Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 864 definitief.



Vergelijkbare documenten
Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn)

NATUUR EN BIODIVERSITEIT

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2009) 918 definitief.

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIODIVERSITEIT, NATUUR EN BODEM

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2863

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad. van 21 december 2006

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 maart 2012 (28.03) (OR. en) 8173/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0056 ( LE)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad derhalve de ontwerp-conclusies in bijlage dezes aan te nemen.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 november 2008 (OR. en) 15311/08 E V 781 MAR 199 MED 76

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

De biodiversiteitsstrategie van de EU voor de periode tot 2020

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

OTA BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

Resolutie van het Europees Parlement over de financiering van Natura 2000 (2004/2164(INI))

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2007) 810.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

12950/17 van/asd/dp 1 DG B 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 februari 2012 (09.02) (OR. en) 6293/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0021 (NLE)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Belgische geactualiseerde NBS 15 Strategische Doelen 85 Operationele doelstellingen

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

8361/17 asd/jel/sl 1 DG B 2B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 5 juni 2008 (23.06) (OR. fr) 10285/08 ADD 2 LIMITE JURI FO 45 JAI 305 JUSTCIV 119 COPE 118 CRIMORG 87

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 januari 2009 (20.01) (OR. en) 5365/09 DEVGE 9 RELEX 36 ACP 14 AGRI 16 ALIM 1 PROBA 2 FAO 1

Hendrik Segers Nationaal Knooppunt Biodiversiteit Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Gloednieuwe Europese verordening invasieve uitheemse soorten. Wat betekent dit op het terrein? Myriam Dumortier Europese Commissie DG Milieu

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2017 (OR. en)

Inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van document 8539/1/10 REV 1 zijn onderstreept; geschrapte passages zijn aangegeven met "[ ]".

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

14950/18 gys/gra/fb 1 LIFE.1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

COHESIEBELEID

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (OR. en) 10369/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0390 (COD)

1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied:

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie:

RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 december 2008 (19.12) (OR. en) 17473/08 E V 1027 AGRI 469 DEVGE 279 PI 97 FORETS 86 O U 113 PECHE 360 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 16 december 2008 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio s: Een middenbeoordeling van de uitvoering van het Biodiversiteitsactieplan van de EG Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 864 definitief. Bijlage: COM(2008) 864 definitief 17473/08 fb DG I L

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussels, 16.12.2008 COM(2008) 864 definitief MEDEDELI G VA DE COMMISSIE AA DE RAAD, HET EUROPEES PARLEME T, HET EUROPEES ECO OMISCH E SOCIAAL COMITÉ E HET COMITÉ VA DE REGIO S EE MIDDE BEOORDELI G VA DE UITVOERI G VA HET BIODIVERSITEITSACTIEPLA VA DE EG {SEC(2008) 3042} {SEC(2008) 3043} {SEC(2008) 3044} {SEC(2008) 3045} NL NL

I LEIDI G In mei 2006 heeft de Commissie een mededeling aangenomen met de titel Het biodiversiteitsverlies tegen 2010 - en daarna - tot staan brengen - De ecosysteemdiensten in stand houden in het belang van de mens 1. De mededeling onderstreepte het belang van biodiversiteitsbescherming als een noodzakelijke voorwaarde voor duurzame ontwikkeling en beschreef een gedetailleerd actieplan om dit te bereiken. Biodiversiteit staat nu hoger op de politieke agenda van de EU dan ooit tevoren. De Europese voorjaarsraad van 2008 bevestigde zijn toezegging dat de inspanningen om het biodiversiteitsverlies tegen 2010 en daarna tot staan te brengen zouden worden opgevoerd en weer op de essentiële rol van Natura 2000 in het bereiken van deze doelstelling. Ging deze politieke belofte op hoog niveau ten aanzien van biodiversiteit echter gepaard met effectieve maatregelen om het verlies van biodiversiteit tot staan te brengen? Deze middenbeoordeling toont de voortgang sinds juni 2006 en schetst de belangrijkste activiteiten van de EG en haar lidstaten om het Biodiversiteitsactieplan uit te voeren. De beoordeling wijst voorts uit dat de EU hoogstwaarschijnlijk haar streefdoel om de achteruitgang van de biodiversiteit tegen 2010 tot staan te brengen, niet zal kunnen verwezenlijken. De volgende twee jaar zullen zowel op EG- als op lidstaatniveau krachtige inspanningen vereist zijn om deze doelstelling ook maar bij benadering te bereiken. De beoordeling vat de huidige stand van zaken samen betreffende de voortgang voor elk van de vier voornaamste beleidsgebieden, 10 doelstellingen en vier ondersteunende maatregelen in de Biodiversiteitsmededeling van 2006 en wijst hoofdprioriteiten voor verdere actie aan. Er wordt een korte update gegeven over de status en trends inzake biodiversiteit, zowel binnen de EU als mondiaal. STATUS E TRE DS I ZAKE BIODIVERSITEIT De initiële resultaten van de eerste grote gezondheidscontrole van de op grond van de Habitatrichtlijn beschermde soorten en habitattypes tonen aan dat 50% van de soorten en mogelijk tot 80% van de habitattypes van Europees instandhoudingsbelang een ongunstige instandhoudingsstatus hebben. Deze resultaten zijn niet verrassend, aangezien de achteruitgang van soorten en de vernietiging van habitats in Europa al decennialang aan de gang is en deze trend niet in een paar jaar te keren valt. Er zijn positieve trends voor sommige soorten en het herstel van sommige grote soorten carnivoren is een bemoedigende indicatie. Meer dan 40% van de Europese vogelsoorten heeft een ongunstige instandhoudingsstatus. De akker- en weidevogels zijn in vorige decennia snel achteruitgegaan en beginnen nu te stabiliseren, maar herstel zal veel meer tijd kosten. In augustus 2007 heeft het gerespecteerde blad Science een analyse gepubliceerd waaruit bleek dat de Vogelrichtlijn belangrijk geweest is voor het tot staan brengen van de achteruitgang van veel van Europa s meest bedreigde 1 COM(2006) 216. NL 2 NL

vogels 2. De richtlijn heeft deze soorten duidelijk geholpen, vooral door de aanwijzing van speciale beschermingszones. Uit de laatste beoordeling van het door het Europees Milieuagentschap (EMA) geleide project betreffende stroomlijning van Europese biodiversiteitsindicatoren (SEBI 2010) komen eveneens positieve trends naar voren, bijv. op het gebied van waterkwaliteit. Het aantal invasieve soorten in Europa blijft echter snel toenemen, met meer en meer negatieve economische en ecologische gevolgen 3. De mondiale situatie is zelfs nog alarmerender omdat de druk op de biodiversiteit zelfs in de korte periode sinds de publicatie van de Millennium Ecosystem Assessment in 2005 is toegenomen. De stijgende vraag naar bouwland voor voedings- en energiegewassen en grasland voor dieren zet de natuurlijke systemen zelfs nog meer onder druk. De studie "The economics of ecosystems and biodiversity" (TEEB) 4 concludeert dat bij een "business as usual"-scenario de huidige achteruitgang in biodiversiteit en het daarmee verband houdende verlies van ecosysteemdiensten zich zullen doorzetten en zelfs zullen versnellen. Tegen 2050 zullen we geconfronteerd worden met een geschat verder verlies van 11% van de natuurgebieden die in 2000 nog bestonden. Bijna 40% van de grond die momenteel voor bepaalde vormen van landbouw met geringe milieueffecten wordt gebruikt, zou naar intensieve-landbouwgrond kunnen zijn omgeschakeld. Tegen 2030 zouden naar schatting 60% van de koraalriffen door visserij, verontreiniging, ziektes, invasieve uitheemse soorten en koraalverbleking tengevolge van de klimaatverandering verloren kunnen gaan. Dit verlies van biodiversiteit en ecosystemen is een bedreiging voor het functioneren van de planeet, onze economie en de menselijke samenleving. Het door het verlies van ecosysteemdiensten tegen 2050 gegenereerde jaarlijkse welvaartverlies wordt bij een business as usual -scenario geschat op 6% van het mondiale bbp. Gerichte maatregelen op grond van EU-natuurwetgeving blijken de achteruitgaande trends van bedreigde soorten en habitats te kunnen keren, maar veel grotere inspanningen zijn nodig om deze successen op een grotere schaal te herhalen. Op mondiaal niveau is het biodiversiteitsverlies niet in belangrijke mate verminderd en komen grote ecosystemen zoals bossen, wetlands en koraalriffen onder steeds meer druk van vernietiging en aantasting te staan. SAME VATTI G VA DE VOORTGA G A. BELEIDSGEBIED 1: BIODIVERSITEIT I DE EU Doelstellingen 2 3 4 Science: Vol. 317, nr. 5839, blz. 810 813. www.europe-aliens.org http://ec.europa.eu/environment/nature/biodiversity/economics/pdf/teeb_report.pdf NL 3 NL

1. Bescherming van de belangrijkste habitats en soorten binnen de EU Centraal in het EU-biodiversiteitsbeleid staan de Vogel- en de Habitatrichtlijn, die de rechtsgrondslag vormen voor het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden. Sinds 2006 hebben de lidstaten een gebied groter dan Portugal voor bescherming op grond van de Habitatrichtlijn voorgesteld en heeft het netwerk zich voor het eerst tot de nieuwe lidstaten uitgebreid. Op grond van de Vogelrichtlijn hebben de lidstaten een omvangrijker gebied dan Ierland aangewezen. Het gecombineerde Natura 2000-netwerk omvat nu meer dan 25 000 gebieden en bestrijkt ongeveer 17% van het totale landoppervlak van de Europese Unie. De EU-natuurwetgeving is niet van toepassing op de meeste landen en gebieden overzee (LGO s) en ultraperifere gebieden (UPG s) van de EU-lidstaten, die sommige van de rijkste probleemgebieden inzake biodiversiteit op de planeet herbergen. De plannen om het landgedeelte van Natura 2000 tegen 2010 te voltooien, zijn op goede weg. Extra inspanningen zijn nog nodig, met name om het mariene netwerk tegen 2012 af te ronden. De uitdaging bestaat er nu steeds meer in de gebieden binnen het Natura 2000-netwerk doeltreffend te beheren en te herstellen. Tijdens een vergadering van het Franse voorzitterschap op La Réunion in juli 2008 hebben vertegenwoordigers van de LGO s, de UPG s en de lidstaten zich ertoe verbonden vrijwillig "Natura 2000-achtige" netwerken in de LGO s en de UPG s te ontwikkelen. 2. Instandhouding en herstel van de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten op het gehele platteland in de EU In het kader van as 2 van het Programma voor plattelandsontwikkeling is voor 2007-2013 naar schatting 20,3 miljard euro aan ELFPO-middelen t.b.v. agromilieumaatregelen toegewezen, hetgeen belangrijke steun voor Natura 2000 en biodiversiteit inhoudt. Daarnaast is een bedrag van ongeveer 577 miljoen euro aan ELFPO-middelen specifiek voor land- en bosbouwgebieden van Natura 2000 uitgetrokken, dat nieuwe gerichte maatregelen in het kader van dit beleid vertegenwoordigt. Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen lidstaten in hun algemene gebruik van deze middelen. In het kader van de randvoorwaarden kunnen vier belangrijke normen met betrekking tot voorwaarden inzake een goede landbouw- en milieuconditie (GAEC), alsook de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen in verband met de natuurrichtlijnen, aanzienlijke biodiversiteitsvoordelen opleveren. De meeste landen passen deze maatregelen nu al toe. In het kader van de gezondheidscontrole van de GLB-hervorming van 2003 5 heeft de Commissie voorgesteld de norm betreffende landschapselementen in het kader van de GAEC aan te scherpen om de biodiversiteit te bevorderen. Een en ander zal bijdragen tot het behoud van de milieuvoordelen van braaklegging, die nu op voorstel van de Commissie zou worden afgeschaft. Verder wordt voorgesteld extra middelen voor plattelandsontwikkeling beschikbaar te stellen t.b.v. onder meer biodiversiteit door een verhoogde geldoverdracht van de eerste naar de tweede pijler van het GLB (d.w.z. modulatie). 5 COM(2008) 306. NL 4 NL

Een belangrijke ontwikkeling met betrekking tot bosbouw was de vaststelling van het EU-bosactieplan in juni 2006, waarvoor in februari 2008 met de lidstaten een werkprogramma is aangenomen. In verschillende lidstaten zijn werkzaamheden aan de gang i.v.m. de ontwikkeling van stroomgebiedbeheerplannen op grond van de kaderrichtlijn Water. Er is nu een verwante richtlijn betreffende de beoordeling en het beheer van overstromingsrisico s 6. In een gemeenschappelijk monitoring- en evaluatiekader (CMEF) voor plattelandsontwikkeling worden ook biodiversiteitrelevante indicatoren opgenomen. Aan de hand hiervan zal kunnen worden vastgesteld tot op welke hoogte maatregelen in het kader van het plattelandsontwikkelingsbeleid biodiversiteitsvoordelen opleveren. De verwachte uitbreiding van de teelt van gewassen voor de productie van biomassa en biobrandstoffen kan, hoewel daardoor fossiele brandstoffen worden vervangen en aldus de mondiale broeikasgasemissies worden verminderd, een negatieve impact op de EUbiodiversiteit hebben wanneer adequate milieubeschermingseisen ontbreken. Om deze potentiële negatieve impact te vermijden, heeft de Commissie duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen voorgesteld in het voorstel voor een richtlijn betreffende de bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. Doordat de voorgestelde kaderrichtlijn Bodem niet is vastgesteld, is er nog steeds een grote wetgevingslacune in verband met het behoud van de bodemstructuur en functies. 3. Instandhouding en herstel van de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten in het mariene milieu in de EU De in juni 2008 vastgestelde kaderrichtlijn Mariene strategie 7 vormt de grondslag voor het bereiken van een goede milieustatus in het mariene milieu en een verbeterde instandhoudingsstatus voor de mariene biodiversiteit van de EU. De mededeling De rol van het GVB bij de implementatie van een ecosysteembenadering van het beheer van de zeeën is in april 2008 aangenomen 8. Op 29 september 2008 is een verordening van de Raad vastgesteld voor de bestrijding van illegale, niet-gereguleerde en niet-gerapporteerde visserij. De Commissie heeft ook voorstellen ingediend om ongewenste bijvangsten te verminderen en de teruggooi uit te bannen in de Europese visserij 9. Verder wordt nu een reeks regulerende visserijmaatregelen ingevoerd om de impact van de visserij op de niet-doelsoorten en habitats te minimaliseren. Veel commerciële visbestanden in de Europese wateren liggen nog steeds onder de biologisch veilige waarden een situatie die een belangrijke verlaging van de totale visserijdruk tot duurzame niveaus vereist in het kader van het gemeenschappelijke visserijbeleid (GVB). 6 7 8 9 PB L 288 van 6.11.2007, blz. 27. PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19. COM(2008) 187. COM(2007) 136. NL 5 NL

Een nieuwe verordening inzake gegevensverzameling zal de periodieke beoordelingen van de voortgang van het GVB bij de integratie van biodiversiteit beschermende eisen ondersteunen 10. 4. Versterking van de verenigbaarheid van regionale en ruimtelijke ontwikkeling met biodiversiteit binnen de EU In het kader van de door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Cohesiefonds medegefinancierde operationele programma s voor 2007-2013 hebben de lidstaten 2 719 miljoen euro aan bevordering van de biodiversiteit en van natuurbescherming toegewezen. Nog eens 1 146 miljoen euro is toegewezen aan de bescherming van de natuurlijke rijkdommen, waartoe biodiversiteitsprojecten behoren. Van de in totaal 1 376 miljoen euro die bestemd zijn voor de bescherming en ontwikkeling van natuurlijk erfgoed in het kader van toerisme, wordt eveneens een deel aan biodiversiteit besteed. Op drie na alle lidstaten hebben bepaalde middelen voor biodiversiteit toegewezen; deze verschillen echter per land in verhouding tot de totale toegewezen middelen. Twee lidstaten zijn voornemens meer dan 3% van de hun toegewezen middelen te gebruiken voor met biodiversiteit verband houdende categorieën. Hoewel er in het kader van de kernstructuurfondsindicatoren voor 2007-2013 geen afspraak over specifieke biodiversiteitsindicatoren op communautair niveau is gemaakt, hebben sommige lidstaten dergelijke indicatoren ontwikkeld en zou dit experiment tot andere landen moeten worden uitgebreid. Er dient ook te worden voortgebouwd op bestaande gevallen van goede praktijken waaruit blijkt dat het cohesiebeleid gunstige effecten heeft op de biodiversiteit. Aangezien de structuurfondsen nu in belangrijke mate voor de nieuwe lidstaten beschikbaar zijn, leidt dit onvermijdelijk tot grotere druk op de biodiversiteit en is zorgvuldige planning vereist om ervoor te zorgen dat infrastructuurbehoeften verenigbaar zijn met biodiversiteitsbescherming. 5. Aanzienlijke vermindering van de impact van invasieve uitheemse soorten en genotypes op de biodiversiteit binnen de EU Veertien lidstaten beschikken momenteel niet over strategieën of plannen met betrekking tot invasieve soorten (IS). Toch hebben verschillende lidstaten IS-doelstellingen in hun nationale biodiversiteitsstrategie opgenomen. Op 11 juni 2007 is overeenstemming bereikt over een verordening van de Raad die specifiek op invasieve soorten in de aquacultuur betrekking heeft 11. 10 11 PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1 12. Verordening 708/2007 van de Raad. NL 6 NL

Aangezien dit een belangrijke beleidslacune blijft, worden in een nieuwe mededeling Naar een EU-strategie ten aanzien van invasieve soorten beleidsopsties voorgesteld om IS aan te pakken in de Europese Unie. B. BELEIDSGEBIED 2: DE EU E DE BIODIVERSITEIT OP WERELDSCHAAL Doelstellingen 6. Aanzienlijke verbetering van de doeltreffendheid van de internationale governance inzake biodiversiteit en ecosysteemdiensten De negende conferentie van de partijen (COP9) bij het Verdrag inzake biologische diversiteit (VBD) heeft de implementatie van belangrijke VBD-programma s voor werkzaamheden betreffende thema s zoals bosbiodiversiteit en beschermde gebieden versterkt. Voor het eerst is op mondiaal niveau neergelegd dat de productie en het gebruik van biobrandstoffen duurzaam moeten zijn uit het oogpunt van biodiversiteit. De conferentie heeft wetenschappelijke criteria aangenomen voor de aanwijzing van beschermde mariene gebieden op volle zee. De conferentie heeft ook overeenstemming bereikt over een procedure om met biodiversiteitsbelangen rekening te houden bij de aan de gang zijnde klimaatonderhandelingen op grond van het Raamverdrag inzake klimaatverandering van de VN (UNFCCC). De streefcijfers voor 2010 zijn opgenomen in de millenniumdoelstellingen. In 2007 hebben de milieuministers van de G8 het zogenaamde Potsdam-initiatief opgestart, met specifieke acties om het biodiversiteitsstreefcijfer voor 2010 te bereiken en hebben zij de Oproep van Kobe voor actie inzake biodiversiteit aangenomen. De EU blijft internationale actie in het kader van de VN, de regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB s) en de relevante internationale verdragen voor de bescherming van kwetsbare mariene habitats bevorderen. Zij heeft actief deelgenomen aan het UNCLOSproces dat geleid heeft tot de aanneming door de AVVN in december 2006 van een resolutie betreffende duurzame visserij voor de bescherming van kwetsbare diepzee-ecosystemen op volle zee. Met de ongeziene inspanningen die in de millennium-ecosysteembeoordeling werden gevraagd, is nog geen begin gemaakt. Een belangrijke versterking van de mondiale actie is nog steeds nodig om het huidige tempo van het biodiversiteitsverlies tegen 2010 mondiaal te verminderen. Er moet ten volle worden geprofiteerd van het internationale jaar inzake biodiversiteit van de VN in 2010 om de bekendheid met en de mondiale actie voor biodiversiteit te bevorderen. 7. Aanzienlijke versterking van het aspect biodiversiteit en ecosysteemdiensten in het beleid van de EU voor externe bijstand De gemiddelde jaarlijkse externe bijstand van de EU voor biodiversiteit bedroeg in 2003-2006 ongeveer 740 miljoen euro, of 48% van de steun t.b.v. mondiale biodiversiteit. De lidstaten NL 7 NL

doneren ook aanzienlijke bedragen aan de Mondiale Milieufaciliteit. Deze middelen maken minder dan 1/50 uit van de totale jaarlijkse ontwikkelingshulpbudgetten van de Gemeenschap en de lidstaten. Er zijn geen aanwijzingen dat de biodiversiteitsgerelateerde financiering sinds de goedkeuring van het Biodiversiteitsactieplan is toegenomen. Het integreren van biodiversiteit in de budgetten voor ontwikkelingssamenwerking van zowel donerende als ontvangende landen wordt een zeer moeilijke taak. Dit is deels toe te schrijven aan de tendens om het aantal bijstandssectoren 12 te beperken, hetgeen er vaak toe leidt dat bij andere dringende behoeften lagere prioriteit gegeven wordt aan milieuproblemen. Andere factoren zijn onder meer de moeilijkheid om middelen te oormerken. De EG-landenstrategiedocumenten houden ten volle rekening met milieubelangen bij het behandelen van essentiële gebieden voor samenwerking. Een en ander kan de vorm aannemen van strategische milieubeoordelingen (SMB s) en milieueffectbeoordelingen (MEB s) in verband met milieugevoelige sectorprogramma s en projecten. Betere informatie over het economische aspect van biodiversiteit en de verbanden ervan met armoedevraagstukken zou beleidsvormers aan beide kanten helpen om meer aandacht te besteden aan de kwestie. Er dient nauwlettender op te worden toegezien dat milieubeoordelingen (SMB s, MEB s) met betrekking tot door de lidstaten en de EG gefinancierde milieugevoelige steunoperaties systematisch worden uitgevoerd teneinde negatieve gevolgen voor de biodiversiteit te voorkomen en te minimaliseren en overal waar mogelijk de milieuvoordelen te vergroten. 8. Aanzienlijke vermindering van de impact van internationale handel op de mondiale biodiversiteit en de ecosysteemdiensten De EU heeft tijdens de 14 e Conferentie van de Partijen bij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten de vaststelling van een aantal belangrijke besluiten ondersteund, inclusief betreffende de ivoorhandel en het strategisch plan voor CITES. De Commissie blijft de potentiële impact van de handel op de biodiversiteit aanpakken door duurzaamheidseffectbeoordelingen (DEB s) van belangrijke handelsbesprekingen. De Commissie is DEB s aan het verrichten voor al haar geplande regionale en bilaterale vrijhandels- en partnerschapsovereenkomsten. De EU heeft tijdens CBD COP9-MOP4 bijgedragen tot de voortgang van de lopende onderhandelingen voor een internationaal stelsel betreffende toegang tot genetische hulpbronnen en de eerlijke en billijke deling van voordelen (ABS) die uit het gebruik ervan voortkomen. Er is vooruitgang geboekt met de uitvoering van het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT). Op 3 september 2008 is de eerste vrijwillige partnerschapsovereenkomst (VPO) met Ghana ondertekend. Er zijn onderhandelingen over 12 Niet van toepassing op landen van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument". NL 8 NL

FLEGT aan de gang met Maleisië, Indonesië, Kameroen en Congo-Brazzaville en de verwachting is dat binnenkort dergelijke onderhandelingen met andere ontwikkelingslanden zullen starten. De Commissie heeft ook een verordening voorgesteld tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen. 13 Een cruciale uitdaging is erop toezien dat de in de duurzaamheidseffectbeoordelingen (DEB s) gedane aanbevelingen worden opgevolgd en meer inzicht wordt verkregen in de impact van de EU-consumptie van voedings- en niet-voedingsgrondstoffen (bv. vlees, sojabonen, palmolie, metaalertsen) die tot het biodiversiteitsverlies kunnen bijdragen. Naar aanleiding hiervan kunnen beleidsopties worden onderzocht om deze impact te verminderen. C. BELEIDSGEBIED 3: BIODIVERSITEIT E KLIMAATVERA DERI G Doelstelling 9. Ondersteuning van de aanpassing van de biodiversiteit aan de klimaatverandering Na haar groenboek 14 van 2007 werkt de Commissie momenteel aan een witboek over aanpassing aan de klimaatverandering. Daarin zal onder meer het verband tussen biodiversiteit en klimaatverandering worden behandeld. In een mededeling van de Commissie over ontbossing 15 wordt voorgesteld dat de EU in het kader van de onderhandelingen betreffende de toekomstige klimaatregeling op grond van het Raamverdrag inzake klimaatverandering van de VN vraagt ervoor te waken dat uiterlijk in 2030 op wereldschaal geen bosareaal meer verloren gaat en dat de bruto-ontbossing in de tropen tegen 2020 met ten minste 50% afneemt ten opzichte van het huidige niveau. Deze doelstelling zou belangrijke klimaatveranderings- en biodiversiteitsvoordelen opleveren tegen 2020. Er is nood aan meer erkenning van de kritieke rol van gezonde ecosystemen in het versterken van de weerstand tegen milieudruk, waardoor de blootstelling aan de bedreiging die de klimaatverandering vormt op haar beurt zal afnemen. De synergie tussen klimaatveranderingsmitigatie- en aanpassingsmaatregelen en het behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit dienen te worden gemaximaliseerd. D. BELEIDSGEBIED 4: DE KE ISBASIS Doelstelling 13 14 15 COM(2008) 644/3. COM(2007) 354. COM(2008) 645. NL 9 NL

10. Aanzienlijke versterking van de kennisbasis voor de instandhouding en de duurzame benutting van de biodiversiteit, in de EU en wereldwijd Bij de ontwikkeling van het EU-biodiversiteitsbeleid wordt momenteel al rekening gehouden met onderzoek dat is ondernomen op grond van het 6 e kaderprogramma voor onderzoek (2002-2006) van de Gemeenschap. Naar verwachting zullen door de EG in het kader van de eerste twee uitnodigingen tot het indienen van voorstellen op grond van KP7 acht biodiversiteitsprojecten worden gefinancierd voor een totaal bedrag van 23 miljoen euro, of ongeveer 7% van de totale uitgaven voor milieuprojecten. Ten minste 14 lidstaten hebben een specifiek nationaal of subnationaal programma dat biodiversiteitsonderzoek ondersteunt. Als onderdeel van het door de G8 in 2007 overeengekomen Potsdam-initiatief is gezamenlijk door de Europese Commissie en Duitsland in samenwerking met het Europees Milieuagentschap het initiatief genomen voor een studie betreffende "The economics of ecosystems and biodiversity" (TEEB). De resultaten van een beoordeling van de eerste fase zijn aan de CBD COP9 voorgesteld. De onderzoeksfinanciering van de lidstaten en de Gemeenschap moet op adequate wijze het biodiversiteitsbeleid ondersteunen. De TEEB-studie zal in een tweede fase in 2009 met beleidsconclusies komen. De EG is ook betrokken bij de mondiale strategie voor follow-up van de Millennium Ecosystem Assessment (MEA) en heeft zich verbonden tot het ontwikkelen van een regionale beoordeling voor Europa. Zes lidstaten hebben plannen om een follow-up geven aan de MEA. Tijdens de CBD COP9 hebben de EU en haar lidstaten het voorstel van het UNEP ondersteund voor het opzetten van een intergouvernementeel wetenschappelijk-politiek platform over biodiversiteits- en ecosysteemdiensten (IPBES) om onafhankelijk wetenschappelijk advies t.b.v. mondiale beleidsvorming te versterken. E. DE VIER BELA GRIJKSTE O DERSTEU E DE MAATREGELE 1. Zorgen voor toereikende financiering Elke relevante EG-financieringsregeling biedt kansen om Natura 2000-kosten mede te financieren. In het kader van een EG-contract zijn richtsnoeren en opleiding verstrekt om de lidstaten bij te staan in het aanvragen van deze middelen. Er is een informatica-instrument ontwikkeld over de financiering van Natura 2000. Voor veel landen blijkt as 2 van het beleid voor plattelandsontwikkeling de belangrijkste communautaire financieringsbron voor Natura 2000 en biodiversiteit te zijn. Voor andere landen is het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling een belangrijke bron van communautaire financiering. Een probleem dat op veel beleidsgebieden stelselmatig voorkomt, is het verkrijgen van betrouwbare cijfers over de middelen die werkelijk aan biodiversiteit zijn uitgegeven. Veelal heeft dit alleen te maken met de inadequate registratieen rapportageprocedures. NL 10 NL

Er is nood aan de verdere ontwikkeling van methodes om vast te stellen hoeveel communautaire financiering door de lidstaten aan natuurbeleid is besteed en of dit voldoende is om het beheer en herstel van Natura 2000 en bredere biodiversiteitsbehoeften te ondersteunen. De gebiedsbeheerplannen moeten verder worden ontwikkeld. Het ontbreken van dergelijke instrumenten houdt mogelijk een ernstige beperking in voor de adequate financiering van het Natura 2000-netwerk. Een nieuwe studie van de Commissie beoogt de verbanden tussen financiering en beheer van Natura 2000 verder te ondersteunen. 2. Versterken van de beleidsvorming en beleidsuitvoering op EU-niveau De beheerstructuur voor natuur- en biodiversiteitsvraagstukken binnen de EU is geëvalueerd. Tijdens de vaste vergaderingen van de directeuren Natuur van de EG-lidstaten komen nu systematisch punten betreffende de voortgang inzake het Biodiversiteitsactieplan en de uitvoering van de natuurrichtlijnen aan de orde. Een nieuwe Coördinatiegroep voor biodiversiteit en natuur houdt toezicht op een gezamenlijk technisch werkprogramma voor natuur- en biodiversiteitskwesties binnen de EU. De interne Interdienstengroep Biodiversiteit van de Commissie is nauw met deze coördinatiegroep verbonden. Er is een nieuw EU-netwerk van veldwerkers opgericht Green Force, dat zich met beleid en wetgeving op natuur- en bosbouwgebied in de lidstaten bezighoudt, en dat de communicatie en de uitwisseling van ervaringen bij de praktische uitvoering, naleving en handhaving wil vergemakkelijken. Een belangrijke ontwikkeling was het feit dat het Hof van Justitie van de EU in 2007 voor het eerst voorlopige maatregelen heeft toegestaan om potentieel schade veroorzakende activiteiten in een Natura 2000-gebied in Polen te verhinderen. De Commissie verzocht het Hof om voorlopige maatregelen teneinde dreigende onomkeerbare schade aan beschermde gebieden te voorkomen. Het verzoek om voorlopige maatregelen werd ingetrokken toen Polen ermee instemde de relevante werkzaamheden stil te leggen, hangende een uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak 16. Er is nood aan verdere versterking van de mechanismen voor samenwerking binnen en tussen de Gemeenschap en de lidstaten bij de uitvoering van het Actieplan, vooral met betrekking tot beleidssectoren die van invloed zijn op de biodiversiteit. 3. Opbouwen van partnerschappen In november 2007 heeft het Portugese Voorzitterschap in Lissabon een conferentie over bedrijfsleven en biodiversiteit georganiseerd, waarop het EU-initiatief Bedrijfsleven en biodiversiteit werd opgestart. Twintig lidstaten hebben aangegeven dat bij hen nationale initiatieven ter bevordering van partnerschappen voor biodiversiteit lopen. 16 Zaak C-193/07. NL 11 NL

De Commissie zet momenteel een technisch ondersteuningsplatform Bedrijfsleven en biodiversiteit op. Er wordt een Natura 2000 Partnerbeloningssysteem opgezet om het beheer van en de communicatie over Natura 2000 te bevorderen. 4. Bouwen aan educatie, bewustmaking en deelname van het publiek Een Flash Eurobarometer-opiniepeiling in december 2007 heeft uitgewezen dat slechts een minderheid van EU-burgers meende goed geïnformeerd te zijn over het onderwerp biodiversiteitsverlies. In de uitnodiging tot het indienen van voorstellen van 2008 van het onderdeel Informatie & Communicatie van LIFE+ is rekening gehouden met aanbevelingen van een verkennende studie voor een EU-wijde communicatiecampagne. Sommige lidstaten zijn al bewustmakingscampagnes over biodiversiteit begonnen. Om te profiteren van de publiekssteun voor EU-maatregelen om het biodiversiteitsverlies stop te zetten, overweegt de Commissie prioritaire acties voor het opstarten van een publieke communicatiecampagne ter ondersteuning van nationale en andere campagnes. Biodiversiteit dient ook beter geïntegreerd te worden in communicatiecampagnes ter bevordering van duurzame levensstijlen en duurzame consumptie en productie. F. VOORTGA GSCO TROLE Het initiatief SEBI 2010 blijft vooruitgang boeken. Een set van 26 pan-europese biodiversiteitsindicatoren vormt de basis voor een eerste Europese beoordeling aan de hand van indicatoren voor voortgang met betrekking tot de realisering van de biodiversiteitsstreefcijfers voor 2010 die het EMA in de eerste helft van 2009 moet publiceren. In de lidstaten is de ontwikkeling van nationale indicatoren, afgestemd op het SEBI 2010-kader, aan de gang. SEBI 2010 dient te worden aangevuld met andere sets van indicatoren, vooral indicatoren die bedoeld zijn om de vooruitgang in beleidssectoren te beoordelen. De financiering inzake biodiversiteitvoortgangscontrole ligt ver achter bij de nationale investeringen t.b.v. andere milieuvraagstukken en dient sterk te worden verhoogd om rekening te houden met toekomstige uitgebreide beoordelingen. CO CLUSIES Ondanks het feit dat de Biodiversiteitsmededeling van 2006 goed is ontvangen en dat er enige vooruitgang is in de uitvoering van het Biodiversiteitsactieplan van de EG, is het - op basis van de huidige inspanningen - hoogst onwaarschijnlijk dat het algemene doel van stopzetting van het biodiversiteitsverlies in de EU tegen 2010 zal worden bereikt. De volgende twee jaar NL 12 NL

zullen de Europese Gemeenschap en de lidstaten van de EU belangrijke extra inspanningen moeten doen, willen wij onze doelstelling ook maar bij benadering bereiken. Op mondiaal niveau is het biodiversiteitsverlies rampzalig: vaak worden ecosystemen dermate aangetast dat natuurlijke processen worden verstoord, met ernstige economische en sociale gevolgen. Nieuwe kwesties, zoals de uitbreiding van de landbouwsector om aan de stijgende vraag naar voedsel te voldoen en de opkomst van alternatieve markten zoals die voor biobrandstoffen vormen nu een belangrijke uitdaging. Het beleidskader van de EU inzake biodiversiteit moet verder worden versterkt omdat er nog grote lacunes zijn, zoals de aanpak van invasieve soorten. Er is ook nood aan de invoering van een doeltreffend rechtskader voor het behoud van de bodemstructuur en functies. Integratie van biodiversiteitsoverwegingen in ander sectoraal beleid blijft een cruciale uitdaging. Er is ook nood aan ontwikkeling van voor verschillende beleidssectoren relevante waarderingssystemen voor ecosysteemdiensten. De Commissie blijft de uitvoering van het Biodiversiteitsactieplan nauwlettend volgen om in 2010 met een uitgebreide beoordeling op zowel communautair als lidstaatniveau te komen. NL 13 NL