Sinds 2004 telt de Belgische gouvernementele samenwerking 18 partnerlanden (KB van 26 januari 2004), verspreid over verschillende regio s:

Vergelijkbare documenten
Onderwijssector in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Hans De Greve, Plan België 28/05/2015

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN

HGIS Vraag 20 : Wat zijn de uitgaven per partnerland per thema in 2008 en 2009? Opsteller : Joke van Hagen Versnelde MDG-realisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UITDAGINGEN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. Arnout Justaert Directeur ngo-federatie

hoe Samen armoede uit de wereld helpen?

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus

Regionale vooruitzichten Sub-Sahara Afrika - bijlage Percentage grondstoffen in goederen export

REGLEMENT. Sociale determinanten van gezondheid

Publiek Private Partnerschap faciliteit. Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012

REISBEURZEN Studenten reizen naar het Zuiden

REGLEMENT PRIJS BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 2010 Biodiversiteit en milieu voor een beter leven

Sociale en politieke aspecten van een verdeelde wereld

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

Projectoproep UCB Societal Responsibility Fund. Voorwaarden om in aanmerking te komen en selectiecriteria [2016]

Dutch Good Growth Fund (DGGF)

Noord-Zuid voor lokale besturen. Het opstellen van criteria voor de partnerzoektocht

aan: TK-woordvoerders Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Zuid-Azie zag in deze periode zijn scholingsgraad in het basisonderwijs stijgen van 78 naar 93%. Bron:

DHIsubsidieregeling. China Project Development

VLIR-ADVIES BETREFFENDE DE STUDIEGELDEN VOOR DIPLOMA- EN CREDITCONTRACTEN VOOR HET ACADEMIEJAAR

BIJLAGEN. Voortgangsrapportage Watersector 2004

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking

Tewerkstelling van buitenlandse artsen in België

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

POLITIEKE NOTA - NOVEMBER Belgische overheidssteun voor landbouw en voedselzekerheid

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse bijdragen voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) en internationale klimaatfinanciering in 2018.

Vragen bij landenkeuze staatssecretaris Knapen

Criteria en voorwaarden voor Young Experts

Migratie en ontwikkeling Sessie: Praktijk en beleid van actoren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

nr. 272 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 23 januari 2018 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

EU-ontwikkelingsbeleid Onze wereld, onze toekomst, onze waarden

VERTALING. Amendement op het protocol van Montreal inzake substanties die de ozonlaag aantasten ARTIKEL 1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD, DE RAAD EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK

IOB Evaluatie Nieuwsbrief # 16 04

Broederlijk Delen vzw. Doelstelling. Activiteiten. In het Zuiden. In Vlaanderen. Thema's. Huidevettersstraat 165

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 96

Plan België in een notendop

LAND WERELDDEEL VIDEOREPORTAGES VLAANDEREN VAKANTIELAND

1. 25 MEI Wet betreffende de Belgische internationale samenwerking (1)

Datum onderteken ing

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking

FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Context Nederlandse OS beleid Oktober 2010: start Rutte-1; Knapen staatssecretaris OS Reductie OS van 0,8% naar 0,7% van BNI Vermindering aantal

VLIR-UOS REISBEURZEN 2017

Akkoord tussen de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en de Belgische niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties

ASIELSTATISTIEKEN MAANDVERSLAG

Missionair Centrum Heerlen

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2007 Nr. 218

PROJECTFICHE. Introductie

Hoe inclusief is onze ontwikkelingssamenwerking? Studie van handicap in het federaal ontwikkelingsbeleid.

Investeer in zuiver water en sanitaire voorzieningen

Criteria en voorwaarden voor Young Experts

Met het Global Water Partnership en ontwikkelingsbanken zijn afgelopen jaar nieuwe afspraken gemaakt.

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

België en de Verenigde Naties

Een analyse van de federale uitgaven voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv in Datum: November 2014.

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

De rol van de EU in internationale samenwerking

nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

Projectvoorstel CFP. Drinkwater en Sanitatie in Ituri, DR Congo CFP Referentie: 12-pts-1;def;Ituri Congo

Analyse van de bestedingen en het beleid van internationale onderwijsdonoren

2011 een. Resultaten. terugblik. Partnerships. Ten dienste van onze partners. Cijfers en voorbeelden van interventies in 6 sectoren

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

The DAC Journal: Development Co-operation Report - Efforts and Policies of the Members of the Development Assistance Committee Volume 6 Issue 1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum november 2011 Betreft Verantwoorde afbouw van basisonderwijs

Staat Overzicht betrekking hebbend op de verdeling van het aantal verzoeken om een beginseltoestemming

Gedwongen kindhuwelijken: een blinde vlek in de Belgische ontwikkelingssamenwerking? Samenvatting

2 jaar SDGs: waar liggen de grootste uitdagingen voor België?

A 2014 N 91 PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao. artikel 3, eerste lid, onderdeel 1, sub b, van het Toelatingsbesluit; HEEFT GOEDGEVONDEN:

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Antwoord van de politieke partijen op het manifest van UNICEF België: verkiezingen 2014

Het nieuwe beleid in de partnerlanden is vertaald in de meerjarige strategische

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

Handels- en investeringscijfers Ghana-Nederland 1

Het komende uur. Bevolkingsparticipatie. Zuid-Amerika als nieuwe examenregio: een voorproefje. De achtergrond van bevolkingsparticipatie

Broederlijk Delen komt op voor het recht op voedsel, duurzaam beheer van natuurlijke rijkdommen en vrede

ASIELSTATISTIEKEN Overzicht 2010

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

ONTWIKKELINGSBELEID - ALGEMENE BEGINSELEN

INTENTIEVERKLARING TUSSEN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK MALAWI BETREFFENDE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

ASIELSTATISTIEKEN Overzicht 2009

Aanvraagformulier IMVO vouchers

13 januari 2011 Kabinetsreactie Groenboek toekomst EU-ontwikkelingsbeleid

2019Z09568 Jaarverslag 2018 van de Homogene Groep Internationale Samenwerking

Hoe groen is onze ontwikkelingshulp?

Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) Advies over de defederalisering van de ontwikkelingssamenwerking

AFRIKA RECHTSGROND DE OVEREENKOMST VAN COTONOU

REISBEURZEN Studenten reizen naar het Zuiden

Transcriptie:

VASTLEGGING VAN DE 14 PARTNERLANDEN VAN DE GOUVERNEMENTELE SAMENWERKING: TOELICHTING BIJ DE BESLISSING VAN DE MINISTERRAAD OP 21 MEI 2015 De volgende landen worden geselecteerd als partnerlanden van de Belgische gouvernementele samenwerking in de zin van artikel 16, 1 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische ontwikkelingssamenwerking: Benin Burkina Faso Burundi Democratische Republiek Congo (DRC) Guinee Mali Marokko Mozambique Niger Oeganda Palestina Rwanda Senegal Tanzania 1. Context Sinds 2004 telt de Belgische gouvernementele samenwerking 18 partnerlanden (KB van 26 januari 2004), verspreid over verschillende regio s: 6 landen in Noord- en West-Afrika: Algerije, Benin, Mali, Marokko, Niger, Senegal. 5 landen in Centraal- en Oost-Afrika: Burundi, DRC, Oeganda, Rwanda, Tanzania. 2 landen in Zuidelijk Afrika: Mozambique, Zuid-Afrika. 3 landen in Latijns-Amerika: Bolivia, Ecuador, Peru. 1 land in Zuidoost-Azië: Vietnam. 1 land in het Midden-Oosten: Palestijns Gebied. Het federale regeerakkoord voorziet een vermindering van het aantal partnerlanden van 18 naar maximaal 15: De Belgische ontwikkelingssamenwerking moet zich in de eerste plaats concentreren op fragiele landen en post-conflictzones die nog sterk afhankelijk zijn van hulp. Daarnaast beoogt ze een zo groot mogelijk effect van haar ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. De regering zal daarom het aantal partnerlanden tot maximaal vijftien verminderen. Met deze concentratie voor ogen zal de regering haar inspanningen voornamelijk toespitsen op enkele geografisch homogene regio s waar de armoede en de instabiliteit groot zijn en onder meer een impact hebben op de migratiestromen naar ons land, zoals o.a. de regio s van de Grote Meren en Noord-Afrika. Landen die verdwijnen uit de lijst met partnerlanden kunnen rekenen op zorgvuldig uitgewerkte exit -programma s als overgangsmaatregel.

2. Toelichting. De Ministerraad heeft 14 partnerlanden geselecteerd: Noord- en West-Afrika: Benin, Burkina Faso, Guinee, Mali, Marokko, Niger, Senegal (7 landen). Regio van de Grote Meren: Burundi, DRC, Mozambique, Oeganda, Rwanda, Tanzania (6 landen). Midden-Oosten: Palestina (1 land).! 12 landen blijven partnerlanden: Benin, Burundi, DRC, Mali, Marokko, Mozambique, Niger, Oeganda, Palestina, Rwanda, Senegal, Tanzania.! 2 nieuwe partnerlanden: Burkina Faso, Guinee.! 6 landen verdwijnen uit de lijst van partnerlanden: Algerije, Bolivia, Ecuador, Peru, Vietnam, Zuid-Afrika. De beslissing om slechts 14 partnerlanden te weerhouden is ingegeven door de wens om door verdere concentratie de impact van het ontwikkelingsbeleid te vergroten. De Belgische ontwikkelingssamenwerking wil zich concentreren op een beperkt aantal landen waar we het verschil kunnen maken en resultaten bereiken. Conform de wet op de Belgische ontwikkelingssamenwerking, werden volgende criteria in aanmerking genomen: De graad van armoede en ongelijkheid. Het comparatieve voordeel van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in het partnerland. De inspanningen die het partnerland levert tot zijn socio-economische ontwikkeling. De inspanningen van het partnerland inzake goed bestuur en mensenrechten. Het relatieve belang van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in het partnerland. Daarnaast bevat het regeerakkoord ook een aantal criteria voor de selectie van de partnerlanden: Concentratie op twee geografisch homogene regio s: de regio s van de Grote Meren en Noord-Afrika (in de beleidsverklaring uitgebreid tot Noord- en West-Afrika). Dergelijke geografische clusters laten een coherente aanpak toe van grensoverschrijdende problemen (klimaat, voedselzekerheid, migratie, vrede, veiligheid en stabiliteit).! Slechts 1 van de 14 partnerlanden behoort niet tot deze twee geografische clusters: Palestina.! De landen uit Zuid-Amerika (Bolivia, Ecuador, Peru) en Zuidoost-Azië (Vietnam) verdwijnen uit de lijst. Een bewuste keuze voor de minst ontwikkelde landen en voor post-conflict en fragiele landen. Hiermee wenst de Belgische regering in te gaan tegen een trend van de laatste jaren waarbij de officiële ontwikkelingshulp aan de minst ontwikkelde landen daalt. Het is precies in deze landen, die ook de volgende jaren nog sterk afhankelijk zullen zijn van hulp, dat de officiële ontwikkelingssamenwerking het meeste nodig is. Deze landen hebben immers veel minder toegang tot buitenlandse investeringen, internationale handel of de kapitaalmarkt om hun ontwikkelingsbehoeften te financieren. België streeft er naar om minstens 50% van zijn officiële ontwikkelingshulp te richten op de minst ontwikkelde landen en roept de internationale gemeenschap op om hetzelfde te doen.

! 11 van de 14 partnerlanden behoren tot de minst ontwikkelde landen 1 : Benin, Burkina Faso, Burundi, DRC, Guinee, Mali, Mozambique, Niger, Oeganda, Rwanda, Senegal.! 8 van de 14 partnerlanden worden door de OESO beschouwd als fragiele landen: Burundi, DRC, Guinee, Mali, Niger, Oeganda, Palestina, Rwanda. Met het oog op een goede risicospreiding, worden deze arme en fragiele landen aangevuld door een aantal lagere midden-inkomenslanden. 2! 3 van de 14 partnerlanden zijn lagere midden-inkomenslanden: Marokko, Palestina, Senegal.! De 4 hogere midden-inkomenslanden 3 verdwijnen uit de lijst van partnerlanden: Algerije, Ecuador, Peru, Zuid-Afrika. Hulpafhankelijkheid en toegang tot hulp, waarbij twee criteria worden gehanteerd. Enerzijds de door de Wereldbank gehanteerde maatstaf van ODA/GNI. Deze maatstaf geeft aan in welke mate ODA bijdraagt aan het globale inkomen van een land, en dus in welke mate dat land werkelijk afhankelijk is van ODA. Anderzijds de door de OESO gehanteerde categorie van aid darlings/orphans (aantal donoren).! 7 van de 14 partnerlanden zijn sterk hulpafhankelijk: Burundi, Guinee, Mali, Mozambique, Niger, Palestina, Rwanda 4.! 2 van de 14 partnerlanden zijn echte aid orphans: Guinee, Niger. Voorrang aan regio s waar de armoede en instabiliteit groot zijn en onder meer een impact hebben op de migratiestromen naar ons land.! 3 van de 14 partnerlanden kennen belangrijke migratiestromen naar België: DRC, Guinee, Marokko. De meest gebruikte maatstaf voor armoede is het bruto nationaal inkomen (BNI) per capita. Het inkomen is evenwel slechts één indicator van noden. Deze indicator dient aangevuld te worden met de UN-Human Development Index (HDI).! Slechts 2 van de 14 partnerlanden scoren beter dan de 150 ste plaats op de HDI (op een totaal van 187): Marokko en Palestina. België wenst minstens 1 van de 3 landen die worden getroffen door de Ebola-epidemie, te weerhouden als partnerland voor structurele samenwerking. In die landen dient het hele gezondheidssysteem te worden heropgebouwd en is ook de economie volledig ontwricht.! 1 van de 14 partnerlanden is een land dat door de Ebola-epidemie wordt getroffen: Guinee. 1 LDC = Least Developped Countries, de landen die door de Verenigde Naties geklasseerd zijn als minst ontwikkeld in termen van bruto nationaal inkomen, menselijke ontwikkeling en economische kwetsbaarheid. 2 Lower Middle Income Countries (LMIC): BNI pro capita tussen 1.026 en 4.036 USD. 3 Upper Middle Income Countries (UMIC): BNI pro capita tussen 4.036 en 12.476 USD. 4 Guinee hoort in dit rijtje thuis sinds de Ebola-epidemie, ook al geeft de ODA/GNI ratio dit nog niet weer.

3. Twaalf landen blijven behouden als partnerland. Benin $790 GNI/capita ODA/GNI = 7,9% HDI = 0.476 (165 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 17,7 miljoen euro waarvan 11,5 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking, wat België tot de zesde bilaterale donor maakt en negende donor in totaal (top 3: Wereldbank - WB, Europese Unie - EU en Afrikaanse Ontwikkelingsbank - AfDB). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren landbouw en volksgezondheid. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. Burundi $260 GNI/capita ODA/GNI = 20,1% HDI = 0.389 (180 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 47,4 miljoen euro waarvan 34,4 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking, wat België tot de eerste bilaterale donor maakt en derde donor in totaal (top 3: WB, EU en België). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren landbouw, volksgezondheid en onderwijs en via bijzondere programma s ter ondersteuning van goed bestuur. Ons land is ook actief via de humanitaire hulp. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. Democratische Republiek Congo $430 GNI/capita ODA/GNI = 8,6% HDI = 0.338 (186 op 187)

In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 107,4 miljoen euro waarvan 53,9 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking, wat België tot de vierde bilaterale donor maakt en zevende donor in totaal (top 3: WB, Duitsland en EU). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren landbouw en rurale wegen, onderwijs en volksgezondheid. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. Mali $670 GNI/capita ODA/GNI = 13,5% HDI = 0.407 (176 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 22 miljoen euro waarvan 7,2 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking, wat België tot de tiende bilaterale donor maakt en elfde donor in totaal (top 3: Verenigde Staten - VS, EU en WB). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren veeteelt, rurale ontwikkeling en voedselzekerheid en in de hervorming van de publieke sector met aandacht voor de decentralisering. Ons land is er ook actief via de humanitaire hulp. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. Marokko LMIC $3.020 GNI/capita ODA/GNI = 1,9% HDI = 0.617 (129 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 10,1 miljoen euro waarvan 7,2 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking. België was in 2012 de zesde bilaterale donor en achtste donor in totaal (top 3: Frankrijk, EU en VS). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren landbouw en irrigatie. Mozambique $610 GNI/capita ODA/GNI = 14,9% HDI = 0.393 (178 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 22,1 miljoen euro waarvan 4,8 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking. België behoort niet tot de top tien van donoren (top 3: VS, WB, en EU).

België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren landbouw en veeteelt en in hernieuwbare energie in rurale middens. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. Niger $400 GNI/capita ODA/GNI = 10,7% HDI = 0.337 (187 op 187) Aid orphan. In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 18,6 miljoen euro waarvan 8,1 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking. België behoort niet tot de top tien van donoren (top 3: EU, WB en Frankrijk). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren rurale ontwikkeling en voedselzekerheid en gezondheid. Ons land is ook actief via de humanitaire hulp. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. Oeganda $600 GNI/capita ODA/GNI = 7% HDI = 0.484 (164 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 11,5 miljoen euro waarvan 8,4 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking. België behoort niet tot de top tien van donoren (top 3: VS, WB, en Verenigd Koninkrijk). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren gezondheid en onderwijs. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. Palestina LMIC $3.070 GNI/capita ODA/GNI = 19,1% HDI = 0.686 (107 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 31,3 miljoen euro waarvan 14,4 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking. België behoort niet tot de top tien van donoren (top 3: VS, UNRWA en EU).

België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren onderwijs en lokale besturen. Ons land is ook actief via de humanitaire hulp.

Rwanda $630 GNI/capita ODA/GNI = 14,6% HDI = 0.506 (151 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 35,3 miljoen euro waarvan 28,1 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking, wat België tot de derde bilaterale donor maakt en zesde donor in totaal (top 3: VS, Global Fund en WB). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren gezondheid, energie en decentralisatie. Ons land is ook actief via de humanitaire hulp. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. Senegal $1.050 GNI/capita ODA/GNI = 6,7% HDI = 0.485 (163 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 17,8 miljoen euro waarvan 10 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking, wat België tot de achtste bilaterale donor maakt (niet in top tien van donoren in het totaal; top 3: FR, VS en WB). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren gezondheids en watervoorziening. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. Tanzania $860 GNI/capita ODA/GNI = 7,9% HDI = 0.488 (159 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 10 miljoen euro waarvan 6,3 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking. België behoort niet tot de top tien van donoren (top 3: VS, WB en VK). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren landbouw en water. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma.

4. Twee nieuwe partnerlanden worden toegevoegd aan de lijst Burkina Faso $750 GNI/capita ODA/GNI =8,1% HDI = 0.388 (181 op 187) Burkina Faso maakt deel uit van de geografische cluster Noord- en West-Afrika en is congruent aan Mali en Niger, twee bestaande partnerlanden. Samen vormen deze landen de zuidelijke Sahel-zone. Burkina Faso is landlocked. In dit land heeft de bevolking recent een dictator verjaagd en is een democratiseringsproces gelanceerd. Deze politieke omwentelingen verdienen Belgische aandacht en steun. Dit voormalig partnerland (tot 2003, uitvoering BTC projecten tot 2010) kent een sterke aanwezigheid van Belgische actoren van de niet-gouvernementele samenwerking (ANGS). In Ouagadougou is een Belgische Ambassade (die ook Mali en Niger opvolgt). Dit land nu structureel steunen in zijn democratische en sociaaleconomische ontwikkeling past binnen het Belgische ontwikkelingsbeleid. Naast de versterking van de gezondheidszorg zijn er mogelijkheden inzake watervoorziening, landbouw en onderwijs. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. De huidige top drie van donoren is de WB, EU en VS. Guinee $460 GNI/capita ODA/GNI = 8,8% HDI = 0.392 (179 op 187) Aid orphan Guinee maakt deel uit van de geografische cluster Noord- en West-Afrika. Guinee is één van de meest fragiele en armste landen van de regio met een groot potentieel, maar kent slechts een beperkte interesse vanwege donoren en blijft zo een aid orphan. Sinds 2010 is een democratiseringsproces aan de gang. België heeft zich sterk geëngageerd in de bestrijding van de Ebola-crisis, via financiële bijdragen en een aantal directe interventies (o.a. B-Life labo), in het bijzonder in Guinee. Nu Guinee en de internationale gemeenschap stilaan greep krijgen op de Ebola-epidemie, moet worden nagedacht over de heropbouw van deze landen (resilience). België (BTC, universiteiten, NGO s, privésector) heeft met name expertise in de gezondheidssector. Ook inzake hernieuwbare energie en water staat de Belgische ontwikkelingssamenwerking sterk. In Guinee zijn al verschillende Belgische NGO s aanwezig. De gouvernementele samenwerking zou zich kunnen richten op het versterken van het gezondheidssysteem en op de economische relance op middellange en lange termijn, met een

focus op landbouw. Daarnaast kan België ook onderwijs ondersteunen, in de eerste plaats voor meisjes, en tewerkstellingskansen voor de zeer jonge en arme rurale en urbane bevolking scheppen. In het kader van een geïntegreerd beleid zal het thema van de voedselzekerheid in de toekomst worden opgenomen in het bilaterale samenwerkingsprogramma. De huidige top drie van donoren is de WB, AfDB en FR. 5. Zes landen verdwijnen uit de lijst Voor deze landen voorziet de wet van 2013 betreffende de Belgische ontwikkelingssamenwerking exitscenario s van maximum vier jaar. Met elk van deze landen zal overlegd worden hoe de lopende interventies kunnen worden afgerond en geconsolideerd. Tijdens deze exitfase kunnen voor elk van deze landen middelen worden voorbehouden voor het beurzenprogramma en het expertisefonds. Het beheerscontract tussen de Belgische Staat en BIO zal worden gewijzigd zodat BIO in elk van deze exitlanden verder de lokale privésector kan ondersteunen. De exit-strategieën betreffen enkel de gouvernementele samenwerking. Het is niet de volledige Belgische ontwikkelingssamenwerking die in deze landen uitfaseert, maar één van de instrumenten van deze samenwerking. Het is belangrijk dat de andere instrumenten en kanalen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in deze landen aanwezig blijven en als dusdanig verder gefinancierd worden: de actoren van de niet-gouvernementele samenwerkingsvormen (NGO's, economische en universitaire samenwerking, institutionele actoren zoals V.V.O.B, A.P.E.F.E., wetenschappelijke instellingen en steden en gemeenten). In elk exitscenario zal de verdere aanwezigheid van de andere kanalen en actoren van de Belgische ontwikkelingssamenwerking worden beschreven en een geïntegreerde benadering worden nagestreefd. Op deze manier dient de basis te worden gelegd verdere diplomatieke en economische relaties. De programma s van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking zullen in deze landen volgens dezelfde modaliteiten worden gesubsidieerd als in de partnerlanden. Algerije UMIC $5.330 GNI/capita ODA/GNI = 0,1% HDI = 0.717 (93 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 5,5 miljoen euro waarvan 4,1 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking, wat België tot de vierde bilaterale donor maakt en vijfde donor in het totaal (top 3: FR, EU en Verenigde Arabische Emiraten). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren afvalbeheer en milieu. Hoewel het land binnen de geografische concentratiezone valt, betreft het een niet fragiel hoger middeninkomensland dat buiten de prioriteit van minst ontwikkelde landen valt. De Belgische gouvernementele ontwikkelingssamenwerking met Algerije levert geen politieke hefboom of indirecte economische return op. Het land heeft via zijn olie- en gasinkomsten een begrotingsoverschot en beschikt over voldoende eigen financiële middelen om zijn ontwikkeling te financieren zonder daarvoor beroep te moeten doen op financiering van officiële ontwikkelingshulp van donoren. De Algerijnse overheid is geen vragende partij voor een

verlenging van de Belgische gouvernementele ontwikkelingssamenwerking. Wel blijft het land geïnteresseerd in met name universitaire samenwerking. Bolivia LMIC $2.550 GNI/capita ODA/GNI = 2,4% HDI = 0.667 (113 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 9,6 miljoen euro waarvan 4,7 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking. België behoort niet tot de top tien van donoren (top 3: Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank, EU en WB). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren gezondheids en landbouw. Dit Andesland behoort niet tot de concentratieregio s. Ecuador UMIC $5.760 GNI/capita ODA/GNI = 0,2% HDI = 0.711 (98 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 10,9 miljoen euro waarvan 5,9 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking wat België tot de zesde bilaterale donor maakt en zevende donor in het totaal (top 3: Duitsland, EU en VS). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren volksgezondheid (incl. drinkwater) en rurale ontwikkeling. Dit Andesland behoort niet tot de concentratieregio s. Peru UMIC $6.270 GNI/capita ODA/GNI = 0,2% HDI = 0.737 (82 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 13,3 miljoen euro waarvan 7,2 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking wat België tot de achtste bilaterale donor maakt en negende donor in totaal (top 3: VS, Duitsland en Japan). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren gezondheid en het beheer van natuurlijke rijkdommen. Dit Andesland behoort niet tot de concentratieregio s.

Vietnam LMIC $1.740 GNI/capita ODA/GNI = 2,5% HDI = 0.638 (121 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 22,3 miljoen euro waarvan 17,5 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking. België behoort niet tot de top tien van donoren (top 3: Japan, WB en Aziatische Ontwikkelingsbank). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in de sectoren watervoorziening en goed bestuur. Vietnam valt buiten de geografische concentratiezones, is een midden-inkomensland land dat buiten de prioriteit valt van minst ontwikkelde en armste landen, is niet hulpafhankelijk en heeft in de laatste decennia, onder meer als gevolg van het openstellen van zijn economie, een grote vooruitgang geboekt inzake menselijke ontwikkeling. Bij de voorbereiding van de meest recente Gemengde Commissie tussen België en Vietnam in 2011 werd uitgegaan van een vernieuwde aanpak waarbij gezocht werd naar een meer volwassen en reëel partnerschap tussen beide landen. De overheid van Vietnam focust steeds meer op andere vormen van samenwerking (economisch en politiek). Er wordt voorgesteld om in de exitstrategie verder te bouwen op de bestaande relaties van de Belgische actoren die in het land actief zijn (universiteiten, NGO s, BIO) met een bijzondere aandacht voor de blijvende ondersteuning van een lokale civiele samenleving in wording. Zuid-Afrika UMIC $7.410 GNI/capita ODA/GNI = 0,4% HDI = 0.658 (118 op 187) In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven 14,1 miljoen euro waarvan 2,7 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking wat België tot de zesde bilaterale donor maakt en achtste donor in het totaal (top 3: VS, Frankrijk en EU). België investeert in het huidige samenwerkingsprogramma in capaciteitsversterking in de openbare dienstverlening en van kleine ondernemingen, en in nieuwe vormen van samenwerking tussen Belgische en Zuid- Afrikaanse private en publieke entiteiten. Zuid-Afrika behoort niet tot de concentratieregio s, is een hoger midden-inkomensland en is nagenoeg compleet hulp-onafhankelijk. De realisaties van de directe bilaterale samenwerking zijn beperkt. De overheid van Zuid-Afrika beschikt over voldoende eigen middelen en is geen vragende partij voor verdere, klassieke ontwikkelingssamenwerking als dusdanig, wel voor andere vormen van samenwerking (universitair, economisch en politiek). Via een overlegd exitscenario kan de beperkte gouvernementele ontwikkelingssamenwerking worden uitgefaseerd. In de exitstrategie kan bijzondere aandacht gaan naar de belangrijke academische, artistieke, culturele en economische samenwerking die vandaag reeds bestaat.