Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) verspreidt in deze publicatie het resultaat van de 'flashraming' van de economische groei in het eerste kwartaal van 2018. Het publiceert tegelijkertijd een bijgestelde versie van de kwartaalrekeningen van 2017, waarin onder meer rekening wordt gehouden met recent gepubliceerde gegevens betreffende de overheidsrekeningen en de betalingsbalans. Conform de Europese beste praktijken, werden de rekeningen van de overheid van de afgelopen drie jaar waarvoor reeds jaarcijfers werden gepubliceerd, herzien. Die wijzigingen zijn in deze publicatie van de kwartaalrekeningen opgenomen. 1. Flashraming van de economische groei in het eerste kwartaal van 2018 Volgens de flashraming van het voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde bruto binnenlands product (bbp) naar volume groeide de economische bedrijvigheid in het eerste kwartaal van 2018 met 0,4 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Vergeleken met het eerste kwartaal van 2017 steeg het bbp met 1,6 %. 2. Rekeningen van het vierde kwartaal van 2017 In het vierde kwartaal van 2017 nam het voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde bbp naar volume toe met 0,5 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Op jaarbasis komt dit neer op een groei met 1,9 %, tegen 1,6 % in het derde kwartaal. Tegenover het voorgaande kwartaal steeg de toegevoegde waarde met 0,2 % in de industrie, met 0,1 % in de bouwnijverheid en met 0,6 % in de diensten. De binnenlandse vraag ging erop vooruit. De overheid verhoogde haar consumptieve bestedingen en investeringen met respectievelijk 0,3 % en 0,8 %. Ook de investeringen van de ondernemingen namen toe (+1,2 %). De consumptieve bestedingen van de huishoudens, daarentegen, stabiliseerden zich ten opzichte van het voorgaande kwartaal, terwijl hun investeringen in woongebouwen terugliepen met 0,6 %. Zowel de uitvoer als de invoer van goederen en diensten liepen op. De uitvoer (+2,8 %) nam evenwel iets sterker toe dan de invoer (+2,7 %), waardoor de bijdrage van de netto-uitvoer van goederen en diensten tot de bbp-groei positief was (+0,2 procentpunt). De binnenlandse werkgelegenheid steeg met 0,2 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal, vooral wegens de positieve ontwikkeling van de werkgelegenheid van loontrekkenden in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening alsook van de zelfstandige werkgelegenheid. Het arbeidsvolume van de loontrekkenden lag 0,5 % hoger dan het voorgaande kwartaal.
Bbp en conjunctuurverloop 6 5 4 3 2 1 0-1 -2-3 -4-5 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 15 10 5 0-5 -10-15 -20-25 -30-35 Kwartaalrekeningen, veranderingspercentage van het bbp in volume t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar, gegevens gecorrigeerd voor kalendereffecten (linkerschaal) flashraming, idem (linkerschaal) Synthetische conjunctuurcurve van de NBB, afgevlakte gegevens (rechterschaal) Synthetische conjunctuurcurve van de NBB, seizoengezuiverde brutogegevens (rechterschaal) Bron: INR.
KWARTAALAGGREGATEN BBP, KWARTAALONTWIKKELINGEN IN VOLUME (voor seizoeninvloeden en kalendereffecten gezuiverde gegevens) Veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het het voorgaande kwartaal voorgaande jaar 2015 I 1,4 0,4 II 1,6 0,5 III 1,3 0,1 IV 1,4 0,5 2016 I 1,3 0,3 II 1,5 0,7 III 1,5 0,1 IV 1,3 0,3 2017 I 1,8 0,7 II 1,6 0,5 III 1,6 0,2 IV 1,9 0,5 2018 I 1,6 0,4 VOORNAAMSTE AGGREGATEN (Veranderingspercentage in volume t.o.v. de voorgaande periode, voor seizoeninvloeden en kalendereffecten gezuiverde gegevens) 2016 2017 I II III IV I II III IV 1. Toegevoegde waarde Industrie 0,0 0,3-0,3-0,1 0,1-0,1-0,1 0,2 Bouwnijverheid 1,0 0,1-0,8-1,0 2,7 0,1-0,8 0,1 Diensten 0,1 0,8 0,3 0,4 0,7 0,7 0,3 0,6 2. Bestedingen Consumptieve particuliere bestedingen (1) 0,6 0,7 0,3 0,0 0,6 0,4 0,3 0,0 Consumptieve bestedingen van de overheid 0,1-0,4 0,3 0,7-0,1 0,6 0,6 0,3 Bruto-investeringen in vaste activa 1,7 0,8 7,7-5,8 0,4 1,0 0,0 0,8 Ondernemingen 2,4 0,6 11,6-8,2 0,3 1,5-0,2 1,2 Woongebouwen -0,2 2,0-0,1-0,4 0,8-0,7 0,2-0,6 Overheid 1,5-1,0-1,1-0,3 1,4 1,5 0,6 0,8 Binnenlandse vraag (ongerekend voorraden) 0,7 0,4 2,1-1,3 0,4 0,6 0,3 0,3 Voorraadwijziging (2) -0,2 0,5-0,1 0,3 0,0-0,2 0,0 0,1 Uitvoer van goederen en diensten -0,8 5,8 0,9 2,9 0,6-0,3-0,4 2,8 Invoer van goederen en diensten -0,6 6,1 3,1 1,4 0,2-0,4-0,3 2,7 Netto-uitvoer van goederen en diensten (2) -0,2-0,2-1,8 1,3 0,4 0,1-0,1 0,2 3. Arbeidsmarkt Totaal aantal personen 0,2 0,4 0,5 0,3 0,4 0,4 0,2 0,2 Arbeidsvolume van de loontrekkenden 0,4 0,3 0,2 0,6 0,3 0,5 0,3 0,5 (1) Inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. (2) Bijdrage tot de verandering van het bbp.
3. Rekeningen van het jaar 2017 als geheel Over het hele jaar 2017 nam het voor kalenderinvloeden gezuiverde bbp naar volume met 1,7 % toe, na in 2016 met 1,4 % te zijn gestegen. De toegevoegde waarde in de diensten groeide met 2,2 %, tegen 1,4 % in 2016. In de industrie vertraagde het groeitempo de jongste jaren en kromp de toegevoegde waarde in 2017 (-0,2 %), terwijl in de bouwnijverheid het groeitempo toenam van 0,3 % in 2016 tot 1,2 % in 2017. De binnenlandse vraag ongerekend voorraden nam in 2017 met 1,2 % toe. Deze toename steunde enerzijds op de consumptieve bestedingen (+1,3 %) en de investeringen (+0,3 %) van de huishoudens, en anderzijds op de bedrijfsinvesteringen, die met 0,7 % toenamen. De overheidsinvesteringen stegen eveneens (+2,0 %), net als de overheidsconsumptie (+1,3 %). De groei van de totale brutoinvesteringen in vaste activa beliep 0,7 %. De buitenlandse vraag nam in 2017 eveneens toe. De uitvoer van goederen en diensten groeide met 4,9 %, terwijl ook de invoer van goederen en diensten in 2017 met 4,4 % toenam. De bijdrage van de netto-uitvoer tot de bbp-groei kwam zo in 2017 op 0,5 procentpunt uit, tegen -0,6 procentpunt in 2016. Tijdens het jaar 2017 nam de binnenlandse werkgelegenheid met 1,4 % toe (+65 300 personen), na een groei met 1,3 % (+57 700 personen) in 2016. Het aantal door loontrekkenden gewerkte uren steeg in 2017 met 1,6 %, nadat het in 2016 met 1,2 % was toegenomen.
JAARAGGREGATEN BBP, JAARONTWIKKELINGEN IN VOLUME (veranderingspercentages, voor kalendereffecten gezuiverde gegevens) 2014 1,3 2015 1,4 2016 1,4 2017 1,7 VOORNAAMSTE AGGREGATEN (Veranderingspercentage in volume t.o.v. de voorgaande periode, voor kalendereffecten gezuiverde gegevens) 1. Toegevoegde waarde 2014 2015 2016 2017 pm 2017 bruto (3) Industrie 4,1 3,3 0,8-0,2-0,2 Bouwnijverheid 0,8 2,1 0,3 1,2 1,2 Diensten 0,8 1,0 1,4 2,2 2,2 2. Bestedingen Consumptieve particuliere bestedingen (1) 0,6 0,9 1,7 1,3 1,3 Consumptieve bestedingen van de overheid 0,6 0,4 0,2 1,3 1,3 Bruto-investeringen in vaste activa 5,7 2,7 3,8 0,7 0,7 Ondernemingen 6,4 3,5 4,9 0,7 0,7 Woongebouwen 5,7 1,0 2,6 0,3 0,3 Overheid 1,4 1,1-1,5 2,0 2,0 Binnenlandse vraag (ongerekend voorraden) 1,7 1,2 1,8 1,2 1,2 Voorraadwijziging (2) 0,3 0,2 0,2 0,1 0,1 Uitvoer van goederen en diensten 5,2 3,3 7,5 4,9 4,9 Invoer van goederen en diensten 6,2 3,3 8,4 4,4 4,4 Netto-uitvoer van goederen en diensten (2) -0,8 0,0-0,6 0,5 0,5 3. Arbeidsmarkt Totaal aantal personen 0,4 0,9 1,3 1,4 1,4 Arbeidsvolume van de loontrekkenden 0,2 0,6 1,2 1,6 1,6 (1) Inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. (2) Bijdrage tot de verandering van het bbp. (3) Bruto: niet voor kalendereffecten gezuiverde gegevens
4. Niet-financiële rekeningen van de institutionele sectoren in het vierde kwartaal van 2017 De sectorrekeningen worden opgesteld tegen lopende prijzen. In het vierde kwartaal van 2017 steeg het beschikbaar inkomen van de huishoudens met 1,0 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De consumptieve bestedingen namen met 0,4 % toe. De brutospaarquote vermeerderde bijgevolg ten opzichte van de voorgaande periode, en kwam uit op 11,7 % van het beschikbaar inkomen. Over het jaar 2017 als geheel bedroeg de spaarquote 11,3 %, dat is 0,1 procentpunt meer dan in 2016. Terwijl de bruto toegevoegde waarde van de niet-financiële vennootschappen tijdens het beschouwde kwartaal met 0,8 % steeg, namen hun investeringen met 1,5 % toe. De investeringsquote van de nietfinanciële vennootschappen ging ten opzichte van het voorgaande kwartaal dan ook omhoog, namelijk van 25,9 tot 26,1 % van de toegevoegde waarde. Over het hele jaar 2017 bedroeg de investeringsquote van de niet-financiële vennootschappen gemiddeld 26,0 % van de toegevoegde waarde, tegen 26,4 % in 2016. Aan het einde van het vierde kwartaal van 2017 beliep het financieringssaldo van de overheid -1,2 % van het bbp, tegen -0,8 % in het voorgaande kwartaal. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2017 lieten de ontvangsten een daling en de uitgaven een stijging optekenen. De groei van de uitgaven komt voornamelijk voor rekening van de sociale uitkeringen en de overige inkomensoverdrachten. Deze stijging van de uitgaven was meer uitgesproken dan de afname van de ontvangsten, die resulteerde uit de ontwikkeling van de belastingen op inkomens en vermogensheffingen. Over 2017 als geheel gaf het financieringssaldo van de overheid een uitgesproken verbetering te zien: een tekort van 1,0 % bbp in 2017, tegen 2,5 % bbp in 2016.
SLEUTELINDICATOREN VAN DE SECTORREKENINGEN (seizoengezuiverde en voor kalendereffecten gecorrigeerde gegevens) Huishoudens 1 Niet-financiële vennootschappen Spaarquote (in %) Investeringsquote (in %) Margevoet (in %) Investeringsquote (in %) 2015 11,9 10,0 42,0 25,6 2016 11,2 10,0 43,0 26,4 2017 11,3 9,9 43,1 26,0 2015 I 12,3 10,1 41,4 28,7 II 11,8 9,9 41,9 24,1 III 11,5 9,9 42,4 24,7 IV 12,0 10,0 42,3 24,8 2016 I 11,6 10,0 42,3 25,4 II 10,5 10,1 43,3 25,4 III 11,1 10,0 43,2 28,8 IV 11,5 10,0 43,2 26,1 2017 I 10,7 10,1 43,7 25,9 II 11,6 9,9 43,0 26,1 III 11,2 9,9 42,9 25,9 IV 11,7 9,8 43,0 26,1 1 Inclusief de instellingen zonder winstoogmerk (IZW's) ten behoeve van huishoudens.