Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek. Om lering te kunnen trekken uit gebeurtenissen. Datum Den Haag, september Inleiding

Vergelijkbare documenten
Lering trekken uit gebeurtenissen

Het Onafhankelijk Onderzoek in de Europese Unie (EU)

Voorwoord. Naar een onafhankelijke Onderzoeksraad voor Veiligheid in België?

Ongevalsonderzoek LAT-BRZO voorlichtingsbijeenkomst bedrijven. Mareille Konijn

Aanwijzing afstemmingsprotocol onderzoeksraad voor de veiligheid - openbaar ministerie

Onderzoeksraad voor Veiligheid BRZO inspectie en ongevallenonderzoek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De reden en motivatie voor het schrijven

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

De Onderzoeksraad voor Veiligheid in de praktijk. Lezingenavond NVRB Ron Damstra - Utrecht, 11 maart 2014

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

College van Procureurs-Generaal

Jaarplan Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV) 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties

Bijlage: Afstemmingsprotocol onderzoeksraad voor de veiligheid - openbaar ministerie. De onderzoeksraad voor veiligheid Openbaar Ministerie

RAAD 6 FEBRUARI 2003 Reg.nr. Raad 2003/012. Aan de raad van de gemeente Alblasserdam. Alblasserdam, 21 januari 2003

Inleiding. 1 Strafrecht

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Voorwoord. Jaarverslag 2016 LEES HET JAARVERSLAG

Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag

Wat gebeurt er met de conclusies en aanbevelingen van ongevallenonderzoek. Hans van Ruler 14 oktober 2013

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

Klokkenluidersregeling

Reglement Veiligheidscommissie parachutespringen 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer

BIJLAGE 3, BEDOELD IN ARTIKEL F.1, ELFDE LID, VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Regeling melden vermoeden van een misstand)

De gemeenteraad van Woerden, in vergadering bijeen op 28 april 2011, Constaterende dat:

HET VEILIGHEIDSDEBAT

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Camera-toezicht op de werkplek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Beoordeling. h2>klacht

Klokkenluidersregeling SKOR

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

Helpt na een misdrijf, verkeersongeluk, calamiteit of bij vermissing

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie;

Afdeling Werk en Inkomen Gemeente Enschede

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per

Regels inzake de inrichting van het landelijke gebied (Wet inrichting landelijk gebied)

Zelfregulering: noodzakelijk, maar géén casinospel!

dan wel degene die anders dan uit dienstbetrekking arbeid verricht of heeft verricht;

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

6.1.9 Klokkenluidersregeling

- [ ] of (bijvoorbeeld) [naam gemeente/organisatie] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 1.

Regeling melden vermoeden misstand (klokkenluidersregeling)

Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen.

Regeling melden misstand (klokkenluidersregeling)

houdende instelling van een Adviescollege burgerluchtvaartveiligheid

De minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman Postbus EH DEN HAAG. Geachte XXXXX,

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

REGELING MELDEN VERMOEDEN MISSTAND

Regeling melden misstand (klokkenluidersregeling) Stichting Delta-onderwijs

Bijlage 1. Modelregeling Melden vermoeden van een misstand

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

Aanwijzing afstemmingsprotocol onderzoeksraad voor de veiligheid openbaar ministerie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rapport. Datum: 21 juli 2005 Rapportnummer: 2005/209

Regeling melden (dreigende) misstand (klokkenluidersregeling)

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Onderzoeksraad voor Veiligheid. Annemarie Schuite Secretaris-jurist

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen SCOH en SPCP (klokkenluidersregeling)

KLOKKENLUIDERSREGELING ROTTERDAMS MONTESSORI LYCEUM

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Rapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant (de burgemeester van Tilburg).

Regeling Vermoeden Misstand Metropoolregio Eindhoven 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Regeling melden misstand (klokkenluidersregeling)

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

JAARVERSLAG 2016 WRAKINGSKAMER RECHTBANK GELDERLAND

Rapport. Rapport over een klacht over de (hoofd)officier van justitie te Den Haag en de griffie van de rechtbank Den Haag. Datum: 12 december 2012

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Klokkenluidersregeling

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

Transcriptie:

www.maatschappijenveiligheid.nl Datum Den Haag, september 2018 Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek Om lering te kunnen trekken uit gebeurtenissen 1. Inleiding In deze notitie zet de Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV) de schijnwerper op de waarde en betekenis van onafhankelijke onderzoeken naar de oorzaken van (ernstige) gebeurtenissen. De waarde en betekenis van een onafhankelijk onderzoek vloeien voort uit het gegeven dat een onafhankelijk onderzoek het enige onderzoek is dat zich ten doel stelt om precies te achterhalen wat er zich bij een (ernstige) gebeurtenis heeft afgespeeld. Het onderzoek beoogt lering te trekken om de veiligheid in de maatschappij te kunnen verbeteren. Eveneens hoopt men met een onafhankelijk onderzoek te bewerkstelligen dat er een einde kan worden gemaakt aan de maatschappelijke verontrusting die het voorval teweeg heeft gebracht. Vroeger werd wel gesteld dat de waarheidsvinding niet uitsluitend moest worden gezien als het domein van het onafhankelijk onderzoek. Ook het civiele- en het strafrecht hebben immers als functie om te voorkomen dat ernstige gebeurtenissen nog een keer plaatsvinden. Maar later werd ingezien dat de overheidsrechtspraak niet geëquipeerd is om te geraken tot een diepgaand en betrouwbaar onderzoek naar de oorzaken en de gevolgen van een (ernstige) gebeurtenis. Zo is de civiele rechter sterk afhankelijk van de vordering van de eiser en de strafrechter zal wel preciezer willen weten wat er zich heeft afgespeeld, maar is weer afhankelijk van de keuzes van het Openbaar Ministerie en of bewezen kan worden wat door de officieren van justitie ten laste wordt gelegd. Bij (ernstige) gebeurtenissen worden door de samenleving altijd dezelfde twee vragen gesteld. Enerzijds wil men precies weten wat er zich heeft afgespeeld. Anderzijds wil de samenleving ook graag weten wie er voor de gebeurtenis verantwoordelijk en/of schuldig zijn. Voor de beantwoording van de schuldvraag kent de maatschappij van oudsher het strafrecht, met zijn eigen strafrechtelijke onderzoeken en zijn eigen wettelijke (spel)regels. Voor de beantwoording van de vraag wat er zich precies heeft afgespeeld kent de maatschappij het onafhankelijk onderzoek, maar voor deze onafhankelijke onderzoeken kenden wij tot de oprichting van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in 2005 géén eigen wettelijke regels. 1 Vanzelfsprekend kan de OVV jaarlijks maar een beperkt aantal onderzoeken uitvoeren. Maar er gebeuren veel meer ongevallen waar voor de veiligheid belangrijke lessen uit kunnen worden geleerd. Het is dan een goede zaak als er naast de onderzoeken van de Onderzoeksraad ook onderzoeken door andere organisaties kunnen worden gedaan. Echter om echt lering te kunnen trekken is het noodzakelijk dat die onderzoeken en de resultaten daarvan, geloofwaardig zijn en los staan van alle 1 Een uitzondering vormden enkele transportsectoren, waarbij de regels wel zeer verschilden per sector. 1 van 8

belangen die in het geding kunnen zijn. Daarom is onafhankelijkheid van het grootste belang, daar is deze Kaderwet op gericht. 2. Een wettelijk kader voor onafhankelijke onderzoeken Waarom is voor een onafhankelijk onderzoek een wettelijk kader noodzakelijk? Een wettelijke regeling is om verschillende redenen noodzakelijk. Niet alleen dient wettelijk te worden vastgelegd wat men onder het woord onafhankelijkheid verstaat, maar ook moet wettelijk inhoud worden gegeven aan de noodzakelijke onderzoeksbevoegdheden en benodigde spelregels. Eveneens dient wettelijke bescherming te worden geboden aan alle betrokkenen bij een onafhankelijk onderzoek. Als men immers bij een gebeurtenis wil achterhalen wat er zich precies heeft afgespeeld, dan moeten alle betrokkenen over deze gebeurtenis vrij-uit kunnen spreken. Ook bij wijze van spreken over de door hen zelf gemaakte (strafbare) fouten. Als men niet vrij-uit kan spreken, dan valt de waarheid vaak niet te achterhalen. Dit vrij-uit kunnen spreken staat nu echter op zéér gespannen voet met het mogen zwijgen in het strafrecht. Het zwijgrecht is zelfs een burgerrecht, dat wordt onderschreven door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). 2 In het strafrecht behoeft immers niemand mee te werken aan zijn of haar eigen veroordeling. Dit betekent dat de onafhankelijke onderzoeken voor hun welslagen wettelijk dienen te worden gescheiden van de strafrechtelijke onderzoeken. Het vrij-uit kunnen spreken moet wettelijk worden beschermd en betrokkenen moet kunnen worden gegarandeerd dat hun verklaringen niet zonder toestemming - in het strafrecht terecht kunnen komen. 3. De Onderzoeksraad voor Veiligheid Met de komst van de OVV (2005) is in ons land voor het eerst wettelijk, en dat voor alle sectoren, vastgelegd aan welke eisen onafhankelijke onderzoeken naar de directe en/of achterliggende oorzaken van voorvallen c.q. (ernstige) gebeurtenissen in de praktijk moeten voldoen. In het verleden kende ons land de instelling van talloze onderzoekscommissies naar aanleiding van gebeurtenissen, maar voor deze onderzoekscommissies bestonden zoals reeds opgemerkt - geen wettelijke regels of voorwaarden. Ook voor de onderzoeken naar rampen werden incidentele onderzoekscommissies ingesteld, maar voor de uitvoering van de onderzoeken werd een beroep gedaan op de betrokken overheidsinspecties. Deze overheidsinspecties beschikten immers over kennis, ervaring en wettelijke bevoegdheden. Maar bij de onafhankelijkheid van dergelijke onderzoeken kon men vraagtekens plaatsen, gelet op het gegeven dat de Inspecties niet alleen belast waren met het toezicht, maar veelal ook betrokken waren bij de regelgeving. De Inspecties werden bij dergelijke onderzoeken altijd geconfronteerd met hun eigen reilen en zeilen, met bijvoorbeeld de vraag waarom zij iets niet eerder hadden gezien of zelfs hadden gedoogd. Kortom, met de komst van de OVV en zijn instellingswet is nationaal aanvaard dat afzonderlijke wetgeving noodzakelijk is om onafhankelijke onderzoeken te kunnen uitvoeren. Echter, deze principiële en wettelijke beslissing wordt niet vertaald en doorgevoerd naar de vele onafhankelijke onderzoeken' die naast de onderzoeken van de OVV nog steeds in ons land worden uitgevoerd. 2 Zie artikel 29 Wetboek van Strafvordering en artikel 6 van het EVRM. 2 van 8

In de praktijk blijft namelijk de wens bestaan om naast de onderzoeken van de Onderzoeksraad nog onafhankelijke onderzoekscommissies in te stellen. Deze wens leeft niet alleen bij publieke organisaties, maar ook in de private sector. Denk als voorbeeld bij publieke organisaties aan de onderzoekscommissies naar de Bonnetjesaffaire 3 en naar de Belastingdienst 4, maar ook naar de gang van zaken rondom de aanwezigheid van de stof fipronil in eieren 5. Maar ook in de private sector, zoals bijvoorbeeld in de luchtvaart of in de medische wereld, leeft de wens om zelf lering te kunnen trekken uit gebeurtenissen om de veiligheid te kunnen verbeteren. De huidige Onderzoeksraad kent met betrekking tot het uitvoeren van zijn onderzoeken enerzijds zijn wettelijke internationale en nationale verplichtingen; anderzijds bepaalt de Onderzoeksraad zelf welke onderzoeken worden ingesteld. Ook kunnen ministers, Commissarissen van de Koning en burgemeesters de Raad verzoeken om een onderzoek in te stellen, maar ook bij dergelijke verzoeken beslist de Raad zelf of aan een dergelijk verzoek gevolg wordt gegeven. Een afwijzing wordt met redenen omkleed. 6 De wens tot het instellen van méér onafhankelijke onderzoeken om zelf lering te kunnen trekken uit gebeurtenissen spreekt de SMV zéér aan, omdat wij nu immers leven in het tijdperk van de zelfregulering. Het tijdperk waarin eenieder geacht wordt om zijn of haar eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid te nemen en waar te maken. Een tijdperk waarin zelfs gesteld wordt laat de veiligheid aan de professionaliteit van de sectoren of van de organisaties zelf over en de overheid op afstand. Maar deze terechte wens van organisaties om zelf lering te kunnen trekken uit gebeurtenissen en zelf onafhankelijk onderzoek te kunnen uitvoeren, laat zich naar de mening van de SMV nu niet realiseren, omdat daarvoor een wettelijk kader ontbreekt. Niet alleen ontbreken de wettelijke regels om de onafhankelijkheid van het onderzoek te kunnen garanderen, maar ook de wettelijke bevoegdheden om het onderzoek te kunnen uitvoeren, alsmede de wettelijke garanties aan de betrokkenen dat hun verklaringen niet in het strafrecht worden gebruikt. Onafhankelijke onderzoeken van nationaal belang moeten naar het oordeel van de SMV door de Onderzoeksraad voor Veiligheid worden uitgevoerd. Voor de onafhankelijke onderzoeken die in eerste instantie 7 niet door de Onderzoeksraad worden uitgevoerd, zou de komst van een Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek uitkomst kunnen bieden. De beginselen in deze kaderwet zijn gebaseerd op de beginselen van de OVV. Vanwege het nationaal belang van de onderzoeken van de OVV beschikt de OVV wel over bredere bevoegdheden. 8 4. Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek Onlangs in maart 2018 bleek weer eens dat zonder wettelijke regeling een veiligheidsonderzoek door het Openbaar Ministerie (OM) in beslag kan worden genomen. Dit betrof een intern veiligheidsonderzoek van Rijkswaterstaat naar een fataal sluisongeluk in Maastricht. Rijkswaterstaat wilde niet dat deze interne informatie door het OM zou worden gebruikt, omdat dan in de toekomst nooit meer iemand zou willen meewerken aan een intern veiligheidsonderzoek. Echter, de Rechtbank 3 Commissie Oosting deed in 2011 onderzoek naar de bonnetjesaffaire ofwel de Teevendeal. 4 Commissie onderzoek Belastingdienst; Borstlap en Joustra, januari 2017. 5 Commissie Sorgdrager heeft in juni 2018 haar onderzoek naar fipronil in eieren afgerond. 6 Conform Rijkswet OVV art. 43-3. 7 In een later stadium kan de OVV altijd nog besluiten om zelf een onderzoek naar het voorval te starten. 8 Deze bredere bevoegdheden van de OVV zijn opgenomen in paragraaf 5 Wettelijke beginselen Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek in deze notitie. 3 van 8

(Oost-Brabant) was van oordeel dat in het belang van de waarheidsvinding het OM het interne rapport in beslag mocht nemen. Deze uitspraak van de Rechtbank vond de SMV zéér teleurstellend omdat immers bij de totstandkoming van de Onderzoeksraad voor Veiligheid reeds werd ingezien dat de overheidsrechtspraak niet geëquipeerd is om te geraken tot een diepgaand en betrouwbaar onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van (ernstige) gebeurtenissen. Deze filosofie werd internationaal nog eens uitdrukkelijk onderschreven met de twee strikt gescheiden onderzoeken in 2014 naar de verschrikkelijke ramp met de MH17. Eén onderzoek om de waarheid te kunnen achterhalen en één onderzoek om de schuldvraag te kunnen beantwoorden. In dit licht gezien had de Rechtbank voor de waarheidsvinding beter kunnen besluiten om het veiligheidsonderzoek niet in beslag te laten nemen. Ook in België nam de onderzoekscommissie die in 2010 het seksueel misbruik in de katholieke kerk onderzocht haar ontslag, omdat Justitie alle dossiers in beslag had genomen. Met deze inbeslagname werd volledig vergelijkbaar met het onderzoek van Rijkswaterstaat het vertrouwen van alle betrokkenen geschonden omdat het juist de wens van de betrokkenen was dat de door hen verstrekte informatie vertrouwelijk zou blijven en niet aan Justitie zou worden gegeven. Kortom, onafhankelijke en/of veiligheidsonderzoeken zonder wettelijke regeling kunnen níet naar behoren worden uitgevoerd en kunnen daardoor voor alle betrokkenen uitermate negatief uitpakken. Een Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek zou uitkomst kunnen bieden voor alle onafhankelijke onderzoeken die niet door de OVV worden uitgevoerd. Een kaderwet bevat immers alle wettelijke beginselen waaraan deze (extra) onafhankelijke onderzoeken in de praktijk moeten voldoen. Op deze kaderwet zou dan een beroep kunnen worden gedaan en na instemming van de minister zouden de beginselen van de wet bijvoorbeeld via een Algemene Maatregel van Bestuur - van toepassing kunnen worden verklaard op een erkende onafhankelijke onderzoeksorganisatie. De onafhankelijke onderzoeken die door het kabinet van nationaal belang worden geacht 9 dienen zoals reeds opgemerkt door de Onderzoeksraad zelf te worden uitgevoerd. Dit zou ook moeten gelden voor de onafhankelijke onderzoeken die buiten het terrein van de veiligheid liggen, zoals bijvoorbeeld het onderzoek naar het reilen en zeilen van de Belastingdienst of naar de Bonnetjesaffaire. Alleen de OVV beschikt immers over alle wettelijke middelen en de ervaring om dergelijke onderzoeken naar behoren te kunnen uitvoeren. Op de kaderwet zou dan bijvoorbeeld door Defensie, Rijkswaterstaat, de medische wereld, door de chemische industrie, luchtvaartmaatschappijen, maar ook bijvoorbeeld door provincies en/of gemeenten etc. etc. een beroep kunnen worden gedaan voor het verkrijgen van een erkenning om met een onderzoeksorganisatie onafhankelijke onderzoeken te kunnen uitvoeren. Met zo n kaderwet en een ministeriële erkenning (de toepassingsverklaring van deze wettelijke beginselen op een vaste onderzoeksorganisatie) kan je vanzelfsprekend veel meer uniformiteit bewerkstelligen op het terrein van de onafhankelijke onderzoeken, dan nu het geval is. Het initiatief voor het maken van deze kaderwet zou kunnen liggen bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit departement was immers weliswaar via een motie en een 9 Een onderzoek is van nationaal belang wanneer het een kabinetsbesluit is en het ons allen aangaat. Voorbeelden: Onderzoek naar Belastingdienst, onderzoek naar Bonnetjesaffaire/Teevendeal. 4 van 8

initiatiefwet van de Tweede Kamer ook betrokken bij zowel de totstandkoming van de Instellingswet Onderzoeksraad voor Veiligheid als bij de uitwerking van de initiatiefwet Huis voor Klokkenluiders. 10 Ook zou men bij de Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek kunnen denken aan een initiatiefwet van de Tweede Kamer. De aanvraag voor de instelling van een onafhankelijke onderzoeksorganisatie en het verkrijgen van de (mogelijke) erkenning zouden via hetzelfde ministerie moeten verlopen om eenheid van beleid op het gebied van de onafhankelijke onderzoeken te kunnen blijven bewerkstelligen. Ook zou het toezicht op het functioneren van het onafhankelijk onderzoek (van de OVV en van erkende vaste onderzoeksorganisaties) onder dit departement moeten vallen. Nogmaals, voor het lering trekken uit gebeurtenissen kan de komst van een Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek van grote betekenis zijn. De SMV heeft wel grote aarzelingen of incidenteel ingestelde (onafhankelijke) onderzoekscommissies aan de beginselen die worden gesteld in deze kaderwet kunnen voldoen. Bij de instelling van een incidentele onafhankelijke onderzoekscommissie moet voor het onderzoek bijvoorbeeld een beroep worden gedaan op externe deskundigen. En de vraag is of deze deskundigen aan de beginselen van deze kaderwet kunnen voldoen. Dit zou ook nog een vraag kunnen zijn met betrekking tot de samenstelling van de commissie zelf. Dit betekent dat onafhankelijke onderzoeken in de praktijk eerder kunnen worden uitgevoerd door vaste erkende onderzoeksorganisaties. 11 5. Wettelijke beginselen Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek Een onafhankelijk onderzoek dient aan de volgende wettelijke beginselen te voldoen: A. De onafhankelijkheid van de onderzoeksorganisatie. B. De scheiding met het strafrechtelijke en tuchtrechtelijke onderzoek. C. De regels met betrekking tot het functioneren van de onderzoeksorganisatie. A. De onafhankelijkheid a. De eisen met betrekking tot de onafhankelijkheid gelden voor een vaste onderzoeksorganisatie. b. De leden van de vaste onderzoeksorganisatie werken zonder last en ruggespraak. c. Geen betrokkenheid van leden van de vaste onderzoeksorganisatie en/of onderzoekers bij regelgeving en toezicht. d. Geen betrokkenheid van leden van de vaste onderzoeksorganisatie en/of onderzoekers bij voorvallen of bij het voorval betrokken organisaties. e. Geen betrokkenheid van leden van de vaste onderzoeksorganisatie en/of onderzoekers bij onderzoek dat familieleden aangaat tot en met de vierde graad. 10 De motie Wagenaar cs (2000) leidde tot de OVV; de initiatiefwet van Van Raak cs (2013) leidde tot het Huis voor Klokkenluiders. 11 Denk bij vaste erkende onderzoeksorganisaties bijvoorbeeld aan onderzoeksafdelingen van grote ondernemingen zoals bijv. Rijkswaterstaat 5 van 8

f. Een vaste onafhankelijke onderzoeksorganisatie bepaalt zelf welke (bijna) voorvallen worden onderzocht. g. De vaste onderzoekorganisatie bepaalt zelf de inhoud van het rapport. h. De vaste onderzoeksorganisatie maakt het rapport openbaar. i. Er dient voldoende budget te zijn om onderzoeken naar behoren te kunnen uitvoeren. Voor uitzonderlijke omstandigheden dienen extra gelden ter beschikking te worden gesteld. j. Duidelijk dient vermeld te worden in het jaarverslag waarom bepaalde onderzoeken wel of niet worden uitgevoerd. k. De aanbevelingen naar aanleiding van het onderzoek kunnen worden gericht aan eenieder of aan iedere organisatie die naar het oordeel van de onderzoeksorganisatie de veiligheid kan verbeteren. l. De verplichting voor de geadresseerde(n) om op de aanbevelingen te reageren m. De bevoegdheid van de vaste onderzoeksorganisatie om te monitoren of de aanbevelingen worden uitgevoerd. Nota bene: De SMV is van mening dat een onafhankelijke onderzoeksorganisatie niet de waakhond moet worden die nagaat of de aanbevelingen daadwerkelijk worden opgevolgd. Daarmee kan je onafhankelijkheid in het geding komen. Een andere kritische veiligheidsinstantie moet worden belast met de opdracht om na te gaan of er lering wordt getrokken uit de gebeurtenissen. n. De aanbevelingen en de reacties hierop worden openbaar gemaakt. B. De scheiding met strafrechtelijke (en tuchtrechtelijke) onderzoeken a. De onafhankelijke onderzoeken zijn uitsluitend gericht op en mogen alleen worden gebruikt ten behoeve van de bevordering van de veiligheid. b. De onderzoeksinformatie, inclusief het eindrapport, mag niet worden gebruikt als bewijs in juridische procedures, waaronder ook tuchtrechtelijke of administratieve procedures. c. Bij een onafhankelijk onderzoek moeten alleen zéér ernstige strafbare feiten aan het Openbaar Ministerie worden gemeld. Deze strafbare feiten moeten in de wet worden vastgelegd. Hierbij kan men denken aan: (poging tot) moord, doodslag, terrorisme, gijzeling, misdrijf tegen de Staat, mensenhandel, verkrachting en ernstige corruptie. Nota bene: Het onafhankelijk onderzoek mag géén verlengstuk worden van het strafrechtelijk onderzoek. De neiging bestaat om onafhankelijke onderzoeken te misbruiken, waarmee het zwijgrecht kan worden doorbroken. Zo kent de EU naar de mening van de SMV een onjuiste verordening EU 996/2010 waarin wordt gesteld dat als het vermoeden bestaat dat het ongeval mede te wijten is aan een wederrechtelijke daad naar nationaal recht, de onderzoeker de bevoegde instanties daar onmiddellijk van in kennis stelt. d. De onderzoeksgegevens - (interview)verslagen, concepten, recorders etc. zijn vertrouwelijk. Enige uitzondering hierop zijn geluidsopnamen en beeldmateriaal (níet: gesprekken, interviewverslagen etc.) als het gaat om de onder c. genoemde ernstige strafbare feiten. 6 van 8

e. De leden van de vaste onderzoeksorganisatie en de onderzoekers mogen niet als getuige of deskundige worden opgeroepen met betrekking tot gedane en/of lopende onderzoeken. C. De regels met betrekking tot het functioneren a. Bij een voorval met slachtoffers gaat de hulpverlening altijd voor. b. De onderzoekers maken in redelijkheid gebruik van hun bevoegdheden. c. De vaste onderzoeksorganisatie kan externe deskundigen inschakelen/inhuren (Voor deze personen gelden dezelfde onafhankelijkheidseisen zoals genoemd in A. als zij direct bij het onderzoeksproces worden betrokken.) d. Het onderzoeksprotocol wordt openbaar gemaakt. e. De vaste onderzoeksorganisatie maakt het jaarverslag openbaar. f. Onderzoekers maken zich bij een onderzoek direct bekend en dragen legitimatie. g. Termijnen worden vastgelegd met betrekking tot het besluit over de start van het onderzoek, de tussentijdse rapportages en het publiceren van het eindrapport. h. Procedures worden vastgelegd met betrekking tot het commentaar geven op de feitelijkheden door de betrokken personen, organisaties of instanties voordat het definitieve rapport wordt gepubliceerd. i. Nabestaanden, slachtoffers, betrokkenen worden geïnformeerd voordat het definitieve rapport wordt gepubliceerd. j. Tussentijdse aanbevelingen kunnen altijd worden gedaan als de veiligheid in het geding is. k. Een onafhankelijk onderzoek kan altijd worden heropend door een vaste onafhankelijke onderzoeksorganisatie als de feiten daartoe aanleiding geven. l. Een onafhankelijk onderzoek van een vaste onderzoeksorganisatie kan te allen tijde worden overgenomen/voortgezet door de OVV. Intersectorale onderzoeken dienen door de OVV te worden uitgevoerd. Bredere bevoegdheden in het kader van onderzoeken die van nationaal belang zijn a. Onderzoekers mogen alle voor het onderzoek nodige plaatsen betreden, alsmede de situatie ter plaatse van het voorval bevriezen (zo nodig met de hulp van de sterke arm). b. In beslag nemen van bepaalde voorwerpen voor het onderzoek en het aanvragen/laten uitvoeren van autopsie. c. Horen van getuigen (zonder derden erbij) en deskundigen onder ede. d. Bevoegdheden om informatie op te vragen, documenten te kopiëren of mee te nemen etc. NB: Onderzoeken van nationaal belang dienen door de OVV te worden uitgevoerd, die over bredere bevoegdheden beschikt. 7 van 8

6. Slotbeschouwing De Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV) hecht veel waarde aan het lering trekken uit gebeurtenissen. Zo zijn onafhankelijke onderzoeken immers niet alleen van groot belang om de veiligheid te kunnen verbeteren, maar ook van grote betekenis voor de slachtoffers en/of hun nabestaanden. Slachtoffers willen graag weten wat er zich precies heeft afgespeeld om het leed wat hun is overkomen te kunnen verwerken. Ook vinden zij dat datgene wat hun is overkomen, niet nog eens een ander behoeft te overkomen. Na een lange strijd van zo n 22 jaar is in Nederland in 2005 eindelijk het onafhankelijk onderzoek voor alle sectoren gelijk wettelijk geregeld. Maar - zoals reeds opgemerkt - kan de Onderzoeksraad niet alle onderzoeken tegelijkertijd op zich nemen. De komst van een Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek biedt nu de mogelijkheid dat extra vaste onderzoeksorganisaties kunnen worden ingesteld en worden erkend voor het uitvoeren van bepaalde onafhankelijke onderzoeken. Deze onderzoeken voldoen dan in principe aan dezelfde voorwaarden die gelden voor de onderzoeken van de OVV. Indien noodzakelijk kunnen deze onderzoeken niet alleen direct door de OVV worden overgenomen, maar ook maakt deze kaderwet - met erkenning een einde aan al die onafhankelijke onderzoeken die helemaal niet onafhankelijk zijn en niet over eigen onderzoeksbevoegdheden beschikken. Tevens kunnen dergelijke zogenoemde onafhankelijke onderzoeken door het Openbaar Ministerie in beslag worden genomen en in het strafrechtelijk onderzoek worden gebruikt. Daarmee kan het vrij-uit spreken om de waarheid te kunnen achterhalen misbruikt worden in het strafrecht, waar het zwijgrecht zelfs een burgerrecht is. Niemand behoeft zelf bij te dragen aan zijn of haar veroordeling. Kortom, voor de verbetering van de veiligheid en voor de duidelijkheid aan alle betrokkenen bij een onafhankelijk (veiligheids)onderzoek is de komst van een Kaderwet Onafhankelijk Onderzoek van grote betekenis. 8 van 8