Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00497402 ODH-2018-00001066 2 7 FEB. 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Beschikking Wet natuurbescherming - Soortenbescherming Onderwerp Op 2 oktober 2017 en aangevuld op 25 oktober 2017 hebben wij een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op de herinrichting van het park (fase 1 en 2) en de bouw van 2 clusters met woningen (fase 3) in park De Twee Heuvels gelegen in de gemeente Rotterdam. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals bedoeld in artikel 3.5, tweede lid, Wnb), voor wat betreft het verstoren van de gewone dwergvleermuis. De ontheffing wordt gevraagd voor de periode tot 1 februari 2022. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing voor fase 1 van de herinrichting van het park te weigeren omdat geen sprake is van het overtreden van verbodsbepalingen zoals bedoeld in artikel 3.5, tweede lid, van de Wet natuurbescherming en; II. de aangevraagde ontheffing voor fase 2 en 3 van de herinrichting van het park te weigeren vanwege het ontbreken van voldoende, concrete informatie op grond waarvan wij de effecten kunnen beoordelen. Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. Hopniian Hoofd Toetsling & Vergunningveriening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen dit besluit wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven.
OVERWEGINGEN Aanleiding Op 2 oktober 2017 en aangevuld op 25 oktober 2017 hebben wij een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (verder: Wnb) ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op de herinrichting van het park (fase 1 en 2) en de bouw van 2 clusters met woningen (fase 3) in park De Twee Heuvels gelegen in de gemeente Rotterdam. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals bedoeld in artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb, voor wat betreft het verstoren van de gewone dwergvleermuis. De ontheffing wordt gevraagd voor de periode tot 1 februari 2022. Bij de aanvraag zijn de volgende documenten gevoegd: Tekening YS_SP_IP_Park Twee Heuvels-IP Noord.pdf; Tekening YS_SP_IP_Park Twee Heuvels-IP Zuid.pdf; Tekening YS_SP_IP_Park Twee Heuvels-Profielen; Tekening YS_SPJP_Park Twee Heuvels-Profielen en details; Fasering Park Twee Heuvels Sportpark Valkenoord; Verkennend onderzoek Park Twee Heuvels (reconstructie) in opdracht van gemeente Rotterdam van 22 januari 2016; Bureau Stadsnatuur Rotterdam, rapport 313, onderzoek Natuurwaarden Park Twee Heuvels van 27 September 2016; Gemeente Rotterdam, definitief masterplan sportcampus, actualisatie 2016; Ecoresult, gewijzigd Activiteitenplan ruimtelijke ingrepen ER 20170908V02 van 25 oktober 2017. Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Op 16 november 2017 is de procedure opgeschort en is verzocht om aanvullende gegevens. Op 12 december 2017 en 3 januari 2018 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: Tekening YS_SP_IP_Park Twee Heuvels-IP compressed Noord; Tekening YS_SP_IP_Park Twee Heuvels-IP compressed Zuid; Notitie reactie verzoek aanvullingen ontheffing Wnb, NER20171124V01 van 12 december 2017; Beantwoording vragen door Ecoresult van 3 januari 2018. De procedure is op 3 januari 2018 hervat. Bevoegd gezag Het project wordt gerealiseerd / de activiteiten worden verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn daarom Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland het bevoegd gezag voor de beoordeling van uw aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De ontheffingsaanvraag is getoetst aan de artikelen 3.5 tot en met 3.8 van de Wnb en de Beleidsregel uitvoering natuurwetgeving Zuid-Holland (verder: de beleidsregel). 2/5
De gewone dwergvleermuis is een van nature in Nederland in het wild levend dier genoemd in bijiage IV, onderdeel a bij de Habitatrichtlijn. Op grond van artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb, is het verboden om de gewone dwergvleermuis opzettelijk te verstoren. Beoordeling Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de herinrichting van het park en de bouw van twee clusters met woningen in het park De Twee Heuvels in de gemeente Rotterdam. De werkzaamheden ten behoeve van de herinrichting van het park en bouw van twee clusters met woningen bestaan uit: - het rooien van diverse bomen; - het dunnen van bosvakken; - het verbeteren van de bodemstructuur; - het vergroten van de vijverpartij; - het verieggen en wegnemen van bestaande paden en aanleg nieuwe paden en verhardingen; - de aanleg sportelementen en - de bouw van twee clusters met 40 tot 60 woningen binnen het noordelijk deel van Park De Twee Heuvels aan weerszijden van het bestaande sportcomplex. Centraal door Park De Twee Heuvels wordt een glooiend parcours voor hardlopen, skeeleren, fietsen of wandelen aangelegd dat wordt aangelicht met lantaarnpalen. Deze route zai Sportpark Varkenoord verbinden met het Eiland van Brienenoord. Dit eiland maakt deel uit van het Natuurnetwerk Nederland. Ook zai de route aansluiten op het omiiggende fietsnetwerk. De hoeveeiheid water in het park wordt vergroot ten behoeve van extra waterberging, waterrecreatie en verhoging van de waterkwaliteit. Tenslotte worden in het park sportvoorzieningen zoals fitnesselementen, verspreid door het park, gerealiseerd. De werkzaamheden worden in twee fasen uitgevoerd. In 2018 zai worden gestart met het oostelijk deel van Park De Twee Heuvels. Eind 2018/begin 2019 zai worden gestart met het westelijk deel van park. Daarna zullen de twee clusters van woningen gerealiseerd gaan worden. In fase 1 worden 19 solitaire bomen gekapt met een stamdiameter tussen de 15 en 80 cm'' gemeten op 130 cm vanaf het maaiveld (diameter borsthoogte) en 11808 m^ bosplantsoenen wordt (bijna 1,2 ha) omgevormd naar bomenweide, bosplantsoen met kruidenlaag en aanleg nieuwe padenstructuur. Volgens het inrichtingsplan TE - 15 / 00083 zullen er 110 solitaire bomen, 85m^ bosheesters 150m^ sierheesters, 250m^ vaste planten en siergrassen 100m^ waterplanten en 750 m^ bolgewassen geplant worden. Daarnaast wordt een nieuwe vijverioop en waterpartij aangelegd. De fasen 2 en 3 zijn nog niet in een gedetailleerd concreet plan van aanpak uitgewerkt. Overtreding verbodsbepaling Om vast te stellen ofer sprake is van overtreding van de Wnb is in 2016 en 2017 onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd conform het VIeermuisprotocol 2013. Eerder heeft Bureau Stadsnatuur Rotterdam ^ Het gaat hierbij om 3 eiken en 3 essen van 15 cm, 1 vierstammige vieugelnoot van 20 cm, 1 hemelboom van 30 cm, 1 eik van 35 cm, 1 elk, esdoorn en valse christusdoorn van ieder 40 cm, 2 watercipressen van 45 cm, 2 zieke paardenkastanjes van 50 cm, 1 esdoorn van 50 cm, 1 esdoorn van 52 cm en 1 zilveresdoorn van 80 cm (deze zilveresdoorn is inmiddels omgevallen). Voor de kap van deze bomen Is op 7 december 2017 een omgevingsvergunning met kenmerk 3285957/OMV.17 verleend. 3/5
in april en September 2009, juni 2011, oktober 2012 en juli en oktober 2015 ook al vieermuisonderzoek uitgevoerd in het plangebied. Uit die onderzoeken is naar voren gekomen dat de gewone dwergvleermuis in het plangebied is aangetroffen en dat deze soort het park als essentieel foerageergebied gebruikt. De verblijfplaatsen van deze soort liggen verspreid in de omiiggende bebouwing die buiten het park is gelegen. Met name de waterpartijen binnen het park bieden een grote mate aan voedselaanbod in het begin van de avond. Later op de avond verspreiden de dieren zich binnen het park en buiten het park. Fase 1 De werkzaamheden met betrekking tot de herinrichting van het park zullen in de wintermaanden worden uitgevoerd wanneer de gewone dwergvleermuis in winterrust is en niet in het plangebied verblijft. Het percentage bosoppervlak wordt door de werkzaamheden beperkt veriaagd, maar uit de aanvraag en de daarbij behorende documenten blijkt dat de functionaliteit als (essentieel) foerageergebied binnen het plangebied niet wordt aangetast. De voor het foerageren belangrijke waterpartijen blijven behouden en worden zelfs in oppervlakte uitgebreid. Bovendien worden er meer natuurvriendelijke oevers (zonder harde beschoeiingen) aangelegd en is er meer habitat beschikbaar voor oevervegetatie en watervegetatie, hetgeen een verbetering is voor het insectenaanbod en daarmee voedselaanbod voor vieermuizen. Voorts wordt bosplantsoen omgevormd naar een bomenweide, bosplantsoen met kruidenlaag en de aanleg van een nieuwe padenstructuur. Er worden 110 solitaire bomen aangeplant en 85 m^ bosheesters, 150 m^ sierheesters, 250 m^ vaste planten en siergrassen, 100 m^ waterplanten en 750 m^ bolgewassen. Hiermee rekening houdend, zijn wij van mening dat herinrichting van het park ertoe bijdraagt dat de gewone dwergvleermuis blijvend in het plangebied kan foerageren. Daarnaast zijn er binnen een straal van 500 meter tal van lijnvormige elementen aanwezig (zowel binnen als rondom het plangebied) die de functionaliteit van vliegroutes tussen de verblijfplaatsen en belangrijke foerageergebieden in het park waarborgen. Bovendien blijft er ook rondom het plangebied ruim voldoende foerageergebied aanwezig (wijken, Eiland van Brienenoord, bosplantsoenen, gazons, bomenrljen, etc). Gelet op bovenstaande, zijn wij van mening dat de werkzaamheden in fase 1 niet leiden tot het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis. Om die reden is er geen reden voor het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb. Fase 2 en fase 3 De fasen 2 en 3 zijn nog niet in een gedetailleerd concreet plan van aanpak uitgewerkt. Omdat deze fasen niet voldoende gedetailleerd zijn uitgewerkt, kunnen wij thans onvoldoende beoordelen of de beoogde werkzaamheden zullen leiden tot het overtreden van verbodsbepalingen zoals bedoeld in artikel 3.5 van de Wnb. Kort samengevat missen wij, anders dan ten aanzien van fase 1 aan informatie is overiegd, nog concrete informatie over onder meer: 1. het aantal bomen en de locatie van de bomen die gekapt zullen worden; 2. de soort en diameter van de bomen die gekapt gaan worden; 3. het oppervlak aan bosplantsoen dat omgevormd gaat worden; 4. het verieggen van de padenstructuur (inclusief oppervlakte) en; 5. overige werkzaamheden die zijn beoogd, bijvoorbeeld verbetering bodemstructuur (inclusief omvang). Gelet op bovenstaande hebben wij besloten de gevraagde ontheffing te weigeren. 4/5
Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb niet worden verieend. 5/5