Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2007 - II



Vergelijkbare documenten
Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje b

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Eindexamen vmbo gl/tl geschiedenis en staatsinrichting II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examen VMBO-GL en TL 2006

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examen VMBO-KB geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VMBO-GL en TL 2005

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE BB

Examen VMBO-GL en TL. geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Examen VBO-MAVO-C. Geschiedenis en staatsinrichting

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Eindexamen geschiedenis havo 2008-II

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Handboek Politiek deel 2

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Examenopgaven VMBO-KB 2004

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE BB

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

e Kamer Derde Kamer Handboek Politiek 2 der Staten-Generaal

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen.

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Examen VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen.

GESCHIEDENIS SO3 TV

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Bronnenboekje examen VMBO-GL en TL 2003

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje a-KB-2-b

Derde Kamer Handboek Politiek 2

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Historische context: Nederlands-Indië in de 19e eeuw

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

Platform Mensenrechteneducatie WERKBLADEN - 2

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz

Transcriptie:

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland + Nederland en Europa Gebruik bron 1. 1p 1 Geef met behulp van de bron één reden waarom koning Willem II akkoord ging met de invoering van een nieuwe grondwet in Nederland. Gebruik bron 2. 2p 2 De vader is trots op zijn dochter om de manier waarop zij zich onderscheidt van andere vrouwen in die tijd. Noem twee coupletten waaruit dat blijkt. Verklaar je antwoord met behulp van de bron. couplet (schrijf nummer op), want (geef verklaring met behulp van de bron) couplet (schrijf nummer op), want (geef verklaring met behulp van de bron) 1p 3 Aletta Jacobs werd ook bekend door haar strijd voor meer politieke rechten voor vrouwen. Welke bewering over de oprichting van de VvVK (= de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht) is juist? A Aan het einde van de negentiende eeuw werd de VvVK opgericht om de strijd te steunen voor de financiële gelijkstelling van jongens en meisjes in het onderwijs. B Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker zorgden met de oprichting van de VvVK voor het begin van de Tweede Feministische Golf. C De oprichting van de VvVK was een belangrijke gebeurtenis tijdens de Eerste Feministische Golf, waarbij het verkrijgen van vrouwenkiesrecht het belangrijkste doel was. D Nadat vrouwen algemeen kiesrecht hadden gekregen, richtten Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker de VvVK op. Gebruik bron 3. 2p 4 De tekenaar heeft een mening over de manier waarop de liberaal met de wandelstok de grondwet wil toepassen. Is de tekenaar positief of negatief over deze liberaal? Verklaar je antwoord met behulp van de bron. De maker van de tekening is positief / negatief (maak een keuze), want (geef een verklaring) - 1 -

Gebruik bron 4, 5, 6, 7 en 8. 2p 5 In welke twee bronnen staan gebeurtenissen die Nederlandse arbeiders het meest hebben geholpen bij het verbeteren van hun leefomstandigheden in de periode 1860-1920? Geef ook aan waarom dat een verbetering was. In bron (vul een nummer in), omdat (volgt verklaring). In bron (vul een nummer in), omdat (volgt verklaring). Gebruik bron 9, 10, 11, 12 en 13. 2p 6 Stel, je doet onderzoek naar de geschiedenis van de ARP in Nederland en je vindt deze vijf bronnen. Welke twee bronnen geven informatie over de geschiedenis van de ARP? Schrijf alleen de nummers op. 1p 7 De confessionelen wilden in de Grondwet van 1917 financiële gelijkstelling van het bijzonder en het openbaar onderwijs opnemen. De socialisten wilden daaraan meewerken in ruil voor confessionele steun bij een ander onderdeel van de grondwet. Voor welk onderdeel van de grondwet wilden de socialisten steun? Gebruik bron 14, 15 en 16. 2p 8 De bronnen gaan over situaties tijdens de Tweede Wereldoorlog die botsen met grondrechten die wij tegenwoordig kennen. Hieronder staan vier grondrechten die wij tegenwoordig kennen: a Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. b De overheid beschermt de rechtspositie van iedereen die arbeid verricht. c Iedere Nederlander heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen. d Niemand heeft vooraf toestemming nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens bekend te maken, maar dat betekent niet dat de wet mag worden overtreden. In welke bron wordt welk grondrecht geschonden? Let op! Er blijft één grondrecht over. In bron 14 wordt grondrecht (vul letter in) geschonden. (enz. tot en met bron 16) - 2 -

2p 9 Vier Europese instellingen: 1 de Europese Commissie 2 de Europese Raad van Ministers 3 het Europees Parlement 4 het Europese Hof van Justitie Invultekst over de besluitvorming in de Europese Unie: Nieuwe wetten worden voorgesteld door (a). Wanneer het voorstel is besproken en goedgekeurd door (b) wordt het daarna besproken en als besluit vastgesteld door (c). Vul op de drie opengelaten plaatsen de juiste naam in van de Europese instelling. Let op! Er blijft één instelling over. a = (vul nummer in) (enz. tot en met c) Gebruik bron 17. 1p 10 Welke omschrijving hoort bij de prent? A De NAVO biedt bescherming aan haar West-Europese lidstaten die bedreigd worden door de communistische landen uit Oost-Europa. B Door de Marshallhulp van de Verenigde Staten kan een aantal Europese landen weer op eigen benen staan. C Door het wegstemmen van de Europese grondwet is de Europese Unie in een crisis terechtgekomen en wordt nu uitgelachen door de Europese landen die geen EU-lid zijn. D Na het uiteenvallen van de Sovjetunie streven de landen uit het voormalig Oostblok naar het lidmaatschap van de Europese Unie. 2p 11 Enkele belangrijke politieke onderwerpen: a abortus en euthanasie b bestrijding van de criminaliteit c energie en transport d softdrugs en coffeeshops e toerisme Over welke twee onderwerpen zijn binnen de Europese Unie belangrijke afspraken gemaakt? Vul alleen de twee letters in. Gebruik bron 18, 19 en 20. 2p 12 Hieronder staan enkele belangrijke taken van de koningin: 1 De koningin legt werkbezoeken af in het land. 2 De koningin ondertekent als staatshoofd wetten. 3 De koningin ontvangt buitenlandse gasten en legt staatsbezoeken af aan het buitenland. 4 De koningin symboliseert de eenheid van het land bij rampen en tegenslagen. Welke taak van de koningin hoort bij welke bron? Let op! Elke taak mag maar één keer worden gebruikt. Er blijft één taak over. Bij bron 18 hoort taak (vul nummer in). (enz. tot en met bron 20) - 3 -

2p 13 De leden van de Tweede Kamer hebben allerlei rechten. Hieronder staan twee omschrijvingen van deze rechten: 1 Dit recht biedt Kamerleden de gelegenheid om zelf met wetsontwerpen te komen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als een Kamerlid vindt dat een minister te lang wacht met een wetsontwerp. 2 Dit recht geeft een Kamerlid de mogelijkheid om in de Kamer te debatteren over actuele zaken die niet op de vastgestelde agenda van de Kamer staan. Na het antwoord van de regering kunnen ook andere leden aan het debat meedoen. Welke rechten van een Tweede Kamerlid herken je? 1: het recht van 2: het recht van 1p 14 Welke uitspraak over grondrechten is juist? A Klassieke grondrechten bieden de burger bescherming tegen de overheid. B Klassieke grondrechten bieden de overheid bescherming tegen de burger. C Sociale grondrechten garanderen de burger een baan bij de overheid. D Sociale grondrechten garanderen de overheid dat iedere burger een baan heeft. Gebruik bron 21 1p 15 Op grond van welk artikel uit de grondwet kan worden voorkomen dat de moeder van Savanna weer een kind krijgt? A Degene die is veroordeeld tot een vrijheidsstraf, kan worden beperkt in de uitoefening van zijn grondrechten. B Iedereen heeft recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam. C In het belang van de openbare orde kan het recht tot vereniging en vergadering worden beperkt. Gebruik bron 22. 1p 16 De drie fragmenten gaan over de wijze waarop de Tweede Kamer wordt gekozen. Zet de fragmenten in de juiste tijdvolgorde, van vroeger naar later. Eerst, dan en ten slotte (vul nummers in) Gebruik bron 23. 1p 17 Welke vraag kan met behulp van deze bron worden beantwoord? A Hebben de kiezers zich laten beïnvloeden door de massamedia? B Hoe wordt de Eerste Kamer in ons land samengesteld? C Waarom zouden de meeste mensen hebben gestemd op het CDA? D Welke partijen zouden kunnen samenwerken om een regering te vormen? - 4 -

Staatsinrichting van Nederland + Nederland en Europa bron 1 Op de kaart zijn de plaatsen aangegeven waar in 1848 revoluties uitbraken. - 5 -

bron 2 Een gedicht gemaakt door de vader van Aletta Jacobs in 1878. 1. Niet tot het dagelijkse en huiselijke leven Voel jij je geroepen of verplicht Jij richt je op een ander streven Je oog op een hoger doel gericht 2. Je helemaal daaraan toe te wijden Scheen jou het leven waard Daarvoor te werken en te strijden Dat scheen jouw doel op aard 3. Nu je jouw studie hebt volbracht En de doctorstitel hebt verkregen Heb je door je ijver en je moed De hoogste trap voor een vrouw betreden 4. Treed nu op als redder van vrouw en wicht (= klein kind) Die door ziekte zijn ter neer ( = naar beneden) gebogen Aanvaard je beroep als een heilige plicht Met de ernst van deze taak voor de ogen. bron 3 Een prent uit 1908 met als titel: Liberalisme vroeger en nu. vrijheid van drukpers grondwet Thorbecke Toelichting bij de bron De met zijn wandelstok slaande liberaal roept tegen de socialisten en andere Nederlanders: De vrijheid van drukpers is niet voor jullie bedoeld! - 6 -

De bronnen 4 tot en met 8 gaan over vijf gebeurtenissen in de periode 1860-1920 en staan in willekeurige volgorde. bron 4 Het laatste doodvonnis in Nederland wordt voltrokken in 1860. In 1870 wordt de doodstraf uit het strafrecht geschrapt. In het militair recht blijft de doodstraf bestaan. bron 5 Door de uitbreiding van het kiesrecht in 1917 krijgt Nederland eindelijk het algemeen kiesrecht. Elke man vanaf 23 jaar mag nu stemmen. Vrouwen mogen wel worden gekozen, maar mogen zelf niet stemmen. bron 6 In Nederland wordt in 1898, twee jaar na de introductie van de eerste auto, de rijvergunning verplicht. Daarmee is Nederland het eerste land dat een nationaal nummerbord invoert. bron 7 Bij de invoering van de Woningwet in 1901 krijgen de gemeenten onder meer de mogelijkheid om woningen onbewoonbaar te verklaren. De gemeenten worden ook verantwoordelijk gehouden voor de naleving van de bouwvoorschriften. bron 8 Multatuli publiceert in 1860 de roman Max Havelaar. Daarin schrijft hij over de slechte behandeling van de inlandse bevolking in Indonesië. - 7 -

bron 9 Een bijeenkomst van Nederlandse bisschoppen (1870). bron 10 Voorpagina van een tijdschrift van een politieke partij (1890). RECHT.VOOR...ALLEN Orgaan...der Sociaal-Demokratische.. Partij - 8 -

bron 11 De Christelijke Jongelings Vereniging Daniel in Gouda (1924). Zo God voor ons is wie zal tegen ons zijn bron 12 Een getuige van een gebeurtenis (1918). Hij riep de arbeiders op om te gaan demonstreren. Op 11 november maakte hij zijn programma bekend. Diezelfde avond hield hij een hartstochtelijke toespraak waarbij hij de arbeidersklasse in Nederland opriep de politieke macht te grijpen. bron 13 Een tekst over de Vrije Universiteit (1920). De kleine luyden tellen mee! Door de toegenomen welvaart kunnen mensen die zelf niet meer dan lager onderwijs hebben gehad, hun zonen naar de Vrije Universiteit sturen. De kleine luyden spelen in Nederland een belangrijke rol in de kerk, in de politiek en in de maatschappij. - 9 -

De bronnen 14, 15 en 16 zijn drie tekeningen van L. Jordaan over Nederland tijdens de Duitse bezetting (1940-1945). bron 14 De waanzin breekt los. Voor Joden verboden bron 15 Nee, ik staak! - 10 -

bron 16 Gelijkschakeling van Nederlandse kranten. Toelichting Op de tafel liggen enkele Nederlandse dagbladen. Rechts staat een Duitse officier. bron 17 Een spotprent uit 1993. Toelichting Op de kip staat Europa. Op de kuikens staat: Oekraïne, Hongarije, Polen, Kroatië en Slovenië. - 11 -

De bronnen 18, 19 en 20 zijn drie foto s van koningin Beatrix. bron 18 Koningin Beatrix in Drenthe tijdens ernstige wateroverlast (1996). bron 19 Koningin Beatrix tijdens een toespraak in het Amerikaanse Congres (1982). - 12 -

bron 20 Koningin Beatrix in een politieauto (1980). bron 21 Grens aan recht op voortplanting. Als het aan de rechter ligt, krijgt Sonja de J. geen kind meer. Zij is veroordeeld voor mishandeling en doodslag van haar driejarige dochter Savanna. In zijn vonnis geeft de rechter aan dat er maatregelen genomen moeten worden om te voorkomen dat zij opnieuw zwanger wordt tijdens een bezoek van haar man of wanneer ze op verlof gaat. Het zelfbeschikkingsrecht op voortplanting wordt normaal gesproken alleen beperkt bij zeer ernstig verstandelijk gehandicapten met een IQ van 60 of lager. In de praktijk betekent het dat er geen dwang maar drang wordt uitgeoefend. Tegen de moeder wordt gezegd: U krijgt geen man op bezoek, tenzij u vrijwillig de anticonceptiepil accepteert. - 13 -

bron 22 Drie fragmenten van grondwetten uit verschillende perioden. fragment 1: De leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door alle mannelijke inwoners van Nederland vanaf 23 jaar. Iedere mannelijke inwoner mag slechts één stem uitbrengen. fragment 2: De leden van de Tweede Kamer worden in de kiesdistricten gekozen door meerderjarige mannen. Deze mannen mogen stemmen wanneer zij een bepaald bedrag aan belasting betalen. fragment 3: De leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de Nederlanders die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. bron 23 Zetelverdeling na de verkiezingen van de Tweede Kamer in 2003. 50 40 44 42 30 28 20 10 0 CDA PvdA VVD 9 SP 8 LPF 8 Gr.L. 6 D66 3 CU 2 SGP - 14 -

De koloniale relatie Indonesië - Nederland + Het Indonesisch-Nederlands conflict 1945-1949 Gebruik bron 24, 25, 26 en 27. 2p 18 Vier begrippen over de geschiedenis van de VOC: a factorij b hongi-tochten c monopolie d strafexpedities Welke bron hoort bij welk begrip? Let op! Ieder begrip mag maar één keer gebruikt worden. Bij bron 24 hoort begrip (schrijf letter op). (enz. tot en met bron 27) Gebruik bron 28. 1p 19 Bij welke periode past de bron? A 1550 1650 B 1650 1750 C 1750 1850 D 1850 1950 Gebruik bron 29. 2p 20 Geef met twee voorbeelden aan dat de tekst alléén betrekking kan hebben op de tijd van het Cultuurstelsel. Gebruik bron 30. 2p 21 De historicus in de bron is positief over de gevolgen van het Cultuurstelsel voor de Javanen. Maar er zijn ook historici die vinden dat het Cultuurstelsel vooral negatieve gevolgen heeft gehad. Noem met behulp van de bron één positief gevolg van het Cultuurstelsel. Noem zonder de bron één negatief gevolg van het Cultuurstelsel. positief gevolg mét behulp van de bron: negatief gevolg zonder de bron: Gebruik bron 31 en 32. 1p 22 Welke conclusies passen bij de bronnen? A De overheid wil geld verdienen voor de Nederlandse schatkist. De zending wil de Indonesische bevolking tot christenen bekeren. B De overheid wil investeren in specerij-eilanden. De nationalisten willen een christelijke partij oprichten. C De overheid wil meer loon geven aan de koelies. De inheemse onderwijzers willen in Indonesië christelijk onderwijs geven. D De overheid wil minder investeren in plantages. De plantage-eigenaren willen voor zichzelf christelijke gezondheidszorg. - 15 -

Gebruik bron 33. 2p 23 De kazerne werd naar Van Heutsz genoemd uit bewondering. Maar er zijn tegenwoordig meer mensen die Van Heutsz juist niet bewonderen. Geef voor beide standpunten een historische verklaring. Toen bewondering, omdat (geef verklaring). Nu vaker geen bewondering, omdat (geef verklaring). 1p 24 Aan het begin van de 20e eeuw begon het Indonesische nationalisme zich steeds sterker te ontwikkelen. Welke maatregel heeft bijgedragen aan deze ontwikkeling? A Afschaffing van de Volksraad en oprichting van desascholen. B Oprichting van desascholen en verbetering van communicatiemiddelen. C Verbetering van communicatiemiddelen en vermindering van het aantal Nederlandse ambtenaren. D Vermindering van het aantal Nederlandse ambtenaren en afschaffing van de Volksraad. Gebruik bron 34. 2p 25 Stel, je moet een werkstuk maken over de Ethische Politiek in Indonesië aan het begin van de 20e eeuw en je vindt deze bron. Volgens je leraar kan de informatie uit de bron zowel betrouwbaar als onbetrouwbaar zijn. Geef voor beide standpunten één argument. betrouwbaar, omdat (geef argument) onbetrouwbaar, omdat (geef argument) Gebruik bron 35. 2p 26 Bij de drie omschrijvingen horen deze drie Indonesische groeperingen: 1 PKI (= Partai Kommunis Indonesia) 2 PNI (= Partai National Indonesia) 3 Sarekat Islam Geef per omschrijving aan welke Indonesische groepering daar bij hoort. Bij omschrijving a hoort Indonesische groepering (vul nummer in). (enz. tot en met omschrijving c) Gebruik bron 36. 2p 27 Leg uit dat gouverneur-generaal De Graeff enerzijds regeringsbeleid moest uitvoeren en anderzijds begrip wilde tonen voor de nationalisten. enerzijds regeringsbeleid uitvoeren, want anderzijds begrip tonen, want - 16 -

2p 28 Drie uitspraken over de bezetting van Indonesië door Japan: 1 Soekarno zag in Japan een bondgenoot tegen Nederland. 2 Het KNIL was een grote bedreiging voor het Japanse leger. 3 Indonesië had grondstoffen die van belang waren voor de Japanse wapenindustrie. Geef per uitspraak aan of deze juist of onjuist is. Uitspraak 1 is juist/onjuist (maak een keuze). (enz. t/m uitspraak 3) 1p 29 Enkele gebeurtenissen: 1 het begin van de eerste politionele actie 2 de petitie Soetardjo 3 het akkoord van Linggadjatti 4 de oprichting van de Volksraad Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdvolgorde, van vroeger naar later. Eerst, dan, vervolgens en ten slotte (vul nummers in). Gebruik bron 37. 1p 30 Wie of wat bedoelt Drees met internationaal gezien? En waarom? A De Verenigde Staten en de Verenigde Naties, omdat zij Nederland dwongen met de nationalisten te gaan praten over de zelfstandigheid van Indonesië. B De Verenigde Staten en de Verenigde Naties, omdat zij van plan waren te gaan onderhandelen met de nationalisten om zo zelfstandigheid te bereiken. C Engeland en Frankrijk, omdat zij direct na de Japanse capitulatie hadden afgesproken het gezag over Indonesië aan de nationalisten over te dragen. D Engeland en Frankrijk, omdat zij hadden afgesproken de Indonesische nationalisten militaire en economische hulp te gaan bieden. 1p 31 Een paar duizend Nederlandse dienstplichtigen weigerden in 1947 en 1948 dienst te doen in Indonesië. Deze dienstweigeraars werden in Nederland vervolgd. Er waren echter in die tijd ook mensen die pleitten voor eerherstel van de dienstweigeraars. Geef één argument waarom zij vonden dat deze dienstweigeraars eerherstel verdienden. 2p 32 Indonesië en Nederland hanteren ieder een eigen onafhankelijkheidsdatum van Indonesië. Het ene land gaat uit van 17 augustus 1945, het andere land van 27 december 1949. Welk land hanteert welke onafhankelijkheidsdatum en welke reden heeft dat land daarvoor? Indonesië hanteert als onafhankelijkheidsdatum (geef datum), omdat (geef een reden). Nederland hanteert als onafhankelijkheidsdatum (geef datum), omdat (geef een reden). - 17 -

Gebruik bron 38. 2p 33 Leg uit waarom minister Van Mierlo van de Nederlandse regering de mensenrechtensituatie in Indonesië aan de orde moest stellen. Geef ook aan waarom president Soeharto wil spreken over excuses. Minister Van Mierlo: mensenrechten, omdat (geef uitleg). President Soeharto: excuses, omdat (geef uitleg). - 18 -

De koloniale relatie Indonesië - Nederland + Het Indonesisch-Nederlands conflict 1945-1949 De bronnen 24 tot en met 27 zijn vier beschrijvingen over de tijd van de VOC. bron 24 Wanneer de specerijen op de markt veel geld opbrachten, werd de eilandbewoners opgedragen voor nieuwe aanplantingen te zorgen. De hoeveelheid van die aanplantingen werd van te voren bepaald en elk jaar zond de VOC zijn vloot naar de Molukken om het teveel aan aanplantingen te vernielen. bron 25 Er werden handelsnederzettingen op gunstig gelegen plaatsen gesticht. Die bestonden uit een fort, een haven, wat pakhuizen en woningen. Van hieruit werd handel gedreven met de inlandse bevolking. bron 26 De koning van het eiland gaf aan de Compagnie de verzekering dat alle peper en wilde kaneel die in zijn rijk groeiden aan de Compagnie geleverd zouden worden. Verder zou alle peper geladen worden op schepen van de Compagnie, zonder dat andere landen er iets van zouden krijgen. bron 27 Begin 1621 verscheen de VOC met twaalf schepen voor het grootste eiland van de Banda-eilanden. De bemanning opende het vuur en kreeg de belangrijkste vestiging van het eiland in handen. Duizenden Bandanezen vluchtten naar de bergen. Hun dorpen werden verwoest. De inwoners werden onthoofd. - 19 -

bron 28 De belangrijkste exportproducten van Indonesië (in geldwaarde). overige prod. 11% peper 1% koffie 4% thee 4% tin 4% rubber 33% kokos 6% tabak 6% aardolie prod. 10% suiker 21% bron 29 Over economische veranderingen in Indonesië: Weldra schoten de koffiestruiken als paddenstoelen uit de grond, waren er miljoenen suikerrietpluimen en strekten eindeloze indigo-velden en tabakstuinen zich over het land uit. Heel Java was druk in de weer. Zwaar beladen kwamen de zeilschepen van de Nederlandse Handelmaatschappij de haven van Den Helder binnen. In 1831 werd er voor het eerst weer winst gemaakt: ruim honderdduizend gulden. bron 30 Een historicus over het Cultuurstelsel (1985). Hoe zwaar het stelsel op het volksleven drukte is niet meer na te gaan. Maar het staat wel vast dat binnen een tiental jaren de Javaan veel beter leefde dan vroeger. Het bewijs daarvoor is dat het gebruik van zout, een luxe artikel, per hoofd snel toenam. Bovendien kon de Javaan in 1840 gemiddeld drie keer zoveel uitgeven aan textiel en landbouwwerktuigen als in 1830. - 20 -

bron 31 Overzicht van de inkomsten (in guldens) voor de Nederlandse overheid in de periode Indonesië 1840-1864. koffie 374.124.230 suiker 60.743.748 kleurstoffen 33.534.532 peper 621.116 bron 32 Een subsidieaanvraag (1850). Toen het Nederlands Bijbelgenootschap bij de Nederlandse overheid om subsidie vroeg voor de oprichting van Javaanse scholen, werd dit geweigerd omdat er te weinig geld voor was. Als de financiële toestand van de overheid zou verbeteren zou de regering het schenken van een bedrag in overweging nemen. bron 33 Ansichtkaart uit Kampen van de Generaal J.B. van Heutsz Kazerne(1950). - 21 -

bron 34 Over het Nederlandse beleid in Indonesië aan het begin van de 20e eeuw. Uit een Nederlands geschiedenisschoolboek (1969): Het meest profiteerde de Indonesische bevolking van maatregelen die getroffen werden ter bestrijding van tropische ziekten als malaria, cholera en huidziekte. Op wat Nederlandse medici in Indonesië presteerden mag met trots worden gewezen. bron 35 Drie omschrijvingen. Omschrijving a: Doel van deze groepering was om het Nederlandse bestuur over Indonesië te beëindigen. Dit probeerde zij onder andere te bereiken door het Maleis als eenheidstaal te gaan gebruiken, een eigen roodwitte vlag in te voeren en een eigen volkslied te gebruiken. Omschrijving b: Deze groepering werd opgericht door Javaanse handelaren. Godsdienstige en economische motieven speelden een rol. Doel van deze groepering was onder andere om elkaar te helpen, het volk te verheffen en het geloof en de vooruitgang te bevorderen. Omschrijving c: Deze groepering leerde de inheemse bewoners hoe ze vakverenigingen moesten oprichten, hoe ze stakingen moesten organiseren en hoe ze revolutionaire acties op touw konden zetten. De leus van deze groepering was: Strijd tegen het verderfelijke kapitalisme. bron 36 Over het opkomende nationalisme in Indonesië. In november 1926 en januari 1927 waren er weer grote opstanden in West-Java en in West-Sumatra. Gouverneur-generaal De Graeff stond welwillend tegenover het nationalisme, maar hij was genoodzaakt de opstanden van de nationalisten met geweld te onderdrukken. Er werden vier doodvonnissen uitgesproken en duizenden gevangenisstraffen opgelegd. - 22 -

bron 37 Minister-president Drees over de politionele actie (1947). Binnenkort gaan we overleggen hoe we verder moeten met deze situatie. Daarover ben ik niet erg optimistisch, maar misschien leiden de besprekingen toch tot een positief resultaat. Het zou in ieder geval goed zijn voor de besprekingen wanneer men ons internationaal gezien even met rust zou laten en de besprekingen aan óns zou overlaten. bron 38 In 1995 brengt de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Van Mierlo, een bezoek aan Indonesië. Hij heeft de opdracht gekregen de mensenrechtensituatie in Indonesië aan de orde te stellen. Van Mierlo: Eh wat betreft die ex ex ex. De Indonesische president vraagt: Excuses? Van Mierlo maakt zijn zin verder af: executies. - 23 -