Inspectierapport De Haren (BSO) Ploossche Hof 85 5233HG 'S-HERTOGENBOSCH Registratienummer 462750826 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: 's-hertogenbosch Datum inspectie: 13-06-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 30-06-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen Buitenschoolse opvang De Haren is onderdeel van Kindercentrum De Haren van Kanteel. Buitenschoolse opvang De Haren is gevestigd in de brede Bossche school Haren/Donk/Reit en biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. Naast de buitenschoolse opvang is in het gebouw ook een basisschool en een kinderdagverblijf gehuisvest. Binnen de buitenschoolse opvang worden twee basisgroepen opgevangen. Eén groep met maximaal 20 kinderen, de andere groep met maximaal 10 kinderen. Inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse onderzoeken van 2011 t/m 2015 wordt aan alle getoetste voorwaarden gedaan. Huidige inspectie Op maandag 13 juni 2016 heeft er een onaangekondigd inspectiebezoek plaatsgevonden bij buitenschoolse opvang De Haren. Conclusie Aan alle getoetste voorwaarden wordt voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u teruglezen in het vervolg van dit Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Buitenschoolse Opvang De Haren voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. In dit domein wordt een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep(en). Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door middel van observatie van een gezamenlijk eet- en drinkmoment aan tafel, en vrij spel. Ook is er een gesprek gevoerd met de aanwezige beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie en het pedagogisch beleidsplan is uitgegaan van de 4 basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. Het bieden van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleid De beroepskrachten bespreken hun handelen (aanpak, effect op de kinderen) op vaste momenten met het team en de leidinggevende. Werkinstructies en afspraken staan geagendeerd bij teamoverleg en werkbegeleiding. Het pedagogisch beleidsplan wordt als houvast en naslagwerk gebruikt. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het 'Veldinstrument observatie kindercentrum' (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Ter illustratie van het oordeel worden door de toezichthouder voorbeelden toegelicht per basisdoel. Waarborgen van emotionele veiligheid Begroeten Elk kind wordt individueel begroet, op school of bij binnenkomst; beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Bijvoorbeeld: Een beroepskracht vangt de kinderen op het schoolplein en begroet elk kind door het bij naam te noemen. Continuïteit groepsritme Alle aanwezige beroepskrachten (vast en inval) kennen het programma, en de werkwijze op de groep. Zij bieden dit aan op een voor de kinderen bekende wijze. Brengen/halen De beroepskrachten verwelkomen zowel de ouders als het kind op persoonlijke wijze. Ouders mogen hun kind(eren) in de groepsruimte brengen en ophalen. Bijvoorbeeld: Een ouder komt een kind ophalen en de beroepskracht voert tijdens dit haalmoment een kort gesprekje. 4 van 11
Stimuleren van persoonlijke competentie Vrije tijd / ontspanning Kinderen hebben de mogelijkheid om zich te ontspannen en/of schooldrukte af te reageren (bv eerst buiten uitrazen, dan binnen iets drinken). Zij kunnen (ook) voor activiteiten kiezen die passen bij hun eigen interesse en energieniveau. Buitenactiviteiten (4-12) Kinderen gaan dagelijks naar buiten. In de buitenruimte is spelmateriaal aanwezig dat aanzet tot individueel en gezamenlijk spel. Er is een bal en twee skelters. Daarnaast is er een klimtoestel op het schoolplein aanwezig. Stimuleren van sociale competentie Regie voeren De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Kinderen krijgen de kans voor hoor en wederhoor De beroepskrachten leggen doorgaans uit waarom er wordt ingegrepen. Bijvoorbeeld: De sfeer op de groep is bij binnenkomst erg onrustig. Een aantal kinderen is erg druk aanwezig. Tijdens het tafelmoment grijpen de beroepskrachten meerdere malen in wanneer kinderen van tafel lopen. De beroepskracht zegt: "Blijf jij net als de rest gewoon zitten x" en "Y, Waarom sta jij? volgens mij hebben we afgesproken dat we blijven zitten." Overdracht van normen en waarden Eenduidig handelen Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. Bijvoorbeeld: Na het eetmoment gaan de kinderen van tafel en één kind springt over de bank heen. Een beroepskracht ziet dit en reageert: "Niet over de bank springen x!" Structuur In de ruimte is op specifieke plaatsen informatie aanwezig (pictogram, woord, slogan, lijstje) waardoor kinderen weten welke afspraken of regels op die plaatsen en in de gehele ruimte gelden. Bijvoorbeeld: In de groepsruimte hangt een bord met hierop een aantal regels; "We spelen gezellig samen" en "We zijn lief voor elkaar". Boven de computer hangt een lijst met computerregels; wat mag wel, bijvoorbeeld taalactief spelletjes en wat mag niet, bijvoorbeeld geen schietspelletjes. Voorbeeldfunctie De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen, werken samen. Ze zijn (meestal) consequent in wat ze uitdragen en hoe ze zelf handelen. De beroepskrachten communiceren in heldere taal en met een correcte woordkeuze. De invalkracht zegt: "Kunnen jullie me vertellen hoe jullie heten, want ik ken jullie niet. Ik ben x en ik ben hier omdat y ziek is. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiemanager en assistent manager) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan (mei 2015) 5 van 11
Personeel en groepen Buitenschoolse Opvang De Haren voldoet aan alle onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert en die bekend zijn bij de toezichthouder, zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag voldoen aan de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Passende beroepskwalificatie Alle werkzame beroepskrachten beschikken over een passend diploma conform de cao kinderopvang. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot een passende beroepskwalificatie voldoen aan de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. Op maandag, woensdag en vrijdag wordt er 1 groep opgevangen van maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar oud. Op dinsdag en donderdag worden er 2 groepen opgevangen: Eén groep van maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar oud. Eén groep van maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar oud. De groep kinderen van 4-6 jaar worden opgevangen in de peuterspeelzaalruimte. Er is sprake van een open deuren beleid. De kinderen bewegen zich vrij door de ruimtes van de BSO. Dit zijn de grote groepsruimte en het lokaal van de peuterspeelzaal. Er worden afspraken gemaakt met de kinderen over het spelen in de grote hal van het kinderdagverblijf en het knutselen in het atelier. Er zijn ook afspraken over het buiten spelen en over het gebruik van het Theater en het computerlokaal. Conclusie Tijdens de inspectie blijkt dat er wordt voldaan aan de getoetste items met betrekking tot de opvang in groepen. 6 van 11
Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie zijn er 20 kinderen aanwezig met 3 beroepskrachten en 1 stagiaire. Conclusie Tijdens de inspectie blijkt dat er wordt voldaan aan de getoetste items met betrekking tot de beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiemanager en assistent manager) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 11
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Haren Website : http://www.kanteel.nl Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Kanteel Kinderopvang B.V. Adres houder : Berlicumseweg 8g Postcode en plaats : 5248NT ROSMALEN Website : www.kanteel.nl KvK nummer : 17178293 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : M. de Kort Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : 's-hertogenbosch Adres : Postbus 12345 Postcode en plaats : 5200GZ S HERTOGENBOSCH Planning Datum inspectie : 13-06-2016 Opstellen concept inspectierapport : 21-06-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 30-06-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 30-06-2016 Verzenden inspectierapport naar : 30-06-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 21-07-2016 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11