Gelet op Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Vergelijkbare documenten
Gelet op Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Betreft : klacht wegens het niet verlenen van inzage naar aanleiding van intrekking van benoeming (DOS )

Betreft: Klacht wegens niet-naleving van de rechten van de betrokkene naar aanleiding van de ontvangst van verkiezingsdrukwerk

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 45/2019 van 6 februari 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019

De Betrokkene heeft het recht om World of Travel bvba te vragen de eventuele onjuistheden in zijn of haar persoonsgegevens te corrigeren.

kunstenaars (CO-A )

Handvatten bij de implementatie van de AVG

Betreft: Voorontwerp van decreet betreffende de individuele opleiding (CO-A )

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 124/2019 van 19 juni 2019

Gelet op het verzoek om advies van de minister president van de Duitstalige Gemeenschap, de heer Oliver Paasch ontvangen op 28 juni 2019;

De Algemene Verordening Gegevensbescherming: een nieuwe wind, geen orkaan

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Gelet op het verzoek om advies van de heer Koen Geens, Minister van Justitie, ontvangen op 13/09/2018;

raamovereenkomsten over de subsidiëring van verenigingen en inrichtingen voor personen met een handicap (CO-A )

Wettelijke bepalingen overeenkomstig de Algemene Verordening Gegevensbescherming

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Privacybescherming in Nederland: van Koopmans naar AVG. dr. Jan Holvast

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 127/2019 van 19 juni 2019

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Betreft: voorontwerp van decreet betreffende de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (CO- A )

ROC Rivor 23 mei Privacyreglement

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 22/2019 van 6 februari 2019

Gelet op de adviesaanvraag van de heer André Antoine, voorzitter van het Waals Parlement, ontvangen op 4 april 2019;

Betreft: Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 9 en 23 van de wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget (CO-A )

MR WBM VONDENHOFF ADVOCAAT

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Advies 2/2019 over de vragen en antwoorden over de wisselwerking tussen de verordening betreffende klinische proeven (VKP) en de algemene verordening

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 54/2019 van 27 februari 2019

PROCEDURE INZAGE- EN CORRECTIERECHT FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE

5419/16 goedgekeurd door het Coreper, tweede deel, op De verklaringen en/of stemresultaten staan in de bijlage bij deze nota.

Hof van Cassatie van België

Persoonsgegevens in de zorg 2019 (AVG)

Privacyverklaring Sympathisanten en Donateurs

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

De sancties die door de Federale Bemiddelingscommissie kunnen opgelegd worden, zijn:

Privacyverklaring Stichting Speelotheek Pinoccio

PRIVACYREGLEMENT Network Netherlands B.V. Versie: juni 2018

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Hof van Cassatie van België

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gegevensbeschermingseffectbeoordeling

Informatieveiligheidscomité Verenigde kamers (sociale zekerheid en gezondheid/federale overheid)

PRIVACYREGLEMENT Springkussenverhuur Nederland

ALGEMENE VERORDENING GEGEVENSBESCHERMING

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 156/2018 van 19 december 2018

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 23/2019 van 6 februari 2019

Hof van Cassatie van België

Betreft: Voorontwerp van wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen (CO-A )

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 5 december 2005;

Privacyverklaring Tabor

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Privacyverklaring Sympathisanten en Donateurs

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

EXQUISE NEXT GENERATION

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

REGLEMENT BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN DE PERSOONSGEGEVENS

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

[vzw Rozemarijn] PRIVACYVERKLARING SYMPATHISANTEN EN DONATEUR

PRIVACYBELEID - AccFides

Privacy beleid OpenICT

Het Algemeen secretariaat van de Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna «secretariaat»);

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Privacy beleid Bosgroep Kempen Noord vzw

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 37/2019 van 6 februari 2019

Lid van de vereniging, waarover een klacht is ingediend. Een natuurlijk persoon waarover een lid tot curator, bewindvoerder of mentor is benoemd.

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Betreft: advies over artikel 4 2 van het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Betreft: advies over een voorontwerp van wet tot oprichting van een Centraal Register Collectieve Schuldenregelingen (CO-A )

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 147/2018 van 19 december 2018

Daniel Dalton Voorkoming van de verspreiding van terroristische online-inhoud (COM(2018)0640 C8-0405/ /0331(COD))

'nader gebruik' van persoonsgegevens voor wetenschappelijk onderzoek

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit,

Komt u er samen niet uit dan kunt u zich wenden tot de branchevereniging. Meer informatie vindt u op de website

Milieuhandhavingscollege

Verwerkersovereenkomst Per maart 2018 éénmalige versie

MPC Terbank vzw Privacyverklaring Sympathisanten en Donateurs

GDPR & GeoData Omgaan met gegevensbescherming in een digitale wereld in verandering

Phytalis-Verwerkersovereenkomst

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Procedure Behandeling verzoeken betreffende rechten van betrokkenen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VERWERKERSOVEREENKOMST (EENZIJDIG)

PRIVACYVERKLARING WEBSITE

Clausules betreffende de verwerking van persoonsgegevens

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 97/2019 van 3 april 2019

PRIVACYVERKLARING. 2. De verwerkingsdoeleinden waarvoor uw persoonsgegevens zijn bestemd

VERWERKERSOVEREENKOMST

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Algemene verordening gegevensbescherming

Transcriptie:

1/6 Geschillenkamer Beslissing ten gronde 04/2019 van 28 mei 2019 Dossiernummer: DOS-2018-05808 en DOS-2018-05815 De Geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit, samengesteld uit de heer H. Hijmans, voorzitter en de heren D. Van Der Kelen en F. De Smet, leden; Gelet op Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming, hierna AVG); Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit; Gelet op het reglement van interne orde, zoals goedgekeurd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 20 december 2018 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 januari 2019; Gelet op de stukken van het dossier;.

Beslissing ten gronde 04/2019-2/6 1. Feiten en procedure - Op 12 december 2018 dienden de klagers, elk afzonderlijk, klacht in bij de Gegevensbeschermingsautoriteit tegen de verweerder in zijn hoedanigheid van burgemeester. Het voorwerp van de klacht betrof in beide gevallen de aanwending van e-mailadressen verkregen in het kader van een verkavelingswijziging, voor de verzending van verkiezingspropaganda door de verweerder. Concreet ging het om een e-mail die de architecte namens de klagers had gericht aan de verweerder om een afspraak vast te leggen teneinde een aanvraag tot verkavelingswijziging te bespreken. De e-mailadressen van de klagers werden naast deze van de verweerder vermeld. Vervolgens werd de e-mail door de verweerder gebruikt, door middel van reply, om verkiezingspropaganda te verzenden aan de klagers op de dag voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018. - Op 3 januari 2019 wordt de klacht in beide dossiers ontvankelijk verklaard op grond van de artikelen 58 en 60 van de wet van 3 december 2017, wordt de klager hiervan in kennis gesteld op grond van art. 61 van de wet van 3 december 2017 en wordt de klacht op grond van art. 62, 1 van de wet van 3 december 2017 overgemaakt aan de Geschillenkamer. - Op 9 januari 2019 beslist de Geschillenkamer op grond van art. 95, 1, 1 en art. 98 van de wet van 3 december 2017 om beide dossiers samen te voegen, alsook dat de dossiers gereed zijn voor behandeling ten gronde. - Op 9 januari 2019 worden de betrokken partijen per aangetekende zending in kennis gesteld van de bepalingen zoals vermeld in artikel 95, 2, alsook van deze in art. 98 van de wet van 3 december 2017. Tevens worden zij op grond van art. 99 van de wet van 3 december 2017 in kennis gesteld van de termijnen om hun verweermiddelen in te dienen. De uiterste datum voor ontvangst van de conclusie van antwoord van de verweerder werd daarbij vastgelegd op 11 februari 2019, deze voor de conclusie van repliek van de klagers op 11 maart 2019 en deze voor de conclusie van repliek van de verweerder op 11 april 2019. - Op 15 januari 2019 vraagt de verweerder een kopie van het dossier (art. 95, 2, 3 van de wet van 3 december 2017). Bovendien verzoekt de verweerder om te worden gehoord (art. 98, 2 van de wet van 3 december 2017).

Beslissing ten gronde 04/2019-3/6 - Op 15 januari 2019 wordt een kopie van het dossier aan de verweerder overgemaakt. - Op 11 februari 2019 ontvangt de Geschillenkamer de conclusie van antwoord vanwege de verweerder. Daarin stelt hij volledig te goeder trouw te hebben gehandeld. Hij erkent de e- mailadressen te hebben gebruikt, maar stelt dat de betreffende e-mail werd verstuurd naar aanleiding van een bespreking met de klagers omtrent een verkavelingsdossier tijdens het huisbezoek van 4 september 2018. De e-mailadressen werden op geen enkele andere wijze verwerkt, noch aan derden overgemaakt. Hij erkent ook dat hij zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de wetgeving inzake gegevensbescherming, maar van enig opzet om de regelgeving op dit vlak te schenden is geen sprake. De verweerder voert ook aan dat de klagers de e-mail die het voorwerp uitmaakt van deze procedure, ook hebben overgemaakt aan de fractieleider van een andere politieke partij, die op basis van o.a. de betreffende e-mail, klacht neerlegde bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. Bij arrest van 7 januari 2019 werd de verweerder door de Raad gestraft met een waarschuwing. De overwegingen om tot die waarschuwing over te gaan, voor wat dat deel van de klacht betreft, zijn gebaseerd op de AVG. Dit brengt de verweerder ertoe te stellen dat het non bis in idembeginsel van toepassing is. Daaraan voegt hij toe dat indien de Geschillenkamer zou oordelen dat het non bis in idem-beginsel niet van toepassing is, het proportionaliteitsbeginsel vereist dat de opgelegde maatregel niet verder kan gaan dan een waarschuwing of berisping, rekening houdend met de geringe ernst van de feiten. - Op 11 maart 2019 ontvangt de Geschillenkamer de conclusie van repliek van de klagers waarin ten stelligste wordt ontkend dat de verweerder tijdens zijn verkiezingscampagne op huisbezoek is geweest bij de klagers en een persoonlijk gesprek zou hebben gehad met 1 van de klagers. Er was enkel een onderhoud met de verweerder op 4 september 2017. Dit brengt de klagers ertoe te stellen dat de verweerder aldus geenszins te goeder trouw handelt. De klagers voegen daaraan toe dat het feit dat de betreffende mail (naast andere mails en feiten) ook het voorwerp uitmaakte van een procedure bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen, niet ter zake doet. - Op 3 april 2019 ontvangt de Geschillenkamer de conclusie van repliek van de verweerder waarin dezelfde argumentatie wordt hernomen als in de conclusie van antwoord, maar met de toevoeging dat de stelling van de klagers dat het niet ter zake doet dat de betreffende e-mail reeds het voorwerp uitmaakte van een procedure bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen niet kan worden bijgetreden. De verweerder herhaalt dat hij reeds werd gesanctioneerd voor dezelfde feiten. - Op 15 mei 2019 worden de partijen ervan in kennis gesteld dat de hoorzitting zal plaatsvinden op 28 mei 2019.

Beslissing ten gronde 04/2019-4/6 - Op 28 mei 2019 worden de partijen gehoord door de Geschillenkamer. 2. Rechtsgrond - Art. 5.1.b) algemene verordening gegevensbescherming Persoonsgegevens moeten: [ ] b) voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verzameld en mogen vervolgens niet verder op een met die doeleinden onverenigbare wijze worden verwerkt; de verdere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden wordt overeenkomstig artikel 89, lid 1, niet als onverenigbaar met de oorspronkelijke doeleinden beschouwd ( doelbinding ); - Art. 6.4. algemene verordening gegevensbescherming Wanneer de verwerking voor een ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld niet berust op toestemming van de betrokkene of op een Unierechtelijke bepaling of een lidstaatrechtelijke bepaling die in een democratische samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel vormt ter waarborging van de in artikel 23, lid 1, bedoelde doelstellingen houdt de verwerkingsverantwoordelijke bij de beoordeling van de vraag of de verwerking voor een ander doel verenigbaar is met het doel waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld onder meer rekening met: a) ieder verband tussen de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld, en de doeleinden van de voorgenomen verdere verwerking; b) het kader waarin de persoonsgegevens zijn verzameld, met name wat de verhouding tussen de betrokkenen en de verwerkingsverantwoordelijke betreft; c) de aard van de persoonsgegevens, met name of bijzondere categorieën van persoonsgegevens worden verwerkt, overeenkomstig artikel 9, en of persoonsgegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten worden verwerkt, overeenkomstig artikel 10; d) de mogelijke gevolgen van de voorgenomen verdere verwerking voor de betrokkenen; e) het bestaan van passende waarborgen, waaronder eventueel versleuteling of pseudonimisering. 3. Motivering Voor wat betreft het non bis in idem-beginsel stelt de Geschillenkamer op grond van art. 4 van het Protocol Nr. 7 bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele

Beslissing ten gronde 04/2019-5/6 Vrijheden 1, vast dat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de feiten waarover de Raad voor Verkiezingsbetwistingen heeft geoordeeld dezelfde zijn als deze die het voorwerp uitmaken van de huidige beslissing. De feiten die thans ter beoordeling worden voorgelegd aan de Geschillenkamer, werden door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen enkel in aanmerking genomen om te beoordelen of er een onregelmatigheid was die van aard is dat ze de zetelverdeling tussen lijsten kan beïnvloeden in de zin van art. 204 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011. De sancties die de Raad heeft opgelegd, worden in het arrest uitdrukkelijk opgelegd voor andere feiten die betrekking hebben op regels inzake aangifte van verkiezingsuitgaven (zie punten 1. en 2. van de beoordeling m.b.t. het zesde middel). De verweerder is dus niet vervolgd of gestraft voor dezelfde feiten zoals bedoeld in art. 4 van Protocol Nr. 7 bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Bijgevolg kan dan ook geen schending van het non bis in idem-beginsel worden vastgesteld. Vermits uit de feiten blijkt dat de mailadressen die werden aangewend om een e-mail te richten aan de verweerder als burgemeester in het kader van een aanvraag tot verkavelingswijziging door de verweerder werden hergebruikt om verkiezingspropaganda te sturen aan de klagers en er aldus afwending van doelbinding is, is de Geschillenkamer van oordeel dat de inbreuk op art. 5.1.b) en art. 6.4. AVG is bewezen en gaat zij over tot het opleggen van een berisping. De Geschillenkamer oordeelt daarenboven dat het naleven van de AVG een verplichting inhoudt die serieus genomen moet worden. Het betreft hier immers regels die het grondrecht van de burger op de bescherming van zijn persoonsgegevens moeten garanderen. Dit geldt voor iedere verwerkingsverantwoordelijke en zeker ook voor de houder van een publiek mandaat zoals een burgemeester. De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de gegevens die hij of zij aan de houder van een publiek mandaat toevertrouwt in de uitvoering van diens functie niet worden gebruikt voor andere doeleinden, in strijd met de wet. Daar komt bij dat het hier gaat om een gebruik voor persoonlijke doelen van de houder van dit mandaat. Van een burgemeester mag worden verwacht dat hij kennis heeft van de verplichtingen die de AVG meebrengt of zich daar naar behoren van gewist. Hierbij speelt mee dat aan de toepassing van de AVG aanzienlijke aandacht is besteed in publieke media. De Geschillenkamer meent dat een burgemeester een voorbeeldfunctie heeft wat betreft het naleven van de wet. De Geschillenkamer concludeert dat dit een ernstige inbreuk van de AVG oplevert. Er is sprake van verregaande nalatigheid, zodat eveneens een administratieve geldboete wordt opgelegd. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, 1 Niemand wordt opnieuw berecht of gestraft in een strafrechtelijke procedure binnen de rechtsmacht van dezelfde Staat voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds onherroepelijk is vrijgesproken of veroordeeld overeenkomstig de wet en het strafprocesrecht van die Staat.

Beslissing ten gronde 04/2019-6/6 waaromtrent de Geschillenkamer oordeelt dat de impact van de inbreuk eerder gering is en, voor zover bekend, het aantal betrokkenen beperkt is. De beslissing zal worden gepubliceerd, na anonimisering. OM DEZE REDENEN, beslist de Geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit, na beraadslaging, om ten aanzien van de verweerder: - op grond van art. 100, 1, 5 van de wet van 3 december 2017, een berisping te formuleren; - op grond van art. 101, van de wet van 3 december 2017, een administratieve geldboete op te leggen van 2000 EUR. - op grond van art. 100, 1, 16 van de wet van 3 december 2017, deze beslissing bekend te maken op de website van de Gegevensbeschermingsautoriteit, weliswaar na anonimisering. Tegen deze beslissing kan op grond van art. 108, 1 van de wet van 3 december 2017, beroep worden aangetekend binnen een termijn van dertig dagen, vanaf de betekening van de kennisgeving, bij het Marktenhof. (get.) Hielke Hijmans Voorzitter van de Geschillenkamer