Hulp in volle gang. Eerste tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp. Publicatiedatum: maart 2015



Vergelijkbare documenten
Datum 19 september 2014 Betreft Beantwoording vragen van de leden van Laar en Sjoerdsma over de strijd tegen Ebola

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Leidraad voor provinciale besluitvorming in het kader van noodhulp

Meting december 2013 DONATEURSVERTROUWEN WEER IN DE LIFT

Beter voorbereid op toekomstige rampen

ZEG NEE TEGEN EBOLA. KOM IN ACTIE!

Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555

Wereldwijd overzicht ebolavirusinfecties

Overzicht hulpwerkzaamheden SHO

SHO Samenwerkende Hulporganisaties

Pakistan ZES MAANDEN HULP VERLENING. Marco Borsato: Deze actie was heel hard nodig. 2 Waar is uw gift terecht gekomen? 3 Boer oogst weer 5

Artsen zonder grenzen

Ebola raakt alles. Van medische noodsituatie naar humanitaire ramp

Eindrapportage Giro555-Actie Nederland helpt Nepal. Deel 1: Financiële rapportage. April 2018

UNICEF Nederland. Totaal te besteden met Giro555*: *Totaal te besteden is inclusief eventuele rentebaten en apparaatskostenvergoeding.

UPDATE NOODHULP NEPAL

Noodhulp in de Hoorn van. Jeroen Jurriens, Disaster Management Unit ICCO & Kerk in Actie

Eindrapportage Giro555-Actie Stop de ebola-ramp. Over ons. Historie in het gebied. Verslag: ICCO & Kerk in Actie

Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555

UNICEF in Mozambique: Preventie en behandeling van gevaarlijke kinderziekten.

Rampenmanagement Zuid-Soedan

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Giro555-actie Nederland helpt Nepal

Unicef. Bram van t Hoff De Flambouw Groep 8 17 Januari 2012

Katakle Business Plan Groeiplan voor het programma van The Hunger Project in Benin

DONATEURSVERTROUWEN BLIJFT STIJGEN

Eindrapportage Giro555-Actie Help slachtoffers hongersnood. Deel 1: Financiële rapportage. Mei 2018

In de eerste paar maanden van de ebola-respons hebben ICCO en Kerk in Actie samen met drie partner-organisaties in Sierra Leone gewerkt.

Eerste tussenrapportage Giro555-actie Nederland helpt Nepal. Over ons. Verslag: World Vision

No time to lose Lessen van de Ebola epidemie 2014

Projectrapportage noodhulp Syrie

Land Rover Nederland geeft nieuwe hoop voor de bevolking

Tweede tussenrapportage Giro555-Actie Nederland helpt Nepal. Deel 1: Financiële rapportage. Publicatiedatum: april 2016

Jaarrekening Stichting Samenwerkende Hulporganisaties 2012

Voorstel: CSP GH-0420

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2204(INI)

Meerderheid Nederland niet van plan om geld te geven Nederlander twijfelt of geld voor noodhulp Hoorn van Afrika goed terecht komt

Jaarrekening Stichting Samenwerkende Hulporganisaties 2013

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Eerste tussenrapportage Giro555-actie Nederland helpt Nepal. Over ons. Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555

Vragen en antwoorden over ebola

PROJECT BABONGO. Centraal Afrika Afrika

CRISIS UPDATE: KINDEREN VAN SYRIË

SHO Samenwerkende Hulporganisaties

KIWANIS EN UNICEF: SAMEN IN ACTIE TEGEN TETANUS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 augustus 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Stichting Emda. Beknopt Jaarverslag Network for European Monitoring and Development Assistance EMDA. Voorwoord

JAARVERSLAG Stichting Fadhili

12 januari 2010: aardbeving verwoest Haïti

10-Jarige Minasayesh uit Ethiopië kan weer kind zijn. Indiase Angel (14 jaar) komt op voor kinderen met problemen

8 keer beoordeeld 10 december 2013

Stichting Emda. Beknopt Jaarverslag Network for European Monitoring and Development Assistance EMDA. Voorwoord

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Drive Against Malaria - Newsflash - April 2012

Drive Against Malaria nieuwsbrief file:///volumes/projectmanagement/projecten/drive Against...

CRISIS UPDATE: KINDEREN VAN SYRIË

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden

UNICEF Kinderrechten SPORT EN VRIJE TIJD GELIJKE BEHANDELING VOEDING FAMILIE GEZONDHEIDSZORG ONDERWIJS SCHOON WATER

Eindrapport Gezamenlijk Actieplan Integriteit: maart december 2018 Marleen van Amersfoort, programmamanager. Bron:

Datum 19 september 2014 Betreft Noodhulp: herziening Nederlandse humanitaire hulp en de inzet van het Relief fund.

Zittingsdocument B7-0493/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

BELEIDSPLAN. Stichting MAGO CARE

Pakistan ZO IS UW GIFT BESTEED

TIKO Project Bamukong

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus

PROJECTVOORSTEL STERRENGALA. Van noodhulp naar wederopbouw in Syrië

Onze missie en ambities

INHOUD: 1. Voorwoord. 2. Oprichting van Stichting Terima Kasih. 3. Stichting Terima Kasih. 4. Activiteiten. 5. Conclusies

2. Resultaten per deelnemer. 2.1 CARE Nederland. Over ons. Historie in het gebied

Workshop Fondsenwerving

Vrienden van dorcas.

Drive Against Malaria - Newsflash - Augustus 2014

Speech. Dames en heren, excellenties,

STICHTING HOVERAID NEDERLAND Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer

Zittingsdocument B8-0115/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

Van medicijnman tot evidence based practice

Een non-profit organisatie met als doel het bieden van goede en kwalitatieve zorg aan de bevolking in Oeganda.

HUMANITAIRE HULP Levens redden en menselijk leed verlichten

Handleiding voor leerkrachten. Digitale les Bovenbouw basisonderwijs

Enkele projecten... De Health post in Aalapot

Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555

Financieel jaarverslag 2012

Solidariteitsactie. voor. vluchtelingen. in Syrië. Zondag 22 februari GC De Wildeman Schoolstraat 15, Herent. Koerdische Maaltijd

Het Nederlandse Rode Kruis helpt direct. Jaarverslag 2015

Nieuwsbrief Medical Mission International Gezondheid, Genezing en Hoop!

28 september 2018: Aardbevingen en tsunami verwoesten Indonesië

EUROPEES PARLEMENT AANGENOMEN TEKSTEN

28 september 2018: Aardbevingen en tsunami verwoesten Indonesië

Hulp in de Hoorn van Afrika

Hulp aan bewoners van Malende werpt vruchten af

Hernieuwde kracht. Eindrapportage Giro555-Actie Stop de ebola-ramp Deel 2: beschrijving hulpresultaten. Publicatiedatum: maart 2016

EEN BIJZONDERE MANIER VAN HELPEN

De Vergeten Kinderen van Zimbabwe

Tweede Kamer der Staten-Generaal

filosofie havo 2016-I

Sponsor a Granny Support the Community. Midterm-rapportage 2010

Stichting Urgente Noden Zoetermeer Beleidsplan bruggenbouwer tussen wat kan en wat moet

Dank u voor het waarmaken van mijn droom.

Transcriptie:

Hulp in volle gang Eerste tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp Publicatiedatum: maart 2015 Foto: Pablo Tosco/Oxfam DEELNEMENDE ORGANISATIES EBOLA- ACTIE: CARE Nederland Cordaid Mensen in Nood ICCO en Kerk in Actie Nederlandse Rode Kruis Oxfam Novib Save the Children Stichting Vluchteling Terre des Hommes UNICEF Nederland World Tussenrapportage Vision Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 1 www.giro555.nl

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Voorwoord... 3 Verslag van de Raad van Toezicht... 4 1. Inleiding... 5 1.1 De ramp... 5 1.1.1 Guinee... 7 1.1.2 Liberia... 8 1.1.3 Sierra Leone... 10 1.2 De Nationale Actie... 12 2. Hulp met gelden van Giro555... 13 2.1 Opbrengst en kosten Nationale Actie Stop de ebola-ramp... 13 2.2 Verdeling gelden en bestedingen... 13 2.3 Hoe werken de Nederlandse hulporganisaties?... 16 2.4 Samenwerking en coördinatie... 16 3. Resultaten per deelnemer... 18 3.1 CARE Nederland... 18 3.2 Cordaid... 22 3.3 ICCO en Kerk in Actie... 30 3.4 Nederlandse Rode Kruis... 38 3.5 Oxfam Novib... 43 3.6 Save the Children... 50 3.7 Stichting Vluchteling... 54 3.8 Terre des Hommes... 58 3.9 UNICEF Nederland... 63 3.10 World Vision... 69 Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 2

Voorwoord Freetown, de hoofdstad van Sierra Leone. Wel honderd kinderen staan en zitten dicht opeen gepakt rond hun leidsters. Ik zie blote voetjes, bevuilde en gescheurde kleertjes, maar dat hindert de kinderen niet om enthousiast hun ABC op te dreunen. Pas dan luister ik goed naar de tekst: ABC- Avoid Body Contact. Drie letters, slechts drie woorden. Precies deze woorden omschrijven de afschuwelijke kilte die nodig is om ebola een halt toe te roepen: isolatie van patiënten, in alles bedekkende pakken de zieken verzorgen, en geen familie, maar speciale begrafenisteams die de overledenen bergen. Hoewel deze fysieke kilte indruist tegen ieder gevoel van medemenselijkheid, ben ik tijdens mijn laatste bezoek aan Sierra Leone vooral trots op wat ik zie. Dankzij de giften van vele Nederlanders aan Giro555 voor de actie Stop de ebola-ramp in het najaar van 2014 zijn nu al 10.000 lijkzakken en 15.280 beschermende pakken voor hulpverleners gedistribueerd. Dankzij deze gulle gevers volgen 4.000 kinderen nu alternatief onderwijs. Dankzij alle mensen die hebben bijgedragen aan Giro555 kregen de afgelopen drie maanden 6.105 mensen voedselhulp. Inmiddels is ruim 30 procent van de ingezamelde 10,5 miljoen euro gebruikt. Het totale bedrag zal binnen een jaar worden besteed. Het was voor het eerst dat een internationale hulpactie moest worden opgezet voor een ramp veroorzaakt door een ziekte. In Liberia, Guinee en Sierra Leone dreigde ebola complete samenlevingen te ontwrichten. Fragiele staten, die juist een beetje opklommen uit een diep dal, getekend door burgeroorlogen en ongekende armoede. Drie maanden na de actie kunnen we constateren dat de vele draconische maatregelen om ebola in te dammen zijn vruchten beginnen af te werpen, al is de ebola-ramp nog lang niet voorbij. Volgens de WHO zou de uitbraak van de ziekte dit jaar kunnen eindigen, als iedereen zich blijft houden aan alle maatregelen. Ebola-moeheid onder de bevolking is nu een groot gevaar: we moeten alert blijven, anders laait de ziekte zo weer op. Bovendien zijn de gevolgen van de ebola-ramp enorm: duizenden kinderen zijn hun ouders kwijt en moeten worden opgevangen. Psychosociale ondersteuning is nodig voor de vele mensen die plotseling hun dierbaren zijn kwijtgeraakt. De reguliere gezondheidszorg ligt nagenoeg stil en moet structureel worden verbeterd om in de toekomst uitbraken als deze te kunnen tegengaan. En de economie moet uit het slop worden getrokken. Mede dankzij alle gulle gevers is een bedrag van ruim 10,5 miljoen euro opgehaald, waarmee al veel is bereikt en waarmee we nog veel kunnen doen. In deze eerste rapportage kunt u lezen welke hulp de verschillende organisaties inmiddels hebben geboden in Sierra Leone, Guinee en Liberia. En u kunt lezen hoe de hulpverlening erin slaagt om het virus enigszins de kop in te drukken. Helaas is de ebola-epidemie niet helemaal bedwongen, maar wat ik zag, stemt hoopvol: er is weer licht aan het eind van de tunnel. Dank, nogmaals, aan eenieder die heeft bijgedragen. Henri van Eeghen, actievoorzitter Namens de samenwerkende hulporganisaties van Giro555. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 3

Verslag van de Raad van Toezicht Op verzoek van de Stichting Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) heeft de Raad van Toezicht de eindrapportage over de Giro555-actie Stop de ebola-ramp beoordeeld. De Raad spreekt haar waardering uit voor de hulpverlening in de door ebola geteisterde gebieden in Guinee, Liberia en Sierra Leone. Hiernaast is de Raad alle betrokken organisaties, instanties en individuen erkentelijk voor de inspanningen die afgelopen periode zijn geleverd. De Raad van Toezicht onderstreept het belang van een goede verantwoording door Giro555 aan het Nederlandse publiek. De Raad is van mening dat deze rapportage een adequaat inzicht geeft in de ontvangsten en bestedingen van de gelden, geworven voor de Giro555- actie Stop de ebola-ramp. Raad van Toezicht, Mevr. P.C. Lodders-Elfferich (voorzitter) Dhr. H. Grootendorst Mevr. F. Santing Dhr. O.V. van der Harst Dhr. M.B.A. Keim Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 4

1. Inleiding Ruim 4 maanden na de start van de Nationale Actie Stop de ebola-ramp brengt de Stichting Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) deze tussentijdse rapportage uit. De rapportage is samengesteld op basis van afzonderlijke rapportages van de tien hulporganisaties achter deze Giro555-actie. De rapportage geeft inzicht in de hulpverlening in de periode van 5 november 2014 tot en met 31 januari 2015. Hulporganisaties blijven met Giro555-gelden nog tot en met 31 oktober 2015 hulp bieden om de epidemie te bedwingen en daarnaast ook aan de wederopbouw bij te dragen. 1.1 De ramp In Meliandou, een klein dorp in Guinee, overleed op 28 december 2013 een 18-maanden oude jongen aan een mysterieuze ziekte 1. In de weken daarop ontwikkelden diverse familieleden van de jongen eenzelfde ziektebeeld, gevolgd door een snelle dood. Ook een aantal medewerkers van het ziekenhuis waar deze zieken geholpen werden en familie die de begrafenissen van deze overledenen bezochten overkwam steeds vaker hetzelfde lot. Eind januari sloeg het hoofd van de lokale kliniek in Meliandou voor het eerst alarm, maar onderzoek door zowel de lokale gezondheidsautoriteiten als Artsen zonder Grenzen (AZG) leidde niet tot de juiste conclusies en diagnose. Omdat de symptomen veel op cholera lijken en ebola niet eerder in de regio is voorgekomen, werd lange tijd gedacht dat cholera de oorzaak was. Op 13 maart 2014 werd het Ministerie van Gezondheidszorg gewaarschuwd. Het ministerie startte samen met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en AZG een uitgebreid onderzoek naar deze nog steeds onbekende ziekte. Pas op 21 maart 2014 werd bekend dat het virus ebola was en dat de 18-maanden oude jongen het eerste slachtoffer moet zijn geweest. De exacte bron van het virus heeft men niet kunnen achterhalen, maar zeer waarschijnlijk is de jongen in contact geweest met vleermuizen die veel voorkomen in de bosrijke omgeving van zijn dorp. Foto s: Arie Kievit Het virus is de Zaïre -variant, de meest dodelijke variant van de ebola virussen. Op 23 maart 2014 kondigde de WHO de ebola-uitbraak aan op de website. Op dat moment waren er 49 ziektegevallen ontdekt en 29 doden gerapporteerd. Het virus had zich toen al verspreid in Liberia en Sierra Leone, maar dit was nog niet ontdekt. Net als in Guinee broeide het virus in deze landen wekenlang zonder herkend te worden. Daardoor had het alle kans zich te verspreiden en over te slaan naar de dichtbevolkte hoofdsteden. Een ware en schrikbarende 1 http://www.who.int/csr/disease/ebola/one-year-report/virus-origin/en/ Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 5

epidemie ontrafelde zich zonder dat er enig zicht op was. Het duurde tot eind maart (Liberia) en half mei (Sierra Leone) voordat deze landen de eerste ebola-slachtoffers rapporteerden. Guinee, Sierra Leone en Liberia waren niet bekend met het virus. Door de late ontdekking van het virus was isolatie (in het verleden vaak een effectief middel) moeilijk en waren veel bredere maatregelen nodig. De meeste hulporganisaties waren nauwelijks bekend met het virus en met de bestrijding van de ziekte en de gevolgen, wat eveneens leidde tot een vertraging in de juiste aanpak. Overige factoren die hebben bijgedragen aan de onopgemerkte verspreiding en de trage inperking van het ebola-virus zijn: de slechte staat van de gezondheidszorg door jarenlange oorlogen, een enorm tekort aan geschoolde zorgmedewerkers, het geloof in traditionele genezers, culturele gebruiken vooral rondom begrafenissen en open grenzen met veel verkeer en grensoverschrijdende handel. Bovendien leidden angst voor en onbekendheid met het virus tot weerstand en stakingen van zorgmedewerkers en tot angst bij patiënten om een kliniek te bezoeken. Meteen na de bekendmaking van de uitbraak eind maart hebben het Ministerie van Gezondheidszorg van Guinee, de WHO, en partner- en hulporganisaties maatregelen genomen, zoals het sturen van experts om het Ministerie van Gezondheidszorg te ondersteunen, het vergroten van de laboratoriumcapaciteit om nieuwe gevallen te kunnen diagnosticeren en het sturen van medische experts naar ziekenhuizen. Ook hulporganisaties achter Giro555 zijn al in een vroeg stadium betrokken geraakt bij de hulpverlening. In tabel 1 is te zien wanneer de verschillende organisaties hun ebola-hulpverlening zijn gestart. Toch was er ook veel kritiek op het trage ingrijpen en het gebrek aan leiderschap. De WHO en diverse hulporganisaties erkennen deze knelpunten. Ook zagen zij in dat er te weinig ingespeeld werd op bovengenoemde factoren, waardoor de verspreiding verder kon gaan. Als in juli ook het eerste geval van ebola in Nigeria wordt vastgesteld, schrikt de wereld wakker. De WHO neemt de leiding op zich en lanceert op 27 augustus een strategie om de epidemie een halt toe te roepen. Deze strategie richt zich niet alleen op het behandelen van de ebola-patiënten, maar ook op het traceren van (mogelijk) nieuwe gevallen en van mensen die met ebola-patiënten in contact zijn geweest, op veilige begrafenisrituelen, op blijvende toegang tot basis gezondheidszorg en voeding voor de gehele bevolking, op herstel van de economie en op het voorkomen van uitbraak in (buur)landen die nog ebola-vrij zijn. Foto s: Arie Kievit Op 18 september kondigen de Verenigde Naties (VN) aan de allereerste VN-gezondheidsmissie te starten. Zij vormen UNMEER, de VN-missie voor Emergency Ebola Response, die als doel heeft de omvang en de coördinatie van de internationale respons te vergroten en een groot deel van de logistiek uit handen te nemen van de WHO, die onvoldoende capaciteit had voor deze enorme missie. Op 18 februari 2015 meldde de WHO 2 dat er in totaal 23.253 ebola-patiënten waren gerapporteerd, waarvan 9.380 waren overleden. De daadwerkelijke aantallen liggen vermoedelijk hoger, doordat verdachte gevallen in de beginperiode niet altijd zijn onderzocht, patiënten zich niet altijd gemeld hebben bij een kliniek en overledenen soms verborgen zijn gehouden. In totaal werden 833 zorgmedewerkers in de 3 zwaarst getroffen landen ziek, waarvan er 488 zijn overleden. 2 http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/152890/1/roadmapsitrep_18feb15_eng.pdf?ua=1&ua=1 Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 6

Naast de 3 zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee zijn er 20 patiënten gerapporteerd in Nigeria (8 overleden), 8 patiënten in Mali (6 overleden), 4 patiënten in de Verenigde Staten (1 overleden) en 1 patiënt in elk van de landen Senegal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. De hulporganisaties achter Giro555 in het rampgebied De hulporganisaties achter Giro555 dragen bij aan de hulpverlening in verschillende landen. In Tabel 1 is te zien welke deelnemers hulp bieden in elk van de 3 door ebola getroffen landen en waar zij de gelden van Giro555 besteden. De hulporganisaties achter Giro555 hebben gezamenlijk besloten om de Giro555-gelden alleen uit te geven in de 3 zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee, waar de noden het hoogst zijn. Tabel 1: werkzaamheden en hulphistorie hulporganisaties achter Giro555 in de 3 door ebola zwaargetroffen landen. Werkt in Liberia sinds Hulpverlening aan ebola-slachtoffers sinds Werkt in Sierra Leone sinds Hulpverlening aan ebola-slachtoffers sinds Werkt in Guinee sinds Hulpverlening aan ebola-slachtoffers sinds CARE 2008 1 juli 2014* 1961 1 augustus 2014 Cordaid (Caritas) 1990 oktober 2014* 1981 mei 2014* 1993 14 april 2014* ICCO en Kerk in Actie (Act Alliance) 1996 1 augustus 2014 2007 1 augustus 2014* Nederlandse Rode Kruis (Red Cross) 1919 9 april 2014* 1962 6 april 2014* 1984 26 maart 2014* Oxfam (Novib) 1991 1 juli 2014* 1996 1 juli 2014 Save the Children 1991 1 april 2014 1991 1 april 2014* 1997 1 april 2014* St. Vluchteling (IRC) 1996 1 april 2014 1999 1 april 2014* Terre des Hommes 1987 september 2014* UNICEF 1987 maart 2014* 1985 1 maart 2014 1996 1 maart 2014 World Vision 1996 1 augustus 2014* * bij deze hulpverlening wordt Giro555-geld inzet 1.1.1 Guinee In Guinee vond de uitbraak zijn oorsprong. Na een eerste piek in het aantal ebola-patiënten, leek de uitbraak langzaam tot stilstand gekomen. Niets was minder waar. Mogelijk besmette personen bleven buiten de statistieken, omdat families zieken niet meldden, medische onderzoeksteams in veel gemeenschappen niet geaccepteerd werden en begrafenissen in het geheim werden gehouden. Weerstand en soms zelfs geweld tegen (buitenlandse) medische teams kwam regelmatig voor, omdat inwoners geloofden dat juist deze hulpverleners de ziekte verspreidde in hun gemeenschap. Geruchten dat desinfectieteams in beschermende pakken geen chloor, maar de dodelijke ziekte verspreidde voor de handel in organen was één van de vele mythen die voor weerstand en geweld zorgden. Andere grote uitdagingen in Guinee waren vanaf het begin de hoge mobiliteit onder de bevolking die zorgde voor verspreiding in steeds nieuwe gebieden en de slechte staat van de infrastructuur. Door slechte wegen in afgelegen gebieden en een gebrek aan goede vervoersmiddelen en benzine doen patiënten er lang over om een ziekenhuis te bereiken. Op momenten dat het aantal ebola-patiënten leek te zijn afgenomen, staken zieke mensen uit buurlanden waar bedden in ebola-behandelcentra schaars waren, de grens over om in Guinee hulp te zoeken. Dit leidde regelmatig tot hernieuwde infecties in gebieden die soms al vrij waren van ebola. Ook het tekort aan ebola-behandelcentra was een groot probleem. Het bouwen en openen van nieuwe centra nam meer tijd in beslag dan gepland, waardoor veel patiënten geen tijdige behandeling konden krijgen. Van de 153 besmette gezondheidsmedewerkers in Guinee, stierven er 90. 60 van deze besmettingen vonden plaats in de laatste 3 maanden van het jaar en meestal in overheids- of privéklinieken. Vooral een tekort aan beschermend materiaal voor de behandeling van patiënten die nog niet waren gediagnosticeerd met ebola lag ten grondslag aan dit hoge aantal. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 7

Eind november beleefde Guinee wederom een piek in het aantal ebola-patiënten, met op het hoogtepunt 156 bevestigde ebola-patiënten in de derde week van december in verschillende regio s in het land. De weerstand van de gemeenschap blijft een grote uitdaging in het terugdringen van de epidemie. In Guinee zijn 5 van de 10 hulporganisaties achter Giro555 actief. Drie van deze organisaties zetten Giro555-geld in voor hun ebola-programma s in dit land. De situatie nu Guinee heeft 3.108 ebola-patiënten gerapporteerd tot 18 februari 2015 3, waarvan er 2.057 overleden zijn. In de week tot 15 februari 2015 kwamen 52 nieuwe gevallen aan het licht, wat een lichte daling is in vergelijking met de voorgaande weken. Veel ebola-doden werden pas na overlijden en buiten de behandelcentra getest. Daaruit blijkt dat patiënten nog regelmatig niet tijdig levensreddende hulp zoeken en de directe omgeving van de zieke langer risico loopt ook besmet te raken. Ook worden onveilige begrafenissen gerapporteerd, wordt geweld tegen hulpverleners gemeld en werken bewoners niet altijd mee aan het nazoeken wie contact heeft gehad met ebola-patiënten. Het wantrouwen in het zorgsysteem en een wijdverspreid geloof in mythen zijn hier belangrijke oorzaken van. Waar het lukt om de gemeenschap te betrekken en hun vertrouwen te winnen, worden successen geboekt bij het indammen van lokale uitbraken. In andere gebieden is dit helaas nog niet het geval en is goede voorlichting nog altijd hard nodig; voorlichting over het belang van snelle isolatie van mogelijke patiënten, het belang van veilige begrafenissen en goede hygiëne en om onwaarheden en mythen uit te bannen. Daarnaast bestaan er logistieke uitdagingen zoals een tekort aan ambulances in afgelegen gebieden en het tekort aan medische faciliteiten in grote delen van het geografisch uitgestrekte en moeilijk toegankelijke land. De gevolgen van de crisis zijn veel groter dan de ziekte alleen. Vanwege de ebola-crisis durven mensen vaak geen medische hulp meer te zoeken voor andere ziekten en zijn er 58% minder doktersbezoeken geweest, met alle gevolgen van dien 4. Ook zwangere vrouwen komen vaker hun afspraak bij de kliniek niet na en vrouwen bevallen vaker thuis zonder toezicht (stijging van 7 tot 20%). Kinderen zijn 50% minder gevaccineerd en 4 van elke 5 patiënten met HIV heeft geen toegang meer tot de nodige medicatie. De medische sector heeft ook op deze vlakken ondersteuning nodig van (internationale) hulporganisaties. Ongeveer 9% van de inwoners krijgt dagelijks onvoldoende voeding binnen. Een kwart daarvan is rechtstreeks te wijten aan de ebola-crisis. De productie van belangrijke voedingsstoffen zoals rijst, maïs, koffie en olie zijn tussen de 10 en 75% gedaald met onder andere prijsstijgingen en minder werk voor arbeiders als gevolg. Kinderen hebben zeker een half jaar geen les ontvangen, omdat scholen gesloten waren en ruim 4.000 kinderen hebben 1 of beide ouders verloren aan ebola. Mede hierdoor is ook veel hulp nodig op het gebied van voedselzekerheid, het zorgen voor inkomen, het inhalen van schoolactiviteiten en de opvang van kwetsbare kinderen. 1.1.2 Liberia De eerste twee ebola-patiënten in Liberia werden bevestigd op 30 maart 2014 en kwamen uit een district op de grens met Guinee. Hoewel op 7 april 21 ebola-besmettingen bekend waren, waarvan 10 patiënten overleden, leek de situatie in Liberia stabiel en onder controle in die periode. Onderzoek van de WHO laat echter zien dat het virus zich lang onopgemerkt kon verspreiden in de hoofdstad Monrovia en alle instanties een enorme achterstand moest inhalen. Vooral het aantal gezondheidsmedewerkers, zoals artsen en verplegend personeel, dat besmet raakte (372 tot 18 februari 2015) 5 en overleed aan ebola (179) is verschrikkelijk hoog 3 http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/152890/1/roadmapsitrep_18feb15_eng.pdf?ua=1&ua=1 4 http://www.acaps.org/img/documents/b-acaps_briefing_note_ebola_west_africa_update_27_jan_2015.pdf 5 http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/152890/1/roadmapsitrep_18feb15_eng.pdf?ua=1&ua=1 Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 8

in Liberia. Het toch al zwakke gezondheidszorgsysteem is hierdoor flink aangetast, juist in tijden waarin deze medewerkers extra hard nodig zijn. Verder heeft geen enkel ziekenhuis in het land een isolatie-afdeling, is weinig medisch personeel opgeleid in infectiepreventie en - controle, ontbreken beschermingsmiddelen zoals handschoenen en is ook de kennis over het goed gebruiken van deze beschermingsmiddelen zeer beperkt. Dit zorgde ervoor dat juist de eerst opgenomen ebola-patiënten het virus zeer snel verspreidden onder ziekenhuis- en ambulancepersoneel. Op 6 augustus 2014 riep de Liberiaanse President Sirleaf een drie maanden durende noodtoestand uit en kondigde een reeks maatregelen aan, zoals het sluiten van markten, uitgaansverboden, verplichte crematie van overledenen en wegafzettingen met als doel het verplaatsen van (mogelijke) patiënten, en daarmee de verdere verspreiding van het virus, tegen te gaan. Het leger werd ingezet. Sommige maatregelen leidden tot hevig verzet, zoals het in quarantaine zetten van de sloppenwijk West Point in Monrovia, waardoor rellen uitbraken en het leger moest ingrijpen. Halverwege augustus hebben 14 van de 15 counties (districten) besmette patiënten gerapporteerd. Op 8 september 2014 lijkt Liberia met bijna 2.000 besmettingen en meer dan 1.000 doden het ergst getroffen. Vooral in Monrovia, waar 240 bedden beschikbaar waren, is de roep om meer bedden groot. De WHO schat dat er 1.000 bedden nodig zijn. De snelle bouw van een behandelcentrum met 260 bedden, betekent dat de helft van het aantal patiënten behandeld kan worden. Het gevolg is dat behandelfaciliteiten overbelast zijn en patiënten op zoek naar een bed zorgen voor meer besmettingen zolang zij niet geïsoleerd worden. Bij de opschaling wordt zelfs het Amerikaanse leger ingezet, die 2 mobiele laboratoria levert en bemant en helpt met de bouw van meer behandelcentra. Vanaf eind september neemt het aantal besmettingen af in Lofa County, waar de epidemie in Liberia begon, tot zelfs nul nieuwe besmettingen in december. Eén van de geleerde lessen uit deze regio is dat de betrokkenheid van de lokale bevolking belangrijk is voor het slagen van interventies. Eind oktober komen ook betere berichten uit Monrovia. De verplaatsing van het virus naar afgelegen plattelandsgebieden vormt een probleem, omdat daar nog weinig staf is opgeleid en het zorgsysteem nog niet is ingericht op ebola. Zo ontbreken isolatie-units, beschermende middelen en ambulances en zijn er geen getrainde vrijwilligers die de veilige begrafenissen verzorgen. Patiënten uit de plattelandsgebieden willen niet naar Monrovia waar nu bedden genoeg zijn, omdat zij weten dat lichamen van overledenen daar verplicht gecremeerd worden, iets wat tegen de culturele gebruiken in gaat. Ook neemt de waakzaamheid onder de bevolking af, nu blijkt dat het aantal besmettingen sterk daalt, waardoor het gevaar dreigt dat het virus zich opnieuw verspreidt. Van de 10 noodhulporganisaties achter Giro555, zijn er 8 werkzaam in Liberia. Alle 8 dragen bij aan het stoppen van de ebola-uitbraak en 5 van de organisaties zetten daarbij geld van Giro555 in. De situatie nu Tot 18 februari 2015 kende Liberia 9.007 ebola-patiënten, waarvan er 3.900 overleden zijn. In de periode van 9 tot en met 12 februari zijn er 2 nieuwe besmettingen bekend geworden, waarvan 1 zorgmedewerker, beiden uit de regio Montserrado. In de 29 dagen tot aan 12 februari is dit de enige regio waar nog nieuwe besmettingen geconstateerd worden, waaruit blijkt dat maatregelen in de rest van het land succesvol zijn gebleken. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 9

Zorgwekkend is dat zorgmedewerkers nog steeds een groot risico lopen. Omdat maar 10% van de ebola-behandelcentra voldoet aan de minimum standaard voor infectiepreventie en - controle, is er nog veel werk op dit gebied te doen. Meer beschermingsmiddelen zijn nodig, ook voor de langere termijn en personeel moet worden getraind in de basistechnieken en het belang van infectiepreventie en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Karel Doorman Het Nederlandse Ministerie van Defensie heeft in november en december 2014 het Nederlandse marineschip de Karel Doorman ter beschikking gesteld aan hulporganisaties en Europese lidstaten om medische hulpgoederen naar West-Afrika te verschepen. Het schip is twee keer uitgevaren en heeft beide keren de 3 zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee aangedaan. Ook Nederlandse hulporganisaties achter Giro555 hebben gebruik gemaakt van dit aanbod. Zo heeft Liberia ambulances, een laboratorium, beschermende kleding en lijkzakken ontvangen, die UNICEF en Save the Children van boord hebben gehaald en verder over het land hebben gedistribueerd. Een deel van deze goederen kwam van de hulporganisaties zelf, andere hulpgoederen werden gedoneerd door Europese lidstaten. Tijdens de tweede vaart werden onder andere 12 containers met medische hulgoederen, 4 pick-ups, 10 motorfietsen en 150 fietsen vervoerd, dankzij gulle giften van particulieren en bedrijven aan Giro555. De medische hulpgoederen zijn beschermende kleding voor ziekenhuispersoneel - zoals laarzen, schorten, handschoenen, maskers en brillen chloor en emmers. Deze hulpgoederen werden ter plaatse door het Rode Kruis ingezet in Ebola behandelcentra en bij begrafenissen en door Cordaid gedistribueerd aan lokale hulporganisaties en ziekenhuizen. De auto s, pick ups en (motor-)fietsen worden ingezet voor het vervoer van zieken, overledenen, personeel en voorlichters. Het Ministerie van Gezondheidszorg gaf in november 2014 aan dat slechts 44% van het reguliere zorgsysteem operationeel was 6. Zwangere vrouwen bevallen half zo vaak in een kliniek en een kwart van de baby s en jonge kinderen heeft de standaard vaccinaties niet ontvangen. Ruim 4.500 kinderen staan geregistreerd als wees vanwege ebola, maar dit aantal ligt mogelijk richting de 7.500. Al deze kinderen hebben hulp en bescherming nodig. Scholen zijn na een half jaar sluiting in februari 2015 weer geopend 7, maar door een gebrek aan schoon drinkwater en het nog niet gereed zijn van preventieprotocollen, is het een grote uitdaging om scholen tot een veilige leeromgeving voor kinderen te maken. Van zeker een kwart van de mensen die dagelijks onvoldoende voedsel binnen krijgt, is dit te wijten aan de ebola-crisis. Ook heeft de stijging van transportkosten door de ebola-crisis gezorgd voor voedseltekorten in plattelandsgebieden. Markten gaan weer open, maar functioneren nog niet volledig. In de business sector is 30% minder werk en salarissen zijn tot wel 33% gezakt in gebieden waar het aantal ebola-patiënten hoog was. Zowel in de sectoren voedsel als levensonderhoud zijn dit grote uitdagingen voor de komende periode. 1.1.3 Sierra Leone In Sierra Leone begon de uitbraak even stil als in Liberia met een exponentiële groei richting het eind van afgelopen jaar. In Sierra Leone kwam duidelijk aan het licht hoe belangrijk het is om rekening te houden met tradities bij het ontwikkelen van maatregelen en om te zorgen voor veilige begrafenissen. Op 10 mei 2014 werd een traditionele genezer begraven in Sokoma, een afgelegen dorp in het Kailahun-district op de grens met Guinee. De genezer was besmet geraakt tijdens de behandeling van ebola-patiënten die van over de grens met Guinee kwamen. Tijdens de begrafenis van de genezer raakten familieleden het besmette lichaam aan, waardoor het virus zich verder heeft kunnen verspreiden. Onderzoek heeft uitgewezen dat zeker 365 ebola-doden zijn terug te herleiden naar deze ene begrafenis. 6 http://www.acaps.org/en/pages/monthly-overview 7 http://ebolaresponse.un.org/sites/default/files/150225-_unmeer_external_situation_report.pdf Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 10

Op 12 juni 2014 werd in Kailahun de noodtoestand uitgeroepen: scholen, bioscopen en andere ontmoetingsplekken moesten sluiten en via checkpoints werden auto s gecontroleerd die de grens met Guinee en Liberia overstaken. Ook in deze gebieden was het aantal bedden en de laboratoriumcapaciteit onvoldoende en al gauw overbelast. Een tekort aan ervaren personeel zorgde voor een gebrekkige opvolging van mogelijke contacten en ook hier overleden artsen en verpleegkundigen die aan het front werkten om ebola-patiënten te verzorgen. Door een gebrek aan capaciteit duurde het vaak enkele dagen totdat de diagnose ebola kon worden vastgesteld. Patiënten werden in de tussentijd thuis verzorgd, wat leidde tot nieuwe besmettingen. Op verzoek van gewone burgers werden tenten met matrassen en kookgerei geleverd, zodat familieleden afstand konden houden van de mogelijk besmette patiënt, terwijl zij wachtten op de uitslag van de test. Dit initiatief bleek effectief en bevestigde dat luisteren naar de getroffen gemeenschap belangrijk is. Op 6 augustus 2014 riep de president de noodtoestand uit met quarantainegebieden voor de hardst getroffen regio s. Het verstoppen van een patiënt werd zelfs strafbaar. In september 2014 kwam het virus naar de hoofdstad Freetown, waar de situatie snel verslechterde en de verspreiding snel kon plaatsvinden, omdat families dicht op elkaar leven en er een tekort aan bedden en laboratoria was. Midden oktober 2014 werden er wekelijks 400 mogelijk nieuwe gevallen gemeld. Ondanks de hulp van buitenaf om het bestaande zorgsysteem te versterken, moest een alternatief gezocht worden in de bouw van community care centres, kleine lokale isolatie units met 8 tot 12 bedden voor de eerste isolatie en basiszorg. Logistieke beperkingen zoals het slechte wegennet en het tekort aan ambulances is hierdoor minder direct van invloed op de zorgverlening. Doordat patiënten dichtbij familie verzorgd werden, kreeg familie bovendien meer zicht op de zorg en meer vertrouwen in de zorgverlening. Sinds begin december 2014 heeft Sierra Leone het grootste aantal ebola-patiënten en doden, met ongeveer 30% van de besmettingen in de hoofdstad Freetown. Van de 10 hulporganisaties achter Giro555 zijn er 9 werkzaam in Sierra Leone. Al deze organisaties hebben hulpprogramma s op het gebied van ebola. Door 6 van de 9 organisaties worden Giro555-gelden ingezet voor deze hulpprogramma s. De situatie nu Met 11.103 ebola-patiënten en 3.408 ebola-doden gerapporteerd op 18 februari 2015 8 is Sierra Leone zwaar getroffen. Het virus blijft zich snel verspreiden met 74 nieuwe gevallen in de week tot 15 februari 2015. Vooral Freetown blijft een broeinest met 45 nieuwe patiënten in één week. Sierra Leone rapporteert in deze periode het grootste aantal onveilige begrafenissen en het hoogste aantal ebola-doden dat niet tijdig hulp heeft gezocht en daarmee een risico is blijven vormen voor de directe omgeving. Ook geweldsincidenten tegen hulpverlening komen nog regelmatig voor. De gemeenschap betrekken en voorlichten blijft een grote uitdaging. Hoewel 86% van de zorgfaciliteiten voldoet aan de minimumeisen voor infectiepreventie en - controle, zijn in de eerste twee weken van februari 2015 toch 4 zorgmedewerkers besmet geraakt. Ook is sterk ingezet op het vergroten van het aantal bedden en de laboratoriumcapaciteit, maar blijft de snelheid van het verwerken van laboratoriumtests achter bij de andere 2 landen. Ook in Sierra Leone bezoeken zieke mensen de dokter minder vaak, onder meer uit angst om ebola op te lopen in een kliniek. Ruim een kwart meer zwangere vrouwen bevalt thuis en 38% minder kinderen in Kenema laten zich behandelen voor malaria. 80% van de HIV-patiënten krijgt geen medicijnen meer vanwege een tekort aan verplegend personeel. Het geweld tegen vrouwen en kinderen is dramatisch gestegen volgens het Ministerie van Gender en Kinderzaken. Ruim 8.000 kinderen zijn 1 of beide ouders verloren aan ebola. Scholen zijn nog gesloten. 8 http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/152890/1/roadmapsitrep_18feb15_eng.pdf?ua=1&ua=1 Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 11

Beperkte bewegingsvrijheid tussen gebieden heeft gezorgd voor een tekort aan personeel in de landbouwproductie. In één van de zwaarst getroffen provincies Kailahun is 17% minder rijst geproduceerd. Er is een tekort aan voedsel op markten voornamelijk vanwege reisbeperkingen en hoge transportkosten. Reisbeperkingen hebben er ook voor gezorgd dat onderhoudswerkzaamheden aan waterpompen en andere waterbronnen maar beperkt is uitgevoerd, met het gevaar dat mensen gebruik moeten maken van vervuilde waterbronnen. Ook in Sierra Leone is de ramp achter de ramp aanleiding voor een breder pakket aan hulp en maatregelen naast ebola-gerelateerde hulpactiviteiten. Samenwerkende Hulporganisaties Tijdens Nationale Acties werken 10 hulporganisaties samen om fondsen te werven voor een humanitaire ramp. De Samenwerkende Hulporganisaties (SHO), beter bekend als Giro555 zijn vernoemd naar het gironummer wat de hulporganisaties gezamenlijk openen. Giro555 heeft als doel het werven van zoveel mogelijk steun en fondsen om hulp te kunnen bieden aan slachtoffers van een humanitaire ramp. Giro555 informeert het Nederlandse publiek over de ramp en rapporteert gezamenlijk over de bestedingen. De 10 hulporganisaties stellen hun medewerkers beschikbaar om een actieteam te vormen en zo de personeelskosten zo laag mogelijk te houden. Iedere organisatie gebruikt haar deel van de opbrengst vervolgens voor hulp in het rampgebied en is zelf verantwoordelijk voor de besteding en de keuzes van de hulpprogramma s. Giro555 bestaat uit CARE Nederland, Cordaid Mensen in Nood, ICCO en Kerk in Actie, Nederlandse Rode Kruis, Oxfam Novib, Plan Nederland 9, Save the Children, Stichting Vluchteling, Terre des Hommes, UNICEF Nederland en World Vision. 9 1.2 De Nationale Actie Op 5 november 2014 startten de hulporganisaties achter Giro555 een Nationale Actie onder de naam Stop de ebola-ramp. Nooit eerder ging Giro555 open vanwege een ramp die veroorzaakt is door een ziekte. Alle hulporganisaties achter Giro555 waren toen al werkzaam in één of meerdere landen waar ebola uitbrak en besloten samen verder te gaan om meer fondsen te werven en zo meer levens te kunnen redden. De directe aanleiding voor de start van de Giro555-actie was de explosieve groei van het aantal doden en besmettingen in november 2014 en de vraag om meer internationale hulp. In het najaar van 2014 werden wereldwijd campagnes voor de slachtoffers van de ebola-ramp opgezet. Niet alleen de zieken hadden hulp nodig, maar steeds meer werd duidelijk dat deze ziekte een ramp was die hele economieën en samenlevingen plat legde. Van 24 tot en met 28 november 2014 vond in Nederland de Nationale Actieweek plaats met op vrijdag 28 november een actiedag in het Centrum voor Beeld en Geluid met actiejournaals op radio en televisie, een bel panel met BN ers en heel veel acties van het Nederlandse publiek. Er werd gevoetbald, kinderen verkochten zelfgebakken muffins, schreven liederen, verkochten kunstwerken en zamelden lege flessen in. In totaal zamelden kinderen, scholen, bedrijven, verenigingen en kerken ruim 10,5 miljoen euro in voor de slachtoffers, een fantastisch bedrag! Omdat alle organisaties al werkzaam waren in het rampgebied konden zij de opbrengsten direct omzetten in hulp. Hulporganisaties hebben keuzes gemaakt in welk land zij de Giro555-gelden besteden, ook als hun internationale koepel- of zusterorganisaties in meerdere landen werkzaam zijn. In tabel 1 is te zien waar de organisaties werkzaam zijn en waar zij de Giro555-gelden inzetten. De hulporganisaties hebben gezamenlijk besloten om de Giro555-gelden alleen in te zetten voor hulp in de 3 zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee, terwijl ook in omringende landen (Mali, Senegal, Nigeria, Burkina Faso etc.) hulp wordt geboden en voorbereidingen worden getroffen voor een (mogelijke) uitbraak. Hulporganisaties zetten andere gelden in om deze hulpactiviteiten te bekostigen 9 Plan Nederland is vaste deelnemer geworden van de samenwerkende Hulporganisaties vanaf februari 2015 en nam nog geen deel tijdens de ebola-actie die plaatsvond in november 2014. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 12

2. Hulp met gelden van Giro555 2.1 Opbrengst en kosten Nationale Actie Stop de ebola-ramp Tot en met 24 februari 2015 is er 10.531.441 opgehaald op Giro555 10. Van de opbrengst worden de kosten voor de fondsenwerving afgetrokken en wordt een reservering voor SHObureaukosten gemaakt. De kosten voor de fondsenwerving zijn beperkt gebleven dankzij gratis bijdragen van de publieke en commerciële tv- en radio-omroepen, bedrijven en vrijwillige inzet van medewerkers in het actieteam. SHO-bureau kosten zijn kosten die gemaakt worden voor de verantwoording van de actiegelden, zoals coördinatie, het schrijven van rapportages als deze, website en communicatie en administratieve afhandelingen van de actie. In totaal komen deze kosten op 560.926. Dit is 5,3% van de totale opbrengst 11. In totaal is er 9.970.515 beschikbaar voor de deelnemers. 2.2 Verdeling gelden en bestedingen Na aftrek van de actie- en bureaukosten zijn de gelden verdeeld onder de 10 deelnemende hulporganisaties. De verdeling van het geld van Giro555 gebeurt aan de hand van een jaarlijks vastgestelde verdeelsleutel. Hierdoor kunnen gelden direct verdeeld worden en daarmee snel worden ingezet daar waar de hulp het hardst nodig is. Deze verdeelsleutel is gebaseerd op de omvang van de wereldwijde humanitaire hulpverlening en de opbrengsten van de fondsenwerving in Nederland van elke organisatie gemiddeld over de afgelopen drie jaar (zie tabel 1). Op 14 november 2014 was de eerste 1,5 miljoen ontvangen en verdeeld om de noodhulpactiviteiten zo snel mogelijk te kunnen financieren. Na de Giro555-actieweek is er nog eens 4,5 miljoen verdeeld, en vlak voor kerst nog een keer ruim 2,7 miljoen. In tabel 1 is naast de verdeelsleutel deze verdeling per organisatie weergegeven. Op 1 februari heeft de SHO de vraag naar giften voor de ebola-actie gestopt. Omdat er nog giften voor ebola binnenkomen, heeft het bestuur besloten dat giften tot 1 april 2015 worden toegeschreven aan hulp voor ebola. De totale opbrengst kan derhalve na 1 april worden vastgesteld en de laatste gelden zullen in de eerste week van april worden overgemaakt naar de deelnemers. Tabel 1: Verdeling Giro555-gelden tot en met december 2014. 1 ste verdeling Verdeelsleutel % 14-11-2014 2 de verdeling 8-12- 2014 3 de verdeling op 19-12-2014 Totaal verdeeld t/m 19-12-2014 CARE Nederland 6,04 90.552 271.657 167.072 529.281 Cordaid Mensen in Nood 15,49 232.329 696.988 428.657 1.357.974 ICCO & Kerk in Actie 9,79 146.778 440.333 270.811 857.922 Oxfam Novib 16,66 249.845 749.536 460.974 1.460.355 Nederlandse Rode Kruis 19,10 286.571 859.713 528.735 1.675.019 Stichting Vluchteling 5,30 79.542 238.627 146.759 464.928 Terre des Hommes 2,49 37.333 111.998 68.880 218.211 UNICEF Nederland 16,41 246.092 738.277 454.050 1.438.420 Save the Children 6,91 103.647 310.941 191.233 605.821 World Vision 1,82 27.310 81.930 50.388 159.628 TOTAAL 100,00 1.499.999 4.500.000 2.767.560 8.767.559 10 Op dit moment komen er nog gelden binnen voor ebola, waardoor de totale opbrengst pas bekend wordt in de eindrapportage, die uitkomt in maart 2016. 11 Dit is aanzienlijk minder dan de 25 procent van de totale opbrengst die het Centraal Bureau voor Fondsenwerving (CBF) voorschrijft als het maximaal te besteden percentage voor fondsenwerving. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 13

De Nederlandse hulporganisaties achter Giro555 werken bij de hulpverlening in de 3 zwaarst getroffen landen samen met partnerorganisaties, zusterorganisaties of een internationale koepel. Vaak dienen deze uitvoerende organisaties projectvoorstellen in bij de Nederlandse hulporganisatie. Bij goedkeuring van het voorstel gaat deze Nederlandse hulporganisatie een committering (verplichting) aan voor financiering van het voorgestelde hulpproject. Zo weet de uitvoerende hulporganisatie dat het alle werkzaamheden voor dat specifieke voorstel kan opstarten. Het geld is dus niet meer vrij te besteden, maar ligt vast in een plan. Hierna worden de gelden, al dan niet in gedeelten, door de Nederlandse hulporganisatie overgemaakt naar de partnerorganisatie. Vervolgens besteden de partners de Giro555- gelden en wordt daarover via de betrokken Nederlandse hulporganisatie gerapporteerd aan Giro555. In sommige gevallen worden projecten voorgefinancierd door lokale organisaties en vindt de overmaking plaats op basis van goedgekeurde rapportages. De bestedingen kunnen dan dus hoger zijn dan de overmakingen. Rente die Nederlandse hulporganisaties ontvangen over de gelden van Giro555 komt ook ten goede aan de hulpverlening in het rampgebied. In tabel 2 is te zien hoeveel geld van Giro555 er door de hulporganisaties is gecommitteerd, overgemaakt en naar schatting besteed tot en met 31 januari 2015. Het bestede bedrag is een schatting, omdat de verantwoording van de bestedingen nog niet volledig is verwerkt. Het bedrag geeft echter een goede indicatie en laat zien dat ruim 32% van het totale beschikbare bedrag van 9.970.515 is besteed. De hulporganisaties achter Giro555 hebben gezamenlijk afgesproken dat elke hulporganisatie 50% van haar aandeel in de eerste 6 maanden zal besteden, dus in de periode tot en met 5 mei 2015. Aan welk type hulp en wanneer zij de gelden van Giro555 precies inzetten, bepaalt elke organisatie vervolgens zelf. Soms worden andere financieringsbronnen eerder aangesproken, omdat daar andere afspraken en deadlines voor zijn. Tabel 2: Overzicht committeringen, overmakingen en bestedingen per deelnemer met Giro555-gelden. Hulporganisatie achter Giro555 Totaal verdeeld t/m 19 december 2014 Totaal gecommitteerd aan projecten Totaal overgemaakt naar koepel-, zuster-, of partnerorganisatie(s) Inschatting van bestedingen aan hulp t/m 31 januari 2015 (inclusief AKV) CARE Nederland 529.281 200.000 200.000 23.445 Cordaid Mensen in Nood 1.357.974 874.862 247.000 409.121 ICCO & Kerk in Actie 857.922 348.473 327.728 278.741 Nederlandse Rode Kruis 1.675.019 1.236.165 1.015.936 929.971 Oxfam Novib 1.460.355 1.358.130 965.000 206.538 Save the Children 605.821 300.000 0 86.925 Stichting Vluchteling 464.928 450.000 405.000 121.270 Terre des Hommes 218.211 300.000 0 31.902 UNICEF Nederland 1.438.420 1.400.000 1.400.000 1.103.597 World Vision 159.628 174.532 100.288 48.282 TOTAAL 8.767.559 6.642.162 4.660.952 3.239.792 Elke hulporganisatie mag maximaal 7% van het ontvangen aandeel gebruiken als apparaatskostenvergoeding (AKV). Dat zijn kosten die ter voorbereiding en coördinatie van de hulpverlening door de hulporganisaties worden gemaakt. Hieronder valt het beoordelen, coördineren, controleren en verantwoorden van de hulpprogramma s, maar ook de voorbereidings- en coördinatiekosten van de internationale koepelorganisatie. In de volgende rapportage zal de AKV per organisatie in beeld worden gebracht. De overige Giro555-gelden zullen worden besteed in de periode tot en met 31 oktober 2015, waarna de tweede en laatste rapportage voor de actie Stop de ebola-ramp zal worden uitgebracht in maart 2016. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 14

Figuur 1: Bestedingen per cluster 2,1% 0,4% 3,0% 0,4% 2,1% 5,6% 6,4% 12,5% Gezondheidszorg (67,5%) Water en sanitaire voorzieningen (12,5%) Voedselzekerheid (5,6%) Levensonderhoud (0,4%) 67,5% Onderwijs (2,1%) Onderdak (2,1%) Rampen- management (0,4%) Bescherming (3,0%) Programma- management (6,4%) De meeste gelden van Giro555 zijn besteed aan de sectoren gezondheidszorg en water en sanitaire voorzieningen. In deze sectoren was de afgelopen periode ook de grootste behoefte. Hieronder is beschreven wat de hulp binnen deze sectoren inhoudt. Wat valt er onder deze clusters? Gezondheidszorg Uiteraard valt de medische zorg voor ebola-patiënten hieronder, maar ook laboratoriumtesten van mogelijk besmette personen, leveren van medische hulpgoederen en beschermende kleding, bouwen van zorgcentra en isolatie-units, uitvoeren van veilige begrafenissen, psychosociale hulp aan overlevenden en nabestaanden, trainen van zorgmedewerkers in bijvoorbeeld infectiepreventie en voorlichting geven aan de bevolking over ebola en hoe besmetting te voorkomen. Ook het in stand houden van reguliere zorgprogramma s, zoals vaccinatieprogramma s voor kinderen vallen binnen dit cluster. Water en sanitaire Goede hygiëne is een belangrijk middel in de strijd tegen ebola. Zorgen voorzieningen (WaSH) voor handwasgelegenheden, zeep en voldoende water voor huishoudens en instellingen is dan ook van belang. Onder dit cluster valt het bouwen of herstellen van waterpompen in gemeenschappen, water en sanitaire faciliteiten aanleggen in ebola-behandelcentra, andere zorginstellingen en scholen, uitdelen van hygiënepakketten, voorlichting geven over hygiëne en zorgen voor veilige afvoer van afval en afvalwater bij ebola-centra. Voedselzekerheid Voedselpakketten worden uitgedeeld aan families in quarantaine, families van ebola-overlevenden of families die kinderen van overleden ebola-patiënten opvangen. Ook ondervoede kinderen worden behandeld. Levensonderhoud De activiteiten in dit cluster moeten ervoor zorgen dat mensen weer een bestaan en inkomen kunnen opbouwen. Dit gebeurt onder meer door het uitdelen van zaden en gereedschap of distributie van cash en leningen aan ebola-overlevenden en andere getroffenen van de ramp om de economie weer op gang te brengen. Onderwijs Omdat scholen gesloten waren, is in dit cluster veel gedaan aan alternatief onderwijs, zoals het uitdelen van radio s zodat kinderen noodonderwijs via de radio konden volgen, opzetten van bibliotheken en uitdelen van lesmateriaal voor thuisstudie. Ook het trainen van leraren in psychosociale hulp, ebola en goede hygiëne ter voorbereiding op het heropenen van scholen valt hieronder. Onderdak Om verspreiding van ebola tegen te gaan zijn veel spullen van ebolapatiënten verbrand. Overlevenden en hun familie ontvangen hulppakketten met bijvoorbeeld een kleding, tandenborstel en zeep om het normale leven oppakken. Ook worden radio s en telefoons Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 15

Rampenmanagement Bescherming Programmamanagement uitgedeeld in quarantaine gebieden, zodat contact met de buitenwereld mogelijk blijft. In de nasleep van deze epidemie is het belangrijk om op alle niveaus te kijken hoe men beter voorbereid kan zijn op een mogelijke nieuwe uitbraak en hoe (lokale) autoriteiten zelf de capaciteit krijgen om verdere verspreiding tegen te gaan. Mensen die getroffen zijn door ebola hebben vaak psychische en juridische hulp nodig. Kinderen die één of beide ouders zijn kwijtgeraakt worden opgevangen of ondersteund. Psychosociale programma s die zich richten op trauma, angst en stigma als gevolg van ebola vallen hieronder, zoals gezinshereniging en re-integratie van ebolaoverlevenden. Om hulp mogelijk te maken en goederen op de juiste plek te krijgen, zijn lokale bestedingen nodig voor onder meer personeel, kantoor, administratie, transport en opslag van hulpgoederen, en voor coördinatie, monitoring en evaluatie ter plaatse. Deze activiteiten stimuleren tevens de lokale economie. 2.3 Hoe werken de Nederlandse hulporganisaties? Alle hulporganisaties waren al actief in één of meer van de door ebola zwaar getroffen landen, veelal reeds tientallen jaren. Zij hebben verschillende werkwijzen, met allen hetzelfde doel: het uitbannen van de ebola-epidemie en zoveel mogelijk mensen kwalitatief goede hulp bieden. Alle deelnemers zijn in Nederland gevestigde organisaties die onderdeel uitmaken van een groter geheel. Sommige werken samen met lokale partner- of zusterorganisaties, anderen via een internationale koepel. Ook kan er sprake zijn van een combinatie van werkwijzen. Binnen deze netwerken is de capaciteit en het totaal aan beschikbare fondsen vaak velen malen groter dan de Nederlandse organisatie inbrengt. Het voordeel hiervan is dat er meer mensen en middelen beschikbaar zijn om vlot op te schalen en de inkoop van hulpgoederen bijvoorbeeld goedkoper kan worden gedaan. Foto s: Arie Kievit Vaak wordt gebruik gemaakt van lokaal personeel of samengewerkt met lokale partner organisaties en overheidsinstellingen, die de omgeving, tradities, cultuur en de lokale bevolking goed kennen. Hierdoor kunnen zij de sociale en economische context goed inschatten. Een ebola-epidemie was echter in deze regio nog niet eerder voorgekomen, waardoor vele hulporganisaties de kennis over dit onderwerp in de loop van de tijd op moesten doen. 2.4 Samenwerking en coördinatie Coördinatie tussen de grote hoeveelheid organisaties die noodhulp verlenen is noodzakelijk om te zorgen dat de hulp regionaal zo goed mogelijk verspreid wordt, organisaties hun deskundigheid kunnen inzetten voor de juiste soorten hulp en om bijvoorbeeld overlap van hulpactiviteiten te vermijden. Ook stimuleert coördinatie onderlinge samenwerking. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 16

De overheden van de getroffen landen nemen een belangrijke coördinerende rol op zich, normaal gesproken ondersteund door UNOCHA, het onderdeel van de Verenigde Naties dat de coördinatie bij grote rampen ondersteunt. Echter omdat dit een bijzondere ramp is, waar veel medische kennis voor nodig is, is bij deze ramp gekozen om de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de hulpverlening te laten coördineren. In een later stadium is UNMEER, de VN-missie voor Emergency Ebola Response in het leven geroepen, vanwege een tekort aan capaciteit bij de WHO. In de tussentijd zijn verschillende fora opgezet met ministeries, internationale en nationale NGO s om te helpen de hulpverlening te coördineren. Hierdoor waren rollen en verantwoordelijkheden niet altijd even duidelijk. Inmiddels is de situatie verbeterd, hoewel er uitdagingen blijven. Alle hulporganisaties achter Giro555 zijn ook aangesloten bij de diverse platforms en coördinatie-vergaderingen. Zo was Oxfam een belangrijke speler in het opzetten van de lokale ebola taakgroepen in Monrovia en Nimba en biedt Oxfam operationele ondersteuning aan deze vergaderingen geleid door de lokale Liberiaanse overheid. Cordaid werkt in Sierra Leone samen met het Ministerie van Gezondheidszorg, geeft strategisch en technisch advies en traint professionals teneinde het zorgsysteem te versterken en resultaatgericht werken te bevorderen. Soms hebben organisaties een leidende rol in de coördinatiemechanismen. Zo heeft het Rode Kruis de leidende rol gekregen in de uitvoering van begrafenissen in Guinee, Liberia en Sierra Leone en heeft IRC, de partner van Stichting Vluchteling, de leiding in het Nationale Ebola Response Consortium in Sierra Leone, waarin 10 hulporganisaties zijn vertegenwoordigd die op landelijk niveau activiteiten uitvoeren. Ook tussen organisaties wordt veel samengewerkt en kennis overgedragen. Zo heeft het Rode Kruis bijvoorbeeld train-de-trainer training gegeven aan World Vision en 2 andere organisaties in het verzorgen van veilige en waardige begrafenissen. Sinds deze training hebben deze organisaties 83 begrafenisteams opgericht in Sierra Leone. Ook helpen organisaties elkaar wanneer mogelijk met onder andere beschermende kleding en medicijnen, indien een organisatie tijdelijk een lage voorraad heeft. De samenwerking tussen de hulporganisaties achter Giro555 in Nederland bestaat uit het gezamenlijk werven van fondsen en het gezamenlijk rapporteren over de besteding van de Giro555-gelden. De hulporganisaties zijn zelf verantwoordelijk voor de bestedingen en de coördinatie van de hulpverlening in het veld; Giro555 heeft daar geen rol in. Foto s: Arie Kievit Omdat de vraag naar medisch personeel erg groot was en nog steeds is, is er voor het eerst in Nederland ook een gezamenlijk recruitment centre opgezet, geleid door Save the Children. Een aantal hulporganisaties achter Giro555 werkt hier aan mee, evenals enkele andere in Nederland gevestigde hulporganisaties. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 17

3. Resultaten per deelnemer 3.1 CARE Nederland Over ons CARE Nederland maakt sinds 2001 onderdeel uit van de internationale hulporganisatie CARE International. CARE is wereldwijd uitgegroeid tot één van de grootste hulporganisaties en richt zich op de bestrijding van armoede en de oorzaken daarvan. Binnen het internationale netwerk, helpt CARE Nederland de weerbaarheid van leefgemeenschappen te verhogen, die kwetsbaar zijn voor natuurrampen en gewelddadige conflicten, door het voorzien in noodzakelijke levensbehoeften en het bijdragen aan duurzame oplossingen om het risico op toekomstige rampen te verkleinen. Sinds 1961 werkt CARE in het door ebola getroffen Sierra Leone. In Liberia is CARE van start gegaan na de burgeroorlog in 2008. CARE heeft sindsdien in beide landen duizenden spaaren kredietgroepen opgezet waardoor mensen, met door de groep gespaard geld, een bedrag kunnen lenen om bijvoorbeeld een eigen bedrijfje op te starten of een geit te kopen. Door haar jarenlange inspanning heeft CARE een vertrouwensband opgebouwd binnen de gemeenschap. In de zomer van 2014 heeft CARE noodhulpactiviteiten in Sierra Leone en Liberia opgestart om de ebola-uitbraak te stoppen. In nauwe samenwerking met CARE Sierra Leone en Liberia, en de lokale en nationale autoriteiten worden deze activiteiten uitgevoerd. Naast voorlichting over de ziekte heeft CARE tot op heden 1.530 hygiënekits aan 5.330 mensen uitgedeeld met hygiëne-informatie, zeep, emmers en chloor-oplossing. CARE heeft 6.560 mensen voorzien van schoon drinkwater. In totaal heeft de organisatie tot op heden ruim 160.000 mensen bereikt. Deze activiteiten uit het beginstadium van de ziekte zijn gefinancierd via andere financieringsbronnen met een eerdere start- en einddatum. Vanaf februari 2015 zal het Giro555 geld worden ingezet op het versterken en continueren van de voorlichtingsen hygiëneactiviteiten. Daarnaast wordt ingezet op nieuwe activiteiten, zoals het stimuleren van de voedselvoorziening van de meest kwetsbare gezinnen door het beschikbaar stellen van zaden en gereedschap Belangrijk is ook de inzet op de versterking van het gezondheidssysteem, door training, materiaalvoorziening en organisatieanalyse. Totaal ontvangen van Giro555: 529.281 Totaal besteed tot 31 januari 2015: 23.445 (4% van te besteden bedrag) NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers. Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555 Gezondheidszorg De CARE hulpverlening in Liberia vindt plaats in Margibi County, met bijna 200.000 inwoners, en Bong County met bijna 330.000 inwoners. CARE geeft voorlichting over het verbeteren van de hygiëne in nauwe samenwerking met de lokale bevolking. Doel van deze voorlichting is om gedragsverandering teweeg te brengen onder de bevolking, om de kans op overdracht van het virus te verkleinen. In overleg met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de nationale gezondheidsdiensten zijn verschillende voorlichtingsmethodes ontwikkeld; toneelspel in de dorpsomgeving, flyeren door voorlichters en radio uitzendingen in lokale talen. In totaal zullen 250.000 mensen worden bereikt. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 18

Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan Versterken van de district en county gezondheidsteams met betrekking tot het opsporen van mogelijke ebola gevallen. Daarnaast training om basis gegevens te verzamelen en te analyseren om ebola statistieken bij te houden, maar ook om de behoeften tav andere ziekten te kunnen volgen. Ondersteunen van zes gezondheidsposten met hygiënekits. Publieksvoorlichting. Ondersteunen van districtsgezondheidsteams om een effectief opsporingsen doorverwijzingssysteem op te zetten. Lobby voor het versterken van het lokale- en nationale gezondheidssysteem. Oprichten van comités van vrijwilligers. Deze worden getraind om ziektegevallen tijdig te signaleren en te communiceren met de bevoegde autoriteiten en om toe te zien op een goede gezondheidszorg. Resultaat tot Geschatte Opzetten strategie ebola-programma. Aanscherpen aanpak in nauwe samenwerking met de provincie- en district gezondheidsteams van de overheid, zodat programma s elkaar aanvullen voor een betere hulpverlening en voor een beter werkende organisatie van het nationale gezondheidssysteem. Ontwikkeling van verschillende voorlichtingsmethodes in overleg met de WHO en de nationale gezondheidsdiensten; toneelspel in de dorpsomgeving, flyeren door voorlichters en radio uitzendingen in lokale talen. Inzetten van opgebouwde contacten met gerespecteerde dorpshoofden en traditionele- en religieuze hoofden om voorlichting te geven over belangrijke preventiemaatregelen en uitleg te geven over heersende ideeën en mythes. 10 dorpscomités zijn getraind om mbv bulletin boards en community fora de publieksvoorlichting vorm te geven. Ook zijn de eerder door CARE ontwikkelde Information Kiosks ingezet bij deze voorlichting. Identificatie van lokale vrijwilligers die zijn opgeleid, voor de opsporing van besmette mensen en zorgen voor veilige begrafenisceremonies 15.338 Levensonderhoud CARE biedt ondersteuning aan gezinnen die het hoofd niet boven water hebben kunnen houden. Deze gezinnen hebben door de ziekte familieleden verloren, waardoor een gebrek is ontstaan aan arbeidskracht. In sommige gebieden waren de wegblokkades van de overheid zo effectief dat boeren niet meer op hun land konden komen voor de oogst. De meest kwetsbare gezinnen ontvangen zaden en gereedschap om weer te kunnen zorgen voor hun eigen voedselvoorziening. CARE is begonnen met de identificatie van de meest kwetsbare gezinnen. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan In april 2015 hebben 300 ebola getroffen boerenfamilies zaden en landbouwwerktuigen ontvangen. In juni 2015 zijn vijf waterputten geïnstalleerd. Comités zijn opgericht om waterputten te onderhouden. Publieksvoorlichting wordt gegeven om stigma en uitsluiting van ebola-overlevenden te voorkomen. Geschatte 0 Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 19

Programma-management Het Giro555-project wordt geleid door CARE Nederland en lokaal uitgevoerd door het CARE veldkantoor. CARE Liberia heeft veldteams ter plekke in Margibi en Bong counties die direct gemeenschappen mobiliseren om de activiteiten te kunnen uitvoeren. Omdat CARE al na het einde van de burgeroorlog in de twee counties actief ondersteuning heeft gegeven op het gebied van lokale planning en het opzetten van spaar- en krediet groepen heeft zij een goede toegang op gemeenschapsniveau en contacten met dorpshoofden en traditionele- en religieuze hoofden. Een operationeel CARE kantoor in Monrovia houdt het projectoverzicht en levert steun ter plekke op het gebied van logistiek, administratie en financiën. Veldcoördinatoren van CARE stemmen de hulpactiviteiten af met regeringsvertegenwoordigers, de WHO en UNICEF. CARE heeft specialisten in dienst op het gebied van gezondheidszorg & hygiëne, voedselzekerheid & levensonderhoud, en ramppreventie die technische ondersteuning geven aan het project in Margibi en Bong County. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte 6.573 Beeld: CARE Beeld: CARE Deze vrouw wast haar handen met schoon water. Jongeren lezen over ebolapreventievoorschriften Uitdagingen en beperkingen In Liberia is sinds de uitbraak grote vraag bij internationale organisaties naar competent personeel. De burgeroorlog heeft een gat geslagen in het onderwijssysteem waardoor het opleidingsniveau niet hoog is en zelfs bij mensen die capabel zijn moet het nodige aan kennis en vaardigheden worden bijgespijkerd. Dat maakt dat rekrutering aanzienlijke tijd kost. Tussenrapportage Giro555-actie Stop de ebola-ramp, maart 2015 20