolgd, kan, onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betroffen voertuigen, aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 4.250 kg PE 350.189v01-01 20/94 AM\549582.doc

niet overschrijdt en het samenstel niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI ter heeft gevolgd, bedraagt het maximaal toegestane gewicht van het motorvoertuig 4.250 kg, voorzover het een kampeerwagen betreft zoals bedoeld in bijlage II, deel A, punt 5, lid 1, van richtlijn 2001/116/EG, het nuttig laadvermogen ten hoogste 1.000 kg bedraagt en het voertuig niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; Het vaststellen van een maximum nuttig laadvermogen van 1.000 kg maakt het voor specifieke aanhangwagens, bijv. voor het vervoer van boten en/of paarden, buitengewoon moeilijk om dicht in de buurt te komen van het maximum vermogen voor aanhangwagens voor samenstellen met een maximumgewicht van 4.250 kg. Het schrappen van de woorden 'het nuttig laadvermogen bedraagt ten hoogste 1.000 kg' uit amendement 18 op het ontwerpverslag van de rapporteur lost dit probleem op. Amendement ingediend door Ari Vatanen Amendement 100 Artikel 4, lid 1, categorie B - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; - met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg: - ontworpen en gebouwd voor het vervoer van niet meer dan acht personen, de bestuurder niet meegerekend; - onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betroffen voertuigen, kan aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, AM\549582.doc 21/94 PE 350.189v01-01

voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 3.500 kg niet overschrijdt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI bis heeft gevolgd, kan, onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betroffen voertuigen, aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 4.250 kg niet overschrijdt, het nuttig laadvermogen ten hoogste 1.000 kg bedraagt en het samenstel niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI ter heeft gevolgd, bedraagt het maximaal toegestane gewicht van het motorvoertuig 4.250 kg, voorzover het een kampeerwagen betreft zoals bedoeld in bijlage II, deel A, punt 5, lid 1, van richtlijn 2001/116/EG, het nuttig laadvermogen ten hoogste 1.000 kg bedraagt en het voertuig niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; De bijkomende opleiding inzake rijvaardigheden en rijgedrag is niet verplicht indien het gewicht van de aanhangwagen 750 kg niet overschrijdt. Wat aanhangwagens betreft, is het voorstel van de Commissie te restrictief en zou het de bestaande situatie in bijvoorbeeld de sport- en campingsector te radicaal wijzigen. Op basis van een opleiding zonder een aanvullende toetsing kunnen houders van een rijbewijs van categorie B een samenstel van voertuigen of een kampeerwagen met een gewicht van ten hoogste 4.250 kg besturen. Er wordt duidelijk aangegeven dat het voertuig niet voor commerciële doeleinden mag worden gebruikt, omdat er anders sprake zou kunnen zijn van concurrentie met beroepsbestuurders van voertuigen van de categorieën C1 en C. De term 'vervoer' is aangescherpt. Daarnaast wordt aangegeven dat de bijkomende opleiding niet verplicht is indien het gewicht PE 350.189v01-01 22/94 AM\549582.doc

van de aanhangwagen 750 kg niet overschrijdt. Amendement ingediend door Jörg Leichtfried Amendement 101 Artikel 4, lid 1, categorie B - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; - motorvoertuigen: - met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3.500 kg; - ontworpen en gebouwd voor het vervoer van ten hoogste acht personen, de bestuurder niet meegerekend; - onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betrokken voertuigen, kan aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 4.250 kg niet overschrijdt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI bis heeft gevolgd, kan, onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betrokken voertuigen, aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van deze aanhangwagen 1.750 kg niet overschrijdt en het samenstel van voertuigen niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI ter heeft gevolgd, bedraagt het maximaal toegestane gewicht van het motorvoertuig 4.500 kg, voorzover het een kampeerwagen betreft zoals bedoeld in AM\549582.doc 23/94 PE 350.189v01-01

bijlage II, deel A, punt 5, lid 1 van richtlijn 2001/116/EG, en het voertuig niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; Door de maximaal toegestane massa voor een samenstel van categorie B met aanhangwagen te beperken tot 3.500 kg, zouden de bestaande rechten fors worden beknot. Alle bestuurders die al jaren legaal met een lichte aanhangwagen of een zwaardere caravan rijden, zouden nu gedwongen zijn een aanvullend rijbewijs van categorie E te halen. In plaats daarvan wordt voorgesteld het toegestane gewicht van aanhangwagens zonder verdere eisen bij 750 kg te laten. Door middel van een aanvullende bestuurdersopleiding moet het gewicht van de aanhangwagen tot 1.750 kg kunnen worden verhoogd. Op die manier kunnen houders van een rijbewijs van categorie B, die tot nu toe legaal met een caravan achter hun auto hebben gereden, erop vertrouwen dat zij hun in het verleden verkregen rijbewijs onder dezelfde voorwaarden in de hele EU kunnen blijven gebruiken. Amendement ingediend door Markus Ferber Amendement 102 Artikel 4, lid 1, categorie B - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld, indien: - de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen 750 kg niet overschrijdt, of - de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen 2.000 kg niet overschrijdt, indien de bestuurder aantoont dat hij een bestuurdersopleiding overeenkomstig Bijlage II bis heeft gevolgd; - voor particuliere doeleinden gebruikte motorvoertuigen, als bedoeld in bijlage II van richtlijn 79/156/EEG; - met een maximaal toegestane massa van PE 350.189v01-01 24/94 AM\549582.doc

3.500 kg tot ten hoogste 4.500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend; - indien de lading niet meer dan 1.000 kg bedraagt, het gaat om een voertuig, als bedoeld in bijlage II van richtlijn 79/156/EEG, en de bestuurder ouder is dan 21 jaar. Een aantoonbare rijopleiding staat in verhouding tot het nagestreefde doel en voldoet aan de eisen die met het oog op het gewenste veiligheidsniveau worden gesteld. In vergelijking met het rijbewijs van categorie E of C1 is een veiligheidsopleiding redelijk. Kampeerwagens zijn particulier gebruikte voertuigen voor het vervoer van gemiddeld 3 personen. Zonder deze wijziging zou de regelgeving uitsluitend gelden voor commercieel gebruikte voertuigen voor het vervoer van personen of goederen, met een gewicht van meer dan 3,5 ton. Het is niet verdedigbaar kampeerwagens tot 4,5 ton op dezelfde wijze te behandelen als voertuigen voor het vervoer van goederen. Effectieve scheiding tussen voor particuliere doelen en commercieel gebruikte caravans vindt plaats door middel van beperking van de toegevoegde lading en via verwijzing naar richtlijn 70/156/EEG. Amendement ingediend door Francesco Musotto Amendement 103 Artikel 4, lid 1, categorie B - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; - motorvoertuigen: - met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg; - die zijn ontworpen en gebouwd voor het vervoer van ten hoogste acht personen, de bestuurder niet meegerekend; AM\549582.doc 25/94 PE 350.189v01-01

- onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betroffen voertuigen, kan aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 3 500 kg niet overschrijdt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI bis heeft gevolgd, kan, onverminderd de bepalingen betreffende de goedkeuring van de betroffen voertuigen, aan deze motorvoertuigen een aanhangwagen worden gekoppeld, voorzover het maximaal toegestane gewicht van dit samenstel van voertuigen 4 250 kg niet overschrijdt, het nuttig laadvermogen ten hoogste 1 000 kg bedraagt en het samenstel niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; - indien de bestuurder een bestuurdersopleiding zoals bedoeld in bijlage VI ter heeft gevolgd, bedraagt het maximaal toegestane gewicht van het motorvoertuig 4 250 kg, voorzover het een kampeerwagen betreft zoals bedoeld in bijlage II, deel A, punt 5, lid 1, van richtlijn 2001/116/EG, het nuttig laadvermogen ten hoogste 1 000 kg bedraagt en het voertuig niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; Or. it Het voorstel van de Commissie is wat aanhangers betreft te restrictief en zou de bestaande situatie, bijv. met betrekking tot de sport- en campingsector, te sterk veranderen. Houders van een rijbewijs voor categorie B wordt het mogelijk gemaakt om na een opleiding zonder extra examen een samenstel van voertuigen, bijv. een kampeerwagen, met een gewicht van ten hoogste 4.250 kg te besturen. Er wordt streng op toegezien dat deze mogelijkheid niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt, omdat anders sprake zou kunnen zijn van oneerlijke concurrentie met beroepschauffeurs van categorie C1 en C. Ter regulering van de opleiding worden de nieuwe bijlagen VI bis en VI ter toegevoegd. PE 350.189v01-01 26/94 AM\549582.doc

De formulering 'voor het vervoer van' wordt verduidelijkt. Amendement ingediend door Gary Titley Amendement 104 Artikel 4, lid 1, categorie B - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en waarin ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; - motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3 500 kg en ontworpen en gebouwd voor het vervoer van ten hoogste acht personen worden vervoerd, de bestuurder niet meegerekend. Aan de motorvoertuigen van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; - samenstellen van voertuigen bestaand uit een trekkend voertuig van categorie B en een aanhanger, met een maximaal toegestane massa van het samenstel van ten hoogste 3.500 kg en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt. Dit behelst een terugkeer naar de bestaande situatie - de definitie in de huidige richtlijn -en verduidelijkt tegelijkertijd de definitie van het aantal passagiers. Het vermijdt een in de praktijk moeilijk te handhaven anomalie (het feit dat het maximumgewicht hier gelijk is aan het minimumgewicht voor C1) voor commercieel en niet-commercieel gebruik van voertuigen. De bepaling dat een voertuig met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 3.500 kg een aanhangwagen mag trekken met een gewicht dat 750 kg niet overschrijdt (hetgeen in feite de drempel voor samenstellen van categorie B op 4.250 kg brengt, maar uitsluitend voor grote trekkende voertuigen of zeer kleine aanhangersamenstellen), is belangrijk voor personen die lichte busjes voor commerciële doeleinden gebruiken, die vaak een kleine pomp of compressor moeten trekken. Amendement ingediend door Philip Bradbourn Amendement 105 Artikel 4, lid 1, categorie B, streepje 1 bis (nieuw) AM\549582.doc 27/94 PE 350.189v01-01

- samenstellen van voertuigen bestaand uit een trekkend voertuig van categorie B en een aanhanger, met een maximaal toegestane massa van het samenstel van ten hoogste 3.500 kg en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt. In de huidige situatie mogen houders van een rijbewijs voor voertuigen van categorie B een aanhanger trekken met een gewicht hoger dan 750 kg op voorwaarde dat de maximaal toegestane massa van het samenstel 3.500 kg niet overschrijdt en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkend voertuig niet overschrijdt. De Commissie vindt dit een verwarrende regel en stelt de introductie voor van een maximaal toegestane massa voor aanhangers van 750 kg voor rijbewijzen voor voertuigen van categroie B. Commerciële gebruikers en openbare organisaties zijn evenwel bekend met het concept van maximaal toegestane massa en ledige massa. Het schrappen van de huidige, aan voorwaarden gekoppelde flexibiliteit voor aanhangers voor rijbewijzen voor voertuigen van categorie B zal tot bijkomende financiële lasten leiden, met name voor leveranciers van nutsdiensten. Amendement ingediend door Gary Titley Amendement 106 Artikel 4, lid 1, categorie B+E - samenstellen van voertuigen bestaande uit een trekkend voertuig van categorie B en een aanhangwagen, met een maximaal toegestane massa van meer dan 750 kg; - samenstellen van voertuigen bestaande uit een trekkend voertuig van categorie B en een aanhangwagen of oplegger, met een maximaal toegestane massa van de aanhangwagen of oplegger van meer dan 3.500 kg, en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen of oplegger de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt; PE 350.189v01-01 28/94 AM\549582.doc

Dit neemt een anomalie in de huidige richtlijn weg, namelijk het feit dat er momenteel geen maximaal toegestane massa is voor de aanhangwagen voor houders van rijbewijzen van categorie B + E. Deze leemte spoort het gebruik van buitenissige voertuigen aan. Dit AM beperkt zowel de absolute omvang van de aanhangwagen, als de omvang in verhouding tot het trekkend voertuig. De voorgestelde criteria zijn eenvoudig en vermijden verwijzingen naar goedkeuringsbepalingen. Dit maakt het bijv. mogelijk dat een grote SUV met een paardentrailer voor twee paarden wordt bestuurd door een houder van een B + E- rijbewijs. Grotere samenstellen zouden op een C1 + E-rijbewijs moeten worden opgenomen. Amendement ingediend door Markus Ferber Amendement 107 Artikel 4, lid 1, categorie B+E - samenstellen van voertuigen bestaande uit een trekkend voertuig van categorie B en een aanhangwagen, met een maximaal toegestane massa van meer dan 750 kg; - samenstellen van voertuigen bestaande uit een trekkend voertuig van categorie B en een aanhangwagen, met een maximaal toegestane massa van meer dan 2.000 kg; Een aantoonbare rijopleiding staat in verhouding tot het nagestreefde doel en voldoet aan de eisen die met het oog op het gewenste veiligheidsniveau worden gesteld. In vergelijking met het rijbewijs van categorie E of C1 is een veiligheidsopleiding redelijk. Kampeerwagens zijn particulier gebruikte voertuigen voor het vervoer van gemiddeld 3 personen. Zonder deze wijziging zou de regelgeving uitsluitend gelden voor commercieel gebruikte voertuigen voor het vervoer van personen of goederen, met een gewicht van meer dan 3,5 ton. Het is niet verdedigbaar kampeerwagens tot 4,5 ton op dezelfde wijze te behandelen als voertuigen voor het vervoer van goederen. Effectieve scheiding tussen voor particuliere doelen en commercieel gebruikte caravans vindt plaats door middel van beperking van de toegevoegde lading en via verwijzing naar richtlijn 70/156/EEG. Amendement ingediend door Philip Bradbourn Amendement 108 Artikel 4, lid 1, categorie C1 AM\549582.doc 29/94 PE 350.189v01-01

- voor goederenvervoer bestemde motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van meer dan 3.500 kg en ten hoogste 6.000 kg en waarin, de bestuurder niet meegerekend, niet meer dan acht personen worden vervoerd. Aan de motorvoertuigen die met een rijbewijs van categorie C1 mogen worden bestuurd kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; - voor goederenvervoer bestemde motorvoertuigen met een maximaal toegestane massa van meer dan 3.500 kg en ten hoogste 7.500 kg en waarin, de bestuurder niet meegerekend, niet meer dan acht personen worden vervoerd. Aan de motorvoertuigen die met een rijbewijs van categorie C1 mogen worden bestuurd kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg; Dit voorstel om de drempel voor de categorie C1 te verlagen van 7,5 naar 6 ton is gebaseerd op de veronderstelling dat voertuigen tot 6 ton gebouwd zijn op versterkte auto/vrachtwagenonderstellen, en dat voertuigen boven de 6 ton gebouwd zijn op onderstellen van grote voertuigen. Vooraanstaande voertuigproducenten bevestigen echter dat zij voertuigen tot 6,7 en 7,5 ton bouwen op auto/bestelauto-onderstellen, hetgeen betekent dat 7,5 ton vermoedelijk de juiste drempel is. 7,5 ton is een belangrijke wettelijke en operationele drempel. In de EU -regelgeving inzake rijtijden en tachografen worden bijvoorbeeld veelal uitzonderingen gemaakt voor voertuigen niet zwaarder dan 7,5 ton. Uit milieuoverwegingen is in tal van stedelijke en plattelandsgebieden de doortocht van voertuigen boven de 7,5 ton verboden en in sommige lidstaten (bij voorbeeld Oostenrijk en Duitsland) is het verkeer van voertuigen die dit gewicht overtreffen aan banden gelegd. Het is dan ook niet verbazend dat bij voorbeeld in het VK 30% van de bestelauto's (zwaarder dan 3,5, ton) tussen de 7 en 7,5 ton wegen. Volgens het voorstel moeten exploitanten bestuurders opleiden voor categorie C om voertuigen van 7,5 ton te besturen, op zichzelf al extra kosten. Maar deze exploitanten zouden, daar er een steeds groter tekort aan chauffeurs ontstaat, eveneens de beloningen moeten opvoeren om te concurreren met exploitanten van grotere voertuigen (met een grotere nuttige lading). Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat bedrijven grotere voertuigen gaan inzetten, waardoor de milieugevolgen van distributie toenemen. Amendement ingediend door Dieter-Lebrecht Koch Amendement 109 Artikel 4, lid 1, categorie D1 - motorvoertuigen bestemd voor personenvervoer, waarin, de bestuurder niet - motorvoertuigen die ontworpen en gebouwd zijn voor het vervoer van niet PE 350.189v01-01 30/94 AM\549582.doc