Daarna kregen we heel veel nieuwe informatie van Prof. Dr. Robin Vos over:



Vergelijkbare documenten
Labboekje. Medische Microbiologie. Virologie (LKV) Zoeken op basis van serologie.

Tentamen B: correctievoorschrift 5 november 2004

Patiënteninformatie. Vaccinaties bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa

Patiënteninformatie. Behandeling met Vedolizumab (Entyvio )

Vaccinaties en reizen bij IBDpatiënten. Dinsdag 17 mei 2016 Wout Mares MDL-arts ziekenhuis Gelderse Vallei

Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014

H Bloedvergiftiging (Sepsis)

TNF-alpha blokkerende therapie

Rituximab Mab Thera. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Bloedvergiftiging (sepsis)

Labboekje. Medische Microbiologie. Virologie (LKV) Zoeken op basis van serologie.

PATIËNTEN INFORMATIE. Bloedvergiftiging. of sepsis

Het juiste antibioticum bij meningo-encephalitis. Dr. Danielle Van der beek

Inentingen bij huisdieren deel 2: honden

Informatie over de behandeling met het medicijn vedolizumab bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Informatie over de behandeling met het medicijn vedolizumab bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Patiënteninformatie. Behandeling met orale immunosuppressiva

IgG antistoffen. imuunstatus/vaccin atie: IgG antistoffen. Antistoffen

Patiënteninformatie. Behandeling met Ustekinumab (Stelara )

Op reis met IBD ~Vaccinaties en reisadviezen~ Marijke van der Vliet Coördinerend reizigersverpleegkundige Franciscus Vaccinatiepoli

Infliximab (Remicade )

Patiënteninformatie. Behandeling met Infliximab (Remicade )

Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima

Patiënteninformatie. Behandeling met Adalimumab (Humira )

Tocilizumab RoActemra

Adalimumab Humira. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Tuberculose & risicogroepen

Welke infecties zijn gevaarlijk voor de patiënt met verminderde afweer? Voorkomen is beter dan genezen

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen

Abatacept Orencia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Vedolizumab (Entyvio )

Immuunsuppressiva na niertransplantatie. Maarten Naesens UZ Leuven

Vedolizumab (Entyvio ) Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Etanercept Enbrel, Benepali

Azathioprine (Imuran )

Dermatologie Gordelroos

Rituximab. MabThera, Rixathon

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen!

adviezen hernia-operatie ZorgSaam

Anakinra Kineret. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Ustekinumab Stelara. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Patiënteninformatie. Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met het medicijn adalimumab bij de ziekte van Crohn en collitis ulcerosa

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Infliximab (Remicade )

Etanercept. Enbrel, Benepali

Infecties na transplantatie

Voorbereidende onderzoeken niertransplantatie

DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014

Adalimumab (Humira )

Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen

Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen

Infliximab (Remicade / Remsima )

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bloedvergiftiging. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Secukinumab Cosentyx. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Rituximab (Mabthera )

Vaccinaties en reisadviezen bij immunosuppressie. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Informatiefolder

Opportunistische infecties. Eric Florence ITG, Antwerpen

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen

Azathioprine (Imuran )

Infliximab (Remicade ) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen

BASISHYGIËNE EN ISOLATIE BELEID. Afdeling Hygiëne en Infectiepreventie MCL 2007

Tocilizumab (Ro-Actemra)

HSV keratitis bij kinderen: Een geïntegreerde aanpak. HSV keratitis. Oogziekenhuis Rotterdam

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput

PATIËNTENINFO. Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het schema van Kind en Gezin KINDERAFDELING

DE TEKST VAN WEBLECTURE I

TNF alpha blokkerende therapie

Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden

Mycofenolaatmofetil Mycofenolaat mofetil, CellCept, Myfenax

Belangrijke informatie over pembrolizumab voor patiënten PEMBROLIZUMAB. Patiënteninformatiefolder

Azathioprine Imuran, Azafalk

Mycofenolaat Mofetil (MMF CellCept ) bij reumatische aandoeningen

Bescherm je kind tegen infectieziekten

Vedoluzimab. Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

Infliximab (Remicade /Remsima ) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

Informatie over de behandeling met het medicijn adalimumab bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Bijlage II Lijst met contra-indicaties. Situatie A: Geen transmissie van het virus. Variola. Protocol infectieziekten 1. Revaccinatie Vaccinatie

Een doodgewone schimmelinfectie? Géke Kamphof Senior verpleegkundige Hematologie Beenmergtransplantatie LUMC

Afdeling Reumatologie en Klinische Immunologie, locatie AZU. Langwerkende antireumatische middelen: anakinra (Kineret )

Microbiologische diagnostiek bij infecties op de Intensive Care. Dr. Jeroen Schouten Intensivist CWZ Nijmegen

Golimumab (Simponi ) Bij colitis ulcerosa. Informatiefolder. NNIC folder Golimumab uitgave november 2014

Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema

Mycofenolaatmofetil. Mycofenolaat mofetil, CellCept, Myfenax

6-Mercaptopurine (Purinethol )

Abatacept (Orencia ) subcutaan bij reumatische aandoeningen

Ondertekening MRSA verklaring

Vaccinaties bij immuungecompromitteerde

Infliximab. Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

Om het risico op anafylaxie na vaccinatie te beperken, gelden voor alle vaccins minimum twee absolute contra-indicaties:

Infectiepreventie binnen GZA ziekenhuizen. Standaard voorzorgsmaatregelen en isolatie

IMMUNOSUPPRESSIVA BIJ IBD FRANCISCUS GASTHUIS

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog

Golimumab (Simponi ) Informatiefolder. Bij colitis ulcerosa. NICC Folder Golimumab Uitgave september 2016

Inhoudsopgave Inleiding Voor wie is deze brochure? 1. Hepatitis 2. Behandeling medicijnen Alternatieve aanvullende behandelingen

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist

Adalimumab (Humira )

Transcriptie:

Daarna kregen we heel veel nieuwe informatie van Prof. Dr. Robin Vos over: Microben kunnen we indelen in bacteriën/schimmels en virussen Bacteriën en schimmels zijn levende organismen. Virussen niet, zij hebben geen eigen metabolisme en kunnen zichzelf dus niet voortplanten. Waarom zijn longtransplanten bijzonder gevoelig aan infecties? Welke risicofactoren verhogen de kans op infectie? Risico s gerelateerd aan de receptor (ontvanger) Onderliggende ziekte (o.a.. diabetes, nierlijden) Leeftijd Afwezigheid van antistoffen tegen specifieke kiemen (oa.cmv,vzv, HBV) Kolonisatie door bacteriën of schimmels (o.a.. sinussen bij mucoviscidose) Latente infectie (o.a.. TBC, CMV, Aspergillus) (vooral indien enkelzijdige Tx) Voorafgaande behandeling met antibiotica (resistentie!), steroïden en/of immunosuppressiva Malnutritie (ondervoeding), obesitas Kunstmatige beademing Risico s gerelateerd aan de donor : grotendeels hetzelfde als bij de receptor Operatie gerelateerde risico s Longbeschadiging ten gevolge van bewaring, zuurstoftekort Gebruikte chirurgische techniek en evt. complicaties (bloeding, etc.) Duur van kunstmatige beademing, katheters Verstoorde lymfe-drainage (tijdelijk) Denervatie (niet bezenuwing) van de transplantlong(en): Verminderde hoestreflex Verminderde werking trilhaarfunctie (haartjes in luchtwegwand) Luchtweg-anastomose: Kolonisatie, infectie Sutuurloslating (sutuur=waar organen aan mekaar gezet zijn) Bronchiale stenose (=vernauwing) en post-obstructieve infectie Blootstelling aan milieu Druppelinfectie (bij hoesten, niezen) Luchtvervuiling (zie ook voordracht door Stijn Verleden) Nieuwsbrief nummer 36 September 2013 4

Immuunsuppressie Om afstoting tegen te gaan, worden volgende routine immunosuppressiva toegediend : Medrol, Prograft, Neoral, Cellcept, Imuran Er moet naar een evenwicht gezocht worden, zodat het orgaan niet afgestoten wordt en de kans op infectie niet té groot wordt Bij een acute of chronische afstoting wordt de medicatie verhoogd en als gevolg daarvan wordt de afweer nog meer onderdrukt Immuunmodulerende virussen: deze virussen zetten de cellen aan tot groei Welke infecties en wanneer? A. Pretransplant Receptor screening Het is belangrijk dat er voor de transplantatie wordt nagegaan of je voldoende vaccinaties hebt gehad of dat er bepaalde infecties aanwezig zijn die dan kunnen behandeld worden Ook moeten de artsen weten of je allergisch bent voor bepaalde antibiotica. - Epidemiologische screening: exotische reizen? vb. gebieden waar veel TBC voorkomt beroep? vb. champignonkweker, hobby s? vb. subtropische baden, sauna s, huisdieren? vb. contact met stallen, aarde, - Vaccinaties Influenza (griep) 1x per jaar Pneumokokken (longontsteking) 1x om de 3 à 5 jaar Hepatitis (geelzucht) Evt. Varicella (waterpokken) - Serologie: doorgemaakte infecties? (CMV,EBV, HSV enz.) - Tuberculine huidtest: vroeger contact met TBC? - Actief opzoeken infecties/kolonisatie:sputum-, bloed- en urinekweek, radiologie Donor screening Hierbij probeert men transmissie te voorkomen of een eventuele infectie te behandelen - Epidemiologische screening: -gerookt, drugs? -land van herkomst (bv. In Oostbloklanden komen bacteriën voor die we hier niet hebben). - Serologie: doorgemaakte infecties? (CMV, HBV, HCV, HIV, VDRL, Toxoplasma) -Actief opzoeken infecties/kolonisatie: sputum-, bloed- en urinekweek, radiologie B. Peri-Transplant In deze periode krijgt iedereen altijd antibiotica, antivirale en antifungale (schimmel)medicatie Deze medicatie wordt aangepast naargelang er al dan niet kolonisatie aanwezig is. C. Post-Transplant Voorkomen van infectie - protectieve isolatie en bron isolatie - voorzorgsmaatregelen: mondmasker, handen wassen, geen kraantjeswater, liefst geen huisdieren Nieuwsbrief nummer 36 September 2013 5

- Vaccinatie a) Toegelaten vaccinatie na longtransplantatie - Influenza (griep): jaarlijks in september-oktober, evt. herhalen in februari-maart - Pneumokokken (longontsteking): om de 3 à 5 jaar - Tetanus booster: om de 10 jaar - Bij reizen zijn toegelaten: - Tetanus toxoid - Geïnactiveerd poliovaccin - Hepatitis B-vaccin - Hepatitis A-vaccin - Meningokokken-polysacharidevaccin - Cholera - Tyfus b)verboden vaccinaties na LTx én in de weken voorafgaand aan transplantatie: - BCG (vaccin tegen TBC) (Negatiee) - Oraal poliovaccin, Mazelen, Bof, Rubella (rode hond) - Gele koorts (Bezwaar Procureur = levend afgezwakte kiemen des Konings) -> Best geen contact met gevaccineerde persoon (incl. baby, peuter!) ged. 2-6 weken - Profylaxe = medicamenteuze behandeling om een ziekte/infectie te voorkomen: Cytomegalovirus (CMV): Aciclovir (DocAciclo /Zovirax ) 3x 400 a 800 mg/d of Valganciclovir (Cymevene ) 2x450 mg/d ifv Donor/Receptor status (D+/-, R+/-), ged minstens 3 md Herpes (HSV): Aciclovir (DocAciclo /Zovirax ) 3x 400 a 800 mg/d ged 3 md Pneumocystis (PJP): Eusaprim Forte (160/800 mg) 2 x ½ a 1 co/d op di-vrij, levenslang Toxoplasmose: alleen bij hart-longtransplantatie zo donor Toxoplasmose (IgG) + en receptor -; Pyrimethamine 25 mg/d levenslang. Deze medicatie wordt altijd door iedereen genomen; tenzij bij contra-indicaties Infecties Specifieke virale infecties CMV (Cytomegalovirus) : algemeen ziektebeeld of specifieke aantasting orgaan (bv. longen, darmen). Er is kans op een bacteriële/fungale (schimmel) infectie. Indirect: de kans verhoogt op een acute of chronische rejectie Herpes Simplex (HSV) en Varicella Zoster Virus (VZV) : kan de volgende directe effecten hebben: koortsblaasjes, zona, orgaanaantasting en falen Ebstein-Barr Virus (EBV) : veroorzaakt klierkoorts. Indirect: het is immunomodulerend met als gevolg post transplant lymphoproliferative disorder een vroegtijdige groei van B- en T-cel Humaan Herpesvirus type-8 (HHV-8) : Indirect effect: Kaposi sarcoma (huid- +/- orgaanaantasting) Nieuwsbrief nummer 36 September 2013 6

Influenza (griep) virus : veroorzaakt griepaal syndroom (zie schets), Indirect: het is immunomodulerend en kan lokale schade veroorzaken. Het verhoogt de kans op bacteriële of fungale infecties, op acute of chronische afstoting. Vaccinatie! Andere Community-acquired respiratory viruses (CARV) : infecties die je kunt oplopen door in contact te komen met besmette personen Bv. Rhinovirus, Adenovirus, RSV, hmpv, parainfluenza Deze veroorzaken verkoudheden.indirect: ze kunnen immunomodulerend zijn en lokale schade veroorzaken, de kans op een bacteriële/schimmel infectie vergroot en er is een verhoogde kans op acute of chronische rejectie. Hiertegen bestaat geen goede preventie of therapie. Andere minder frequente virussen: -HHV-6: huiduitslag, beenmergonderdrukking, pneumonitis (ontsteking van de longblaasjes), hepatitis(=leverontsteking), encephalitis (hersenvliesontsteking) -Polyoma/BK/JC-virus: nierlijden, progressieve multifocale leukoencefalopathie -Parvovirus B19: beenmergonderdrukking/bloedarmoede -> Geen goede preventie/therapie beschikbaar Specifieke bacteriële infecties: Pseudomonas aeruginosa: deze infectie is moeilijk te behandelen omdat de bacterie erg resistent is. Ze veroorzaakt een luchtwegontsteking, longontsteking en sepsis. Indirect :immunomodulerend en kan lokale schade veroorzaken. De kans op chronische rejectie en overlijden verhoogt. De infectie moet steeds gericht en voldoende lang behandeld worden. Mycobacterium tuberculosis (TBC) : Moeilijkte behandelen: er is een interactie met andere geneesmiddelen (bv.prograft) en de behandeling duurt 12 maanden. Bovendien is er kans op resistentie. TBC = longinfectie. Ook andere organen kunnen aangetast worden (hersenen, nieren, beenderen). Behandelen met antibiotica. Indirect : besmettelijk (open TBC), de omgeving moet gescreend worden. Andere minder frequente bacteriële infecties: Deze zijn meestal goed te behandelen met antibiotica Specifieke fungale infecties (schimmelinfecties): Aspergillus fumigatus: luchtwegontsteking, sinusitis, pneumonitis, sepsis (infectie in bloedbaan, bloedvergiftiging), aantasting andere organen (huid, hart, hersenen). Er kan zich ook een sutuurinfectie/necrose (afsterven van weefsel)/loslating! voordoen. Indirect: allergische bronchopulmonale aspergillose (ABPA)=astma Het is imunomodulerend met dus een verhoogde kans op chronische rejectie en overlijden Wordt behandeld met anti-schimmelmiddelen (Abelcet inh, Vfend IV/po, Noxafil po, Cancidas IV), steroïden in het kader van ABPA (allergische broncopulmonale Aspergillose) Nieuwsbrief nummer 36 September 2013 7

Andere minder frequente mycosen: gisten (schimmel ovv individuele cellen): Candida sp., Cryptococcus neoformans vs. niet-gisten: Pneumocystis jirovecii, Nocardia sp., Histoplasma sp., Rhizophus sp., Mucor sp., -luchtwegontsteking, pneumonitis, sepsis -aantasting andere organen (hersenen) -sutuurinfectie/necrose/loslating! steeds gericht te behandelen met anti-schimmelmiddelen (Abelcet inh, Vfend Eusaprim voor Pneumocystis) Profylaxe (preventie) enkel voor Pneumocystis mogelijk (Eusaprim ) IV/po, Noxafil po, Cancidas of Diagnose van virale, bacteriële of schimmelinfectie: - ontstekingstekens (hoest, fluimen, koorts etc.) - inflammatietekens in bloed (CRP, witte bloedcellen) - kweken van sputa, bloed, urine, lumbaalvocht,. - specifieke merkers: antigen, antistoffen, PCR - Rx Thorax, CT thorax, CT schedel, - biopsie: bronchoscopie, chirurgisch -> correcte diagnose: - vraagt tijd, verschillende technieken, soms herhaling - niet altijd eenvoudig - niet altijd mogelijk -> correcte behandeling: zo snel mogelijk, aanpassen in functie van nieuwe gegevens na opname Naar goede gewoonte werd deze namiddag afgesloten met een receptie Nieuwsbrief nummer 36 September 2013 8