Inspectierapport KDV De Harlekijn (KDV) Hoflaan 39 3956ED LEERSUM Registratienummer 829968040 Toezichthouder: GGD regio Utrecht In opdracht van gemeente: Utrechtse Heuvelrug Datum inspectie: 16-03-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 08-04-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening...9 Gegevens toezicht...9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Inleiding De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemene kenmerken Kinderdagverblijf de Harlekijn is onderdeel van koepelorganisatie kinderopvang de Harlekijn.Het kinderdagverblijf is gevestigd in Leersum. Het kinderdagverblijf maakt gebruik van de aangrenzende buitenspeelruimte. Er zijn maximaal 48 kindplaatsen voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Inspectiegeschiedenis Afgelopen 2 jaar zijn er geen tekortkomingen geconstateerd binnen het kinderdagverblijf. Bevindingen op hoofdlijnen Uit het jaarlijkse onderzoek op 16 maart 2015 komt naar voren dat het kinderdagverblijf voldoet aan gestelde wettelijke eisen binnen de Wet Kinderopvang. De volgende domeinen zijn gecontroleerd: - pedagogisch klimaat - personeel en groepen Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein 'Pedagogisch klimaat' is een observatie uitgevoerd naar de uitvoering van de pedagogische praktijk. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie kindercentrum. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd: emotionele veiligheid persoonlijke competentie sociale competentie overdracht van normen en waarden Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Observatiecriterium uit het veldinstrument: "De beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties. Zij geven het kind daarbij autonomie om zelf te kiezen of mee te denken." Observatie uit de praktijk op het moment van inspectie: Gedurende de inspectie zitten de kinderen aan tafel. Een aantal kinderen maken een puzzel en de jongste kinderen krijgen nog iets te eten. De beroepskrachten stimuleren de kinderen om zelfstandig te puzzel te maken. De beroepskrachten leggen rustig uit wat ze van de kinderen verwachten, maar ondersteunen waar nodig is. Er is voldoende interactie gedurende de hele observatie. De kinderen worden gehoord en gezien, tijdens het verschonen van de kinderen wordt er met de kinderen gepraat en de beroepskrachten spelen in op de behoeftes van de kinderen. Een jongetje heeft last van pijnlijke billen, de beroepskracht probeert op een zachte manier het kind te verschonen en verwoord het proces. Na het puzzelen en de verschonen gaan de kinderen samen met de andere twee groepen naar buiten om te spelen. Van elke groep is er ten minste 1 beroepskracht aanwezig buiten. Conclusie: Er wordt gecommuniceerd met de kinderen en de beroepskrachten spelen in op de signalen van de kinderen. Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. 4 van 10
Kinderdagverblijf de harlekijn werkt met de Uk en Puk methode. Dit is ook terug te zien in de ruimte en in de praktijk. Puk de knuffel is aanwezig, daarnaast wordt er op alle groepen met een thema gewerkt uit de Uk en Puk methode. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit domein worden de pedagogisch medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldig verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen worden gecontroleerd door middel van de praktijk op het moment van inspectie en de roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De Verklaringen omtrent het gedrag zijn steekproefsgewijs gecontroleerd en voldoen aan de wettelijke eisen. De aanwezige beroepskrachten gelden binnen dit onderzoek als de steekproef. Passende beroepskwalificatie De diploma's zijn steekproefsgewijs gecontroleerd en voldoen aan de wettelijke eisen. De aanwezige beroepskrachten op het moment van inspectie zijn de steekproef voor dit onderzoek. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar en uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar. Op kinderdagverblijf de Harlekijn zijn er 3 stamgroepen: Groep Nijn groep Pooh Groep Koekiemonster Beroepskracht-kindratio Op basis van een steekproef van de aanwezigheidslijsten en roosters blijkt dat de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en de aanwezige kinderen (beroepskracht-kindratio) in overeenstemming is met de daaraan gestelde eisen. Conclusie: Voor het aantal aanwezige kinderen en hun leeftijden worden er voldoende beroepskrachten ingezet. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit 7 van 10
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV De Harlekijn Aantal kindplaatsen : 48 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Stichting Kinderopvang De Harlekijn Adres houder : Hoflaan 39 Postcode en plaats : 3956ED LEERSUM KvK nummer : 40483534 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD regio Utrecht Adres : Postbus 51 Postcode en plaats : 3700AB ZEIST Telefoonnummer : 030-6086086 Onderzoek uitgevoerd door : R. Kooman Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Utrechtse Heuvelrug Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 3940AE DOORN Planning Datum inspectie : 16-03-2015 Opstellen concept inspectierapport : 31-03-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 08-04-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 14-04-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 14-04-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 14-04-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10