RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 23 oktober 2008 (24.10) (OR. en) 14691/08 ECOFI 442



Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2005 (06.10) (OR. en) 12916/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0195 (CNS) ECOFIN 300 RELEX 496

12722/01 HD/nj DG G NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD)

Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2012 (OR. en) 7909/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0052 ( LE) ACP 37 FI 217 PTOM 7

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief.

De Europese Investeringsbank in kort bestek

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

De Europese Investeringsbank in kort bestek

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

De Europese Investeringsbank in kort bestek

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 januari 2006 (14.02) (OR. en) 5053/06 FIN 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 maart 2000 (OR. en) 6485/00 Interinstitutioneel dossier: 99/0172 (CNS) LIMITE ECOFIN 56 NIS 30

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (14.10) (OR. en) 14414/09 ECOFIN 630

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 juni 2005 (24.06) (OR. fr) 10467/05 ECOFIN 220 FIN 223

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (OR. en) 10369/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0390 (COD)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2009) 918 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Toetsingskader: Garantie t.b.v. Europese Investeringsbank (EIB) voor leningen uit eigen EIB-middelen in ACS-landen en LGO (Cotonou III)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2006 (20.10) (OR. en) 13558/06 LIMITE ECOFIN 321 MED 31

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2010) 8467 definitief

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

P7_TA(2011)0207 Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië ***I

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

Publicatieblad van de Europese Unie C 396. Voorbereidende handelingen. 61e jaargang Mededelingen en bekendmakingen 31 oktober 2018

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 maart 2012 (28.03) (OR. en) 8173/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0056 ( LE)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2004 (22.03) (OR. fr) 7537/04 EEE 19 ENV 173 TRANS 123 MI 85

PUBLIC. Brussel, 12 juli 2006 (13.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11603/06 LIMITE YU 3 COWEB 159

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 maart 2009 (12.03) (OR. en) 7467/09 STATIS 33 SOC 183

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 juli 2005 (OR. fr) 10752/05 ACP 92 FIN 238 PTOM 29 DEVGEN 135 ENV 334 OC 490

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2010) 566 definitief.

Committee / Commission INTA. Meeting of / Réunion du 03/09/2012. BUDGETARY AMENDMENTS (2013 Procedure) AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES (Procédure 2013)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2010) 418 definitief.

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2863

DE EUROPESE INVESTERINGSBANK

COMMISSIE Oproep tot het indienen van voorstellen voor medegefinancierde projecten in het kader van het Synergy-programma voor 2000

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2007) 810.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

15537/02 jg 1 DG B I

COMMISSIEVAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 19ЯХ/2008

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D017336/01

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2003 (08.07) (OR. fr) 11193/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0142 (CNB) ECOFIN 206 UEM 120

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 september 2006 (27.09) (OR. fr) 13098/06 ADD 1 ELARG 113 ACCTR 17

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 december 2009 (03.12) (OR. en) 16985/09 STATIS 103 SOC 757 ECOFIN 861

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs

Transcriptie:

RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 23 oktober 2008 (24.10) (OR. en) 14691/08 ECOFI 442 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 1 oktober 2008 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de leningactiviteit van de Europese Gemeenschappen in 2007 Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 590 definitief. Bijlage: COM(2008) 590 definitief 14691/08 rb DG G I L

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.9.2008 COM(2008)590 definitief VERSLAG VA DE COMMISSIE AA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD OVER DE LE I GACTIVITEIT VA DE EUROPESE GEMEE SCHAPPE I 2007 {SEC(2008)2504} (door de Commissie ingediend) NL 1 NL

I HOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 3 2. OPGENOMEN LENINGEN... 3 3. IN DERDE LANDEN VERSTREKTE LENINGEN... 4 3.1. Overzicht... 4 3.2. Macrofinanciële bijstand van de Gemeenschap... 4 3.3. EIB-financieringsoperaties in het kader van de leningmandaten... 5 3.3.1. Volume van de operaties... 6 3.3.2. Vorderingen bij risicodeling... 6 3.3.3. Bijdrage aan externe beleidsdoelstellingen... 7 3.3.4. Samenwerking met de Commissie... 9 3.3.5. Samenwerking met andere IFI's... 9 4. GEVOLGEN VAN DE LENINGACTIVITEIT VOOR DE BEGROTING... 10 4.1. Begrotingsgaranties... 10 4.2. Overige activiteiten... 11 NL 2 NL

1. I LEIDI G Overeenkomstig de Raadsbesluiten tot instelling van de diverse leninginstrumenten van de Europese Gemeenschappen moet de Commissie het Europees Parlement en de Raad jaarlijks op de hoogte brengen van het gebruik van deze instrumenten. Met dit verslag wordt voldaan aan de verplichting om de kredietverstrekking per betrokken regio te beschrijven. Met name moet de Commissie het Europees Parlement en de Raad ingevolge de besluiten van de Raad 1 inzake de leningactiviteit buiten de Gemeenschap jaarlijks op de hoogte brengen van de stand van de financiële operaties (leningen en garanties) van de Europese Investeringsbank (EIB) met EU-begrotingsgarantie in de pretoetredingslanden, het Middellandse Zeegebied, Oost-Europa, de zuidelijke Kaukasus en Rusland, Azië en Latijns-Amerika, en Zuid-Afrika. Volledigheidshalve bevat het verslag tevens een beknopt overzicht van de leningen die zijn opgenomen om de verstrekte leningen te financieren, van de macrofinanciële bijstand van de Gemeenschap aan derde landen en van de rentesubsidies en garanties voor leningen van de Gemeenschap. Daarnaast bevat het informatie over de leningactiviteit van Euratom. Meer informatie over de bovengenoemde activiteiten, met daarbij statistische tabellen, is te vinden is het bijgevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie (hierna "de bijlage" te noemen) 2. Tenzij anders vermeld, worden bij verwijzingen in dit verslag de tabellen in de bijlage bedoeld. 2. OPGE OME LE I GE De Commissie is gemachtigd om namens de respectieve Gemeenschappen (EG en Euratom) op de kapitaalmarkt middelen op te nemen ter financiering van de leningen waartoe de Raad heeft besloten 3. Het totale bedrag dat de Europese Gemeenschappen en de EIB aan leningen hebben opgenomen, is in 2007 met 13,8% opgelopen tot 54,7 miljard euro, tegen 48,1 miljard euro in het voorgaande jaar (zie tabel en grafiek in de bijlage onder 1.1). Reden voor deze forse stijging is dat de EIB het afgelopen jaar vanwege een sneller verlopende uitkering van leningen meer leningen heeft opgenomen. Ook waren de marktomstandigheden gunstig voor de EIB, aangezien de vraag naar hoogwaardige instrumenten als die van de bank in de nasleep van de crisis op de markt voor risicovolle hypotheekleningen sterk is toegenomen. De leningactiviteit van de Europese Gemeenschappen berust op besluiten inzake Euratom, macrofinanciële bijstand en betalingsbalansleningen. Op basis van een besluit uit 1994 is voor 1 2 3 Besluit 97/256/EG van de Raad, als gewijzigd bij de Besluiten 98/348/EG en 98/729/EG van de Raad voor de periode 1.2.1997 tot 31.1.2000 (het "algemene mandaat 1997-2000"), en Besluit 2000/24/EG van de Raad, als gewijzigd bij de Besluiten 2000/688/EG, 2000/788/EG, 2001/778/EG, 2005/47/EG en 2006/174/EG van de Raad voor de periode 1.2.2000 tot 31.1.2007 (het "algemene mandaat 2000-2006"). Besluit 1999/786/EG van de Raad (TERRA-programma voor de wederopbouw in de door aardbevingen getroffen gebieden in Turkije) vormt een uitbreiding van de algemene mandaten. Voorts zijn bij Besluit 2001/777/EG van de Raad in het kader van de Noordelijke Dimensie buitengewone leningen verstrekt voor bepaalde milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland. Bij Besluit 2005/48/EG is een apart mandaat verleend voor bepaalde projecten in Rusland en de westelijke Nieuwe Onafhankelijke Staten (Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland). Ten slotte is bij Besluit 2006/1016/EG een nieuw algemeen mandaat verleend voor de periode 1.2.2007-31.12.2013 (het "algemene mandaat 2007-2013"). SEC(2007) [.]. Aangezien het EGKS-Verdrag in 2002 is afgelopen, zijn geen nieuwe leningen meer opgenomen. NL 3 NL

Euratom in 2007 een bedrag van 39 miljoen euro aangetrokken. Op 10 december 2007 is een nieuw besluit voor macrofinanciële bijstand ten bedrage van 50 miljoen euro vastgesteld, maar in het kader daarvan zijn in 2007 geen leningen verstrekt en dus ook niet opgenomen. Het is de bedoeling om de lening vanaf 2008 in twee tranches uit te keren. Op 31 december 2007 stond voor in totaal 255,4 miljard euro aan leningen uit (na verrekening van aflossingen, annuleringen en wisselkoersschommelingen), hetgeen neerkomt op een toename van 2,8% ten opzichte van 2006 (zie tabel 1.2). In hoofdstuk 1.3 van de bijlage wordt vermeld welk deel van de leningen in euro is opgenomen en welk deel in niet-communautaire valuta's (zie tabel 1.3). 3. I DERDE LA DE VERSTREKTE LE I GE 3.1. Overzicht De financiële steun aan derde landen die samenwerkingsovereenkomsten met de Gemeenschap hebben gesloten, wordt naar gelang van de regio en het doel in verschillende vormen verstrekt. Bij de financiële operaties die de Commissie ingevolge de besluiten van de Raad beheert, gaat het doorgaans om bilaterale leningen (macrofinanciële bijstand of betalingsbalanssteun) waarmee de Gemeenschap bijdraagt tot het herstel van het macro-economisch evenwicht in het betrokken land. Bij de leningen die de EIB uit eigen middelen verstrekt, gaat het om hetzij rechtstreekse financiering van individuele projecten, hetzij globale leningen aan banken, die deze leningen vervolgens verdelen over kleinere plaatselijke projecten. Een aantal van deze leningen komt in aanmerking voor een EU-begrotingsgarantie en is, tenzij anders vermeld, het voornaamste onderwerp van dit verslag. In het kader van het algemene mandaat 2007-2013 mag de EIB ook leninggaranties verstrekken. Bij het beheer van de middelen van de Gemeenschap of de lidstaten maakt de EIB (met name in het Middellandse Zeegebied en de ACS-landen) gebruik van een breder scala aan financiële instrumenten (variërend van aandelenkapitaal tot niet-achtergestelde leningen). Het Euratom-leninginstrument 4 dient voor financieringsoperaties in EU-lidstaten en bepaalde derde landen (Armenië, Rusland en Oekraïne). In de tabellen 2.1 en 2.2 wordt een overzicht gegeven van de geografische regio s waar de Gemeenschap in 2007 leningactiviteiten ontplooit. 3.2. Macrofinanciële bijstand van de Gemeenschap Macrofinanciële bijstand (MFB) in de vorm van leningen heeft per definitie een uitzonderlijk karakter en past binnen het streven van de internationale gemeenschap om in samenwerking met de instellingen van Bretton Woods betalingsbalanssteun te verlenen aan landen die met tijdelijke macro-economische moeilijkheden te kampen hebben. De MFB is vooral gericht op nabijgelegen regio's, zoals de westelijke Balkan en de Kaukasus. De bijstand wordt alleen uitgekeerd als de begunstigde landen bepaalde doelen op het gebied van macro-economische stabilisatie en structurele hervormingen halen. Daarom blijft het aantal leningen per jaar 4 Besluit 77/270/Euratom van de Raad, als gewijzigd bij Besluit 94/179/Euratom van de Raad. Het maximumbedrag waarvoor nieuwe leningen mochten worden aangegaan, was oorspronkelijk vastgesteld bij Besluit 77/271/Euratom van de Raad. Daarna is het bedrag bij diverse wijzigingen van dit besluit verhoogd, de laatste keer met 1 miljard ECU tot 4 miljard ECU (Besluit 90/212/Euratom van de Raad). NL 4 NL

beperkt en kunnen moeilijk zinvolle vergelijkingen worden gemaakt met betrekking tot de ontwikkeling die de verleende bijstand van jaar tot jaar te zien geeft. In tabel 2.2 wordt een overzicht gegeven van de uit hoofde van dit instrument uitgekeerde giften en leningen. In 2007 is een nieuw MFB-besluit genomen waarbij Libanon financiële bijstand wordt toegekend voor een bedrag van 50 miljoen euro aan leningen en maximaal 30 miljoen euro aan giften. In 2008 vinden de eerste uitkeringen plaats, zo is de bedoeling. Meer informatie daarover is te vinden in het jaarlijks verslag van de Commissie over de verlening van MFB aan derde landen 5. 3.3. EIB-financieringsoperaties in het kader van de leningmandaten Dit hoofdstuk, met daarbij de informatie in de bijlage, is tevens het jaarverslag voor 2007 dat op grond van artikel 2 van Besluit 2000/24/EG van de Raad en artikel 6 van Besluit 2006/1016/EG van de Raad bij het Europees Parlement en de Raad moet worden ingediend. In 2007 waren twee externe EIB-leningmandaten van kracht, die elkaar gedeeltelijk overlapten omdat het algemene mandaat 2000-2006 op 31 januari 2007 afliep, maar verlengd werd tot 31 juli 2007 voor de geografische gebieden waarin het leningsmaximum niet was bereikt, terwijl het algemene mandaat 2007-2013 op 1 februari 2007 in werking trad. Na de ondertekening van de nieuwe EIB/Gemeenschapsgarantieovereenkomst in augustus 2007 zijn in de tweede helft van het jaar de eerste leningovereenkomsten binnen het nieuwe kader gesloten. Tot 31 juli 2007 zijn onder het algemene mandaat 2000-2007 nog leningen verstrekt in alle regio's, behalve het Middellandse Zeegebied, waar het maximum van het mandaat eind 2006 al was bereikt. In hoofdstuk 2.3 van de bijlage wordt een overzicht gegeven van de EIB-leningactiviteit vanaf 2000 in de desbetreffende regio's. In het kader van beide mandaten moet de Commissie het Europees Parlement en de Raad jaarlijks op de hoogte houden van de operaties onder het mandaat en van de bijdrage die deze hebben geleverd aan de verwezenlijking van de externe EU-beleidsdoelstellingen, en daarbij rekening houden met de operationele EIB-doelstellingen. Voorts moet zij een evaluatie indienen van de coördinatie en de reikwijdte van de samenwerking tussen de EIB en andere internationale financieringsinstellingen (IFI's) die actief zijn in de gebieden die onder het mandaat vallen. Daarnaast moet de Commissie onder het algemene mandaat 2000-2006 verslag uitbrengen over de vooruitgang die geboekt is bij de in artikel 1, lid 3, van Besluit 2000/24/EG van de Raad bedoelde risicodeling. Tot slot moet de Commissie onder het algemene mandaat 2007-2013 de reikwijdte van de samenwerking tussen de EIB en de Commissie aan een evaluatie onderwerpen. Gezien het beperkte aantal operaties onder het algemene mandaat 2007-2013 in 2007, is de evaluatie van de gevolgen en de effectiviteit van de EIB-financieringsoperaties en van de bijdrage die deze hebben geleverd aan de verwezenlijking van de externe EU-beleidsdoelstellingen, waaronder de samenwerking met andere IFI's en de Commissie, ditmaal opgenomen in het voorliggende verslag en de bijlage. Vanaf begin volgend jaar zal daaraan echter een apart verslag worden gewijd omdat het aantal operaties dan waarschijnlijk sterk zal zijn toegenomen. Tot slot bevat hoofdstuk 2.19 van de bijlage sectorale en regionale tabellen van de EIB-financiering in 2007 in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de 5 Voor 2007 nog niet gepubliceerd. Voor het verslag van 2006 zie COM(2007)493 definitief. NL 5 NL

landen en gebieden overzee (LGO). Deze operaties vinden plaats in het kader van de partnerschapsovereenkomst van Cotonou en het LGO-besluit en vallen niet onder de Gemeenschapsgarantie. Daarom blijven deze in het voorliggende verslag buiten beschouwing. Het EIB-jaarverslag van 2007 over de investeringsfaciliteit in het kader van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst van Cotonou is te vinden op internet: www.eib.org. 3.3.1. Volume van de operaties In 2007 heeft de bank leningovereenkomsten gesloten voor een bedrag van 3,723 miljard euro, waarvan 1,825 miljard onder het algemene mandaat 2000-2006 (dat op 31 juli 2007 is verstreken) en 1,898 miljard euro onder het algemene mandaat 2007-2013. Tabel I bevat een overzicht van de externe EIB-kredietverstrekking in 2007 onder de door de Gemeenschap gesteunde mandaten, uitgesplitst naar sector en geografische regio. Hoofdstuk 2.3 van de bijlage bevat een opsomming van de afzonderlijke leningen. In hoofdstuk 2.4 wordt de totale verdeling van de leningvolumes per mandaat gegeven. Tabel I: Sectorale uitsplitsing van de leningovereenkomsten die in 2007 in het kader van de mandaten gesloten zijn (in miljoen euro) Regio Totaal Kredietlijne n Energie Industrie & diensten Transportinfrastructuur Telecommunicatie Water, riolering Pretoetredingslanden Middellandse Zeegebied Oostelijke buurlanden Azië en Latijns- Amerika 1 750 100% 827 47% 420 24% 103 6% 400 23% 0 0% 0 0% 1 205 100% 180 15% 625 52% 280 23% 0 0% 0 0% 120 10% 230 100% 230 100% 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% 425 100% 28 7% 0 0% 0 0% 0 0% 310 73% 87 20% Zuid-Afrika 113 100% 0 0% 0 0% 88 78% 25 22% 0 0% 0 0% Totaal 3 723 100% 1 265 34% 1 045 28% 471 13% 425 11% 310 8% 207 6% 3.3.2. Vorderingen bij risicodeling In het kader van het algemene mandaat 2006-2006 is de EIB verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar totale kredietverlening uit hoofde van dit besluit zo veel mogelijk op basis van een individueel regionaal mandaat voor 30% te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, voor zover de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd. In tabel 2.4 is te zien dat bij het verstrijken van het algemene mandaat 2000-2006 bij 19% van de in het kader van het mandaat gesloten leningen sprake was van risicodeling. Wel loopt dit cijfer van regio tot regio duidelijk uiteen. Zo berustte in Azië en Latijns-Amerika (ALA), waar het mandaat specifiek was gericht op de ondersteuning van particuliere Europese initiatieven (buitenlandse directe investeringen en de overdracht van technologie en knowhow), 74% van de leningen op risicodeling. In het Middellandse Zeegebied, de zuidoostelijke buurlanden en Zuid-Afrika zijn onder het mandaat hoofdzakelijk projecten in de publieke sector zonder risicodeling gefinancierd. In het Middellandse Zeegebied en in Zuid-Afrika is het percentage risicodelingsleningen uitgekomen op 11% en in de zuidoostelijke buurlanden op 12%. NL 6 NL

Naast de risicodelingsoperaties die in het kader van het mandaat zijn uitgevoerd, heeft de EIB in 2007 ook in het kader van verschillende faciliteiten op eigen risico leningen verstrekt, waarmee in totaal een bedrag van 1,86 miljard euro gemoeid was. Daaruit blijkt de toegenomen bereidheid van de EIB om commerciële risico's te nemen. In 2007 is in het kader van de aangevulde pretoetredingsfaciliteit voor 1,18 miljard euro aan nieuwe leningen verstrekt. Daarvan ontving Turkije 70% en Kroatië 28%. Geografisch is de kredietverstrekking in het kader van de pretoetredingsfaciliteit uitgebreid tot de potentiële kandidaat-lidstaten. Onder de mediterrane partnerschapsfaciliteit II is een lening van 185 miljoen euro verstrekt voor de financiering van de capaciteitsuitbreiding van een van de prioritaire trans-europese energienetwerken. Tot slot is in China onder de faciliteit voor energieduurzaamheid en -voorzieningszekerheid een high profile multi-investeringsregeling van 500 miljoen euro gesloten voor investeringsprojecten in de industriële en de energiesector die broeikasgas- en andere vervuilende emissies helpen verminderen of voorkomen. 3.3.3. Bijdrage aan externe beleidsdoelstellingen De EIB-kredietverlening in regio's buiten de EU is in de eerste plaats gericht op ondersteuning van de beleidsdoelstellingen van de Gemeenschap. De concrete regionale doelstellingen (zie tabel hieronder) worden in de preambule van Besluit 2006/1006/EG van de Raad genoemd. Milieubescherming en energievoorzieningszekerheid gelden voor alle regio's als doelstelling. Tabel II: Voornaamste kredietverleningsdoelstellingen Kredietverleningsdoelstellingen Azië en Latijns- Amerika Oostelijke buurlanden en Rusland Middellandse Zeegebied Pretoetredingslanden Zuid- Afrika Energie - voorzieningszekerheid X X X X X Bescherming en verbetering milieu Ontwikkeling particuliere sector, MKB (KMO's) Ontwikkeling infrastructuur, waaronder uitbreiding van TEN's Pretoetredingssteun Ondersteuning EU-aanwezigheid (BDI, overdracht van technologie en knowhow) X X X X X X X X X X X X X X In 2007 is 13% van de verleende kredieten naar de energiesector gegaan. De EIB heeft energie-investeringen gefinancierd in Egypte (twee gasgestookte warmtekrachtcentrales), Marokko (waterkrachtprojecten), Bosnië-Herzegovina (renovatie waterkrachtcentrales en distributie-installaties) en Zuid-Afrika (aanleg van hoogspanningsinterconnectoren). NL 7 NL

In totaal is 938 miljoen euro ofwel 25% van de EIB-financiering in het kader van het mandaat besteed aan ecologisch duurzame ontwikkeling in partnerlanden, de overkoepelende doelstelling van de bank. In de pretoetredingslanden is in 2007 in het kader van het mandaat voor 731 miljoen euro aan projecten gefinancierd met milieubescherming als voornaamste kredietverstrekkingsdoelstelling. Dit komt neer op 42% van de totale kredietverstrekking in de regio. Daarbij ging het om openbaarvervoerprojecten in Turkije en een project op het gebied van hernieuwbare energie in Bosnië-Herzegovina. In het Middellandse Zeegebied is voor 120 miljoen euro aan leningen verstrekt voor milieumaatregelen in de watersector in Israël om de aanvoer van veilig drinkwater en daarmee het milieu en de volksgezondheid te verbeteren. Dit was ook het doel van een 60 miljoen euro kostend project in Azië voor de uitbreiding en verbetering van de infrastructuur voor de levering en distributie van water in Groot-Manilla en van een ander project van 27 miljoen euro in Latijns-Amerika voor de verbetering van de rioolwaterverwerking en milieuomstandigheden in Panama-stad. De kredietlijnen voor de ontwikkeling van de particuliere sector waren goed voor 28% van de totale kredietverstrekking. Het grootste deel van de kredieten is toegekend in landen in het Middellandse Zeegebied: Jordanië, Libanon, Syrië en Tunesië. Meer dan de helft van het totale leningvolume in het Middellandse Zeegebied was in 2007 bestemd voor het MKB (de KMO's). De pretoetredingslanden vormden de op een na grootste groep van begunstigden. Daarbij ging 40% van alle kredieten naar Turkije, Servië en Bosnië-Herzegovina. De industrie en de dienstensector waren beide vertegenwoordigd met respectievelijk één project in Zuid-Afrika (uitbreiding van een spaan- en MDF-platenfabriek) en één project in Turkije (versterking van de wetenschaps- en onderzoekscapaciteit). Samen waren ze goed voor 11% van de totale kredietverstrekking. Eenderde van de totale kredieten die in 2007 onder het mandaat zijn verstrekt, was bestemd voor vervoersinfrastructuur, zoals spoorwegen, wegen, havens en stedelijke infrastructuur. De meeste leningen in de vervoersector (65%) zijn toegekend in de pretoetredingslanden, namelijk Turkije, Servië, Bosnië-Herzegovina en Albanië. 76% van deze financiering in de pretoetredingslanden is naar de aanleg of verbetering van spoorweginfrastructuur gegaan en 24% naar de ontwikkeling van vervoersassen naar TEN's. De eerste leningen die in oostelijke buurlanden Oekraïne en Moldavië zijn toegekend, waren ook bestemd voor de verbetering van infrastructurele wegenassen die aansluiting bieden op prioritaire TEN's. Samen met de uitbreiding van vervoer-ten's waren ze goed voor 34% van de totale kredietverstrekking voor vervoer. Onder het mandaat zijn twee andere vervoersprojecten gefinancierd in Marokko (bouw van een deel van tolautoweg) en Uruguay (uitbreiding van een particuliere containerterminal in de haven van Montevideo). 8% van de totale kredieten is besteed aan de financiering van twee projecten in Latijns-Amerika in de telecommunicatiesector. In Peru ging het om een project voor de aankoop en installatie van systemen om diensten op het gebied van telefonie, snel internet, datatransmissie, betaal-tv via kabel en satelliet en VSAT te kunnen leveren. Een project in Brazilië betrof de installatie, inbedrijfstelling en exploitatie van een GSM-overlaynetwerk om te migreren van CDMA naar een GSM-netwerk. De ALA-regio is de voornaamste begunstigde van de buitenlandse directe investeringen (BDI) van de EU in de opkomende landen. Daarom was het overgrote deel van de EIB-financieringsactiviteiten in ALA binnen de ALA-mandaten tot dusver gericht op de ondersteuning van de EU-aanwezigheid via BDI. NL 8 NL

De EIB beoordeelt de meerwaarde van haar operaties op basis van een kader met de volgende drie pijlers 6 : pijler 1: de samenhang met en bijdrage aan EU-beleidsdoelstellingen; pijler 2: de kwaliteit en degelijkheid van het project; en pijler 3: de financiële en niet-financiële bijdrage van de EIB aan het project. Elke afzonderlijke financieringsoperatie wordt aan dit kader en op een reeks indicatoren getoetst. De EIB heeft geoordeeld dat 84% van de EIB-operaties die in 2007 onder het mandaat zijn uitgevoerd, grote samenhang vertoont met en een sterke bijdrage levert aan de doelen en prioriteiten die binnen het mandaat zijn gesteld. Aan die operaties is in pijler 1 de rating "hoog" toegekend. In pijler 2 heeft 39% van de projecten de rating "hoog" en 55% van de projecten de rating "gemiddeld" gekregen. In pijler 3 is de EIB-bijdrage in 81% van de projecten beoordeeld als "hoog" en in 16% als "gemiddeld". 3.3.4. Samenwerking met de Commissie Op grond van Besluit 2006/1016/EG moeten de Commissie en de EIB de samenhang tussen de EIB-activiteiten en het EU-beleid versterken en moet dit met name gebeuren door middel van een regelmatige en systematische dialoog en vroegtijdig overleg over beleid, strategieën en ontwerp-projecten. Daartoe hebben de EIB en de Commissie op 26 mei 2008 een memorandum van overeenstemming gesloten over de intensivering van deze samenwerking. Om de samenhang van de algehele EU-steun in de onder het externe leningmandaat vallende regio's te versterken, worden mogelijkheden gezocht om de EIB-financiering waar mogelijk met EU-begrotingsmiddelen te combineren via onder meer het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, en voor Zuid-Afrika het ontwikkelings- en samenwerkingsinstrument. Voor het Middellandse Zeegebied beheert de EIB ter aanvulling van de financiële steun uit eigen EIB-middelen EU-begrotingsmiddelen op drie gebieden: technische bijstand, risicokapitaal en rentesubsidies voor bepaalde EIB-leningen, zoals nader beschreven in hoofdstuk 2.11 van de bijlage. Voorts hebben de Commissie en de EIB samengewerkt bij het opzetten van de ENB-investeringsfaciliteit, waarmee extra financiering in de vorm van subsidies voor leningactiviteiten van de EIB en andere publieke financiële EU-instellingen beschikbaar zal komen voor infrastructuurprojecten in met name de energie-, de vervoers- en de milieusector in het gehele gebied dat onder het Europees nabuurschapsbeleid valt. De Commissie en de EIB werken ook nauw samen bij financiële EU-instrumenten voor steun aan de westelijke Balkan in het kader van IPA. 3.3.5. Samenwerking met andere IFI's In 2007 heeft de EIB een actief beleid gevoerd om de effectiviteit van haar operaties te verhogen door haar operationele banden met andere IFI's aan te halen. In 2007 is een begin gemaakt met de uitvoering van de eind 2006 gesloten tripartiete overeenkomst tussen de Commissie, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) en de EIB om operationeel samen te werken in Oost-Europa, de zuidelijke Kaukasus, Rusland en Centraal-Azië, en hebben de drie instellingen in dat verband onderling nauw overleg gepleegd en gezamenlijke projectplannen opgesteld. De EIB en de EBWO zijn ook nauw betrokken bij andere initiatieven en partnerschappen (zoals Jaspers (Joint 6 Zie ook de hoofdstukken 2.6-2.8 van de bijlage. NL 9 NL

Assistance to Support Projects in European Regions), een initiatief op het gebied van technische bijstand in het kader van het regionale EU-beleid). Voorts is de EIB in 2007 een formeel samenwerkingsverband op milieugebied aangegaan met andere IFI's: met de EBWO het multilaterale koolstofkredietfonds, met de Wereldbank het koolstoffonds voor Europa en met de KfW het koolstofprogramma. Tot slot is op het EIB-forum in Ljubljana een koolstofkredietfonds voor de periode na 2012 gelanceerd, het directe resultaat van de lopende samenwerking op het gebied van klimaatverandering tussen de EIB en de drie toonaangevende Europese nationale financieringsinstellingen: Instituto de Crédito Oficial, KfW en de Nordic Investment Bank (NIB). De EIB, EBWO, CEB, NIB en Nordic Environment Finance Corporation hebben opnieuw hun betrokkenheid getoond bij de ook door de Commissie krachtig gesteunde "European Principles for the Environment". Nadere informatie is te vinden in hoofdstuk 2.9 van de bijlage. 4. GEVOLGE VA DE LE I GACTIVITEIT VOOR DE BEGROTI G Leningen hebben gevolgen voor de EU-begroting wanneer er communautaire garanties, rentesubsidie of speciale, voor de crediteur met risicodragende activiteiten vergelijkbare voorwaarden aan zijn gekoppeld. 4.1. Begrotingsgaranties Op 22 december 2004 heeft de Raad besloten om Besluit 2000/24/EG te wijzigen in verband met de uitbreiding van de EU en het Europese nabuurschapsbeleid (Besluit 2005/47/EG van de Raad 7 ). De Gemeenschapsgarantie blijft beperkt tot 65% van het totale bedrag aan opengestelde leningen plus bijkomende kosten (tegen 70% onder het algemene mandaat 1997-2000). Voorts heeft de Raad op 22 december 2004 een garantie van de Gemeenschap aan de EIB verleend voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland (Besluit 2005/48/EG 8 ). Er is voor maximaal 500 miljoen euro aan leningen opengesteld. De EIB komt in aanmerking voor een buitengewone garantie van de Gemeenschap van 100%. De gegarandeerde leningperiode liep tot 31 januari 2007, maar werd automatisch met zes maanden verlengd aangezien de maxima op deze datum niet waren bereikt. In 2007 (het laatste jaar van het algemene mandaat 2000-2006) heeft de EIB voor 1,595 miljard euro aan leningen gesloten. Daarmee komt het totale bedrag aan leningen in het kader van dit mandaat (20,06 miljard euro 9 ) uit op 19, 587 miljard euro, ofwel 98% van het maximum. De stand van de garanties wordt beschreven in het halfjaarlijkse verslag van de Commissie over de uit de algemene begroting gefinancierde garanties 10. Op 19 december 2006 heeft de Raad een garantie van de Gemeenschap verleend voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap 7 8 9 10 PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9. PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11. Cumulatief, na aftrek van annuleringen (inclusief TERRA en het speciale actieprogramma voor Turkije). COM(2007) 66 en SEC(2007) 241. NL 10 NL

(Besluit 2006/1016/EG 11 ). De Gemeenschapsgarantie blijft beperkt tot 65% van het totale bedrag aan verleende kredieten en garanties, min terugbetalingen, plus bijkomende kosten. Het maximum aan financieringsoperaties van de EIB in het kader van dit mandaat is voor de periode 2007-2013 vastgesteld op 27,8 miljard euro en bestaat uit een basisbedrag van 25,8 miljard euro en een facultatief mandaat van 2 miljard euro, dat pas in werking treedt wanneer de Raad daartoe op basis van een tussentijdse evaluatie in 2010 besluit. In het kader van dit nieuwe mandaat is in 2007 voor een bedrag van 1,898 miljard euro aan leningen verstrekt (zie hoofdstuk 2.3 en de tabel in hoofdstuk 2.4 van de bijlage). 4.2. Overige activiteiten Er is rentesubsidie toegekend in het kader van meerdere communautaire programma's binnen en buiten de EU. De meeste van deze programma's zijn afgelopen en hebben geen gevolgen meer voor de begrotingsuitgaven. Tabel 2.19 biedt een overzicht van de nog lopende programma's en de in de betrokken jaren uitgekeerde subsidie. Zoals nader toegelicht in hoofdstuk 2.11 van de bijlage, heeft de EIB uit de MEDA-begroting 7 risicokapitaaloperaties voor in totaal 46,5 miljoen euro en daarnaast 24 technischebijstandsoperaties voor in totaal 17,5 miljoen euro gefinancierd. 11 PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95. NL 11 NL