Veiligheidsafsluitventiel met drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

Vergelijkbare documenten
Drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

Verschildrukregelaar Type 45-1 Type 45-2 Type 45-3 Type Fig. 1 Type Fig. 2 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 3124 NL

Reduceerventiel voor stoom type 39-2

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 3017 NL. Hoeveelheids- en verschildrukregelaar Type Hoeveelheid- en verschildrukof drukregelaar Type 42-39

Model 42 Volumehoeveelheidsregelaar Type 42-36

Overstortventiel type 2114/2418

Drukregelaar zonder hulpenergie. Drukreduceer type Drukreduceer type Inbouw- en bedieningshandleiding EB 2520 NL

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351

Drukregelaar zonder hulpenergie. Drukreduceer Type 2422/2424. Drukreduceer type 2422/2424. Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2547 NL

Drukregelaar zonder hulpenergie Universele drukreduceer type 41-23

Hoeveelheidsregelaar Type E met bijbehorende elektrische aandrijving Type 5824/25, type 3374 en type 3274

Elektrische regelventielen typen 3213/5821, 3214/5821, Elektrische regelventielen met veiligheidsfunctie typen 3213/5822, 3214/5822,

Drukregelaar type voor verhoogde luchtcapaciteit. Afb. 1 Drukregelaar type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

Uitvoeringen. Bijbehorende overzichtsblad T 5800 Bijbehorende typebladen aandrijvingen T 8340, T 8331 T , T 5857, T 5824, T 5840

Temperatuurregelaar zonder hulpenergie Model 43 Temperatuurregelaar type 43-1 type 43-2

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 8048 NL. Pneumatisch regelventiel Type en type

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 8091 NL. Pneumatisch regelventiel Type en type Fig. 1 Pneumatische regelventielen

Pneumatisch regelventiel type 3335/3278 Pneumatisch regelventiel type

Magneetventielen type 3963

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 8546 NL. Drukregelaar type Type op klepstandsteller Type met filterhuis

Pneumatische draaiaandrijving Type 3278

Model 240 Pneumatisch regelventiel type en type Doorgangsventiel type 3241

Pneumatische stoomomvormer Type en type Type en type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 8251 NL

AK 45 Gebruiksaanwijzing

Inbouw- en bedieningshandleiding EB Pneumatisch regelventiel Type en type Type Type

Model 250 Pneumatisch regelventiel Type en

Drukregelaar type 4708

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 212. Inbouwhandleiding Condenspot BK 212

PM 512. Bypassventiel Veiligheidsventiel

GESTRA. GESTRA Steam Systems VK 14 VK 16. Gebruikershandleiding Kijkglazen Vaposkop VK 14, VK 16

Typeoverzicht. Technische gegevens

DA 50. Drukverschilregelaars Drukverschilregelaar met instelbaar setpoint DN 32-50

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

BK 46 Gebruikershandleiding

GESTRA MK 36/51. Installatie instructies Condenspot MK 36/51

Aanwijzingen bij het technisch gegevensblad, veiligheidsaanwijzingen, gekwalificeerd geschoold personeel pagina 2

DAL 516. Drukverschilregelaars Met instelbaar setpoint en debietregeling

RS300S serie gasgestuurde regelaars

Smoorkleppen PN6, PN10, PN16

Elektrische of pneumatische eindschakelaar type Fig. 1 Eindschakelaar type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 8365 NL

Alwa-Kombi-4 (IN)REGELVENTIEL VOOR WARM TAPWATER CIRCULATIESYSTEMEN MET ONDERSTEUNING VOOR THERMISCH DESINFECTEREN TOEPASSING KENMERKEN CONSTRUCTIE

BK 45 BK 45U. Gebruikershandleiding Condenspot BK 45, BK 45U

TECHNISCHE HANDLEIDING

MK MK Installatie instructies Condenspot

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16

Drukregelaar zonder hulpenergie. Universele drukreduceer Type Drukreduceer, type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2512 NL

Pneumatische aandrijvingen 1000, 1400, 2800 en 2 x 2800 cm² Type 3271

Pneumatisch regelventiel Type en type

afsluiters (072) (072) ERIKS bv Voormeer 33 Postbus BK Alkmaar (2003)

Bedrijfsvoorschriften

DuoControl CS. NL Inbouwhandleiding Pagina 2

Driewegafsluiters met buitendraad, PN16

Driewegafsluiters met flens, PN40

Kijkglazen Vaposkop VK 14 VK 16. Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Nederlands

Reduceertoestel ARI fig. 960 direct werkende uitvoering. : water en stoom. Materiaal Huis

Driewegkranen PN10 met buitendraad

HBC 975 Afslagveiligheid

Handleiding Kunststof afsluiters serie 100 & 200

STAG. Inregelafsluiters DN met gegroefde einden

Typeoverzicht. R B2 nl wijzigingen voorbehouden 1

Condenspot BK BK 212- ASME

Onderhoudsvrije zachtdichtende tussenklem afsluiter in DN-bouwlengte PN 6/10/16 DN (200)

Doorstroomafsluiters met flens, PN16

PVA10. Pneumatisch bediende 2-Weg RVS vrijstroomafsluiter PVA10

Smoorkleppen PN6, PN10, PN16

GESTRA Steam Systems BK 15. Gebruikershandleiding Condenspot BK 15, DN 40-50

Documentatie. Pneumatisch bediende kogelkranen

Pneumatisch regelventiel Type en Afb. 1 Type Inbouw- en bedieningshandleiding EB 8060 NL

DRV4 Stalen Drukreduceerventiel

GESTRA. GESTRA Steam Systems BK 15. Gebruikershandleiding Condenspot BK 15, DN 40-50

GASTEC QA Keuringseis 191 Maximum debiet beveiligingskleppen

Type 240 Pneumatische regelventielen type PSA, -7 PSA, -9 PSA Globe valve type 3241 PSA

VTB 200 Vlinderkleppen

Handleiding. van Trident Industrie Filter

Condensaatafvoerregelaar UBK 46. Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Nederlands

Toepassing Identificatie Montage Instelling Onderhoud Reserveonderdelen... 50

KTCM 512. Gecombineerde regel- en inregelafsluiters voor eindunits Drukgecompenseerde regel- en inregelafsluiter Voor modulerende regeling

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Technische beschrijving Kunststof afsluiter 1 ½"

DRV4 Stalen Drukreduceerventiel

GESTRA Steam Systems BK 45 BK 45U BK 46. Gebruiksaanwijzing Condenspot BK 45, BK 45U, BK 46

Handbediende inregelafsluiters met flensaansluiting MSV-F2 DN

afsluitkleppen Serie AK-Ex voor luchtdichte afsluiting in zones met explosiegevaar volgens ATEX 10/2015 NL/nl K

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus

Doorstroomafsluiters met buitendraad, PN16

Radiatorafsluiters. Siemens Building Technologies HVAC Products. DIN-bouwserie, voor tweepijps verwarmingsinstallaties

PNEUMATISCH BEDIENDE AFSLUITERS

DRV7 Nodulair gietijzeren drukreduceerventiel

Drukhoud- en overstortventielen

Building Technologies HVAC Products

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: * * * CaterChef 60

LRG Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektrode LRG 12-2

Driewegkranen PN6. In gesloten verwarmingssystemen, bij voorkeur als mengkraan

Radiatorafsluiters. Siemens Building Technologies HVAC Products. NF-bouwserie, voor tweepijps verwarmingsinstallaties

Technische Fiche Reni PLUS BETON pakket

GESTRA Steam Systems AK 45. Gebruiksaanwijzing Opstart-aflaatklep AK 45

MK 45 MK 45 A RVS. Gebruikershandleiding Condenspot MK 45, MK 45 A

Transcriptie:

Veiligheidsafsluitventiel met drukreduceer Type 33-1 Fig. 1 Type 33-1 Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2551-1NL Uitgave juni 1999

Constructie en werking 1. Constructie en werking Het drukreduceer bestaat uit het doorgangsventiel en de aandrijving met aangebouwd hulpstuurventiel. Het drukreduceer heeft als taak om de achter het regelventiel heersende druk constant te houden op het setpoint zoals ingesteld op het hulpstuurventiel. Het ventiel sluit bij toenemende druk achter het ventiel. Het medium stroomt in de richting van de pijl door het, door de zitting (2) en de klep (3), vrijgegeven oppervlak, waarbij de klepstand de te regelen druk p2 bepaald. De op de ventielklep werkende krachten worden aan de toevoer- en reduceerdrukzijde door de ontlastbalg (5) gecompenseerd. Via de stuurleiding (10) wordt de voordruk p1 aan het stuurventiel als hulpenergie toegevoerd, waarbij daar een stuurdruk ps wordt uitgestuurd afhankelijk van de setpoint-insteller (9). Bij de regeling worden de krachten vergeleken, die de stuurdruk ps via de stuurleiding (12) aan de ene zijde, en de reduceerdruk p2 samen met de krachten van de stelveren (7) aan de andere zijde, op het membraan (6) uitoefenen. Daalt bijv. de te regelen reduceerdruk p2, dan neemt de stuurdruk ps toe en wordt het ventiel dus geopend. Wanneer de reduceerdruk p2 en de stuurdruk ps gelijk zijn, is het ventiel onder invloed van de stelveren (7) gesloten. Belangrijk: Voor het optimaal functioneren van de regelaar moet de minimale verschildruk pmin overeenkomen met de in de tabel genoemde waarden. Het instrument mag alleen door vakpersoneel dat bekend is met de montage, de inbedrijfname en het bedrijf van dit product, worden gemonteerd en in bedrijf worden genomen. Vakpersoneel in de zin van dit inbouw- en bedieningsvoorschrift is personeel, dat op grond van de vaktechnische opleiding, de kennis en ervaring plus de bekendheid met de geldende normen, de hun opgedragen werkzaamheden kunnen beoordelen en mogelijke gevaren daarbij kunnen onderkennen. Gevaren die kunnen ontstaan aan het regelventiel door het medium en de bedrijfsdruk, moeten met daarvoor geschikte maatregelen worden voorkomen. Bovendien moet worden gewaarborgd dat het regelventiel alleen daar wordt toegepast, waar de bedrijfsdruk en de temperaturen die waarden, welke ten grondslag lagen aan de bestelling, niet overschrijden. Deskundig transport en correcte opslag van het apparaat is een absolute voorwaarde. 2 EB 2551-1

Constructie en werking DN 65 80 100 125 150 200 250 p1max 25 bar pmin 0,4 bar 0,5 bar 0,6 bar pmax 16 bar 12 bar 10 bar Typebeproeving: Het regelventiel is als veiligheidsafsluiter (SAV) door het TÜV conform de betreffende AGFW-voorschriften typebeproefd. (testcertificaat op aanvraag) p 1 p 2 1 2 3 p 2 1 ventielhuis 2 zitting 3 klep 4 klepstang 5 ontlastbalg 6 membraan 7 stelveren 8 hulpstuurventiel 8.1 filter 8.2 smoring 8.3 setpoint-veren 9 setpoint-insteller 10 stuurleiding voordruk 11 stuurleiding reduceerdruk 12 stuurleiding stuurdruk 10 12 p 1 11 8 p s 4 5 8.2 8.1 8.3 6 7 9 p 2 Fig. 2 Doorsnede EB 2551-1 3

Inbouw 2. Inbouw Het drukreduceer moet in de horizontale leiding worden ingebouwd met naar beneden wijzende aandrijving. De doorstroomrichting moet overeenstemmen met de pijl die op de behuizing is aangebracht. Bij de keuze van de inbouwplaats moet erop worden gelet, dat de regelaar na het gereedkomen van de installatie goed toegankelijk is. Belangrijk! De regelaar moet spanningsloos worden ingebouwd; eventueel de leiding in de omgeving van de aansluitflenzen ondersteunen. Breng de ondersteuningen nooit aan op het ventiel of de stuurleiding. De leiding moet voor de inbouw van de regelaar zorgvuldig worden doorgespoeld, zodat door het medium meegevoerde pakkingdeeltjes, lasparels en andere verontreinigingen het optimaal functioneren en het correct afsluiten niet negatief kunnen beïnvloeden. Belangrijk! Voor de regelaar moet een vuilfilter (SAMSON type 2NI) worden ingebouwd. 2.1 Vuilfilter Het vuilfilter wordt voor het drukreduceer ingebouwd. De doorstroomrichting moet overeenstemmen met de pijl die op de behuizing is aangebracht. Het filterpatroon moet naar beneden wijzen. Er moet op worden gelet dat er voldoende ruimte overblijft voor het demonteren van het patroon. 2.2 Afsluiters en manometers Het verdient aanbeveling om voor het vuilfilter en na de drukregelaar een handbediende afsluiter in te bouwen, om de installatie voor reinigings- en onderhoudswerkzaamheden en bij langere bedrijfsstilstanden te kunnen afsluiten. Ter controle van de in de installatie heersende drukken moet er voor en achter de regelaar een manometer worden ingebouwd. 1 2 3 4 5 6 + Fig. 3 Inbouwvoorbeeld 1 Afsluitventiel 2 Manometer voordruk 3 Filter 4 Drukreduceer 5 Manometer reduceerdruk 6 Afsluitventiel 4 EB 2551-1

Bediening 3. Bediening 3.1 Inbedrijfname Eerst de afsluiter achter het drukreduceer openen, dan de afsluiter voor het drukreduceer langzaam openen. 3.2 Setpoint-instelling Het instellen van de gewenste druk volgt door het instellen van de setpoint-insteller (9) op het hulpstuurventiel (8). Door het naar rechts verdraaien (met de klok mee) wordt de reduceerdruk verhoogd en door het naar links verdraaien verminderd. De op de reduceerdrukzijde geplaatste manometer maakt controle van het ingestelde setpoint mogelijk. 4. Storingen Wanneer de gereduceerde druk (manometer achter de drukreduceer) sterk afwijkt van het ingestelde setpoint, dan moet eerst de doorlaatbaarheid van de stuurleidingen worden gecontroleerd. Eventueel moet het filterpatroon (8.1) van het hulpstuurventiel dat zich op de aansluiting van de stuurleiding aan de ingangszijde voor de voordruk bevindt, worden gedemonteerd en gereinigd. Bij montagewerkzaamheden aan het regelventiel moet het betreffende deel van de installatie drukloos worden gemaakt en worden geleegd. Het verdient aanbeveling om het instrument te demonteren. Bij andere oorzaken dan een lek membraan (ventiel blijft in de gesloten stand staan) of beschadigde zitting en klep, verdient het aanbeveling om de servicedienst te waarschuwen of het ventiel ter reparatie aan de leverancier te versturen. EB 2551-1 5

Afmetingen in mm 5. Afmetingen in mm L H ØD Nom. doorlaat DN 65 80 100 125 150 200 250 Inbouwlengte L 290 310 350 400 480 600 730 Inbouwhoogte H 605 605 635 685 815 925 925 Membraanhuis ø D 380 (A = 640 cm 2 ) Gewicht PN16 1) kg 53 58 66 96 140 280 330 1) +10 % voor staal en sferoïdaal gietijzer PN 25 6. Informatie bij de leverancier Bij informatie worden de volgende gegevens gevraagd: (zie ook typeplaat) 4 Type en doorlaat van het drukreduceer 4 Opdracht- en fabricagenummer 4 Voordruk en reduceerdruk 4 Doorstroming in m 3 /h 4 Is er een filter ingebouwd? 4 Inbouwschets 6 EB 2551-1

EB 2551-1 7

Technische wijzigingen, zonder voorafgaande aankondiging, voorbehouden. SAMSON REGELTECHNIEK B.V. Postbus 290 (Signaalrood 10) NL - 2700 AG ZOETERMEER Tel. 079-3610501 Telefax 079-3615930 EB 2551-1 NL

Omzetten van verchromen naar iriserend passiveren Omzetten van verchromen naar iriserend passiveren De productie van SAMSON is bezig met het wijzigen van de oppervlaktebehandeling van gepassiveerd stalen onderdelen. Als gevolg hiervan kunt u een apparaat ont vangen wat is samengesteld uit delen die zijn onderworpen aan verschillende oppervlaktebehandelingsmethoden. Dit betekent dat het oppervlak van sommige onderdelen verschillende reflecties kan laten zien. Bepaalde onderdelen kunnen een zwak gele glans of zilverachtige reflectie hebben. Dit heeft geen effect op de bescherming tegen corrosie. Voor meer informatie, ga naar u www.samson.de/chrome-en.html