Natuurtoets Tugelawegblokken

Vergelijkbare documenten
Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

Natuurtoets Jeruzalem

Natuurtoets Eenhoorn. Planteam Groen, Recreatie en Water

Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek

Natuurwaardenonderzoek Bestemmingsplangebied Ravel

Natuurtoets Oosterdok

Natuurwaardenonderzoek Centrumeiland IJburg

Natuurwaardenonderzoek bestemminsplan De Ruijterkade- Westertoegang

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2).

Bijlage 1 Wettelijk kader

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Elzenhagen

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010.

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplangebied De Ruijterkade-west

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Buro Maerlant. Groesbeek Cranenburgsestraat. Aanvullende notitie in het kader van de Flora- en faunawet

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Veldinventarisatierapport t Hof 12 te Uddel. Opdrachtgever: Van Beijnum Architecten. 18 mei projectnummer

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Milieueffectrapportage Music Dome Amsterdam Zuidoost

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Samenvatting quickscan natuurtoets

Nieuwe bedrijfslocaties

Natuurtoets Masterplan centrumgebied Hoogkarspel

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Notitie. Inleiding. Methodiek. Delfland S. Jaarsma & M.A.J. Grutters. Vervolgonderzoek Dijkhoornseweg Den Hoorn. Projectnummer: 1029

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen. Voortplantingsplaatsen en andere vaste rust- en verblijfplaatsen

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Natuurtoets Bestemmingsplan Wiener

Natuurwaardenonderzoek Overtoomse veld

Notitie. Inleiding. Methodiek

Notitie. Inleiding. Figuur 1. De negen lindes weergegeven met de groene stippen. Bijgevoegd het jaar van aanplanten.

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Quickscan Twin Towers. Zuidas - project CRI

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Onderzoek flora en fauna

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Ecologische quick scan Charloise Lagedijk 610-B, Rotterdam

Vleermuizenonderzoek Middenweg te Heerhugowaard

Project Status Datum. Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart Auteur Veldonderzoek Projectcode

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Bijlage 6 Vleermuizeninventarisatie Museum Vlaardingen te Vlaardingen; Aqua-Terra Nova; d.d. 17 september 2012

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

Aanvullend onderzoek natuur BMV kavel Aldenhofpark

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

Ecologische QuickScan, Flora & fauna scan Gamma Zeist

Buro Maerlant. Zegge, A.M. de Jongstraat ongenummerd. Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet

Buro Maerlant. Borkel en Schaft, Kapellerpad 15 Update quickscan. Notitie Flora- en faunawet

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Nader onderzoek. Vleermuizen. V.S.O. School de "Keerkring" Woerden. Gemeente Woerden Ecologisch onderzoek en advies.

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Ecologische Quickscan Beethoven 2de fase

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

Quick scan Flora- en faunawet Ronetteterrein

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Buro Maerlant. Heesch Wijststraat 15. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Toets flora en fauna Pandelaar 4 te Gemert

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Notitie aanvullend onderzoek

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Notitie quickscan Flora en fauna

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Buiksloterweg

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

Natuurwaardenonderzoek bestemmingsplan Buitenveldert 2013

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Natuurtoets station Alkmaar

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Toets flora en fauna Heuvel te Gemert

Natuurwaardenonderzoek Mosveld

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Transcriptie:

Natuurtoets Tugelawegblokken Planteam Groen, ecologie, stedelijke Recreatie en Water April 2010

Inhoud 1. Samenvatting...3 2. Inleiding...4 3. Wettelijke kaders...5 4. Inventarisate en resultaten...8 5. Consequenties natuurwetgeving...10 6. Conclusies en aanbevelingen...11

1. Samenvatting Voor de Transvaalbuurt wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Hierbij zal er naast de sloop van de huidige woningen aan de Tugelaweg ook een aantal woningen worden gerenoveerd. Voor wat betreft natuur, ecologie en landschap zijn de mogelijke consequenties van de natuurwetgeving voor de planvorming onderzocht. Het natuuronderzoek is gericht op het in algemene zin vaststellen van de natuurwaarden van het gebied en daarbij in het bijzonder extra aandacht te geven aan het mogelijke voorkomen van belangrijke planten- en diersoorten in het kader van de Flora en Faunawet. Het is mogelijk dat er in het plangebied gierzwaluwen en huismussen voorkomen. De nesten van deze broedvogels zijn het gehele jaarrond beschermd. Tevens zijn de aanwezige gebouwen in het plangebied geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. Het is dan ook zeer aannemelijk dat er in de te slopen en renoveren gebouwen gewone en wellicht ook ruige dwergvleermuizen gevest zijn. Voor de sloop of renovatiewerkzaamheden dient voor deze soorten een ontheffing te worden aangevraagd. Verder zijn hier qua flora geen beschermde soorten waargenomen. Indien er een bouwblok gesloopt of gerenoveerd gaat worden, dient er een vervolgonderzoek naar de verblijfplaatsen van de vleermuizen uitgevoerd te worden.

2. Inleiding Voor de Tugelawegblokken, alsmede het gehele plangebied, is onderzocht is wat de consequenties van de natuurwetgeving zijn voor de voorgenomen plannen. Gekeken is naar mogelijke vaste rust- en verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), de ruige dwergvleermuis (Pipistrellus Natusii), verblijf en nestplaatsen van beschermde broedvogels en naar mogelijk aanwezige beschermde muurplanten. Doel en vraagstelling In deze natuurtoets wordt antwoord gegeven op de volgende vragen: Welke soorten komen er in en rond het plangebied voor of zijn er te verwachten; Wat zijn, indien deze zijn waargenomen, de effecten van het plan op de beschermde soorten; Voor welke soorten moet er een ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd worden. Afbakening Het onderzoeksgebied bestaat uit de vijf woonblokken gesitueerd tussen de Tugelaweg, de Maritzstraat, de Retiefstraat en de Ciliierstraat. Zie de onderstaande afbeelding voor de ligging van het plangebied. Ligging van het plangebied

3. Wettelijke kaders 3.1 Wettelijk kader algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op mogelijke toepasbaarheid van het vigerende natuurbeleid op de Tugelawegblokken. We hebben het dan vooral over de toepassing van de twee richtlijnen van het Europese natuurbeleid; de Habitat- en de Vogelrichtlijn en relevante relaties met de Flora- en faunawet, welke in 2002 van kracht is geworden. In verband met de Flora- en faunawet wordt aandacht besteed aan de aanwezigheid van de zogenaamde rode lijst soorten. Dit zijn soorten die in Nederland in de gevarenzone verkeren door hun kwetsbaarheid, zeldzaamheid en of achteruitgang in ons land. Uit een eerste analyse bleek, dat de Tugelawegblokken niet worden gerekend tot de door het rijk aangewezen Habitat- en Vogelrichtlijngebieden. Toetsing aan het natuurbeleid vindt in dit rapport derhalve plaats aan de hand van de in de Habitatrichtlijn opgenomen planten- en diersoorten en alle rode lijst soorten. 1. Gebiedsbescherming - Natuurbeschermingswet 1998: Natura 2000 Vogelrichtlijngebieden of Speciale Beschermingszones zoals bedoeld in de Europese Vogelrichtlijn (nu geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998) en Habitatrichtlijngebieden liggen niet in de nabijheid van het plangebied. De Tugelaweg maakt dan ook geen deel uit van de Europese ecologische hoofdstructuur (Natura 2000). 2. Flora- en Faunawet: soortbescherming Artikel 2 behandelt de algemene, voor iedereen geldende zorgplicht, voor alle in het wild levende dieren, inclusief hun leefomgeving en voor alle planten en hun groeiplaats. Lid 2 stelt dat handelingen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat men de nadelige gevolgen voor de natuur kan weten of vermoeden, voorkomen moeten worden. Voor zover die gevolgen niet voorkomen kunnen worden moeten de effecten van die handelingen worden beperkt of ongedaan gemaakt. Artikelen 8 tot en met 13 zijn verbodsbepalingen waarin de mogelijk nadelige handelingen worden genoemd. Het betreft zowel evident nadelige handelingen, zoals doden of vernielen van nesten, als indirect nadelige handelingen, zoals aantasting van de leefomstandigheden, verstoring of verontrusting. Par. 1 Bepalingen betreffende planten op hun groeiplaats art. 8 Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse soort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Par. 2 Bepalingen betreffende dieren in hun natuurlijke leefomgeving art. 9 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. art. 10 Het is verboden dieren behorende tot een beschermde inheemse soort opzettelijk te verontrusten. art. 11 Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren behorende tot een beschermde inheemse soort te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. art. 12 Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. art. 13 Het is verboden planten of producten van planten, of dieren (...) behorende tot een beschermde inheemse of beschermde uitheemse plantensoort onderscheidenlijk een beschermde inheemse of beschermde uitheemse diersoort (...) te vervoeren, ten vervoer aan te bieden, af te leveren (...) of onder zich te hebben.

Artikel 75 gaat over de mogelijkheden van vrijstelling of ontheffing. Op grond van artikel 75, lid 5, van de Flora- en faunawet worden ontheffingen slechts verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Op grond van artikel 75, lid 6, aanhef en onder c, wordt in het geval van soorten die zijn opgenomen op bijlage IV van de EU- Habitatrichtlijn, ontheffing slechts verleend wanneer er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen. Voor een ontheffingaanvraag voor de soorten uit tabel 3 en voor vogels is een uitgebreide toets nodig. Deze bevat de volgende drie criteria: 1. er is geen andere bevredigende oplossing; 2. er is een dwingende reden van groot openbaar belang 3. doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort; Als het gaat om een ontheffingsaanvraag in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling wordt ook getoetst op het criterium: de werkzaamheden moeten zodanig uitgevoerd worden dat er sprake is van zorgvuldig handelen. Ontheffing kan voor een periode van vijf jaar worden aangevraagd. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden die betrekking hebben op mitigerende maatregelen of compensatie. De AMvB onderscheidt drie beschermingsregimes en niet beschermde soorten. Voor vogels geldt een apart regiem. Globaal is de betekenis als volgt: Tabel 1 Algemene soorten Een ontheffingsaanvraag is niet nodig bij bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik en ruimtelijke ontwikkelingen Tabel 2 Overige soorten Een ontheffingsaanvraag is niet nodig bij bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik en ruimtelijke ontwikkelingen, mits er voor de uitgevoerde activiteiten een gedragscode is afgesproken met het Ministerie van LNV Tabel 3 Soorten bijlage IV Habitatrichtlijn/Bijlage 1 AMvB Vogels Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkeling geldt voor soorten in tabel 3 geen vrijstelling. Ook niet op basis van een gedragscode. De nesten van vogels zijn gedurende het broedseizoen beschermd. Als de werkzaamheden echter buiten het broedseizoen plaatsvinden is er geen ontheffing nodig, voor soorten met vaste rust- of verblijfplaatsen, zoals spechten en uilen is het hele jaar een ontheffing nodig Voor alle soorten geldt de zorgplicht Niet beschermde soorten Bestendig beheer en onderhoud wil zeggen, dat de activiteiten bestaan uit de voortzetting van een praktijk die is gericht op behoud van de bestaande situatie.

3.2 Beleidskader Ecologische Hoofdstructuur: Rijks en Provinciaal beleid De (P)EHS is een belangrijk middel om de hoofddoelstelling van het natuurbeleid te bereiken: natuur en landschap behouden, versterken en ontwikkelen, als essentiële bijdrage aan een leefbaar Nederland en een duurzame samenleving. De EHS moet er onder meer toe bijdragen dat afspraken over het behoud en het herstel van biodiversiteit worden nagekomen. De Provincie heeft de EHS-opgave verder uitgewerkt. Bij kwantitatieve of kwalitatieve aantasting van de (P)EHS dient volgens in de Nota Ruimte vastgelegde regels gecompenseerd te worden. De Tugelaweg bevindt zich niet in de EHS. Hoofdgroenstructuur: gemeentelijk beleid In het structuurplan van de gemeente Amsterdam worden een aantal groengebieden planologisch beschermd. Functiewijzigingen zijn mogelijk en moeten aan een toetsingscommissie worden voorgelegd. De Tugelaweg bevindt zich niet in de Hoofdgroenstructuur. Soorten van de Rode lijsten Eens per tien jaar worden er Rode lijsten opgesteld (een vorm van beleid). Hierop komen soorten die om verschillende redenen sterk achteruitgaan. Voor het Ministerie van LNV zijn de rode lijsten mede richtinggevend voor het te voeren natuurbeleid. Het Ministerie stimuleert dat bij bescherming en beheer van gebieden rekening wordt gehouden met de rodelijstsoorten, en dat zo nodig en zo mogelijk aanvullende soortgerichte maatregelen zullen worden genomen. Bij de soorten in de bijlage is de codering van de Rode lijst opgenomen. De huismus is de enige Rode lijst soort die van toepassing is.

4. Inventarisatie en resultaten Inventarisatiemethode Om een indruk te krijgen van de nestelmogelijkheden voor broedvogels en potentiële vleermuisverblijfplaatsen is overdag in week 16 een inventarisatieronde rondom de woonblokken gemaakt en zijn het dak en de muren beoordeeld. Ook is een ronde gemaakt voor het inventariseren van beschermde muurplanten. Resultaten Broedvogels: Niet waargenomen. Het dak is echter wel geschikt als broedplaats voor gierzwaluwen. Tevens is het mogelijk dat hier huismussen onder broeden. Indien aanwezig zijn de nesten hiervan het gehele jaarrond beschermd. Zie de onderstaande afbeelding voor geschikte verblijfplaatsen voor de broedvogels. Geschikte verblijfplaatsen voor broedvogels Muurplanten: Niet waargenomen.

Vleermuizen: Tijdens de inventarisaties zijn potentiële verblijfplaatsen voor vleermuizen waargenomen. Deze kunnen namelijk via de ventilatieroosters op de schoorstenen en grenzend aan alle ramen, aan de buitenkant de (eventueel) aanwezige spouwmuren enteren. Zie hiervoor de onderstaande afbeelding. Aanwezige ventilatieroosters in de woonblokken Tevens is het aangrenzende terrein aan het plangebied geschikt als foerageergebied en als vliegroute. Zie hiervoor de onderstaande afbeelding. Deze gebouwen kunnen voor een deel van het jaar als vaste verblijfplaats van deze soort fungeren. De Gewone en ruige dwergvleermuis is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 3 en 4, lid a van de Flora- en faunawet. Vleermuisverblijfplaatsen zijn uit hoofde van de Flora- en faunawet streng beschermd (art. 11). Verder zijn er geen beschermde soorten waargenomen op het aangrenzende terrein.

5. Consequenties natuurwetgeving Gebiedsbescherming Het plangebied bevindt zich buiten de Speciale Beschermingszones. Externe werking van het plan op deze gebieden is niet aannemelijk. Soortbescherming, ontheffing Flora- en faunawet Het is bij de inventarisatie duidelijk geworden dat de gebouwen in het plangebied eventueel geschikt zijn voor verblijfplaatsen van vleermuizen. Indien de soort zal worden waargenomen in het vervolgonderzoek zal voor de sloopwerkzaamheden in het plangebied een ontheffing nodig zijn voor deze soort. Naar verwachting zal deze worden verkregen. Wel is het mogelijk dat aan een ontheffing specifieke voorwaarden in de vorm van bijvoorbeeld het aanbrengen van verblijfplaatsen in nieuw te bouwen gebouwen worden opgelegd. In het vervolgonderzoek worden een aantal aanbevelingen voor compensatie en mitigatie meegegeven. Het dak is ook geschikt als broedplaats voor mussen en gierzwaluwen. Onder de broedvogels zijn de huismus en de gierzwaluw een soort waarvan het nest een vaste verblijfplaats is in de zin van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Dit betekent dat de nesten het gehele jaar zijn beschermd. Voor de andere waargenomen Flora- en Faunasoorten zijn er geen negatieve consequenties voor de planvormingen in het kader van de Flora- en Faunawet. Wel dient er rekening gehouden te worden met de nieuwe richtlijnen voor vogels van het ministerie van LNV.

6. Conclusies en aanbevelingen Conclusies Beschermde grondgebonden zoogdieren en amfibieën zijn niet waargenomen in en om de omgeving van het plangebied. Verder zijn er nog geen vleermuizen, beschermde broedvogels of beschermde muurplanten aangetroffen. Wel zijn er potentiële verblijfplaatsen voor de vleermuizen en broedvogels waargenomen. Nader onderzoek hiernaar is wenselijk. Aanbevelingen Aanbevolen wordt om nader onderzoek naar de aanwezigheid van verblijfplaatsen in de spouwen van de Tugelawegblokken uit te voeren conform het vleermuisprotocol 2010. Onderzoek naar vleermuizen wordt met batdetectors in avond- en ochtendschemering uitgevoerd. Tijdens de uitvoering van het onderzoek wordt gelet op de aanwezigheid van de hiervoor genoemde broedvogels. Indien deze broedvogelsoorten worden waargenomen is het raadzaam om de volgende maatregelen te treffen; Geplande werkzaamheden niet uit voeren tijdens het broedseizoen (eind maart t/m eind augustus); Het aanbieden van nestgelegenheid in de nieuwe bebouwing en in de gerenoveerde bebouwing, door het plaatsen van nestkasten en het inpassen van neststenen (bouwsteen met ruimte, om de zoveel stenen) op zijmuren voor huismussen en voor gierzwaluwen en het planten van dichte gevelbegroeiing op de aanwezige gebouwen, bijvoorbeeld klimop en bruidssluier; Zorgen voor voldoende dakpannen voorzien van vogelvide, door het plaatsen hiervan hebben de huismussen de kans om onder de nieuwe dakpannen te nestelen. Tevens staan in de brochure Holenbroeders van het stadsdeel Amsterdam-Noord praktische voorbeelden; (http://www.noord.amsterdam.nl/docs/wonen/afvalenmilieu/milieu/holenbroeders.pdf). Deze aanbeveling vloeit niet voort uit een door de Flora- en faunawet opgelegde verplichting indien verblijfplaatsen van de genoemde soorten niet daadwerkelijk in de bouwblokken worden waargenomen. Indien dit wel zo is dan is het voorleggen van de bovenstaande maatregelen voor een ontheffingsaanvraag noodzakelijk.