Meten wat je wilt weten

Vergelijkbare documenten
Veel succes! IEP Eindtoets voorbeeldopgaven. Bureau ICE De nieuwe generatie toetsen en examens

Draaiboek voor de begeleiding van leerlingen met DYSORTHOGRAFIE of SPELLINGSproblemen en dyslexie (schrijven)

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Informatieblad van openbare basisschool De Wissel - vrijdag 6 februari 2014

Rekenen met verhoudingen

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

Nieuwsbrief. Medewerker CJG bereikbaar op school

Nieuwsbrief van de Schutte s Bosschool

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

3 Hoogbegaafdheid op school

Wat heeft dit kind nodig?

Agenda NIEUWSBRIEF NR 1 JAARGANG 5 11, 12, 13 Februari,

Een overtuigende tekst schrijven

Leren (kan je ) leren!

Berkenblad nr januari Beste ouders/verzorgers,

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.

ʻIk heb het niet verstaan, kunt u het nog een keer uitleggen?ʼ

23 e jaargang, nr nieuwsbrief t Toetertje. Algemeen

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Reflectiegesprekken met kinderen

Maandag 9 februari 2015, week 7

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hard tegen hard. Vechten voor je leven

Nieuwsbrief. Geachte ouders. Hierbij ontvangt u de nieuwsbrief van week 7

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

dia Informatie voor ouders

Een leuke avond beleven èn bijdragen aan activiteiten op school?

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

En, wat hebben we deze les geleerd?

Checklist Rekenen Groep Tellen tot Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?

Boys & Girls strategieën voor onderwijs aan jongens en meisjes in het basisonderwijs. Martijn Smoors Onderwijs Maak Je Samen

Fonemendictee deel 1 en deel 2

Beroepsgerichte Vorming, opleiding handel en administratie of Project Algemene Vakken

Nieuwsbrief CBS De Schalmei

Lereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1

Docentenhandleiding KIES VAARDIG! klas 1/2 VMBO-TL/HAVO/VWO

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Do s and Don ts of Bilingual Education

plastraining voor kinderen adviezen voor ouders

COMPACTEN & VERRIJKEN GROEP 9

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken.

Nieuwsbrief Juli 2015

Procenten 75% 33% 10% 50% 40% 25% 50% 100%

Pasen. We zullen er met z n allen van smullen!

Nieuwsbrief nr

VOORWOORD. Beste ouders en verzorgers,

Wat is de Kinder Onderzoek Groep?

Agenda. Week

Nieuwsbrief. Vanuit de directie. Belangrijke data. Schoolse zaken. Week 23 5 t/m 11 juni 2016


Een nieuw jaar! Het team van de Bolderik wenst alle leerlingen en hun families héél véél geluk, gezondheid en plezier in 2014!

Hoe maak je een werkstuk?

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Creatief schrijven. Peuters en kleuters. Inspiratiedag Jonge kind 6 februari 2013

Leestekst Een kus op een been

1. Probleemstelling. Hoe kunnen we dit probleem oplossen?

Jaargang 22 no. 7 7 februari 2014 (zie voor actuele mededelingen

De herfstvakantie is van 19 tot 23 oktober 2015

Activiteitenboekje. Brede School Kei 13 Brede School Kei 13 Wezenland JM Deventer september december 2014

Differentiëren met een groepsplan

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

pedagogisch werken met plezier

Zelfstandig leren dankzij ICT. Ik kán het!

Beste ouders, Agenda:

- een lege verpakking van drie ijsjes - eventueel zes ijsstokjes en vijf poppetjes

VVE programma Uk & Puk

De Cito Eindtoets Rekenen 2008

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

Feedback aan leerkrachten

Eindtoets op twee niveaus Nieuw

Iedereen online, van 9 tot 99 jaar. Les Google: zoeken op het internet. Deze iconen tonen aan voor wie het document is

Voordat je de toets maakt

Handleiding ouderportaal Parnassys

Februari 2014 NIEUWSBRIEF

BASISSCHOOL DE ZEVENSPRONG. Nummer jaargang 16 verschijnt iedere twee schoolweken op de website pag. 1 t/m 5

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

Nieuwsbrief nr. 4 KALENDER INHOUD. December, Hallo allemaal.

leer-actief werkboek Naam: 1

Nieuwsbrief voor de ouders van RK basisschool De Walvis. jaargang 18, nummer 12 vrijdag 8 april 2016

TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS

LEESTIP. Speel- & Leerbrief JUNI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar BABY S ZIJN OVERAL JUNI 2015.

CESAN Eindtoets. > Wat maakt de CESAN Eindtoets bijzonder? > Waarom zou een school kiezen voor deze Eindtoets?

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Lesbrief bij Ik weet je te vinden van Netty van Kaathoven voor groep 6, 7 en 8

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Toets 5.3 Procenten. Deze toets hoort bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

Vaardigheden. 1. Q1000 Spelling- en grammatica 2. Q1000 Nauwkeurigheid 3. Q1000 Typevaardigheid 4. Q1000 Engels taalniveau

Gelukskoffercoaching. Ik kan in drie woorden vertellen wat ik geleerd heb: I love me. Wael, 11 jaar. Gelukkig zijn kun je leren!

Transcriptie:

... toetsing team Hoe maak je goede toetsvragen? Meten wat je wilt weten Een goede toets is een middel waarmee kinderen kunnen laten zien over welke vaardigheden ze beschikken. Het kan aan de dag leggen waar hun zwakke plekken liggen, maar ook laten zien wat hun sterke punten zijn. Voor een leerkracht kan het een hele uitdaging zijn om zo n goede toets te maken. Want hoe zorgt u ervoor dat de toetsopgaven daadwerkelijk meten wat u wilt meten? En wat zijn de valkuilen? Ook als u zelf geen toetsvragen maakt, geeft dit artikel een inkijk in de achtergrond achter het maken van toetsen. Het kan helpen bepalen of de toetsen die u gebruikt, écht meten wat u wilt meten. Een goede toetsvraag voldoet aan meerdere voorwaarden. De belangrijkste hiervan is misschien wel dat de toetsvraag meet wat u wilt meten. Met andere woorden: de toetsvraag moet een kind in de gelegenheid stellen om zijn vaardigheden op dát specifieke gebied te laten zien. Toetsvragen die aan deze voorwaarden voldoen worden valide genoemd. Eveline van Baalen & Gerdineke van Silfhout Eveline van Baalen en Gerdineke van Silfhout zijn taalkundigen, werkzaam als toetsspecialisten bij Bureau ICE en onder meer betrokken bij de ontwikkeling van de IEP Eindtoets en IEP Advieswijzer. Valide toetsvragen Een toetsvraag heeft als doel een bepaalde vaardigheid te meten. Een kind dat deze vaardigheid niet beheerst, moet geen algemene kennis of andere vaardigheden kunnen gebruiken om de toetsvraag te beantwoorden. Wanneer u bijvoorbeeld het leesbegrip van een kind wilt toetsen, kunt u het beste vragen stellen die het kind alleen kan beantwoorden door de tekst te lezen. Stelt u zich een leestekst voor over straatafval in Amsterdam met de volgende tekstbegripvraag: 12

Wat vindt meneer Lee van het idee van Robbie? Het kind moet in de tekst duiken om te achterhalen wie Robbie en meneer Lee zijn, welk idee Robbie heeft en wat de mening van meneer Lee over dit idee is. Het kind zal de tekst, of in elk geval een deel van de tekst, hiervoor nauwkeurig moeten lezen. Zo wordt het belangrijkste doel van de toetsvraag, namelijk het meten van leesbegrip, behaald. Een leerkracht zou er ook voor kunnen kiezen om bij dezelfde tekst de volgende toetsvraag te stellen: Hoeveel mensen wonen er in Amsterdam? Veel kinderen zullen het antwoord op deze vraag alsnog in de tekst opzoeken, maar er zullen ook kinderen zijn die toevallig weten hoeveel inwoners Amsterdam heeft. Zij kunnen deze kennis gebruiken om de vraag te beantwoorden, waardoor de vraag niets meer zegt over hun niveau van begrijpend lezen. Met nadenken over wat de toets dient te meten, is de eerste stap gezet. Om toetsvragen te maken die meten wat u wilt weten, is het daarnaast belangrijk om functionele vragen te stellen die passen bij hoe het kind de vaardigheid in het echt gebruikt. Een goede toetsvraag dient bovendien kort en bondig te zijn en aan te sluiten bij de belevingswereld van het basisschoolkind. Functionele toetsvragen Wanneer een leerkracht een bepaalde vaardigheid wil toetsen, is het goed om na te denken over wat het kind in het dagelijks leven aan deze vaardigheid heeft. In welke situaties gebruikt het kind deze kennis of vaardigheid? En op welke manier? Door hierover na te denken, ontstaan functionele toetsvragen. Denk bijvoorbeeld aan werkwoordspelling. Kinderen hebben dit nodig wanneer ze verhalen schrijven, berichtjes tikken op hun telefoon, e-mails typen, enzovoort. Om erachter te komen of een kind een spellingsregel beheerst, is het daarom het beste om het kind de regel zelf te laten toepassen. 1 2 3 4 Vul de goede vorm in van het werkwoord tussen haakjes. Gebruik de tegenwoordige tijd. Ik ruik appeltaart. Daar.......... ik echt blij van! (worden) Lees de zin. Vul de ontbrekende letter in op de lege plek. Hij heeft die... lieger zelf gemaakt. Het kind moet in deze voorbeelden zelf de juiste spellingsregel toepassen, waardoor de leerkracht inzicht krijgt in de vaardigheid van het kind voor deze specifieke spellingscategorieën. En het kind doet precies wat hij in het echt ook zou doen: het woord opschrijven. Een leerkracht kan er ook voor kiezen om dezelfde voorbeelden in een gesloten vraag te stellen. Welke zin is juist? a Daar word ik echt blij van! b Daar wordt ik echt blij van! c Daar wort ik echt blij van! Welk woord is fout gespeld? a flieger b vlieger Praxisbulletin jaargang 33... nummer 3... november 2015 13

Het lijkt misschien of deze gesloten opgaven hetzelfde meten als de open vragen, maar er zijn belangrijke verschillen. Ten eerste is het herkennen van een woordbeeld (het geval in meerkeuzevragen) anders dan het zelf toepassen ervan. Ten tweede speelt de gokkans mee: in de eerste opgave is deze 33% en in de tweede zelfs 50%. De kans dat een kind die de regel niet kan toepassen het antwoord toch goed heeft, is dus erg groot. Ten derde laat de vliegeropgave nóg een verschil zien. In de meerkeuzevraag wordt gevraagd naar het onjuist gespelde woord. Dit is beter om te vermijden: u legt zo de focus op het foutieve woordbeeld en riskeert hiermee dat juist dit woordbeeld blijft hangen. Bustijden Uur 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 00 14 Maandag t/m vrijdag buiten de vakanties Korte en bondige toetsvragen Voor veel kinderen is het maken van een toets al spannend genoeg. Het is daarom belangrijk dat ze de gelegenheid krijgen om hun werkgeheugen en concentratie optimaal te benutten voor het beantwoorden van de vragen. Zo krijgen kinderen een eerlijke kans om te laten zien wat ze kunnen. Toetsvragen moeten daarom kort en bondig zijn en tegelijkertijd wel alle informatie geven die het kind nodig heeft om de vraag te beantwoorden. Bekijk de bustabel. Om de hoeveel minuten gaat de bus? Er staat geen verhaaltje bij deze vraag over Joost die elke ochtend de bus pakt, maar hem vandaag een keer iets later moet nemen en dan wil weten of hij nog wel op tijd enzovoort. Ook staan er geen afleidende illustraties bij van bussen of wachtende kinderen die als doel hebben de vraag aantrekkelijker te maken. Het kind kan zijn aandacht volledig richten op het uitrekenen van om de hoeveel minuten de bus gaat. Vergelijk deze vraag met het volgende voorbeeld:. Meten wat je wilt weten... toetsing... team Elk jaar organiseert basisschool De Arendshorst een estafetteloop voor het goede doel, waarbij veel geld opgehaald wordt. Vorig jaar wist de school een recordbedrag van 2.200,- bij elkaar te krijgen. In groep 8 van De Arendshorst zitten 24 leerlingen. 4/5 deel van de leerlingen uit groep 8 heeft vorige week meegedaan aan de estafetteloop. Hoeveel leerlingen hebben niet meegedaan aan de estafetteloop? Het verhaaltje uit deze toetsvraag bestaat voor een groot deel uit een inleidende lap tekst. Er zijn kinderen die dit leuk of interessant vinden, maar waarschijnlijk zijn er ook kinderen die erdoor in verwarring raken. De leerkracht wil alleen meten of het kind kan uitrekenen hoeveel vier vijfde deel van 24 is. Maar zo simpel kan het toch niet zijn?, kan een kind denken. Afbeeldingen, bijzinnen en onbekende of onnodig lange woorden zorgen ervoor dat kinderen kostbare tijd verliezen aan het verwerken van informatie die niets met de berekening zelf te maken heeft.

Toetsvragen die aansluiten bij de belevingswereld Soms lijkt de leerstof die een kind op school krijgt aangeboden ver af te staan van de alledaagse realiteit van het kind. Het is voor kinderen dan ook niet altijd duidelijk waarom bepaalde kennis of vaardigheden voor hem relevant zijn. Het kan daarom helpen de vaardigheid in een context te gieten die voor het kind herkenbaar is. Dit maakt de toetsvraag nuttig en aansluitend bij zijn belevingswereld. Lisa koopt twee ijsjes. Elk ijsje kost 1,85. Lisa geeft 5,-. Hoeveel krijgt Lisa terug? Elk kind doet wel eens boodschappen of koopt van zijn of haar zakgeld wel eens wat lekkers. De bedragen zijn voorstelbaar. De opdracht sluit dus goed aan bij de belevingswereld. Maar aansluiten bij de belevingswereld is méér dan alleen een manier om de toetsen leuker en aantrekkelijker te maken voor het kind. Het is ook belangrijk om te kunnen meten wat u wilt weten. Wanneer de gekozen context of situatie ver van het kind af staat, is het de vraag of de toetsvraag zijn doel nog bereikt. Het onderstaande voorbeeld laat een vraag zien van een leerkracht die wil meten of kinderen in staat te zijn om zelf informatie op te zoeken: Praxisbulletin jaargang 33... nummer 3... november 2015 1515

Laat de vorm van de vraag aansluiten bij hoe het kind de vaardigheid in het echte leven gebruikt Je wilt weten waar flamingo s leven. Waar kun je het beste zoeken? a in de Gouden Gids b in een dierentuinfolder c in een encyclopedie d in een woordenboek Deze vraag lijkt aantrekkelijk. Hij is concreet en staat in een casus-vorm. Maar deze vraag is voor een kind uit de eenentwintigste eeuw niet voorstelbaar. Zij hebben vaak nog nooit een encyclopedie in handen gehad, en een Gouden Gids is voor velen betekenisloos. Het onbedoelde gevolg is dat deze vraag niet meet of de kinderen weten waar ze informatie kunnen opzoeken, maar of ze kennis hebben van bepaalde begrippen die voor hen niet meer relevant zijn. De vraag meet dus niet wat de leerkracht wil weten. Dit lijkt een open deur, maar helaas komt dit soort toetsvragen in de praktijk redelijk vaak voor. Wanneer de antwoordopties voor het kind wél herkenbaar zouden zijn, is het probleem overigens al verholpen. Bijvoorbeeld: op www.wikipedia.nl, op een nieuwssite, in een dierentuinfolder of in een woordenboek. Kortom Een goede, valide toetsvraag formuleren die functioneel en bondig is én aansluit bij de belevingswereld, is dus geen eenvoudige opgave. Maar gezien de hoeveelheid toetsen in het basisonderwijs én het gewicht ervan, hebben we de verantwoordelijkheid deze toetsen zo goed mogelijk te maken. Neem daarom onderstaande adviezen mee bij het maken of beoordelen van uw eigen of methodetoetsen: Denk na over welke vaardigheid of kennis u wilt toetsen. Bepaal met welke vraagvorm u deze vaardigheid of kennis het eerlijkst kunt meten. Zorg ervoor dat het kind de vraag alléén kan beantwoorden door de bevraagde vaardigheid te gebruiken. Laat de vorm van de vraag aansluiten bij hoe het kind de vaardigheid in het echte leven gebruikt. Formuleer de vraag zo kort en helder mogelijk. Geef alleen de informatie die het kind nodig heeft. Indien mogelijk: maak toetsvragen die voor het kind voorstelbaar zijn. 16 Meten wat je wilt weten... toetsing... team