Ook bij cliënten die afhankelijk zijn van zeer intensieve zorg in een beschermende of beveiligde omgeving (gesloten setting) is een tendens merkbaar naar meer kleinschalige verblijfsvormen, geïntegreerd in de samenleving en met aandacht voor (de wensen en behoeften van) het individu en diens autonomie en privacy. De klassieke afdeling, grootschalig van opzet en met een groepsgerichte benadering, wordt niet langer beschouwd als de meest aangewezen verblijfsvorm voor deze groep cliënten. Globaal genomen zijn er twee lijnen waarlangs verbetering van langdurig verblijf zich kan ontwikkelen: humanisering van het verblijf en verder zoeken naar extramurale alternatieven. Met dit laatste wordt vooral gedoeld op verblijfsvormen met zeer intensieve zorg en een hoge staf-cliënt ratio, maar dan buiten de gebruikelijke klinische setting. De bescherming en beveiliging die voorheen voorbehouden was aan een klinische setting, kan dan in een meer extramurale omgeving worden geboden (kleiner en toegankelijker naar de omgeving). Een ander belangrijk aspect is het streven naar een zo normaal mogelijke leefsituatie. Normalisatie betekent streven naar een omgeving die zo weinig mogelijk lijkt op die van een groot totaalinstituut of ziekenhuis, met verblijfsconcepten die de maatschappelijke context zo veel mogelijk benaderen. Hiermee wordt ook nadrukkelijk aangesloten bij maatschappelijke ontwikkelingen en de behoeften van nieuwe doelgroepen. Belangrijker nog, er wordt aangesloten bij een essentieel rehabilitatieprincipe: met een meer genormaliseerd milieu worden aanwezige capaciteiten van cliënten vaker aangeboord, waardoor hun activiteiten- en participatieniveau stijgt. Impressie wooneenheden, 3 x 8 cliënten (De tweede ruimte) Een wooneenheid voor 8 cliënten. Cliëntenkamers, gemeenschappelijke ruimten en personeelsvoorzieningen zijn gemixed (Huis hello) Impressie interieur wooneenheid; met glas overdekt binnenplein 41
42 Impressie individuele cliëntenkamer (Smart Rooms) Plattegrond woonverdieping (Smart Rooms) Concepten Veruit de meerderheid van alle ontwerpen gaat uit van kleinschalige verblijfsconcepten. Een veel gekozen omvang is 3 tot 6 cliënten. Voor verblijfsvormen van 8 tot 10 cliënten of nog groter is beduidend minder vaak gekozen. De variatie in opzet van kleinschalige verblijfsvormen is vrij groot te noemen. Meestal functioneert een woongroep als een op zichzelf staande eenheid, met eigen gemeenschappelijke ruimten en faciliteiten voor dagbesteding of therapie. Bij Senang heeft iedere woongroep letterlijk zijn eigen huis en tuin. Cliënten zijn zelf betrokken bij de inrichting van het huis en het aanleggen en onderhouden van de tuin. Huis en tuin reflecteren de identiteit van de groep. Privé ruimten van cliënten en gezamenlijke ruimten kunnen door elkaar heen liggen ( Huis Hello ), of juist bewust van elkaar gescheiden worden in verband met privacy ( Domus Plexus ). Het voorzieningenniveau binnen een afdeling/ groep varieert sterk. Naast individuele zit- /slaapkamers zijn meestal ook wel gemeenschappelijke huiskamers opgenomen en eventueel ook multifunctionele ruimte(n) of een buitenruimte. Dit is zeer belangrijk omdat cliënten veelal beperkt zijn in hun mogelijkheden om de groep te verlaten wanneer zij dat willen en voor een belangrijk deel van de dag zijn aangewezen op het voorzieningenniveau van een groep. In Smart rooms is zowel aandacht voor privacy als voor gezamenlijkheid. Elke cliënt heeft een eigen ( stripbaar ) appartementje met eigen voorzieningen. Aanvullend zijn er per 8 cliënten ook nog een gezamenlijke woonkamer annex keuken, een patio, een aparte rookruimte en een multifunctionele ruimte. Cliënten hebben zo de mogelijkheid om hun tijd binnen of buiten de groep door te brengen. Twee bijzonder vormgegeven verblijfsconcepten
zijn Samen Thuis en De tweede ruimte. In beide concepten is een gangenstructuur achterwege gelaten en lopen privé- en gemeenschappelijk gebied vrij ongemerkt in elkaar over. Samen Thuis bestaat uit veel ronde vormen, in direct contact met de buitenwereld. De tweede ruimte bestaat uit 3 wooneenheden voor 8 cliënten. Elke wooneenheid is gesitueerd rond een (met glas overdekt) binnenplein. De vormgeving wekt de suggestie dat het gaat om kleine woningen. De woningen omvatten een eigen buitenruimte, een gezamenlijke huiskamer, een rookruimte, een keuken en een eigen activiteitenruimte. Differentiatie Differentiatie in verblijfsconcepten binnen een voorziening is om meerdere redenen van belang. Het biedt flexibiliteit en dus ook de mogelijkheid om op verschillende en/of wisselende zorgvragen in te spelen. Belangrijker nog is dat variatie in verblijfsconcepten (individueel, kleinschalig of afdelingsverblijf, e.d.) cliënten een zekere keuzemogelijkheid biedt. Als in ogenschouw wordt genomen dat voor veel cliënten het verblijf een langdurig en soms zelfs permanent karakter heeft en dat ze het grootste deel van de dag in de verblijfsvoorziening doorbrengen, is dit een goede zaak. De ene cliënt functioneert bovendien beter individueel of in een kleine groep, terwijl een ander juist beter gedijt in een grote(re) groep. Contact met anderen of juist (ongemerkt) kunnen opgaan in een groter geheel (de anonimiteit van de groep) scheppen dan betere voorwaarden voor het verblijf. Zit-/slaapkamer, gesloten wonen (Doe maar gewoon) In Doe maar gewoon beschikken cliënten over een individuele zit-/slaapkamer met sanitair (gesloten wonen) of een klein HATje (open wonen). Voor beide concepten zijn er verschillende varianten Kleine HAT-eenheid, open wonen (Doe maar gewoon) 43
Woonlaag met diversiteit aan woningen/afdelingen ( Aan Zet) Plattegrond 4-kamer unit (Samen thuis) De verhouding individueel/groepswonen is naar behoefte af te stemmen (Next to us) 44 Varianten indeling (W 1000.74)
qua indeling, e.d. Het Binnen richt zich zowel op cliënten met relatief lichte problematiek als op cliënten met zeer zware problematiek. Deze mix is ook te herkennen in de verschillende verblijfsconcepten. Er is de mogelijkheid van een klein appartement (met eigen voordeur), individuele zit-/slaapkamer in kleinschalig groepsverband (3 personen) of individueel verblijf in een groep van 6 personen. De individuele verblijfseenheden in Next to us kunnen naar behoefte geschakeld worden van kleinschalig groepswonen (6 personen) naar eventueel afdelingsverblijf (10 personen). Ook het individuele voorzieningenniveau kan worden gewijzigd: wel/geen aparte zit-/slaapkamer, wel/ geen gezamenlijke woonkamer, etc. Aan zet biedt een diversiteit aan woningen en afdelingen. De situering van de cliëntenkamers binnen een woning/afdeling bijvoorbeeld is variabel en biedt naast diversiteit aan relaties ook de mogelijkheid Plattegrond woonstad (Gesloten openheid) Impressie plattegrond (SAVE) Impressie woonunit (SAVE) om eigen grenzen te bepalen. Aandacht voor het individu en diens persoonlijke levenssfeer kan ook vertaald worden in de mogelijkheid om privé ruimte (deels) zelf in te richten. W 1000.74 biedt een zit-/slaapkamer met eigen inrichtingsopties, vrije keuze in meubilair, indeling en inrichting, een eigen domein. Een opklapbed zoals opgenomen in SAVE geeft de cliëntenkamer meer gebruiksgemak en meer ruimte om een eigen levenssfeer te creëren. Een wooneenheid voor 6 cliënten. De cliëntenkamers zijn afgescheiden van de gezamenlijke ruimten: woonkamer, keuken, rookruimte (Domus Plexus) 45
Impressie gemeenschappelijke woonkamer en keuken (Gesloten openheid) Plattegrond woonstad (Gesloten openheid) 46 Scheiding van functies Scheiden van functies (wonen therapie, privé gemeenschappelijk) is een belangrijk zorginhoudelijk uitgangspunt en heeft direct gevolgen voor het ruimtelijk ontwerp. Scheiding van functies is niet altijd mogelijk in een gesloten setting waar veiligheid en beheersmatige aspecten een rol spelen. In Gesloten openheid is in de leefomgeving op verschillende manieren een scheiding aangebracht in functies. Allereerst is er de scheiding tussen de functies therapie en wonen, in de vorm van het therapieplein en de woonstad. In de woonstad (leefeenheid voor 10 cliënten) is vervolgens ook een scheiding aangebracht tussen ruimten voor algemeen gebruik (gemeenschappelijke woonkamer, keuken, bar, e.d.), en kleinschaliger gebruik (rookruimte, recreatieruimte, e.d.) en de individuele verblijfseenheden ( slaapdorp ). Binnen de individuele verblijfseenheid tenslotte is scheiding en compartimentering mogelijk tussen het slaapen woongedeelte. Er ontstaan zo verschillende gradaties in gezamenlijk en privé gebruik. In de praktijk zullen er weinig, zo niet geen voorzieningen zijn die een gesloten verblijfseenheid over meerdere etages huisvesten. Doorgaans wordt o.a. op grond van veiligheidsoverwegingen gekozen voor situering van een organisatorische eenheid op één etage (horizontaal). In Vrij/ begrensd is bewust of onbewust gekozen voor meer etages. De entree van de woning (6 cliënten) is op de begane grond en op de 1e en 2e verdieping zijn de cliëntenkamers gesitueerd, gecombineerd met een woonkamer of een activiteitenruimte en stafruimte. De 2e verdieping is bedoeld als een rustige omgeving. Eventueel zouden de verschillende etages van de naast elkaar gelegen woningen wel onderling geschakeld kunnen worden, zodat alsnog een horizontale eenheid ontstaat. Ook in OASE, Onderdak, Een open gesloten inrichting en In-sight-out treffen we verticale gelaagdheid aan. In Humane Z bestaan zelfs de HAT-eenheden uit twee lagen. In elke HAT is een vide opgenomen om een slaap- en woonzone in twee afzonderlijke ruimtes te kunnen onderbrengen.
Eerste verdieping: 3 cliëntenkamers met woonkamer (Vrij/begrensd) Tweede verdieping: 3 cliëntenkamers met activiteitenruimte(n) en stafruimte (Vrij/begrensd) HAT-eenheid met vide (Humane Z) Visualisatie woonkamer, georiënteerd op de stad: visueel contact met de maatschappij (Vrij/begrensd) 47