RAAP-NOTITIE 3746 Plangebied Rootvlaas 2 te Bakel Gemeente Gemert-Bakel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en verkennend booronderzoek
Colofon Opdrachtgever: Roba Advies Titel: vooronderzoek, een bureau -en verkennend booronderzoek Status: eindversie Datum: maart 2011 auteur: drs. J. Vansweevelt Projectcode: BAKRO Bestandsnaam: NO3746_BAKRO.doc projectleider: drs. Jef Vansweevelt projectmedewerker: drs. J. Roymans Autorisatie: drs. W. De Baere Bewaarplaats documentatie: zuid ISSN: 0925-6369 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Leeuwenveldseweg 5b 1382 LV Weesp Postbus 5069 1380 GB Weesp telefoon: 0294-491 500 telefax: 0294-491 519 E-mail: raap@raap.nl RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2011 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.
Samenvatting In het plangebied Rootvlaas te Bakel is de bouw van een nieuwe onderkelderde varkensstal gepland waardoor bodemingrepen plaatsvinden die bedreigend zijn voor eventuele archeologische resten. Volgens de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart geldt voor het gebied een middelhoge archeologische verwachting. In het kader van de Archeologische Monumenten Zorg (AMZ) is conform de richtlijnen van het gemeentelijk archeologisch beleid een bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting en het toetsen van die verwachting. Tijdens het bureauonderzoek werd op basis van verschillende bronnen inzicht te verkregen in de genese van het landschap, de bodemopbouw en de sporen die het menselijk gebruik in de loop van de tijd heeft achtergelaten. Met behulp van deze gegevens werd een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Het verkennend veldonderzoek had tot doel het verkrijgen van inzicht in de bodemgesteldheid en mate van bodemverstoring in het plangebied. Daarmee wordt de gespecificeerde archeologische verwachting getoetst en kunnen uitspraken worden gedaan over de gaafheid van eventuele archeologische vindplaatsen. Daartoe zijn zes verkennende boringen verricht. Het plangebied ligt in een dekzandvlakte. De ondergrond bestaat uit leemarm en zwak lemig zand. Net ten zuiden en westen komen hoge zwarte enkeerdgronden voor. Bakel wordt als het oudste Peeldorp beschouwd en wordt al in het jaar 715 vermeld. Onderhavig onderzoeksgebied ligt circa 1 km buiten de historische dorpkern van Bakel, het oude gehucht Matijseind bevindt zich op iets kortere afstand naar het westen toe. Op historische kaarten ligt het onderzoeksgebied in een gebied met akkers en weilanden met enkele alleenstaande boerderijen. Op een vindplaats van laat-middeleeuwse resten na (circa 500 m ten oosten van Rootvlaas) zijn geen noemenswaardige archeologische resten bekend uit (de nabijheid van) het terrein. Alle boringen die op het terrein gezet zijn, geven een gelijkaardig bodemprofiel te zien. Onder een bouwvoor bevindt zich een verstoorde laag die tot 65 á 90 cm -Mv reikt. Daaronder bevindt zich de ongestoorde bodem (C-horizont). De bodem bestaat uit matig siltig, matig fijn zand. Er zijn tijdens het veldwerk geen archeologische indicatoren aangetroffen. Uit de resultaten van onderhavig onderzoek blijkt dat bij de bestaande planvorming geen archeologische resten verstoord zullen worden in het plangebied. Derhalve wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen. RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [3 ]
1 Inleiding 1.1 Administratieve gegevens (figuur 1) Type onderzoek: bureau en verkennend booronderzoek Bevoegd gezag: Gemeente Onderzoeksperiode: februari 2011 Locatie: - naam plangebied: Rootvlaas 2 te Bakel - provincie: Noord Brabant - gemeente: Gemert-Bakel - plaats: Bakel - toponiem: Rootvlaas - kadastrale gegevens: perceel N 1385 - oppervlakte plangebied: ca. 0,3 ha - kaartblad topografische kaart Nederland, schaal 1:25.000: 51F - centrumcoördinaten (X/Y): 178669/389775 afbakening onderzoekszone: 500 m rondom plangebied. ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 45173 1.2 Aanleiding en doelstelling In het plangebied is de bouw van een nieuwe varkensstal gepland waardoor bodemingrepen plaatsvinden die bedreigend zijn voor eventuele archeologische resten. Volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW, Deeben, 2008) geldt voor het grootste deel van het plangebied een lage kans op het aantreffen van archeologische waarden. Voor het zuidelijke deel geldt een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden. De gemeente heeft echter een archeologiebeleidskaart op laten stellen als onderdeel van een gemeentelijke cultuurhistoriekaart (op 28 januari 2010 door de gemeenteraad vastgesteld). Volgens deze archeologiebeleidskaart geldt voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting. In het kader van de Archeologische Monumenten Zorg (AMZ) is conform de richtlijnen van het gemeentelijk archeologisch beleid een bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting en het toetsen van die verwachting. 1.3 Onderzoeksvragen 1. Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het plangebied bekend? 2. Hoe ziet de geo(morfo)logische en/of bodemkundige opbouw van het plangebied eruit? RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [4 ]
3. Op welke diepte bevinden zich de archeologisch interessante lagen/resten? 4. Is de bodemopbouw in (delen van) het plangebied zodanig intact dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is? 5. Wat is de gespecificeerde verwachting ten aanzien van nog onbekende archeologische waarden in het gebied? 6. Is in het plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk en welke methoden zouden hierbij kunnen worden ingezet? Indien archeologische resten worden aangetroffen, zullen bovendien de volgende onderzoeksvragen beantwoord worden: 7. Wat is de aard van de archeologische resten die zijn aangetroffen? 8. Wat is de diepteligging, dikte en stratigrafische positie van de archeologische laag waarin de resten zijn aangetroffen? 9. Kan op basis van deze archeologische resten de gespecificeerde archeologische verwachting worden bijgesteld? 1.4 Randvoorwaarden Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroepsgroep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumentenzorg). De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als richtsnoer. RAAP beschikt over een opgravingsvergunning, verleend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zie tabel 1 voor de dateringen van de in deze notitie genoemde archeologische perioden. RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [5 ]
2 Bureauonderzoek 2.1 Methode Het bureauonderzoek dient om op basis van verschillende bronnen inzicht te krijgen in de genese van het landschap, de bodemopbouw en de sporen die het menselijk gebruik in de loop van de tijd heeft achtergelaten. Met behulp van deze gegevens wordt een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Voor de geraadpleegde bronnen wordt verwezen naar de literatuurlijst. 2.2 Geo(morfo)logie en bodem Het plangebied ligt volgens de geomorfologische kaart (bijlage 1) in een dekzandvlakte (Staring Centrum/RGD, 1977: code 2M13). De ondergrond bestaat uit leemarm en zwak lemig zand dat tijdens het Laat Pleistoceen (Weichselien) is afgezet door de wind. Deze afzettingen worden gerekend tot de formatie van Twente (Stiboka, 1981). Volgens de bodemkaart (bijlage 2) komen in het plangebied laarpodzolen voor (Stiboka, 1981: code chn21, grondwatertrap VI). Kenmerkend is een humushoudende B-horizont onder de bouwvoor die geleidelijk overgaat in een lichtere C-horizont. Laarpodzolen zijn in de loop van het Holoceen ontstaan als gevolg van podzolisatie van de sedimenten. Net ten zuiden en westen komen hoge zwarte enkeerdgronden voor (Stiboka 1981: code zez21) die gekenmerkt worden door een dikke (dikker dan 50 cm) humushoudende bovengrond. Deze gronden ontstonden door eeuwenlange bemesting waardoor de grond geleidelijk werd opgehoogd, anderzijds wordt de dikke humushoudende laag ook gecreëerd door diepe doorwerking van de grond. Laarpodzolgronden in goed ontwaterde omstandigheden maken het plangebied relatief geschikt voor menselijk gebruik. De hoge enkeerdgronden zijn zeer geschikt voor akkerbouw. 2.3 Archeologische gegevens Volgens de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart geldt voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting (archeologie beleidskaart gemeente Gemert-Bakel, januari 2010). In het Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS2; bijlage 3) staat in een straal van 500 m rond het plangebied slechts één waarneming geregistreerd. Het betreft twee aardewerkscherven die uit de Late Middeleeuwen dateren (ARCHIS-waarnemingsnummer 45277). Deze zijn echter gevonden tijdens een booronderzoek (ARCHIS-onderzoeksnummer 11006), waarbij over het gehele terrein een verstoring van de bodem werd vastgesteld die tot 1 m of dieper reikt. De kans op het voorkomen van archeologische sporen wordt dan ook laag ingeschat. In totaal staan in ARCHIS2 zes onderzoeksmeldingen geregistreerd in een straal van 500 m rond het plangebied. Hiervan leverde het merendeel geen noemenswaardige archeologische vondsten op. Het betreft de booronderzoeken met de ARCHIS-onderzoeksnummers 11006, 20503 en 23412 alsmede twee opgravingen (ARCHIS-onderzoeksnummers 30795 en 32184). Enkel een proefsleuvenonderzoek (ARCHIS-onderzoeksnummer 25141) leverde archeologische resten in situ op. Dit onderzoeksgebied is circa 500 m ten oosten van plangebied Rootvlaas uitgevoerd in een RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [6 ]
gebied met toponiem Neerakker. Bij het onderzoek zijn verschillende gebouwplattegronden, greppels en een waterput uit de Late Middeleeuwen aangetroffen. Verder zijn enkele scherven handgevormd aardewerk uit de IJzertijd als losse vondsten verzameld. 2.4 Historische situatie Bakel wordt als het oudste Peeldorp beschouwd; al in het jaar 715 wordt de prediker St. Willebrordus in verband gebracht met Bakel (Van Oirschot, Jansen & Koesen, 1985). Vanaf 721 is sprake van een dorpskerk. Tot in de 16e eeuw was Bakel een heerlijkheid waarna het een hertogs- en sinds 1648 een statendorp werd. Belangrijk was de uitgifte van gemene gronden in 1326, waarvan het gezamenlijk gebruik duurde tot 1864. De begrenzing van deze gemene gronden leidde regelmatig tot conflicten met naburige dorpen en gehuchten. Onderhavig onderzoeksgebied ligt circa 1 km buiten de historische dorpkern van Bakel, het oude gehucht Matijseind bevindt zich op iets kortere afstand naar het westen. Op historische kaarten uit het begin van de 19e eeuw (Caspers & Stam, 2008; bijlage 4) ligt het onderzoeksgebied nabij enkele alleenstaande boerderijen. De gronden rondom deze boerderijen zijn aangeduid als grasland en akker. 2.5 Huidige situatie Het terrein ligt nabij een woonhuis en (varkens)stallen en is in gebruik als akkerland (google earth). Momenteel staan echter recent aangeplante naaldbomen op het perceel. Er is volgens de gemeente in de periode 1950-1998 geen ontgrondingsvergunning voor het terrein afgegeven. In het verleden zijn asperges geteeld op het perceel (mondelinge mededeling eigenaar); bij deze teelt kan de bodem diep verstoord worden. 2.6 Toekomstig situatie De eigenaar van het terrein plant de bouw van een onderkelderde varkensstal met een totale oppervlakte van 3170 m². Hierdoor worden eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd. 2.7 Gespecificeerde archeologische verwachting Op de archeologiebeleidskaart van de gemeente geldt voor het perceel een middelhoge archeologische verwachting. Meer specifiek kunnen archeologische sporen uit de middeleeuwen en/of Nieuwe tijd aanwezig zijn. Deze verwachting is gebaseerd op het feit dat het gebied volgens historische kaarten in gebruik was als akkerland en weide met enkele geïsoleerd liggende boerderijen in de onmiddellijke omgeving (Caspers & Stam, 2008; bijlage 4). Prehistorische resten kunnen aanwezig zijn, hoewel het gebied geen uitgesproken gunstige ligging heeft. Net ten zuiden van het gebied ligt evenwel een iets hoger gelegen terrein waar de kans op dergelijke resten groter is. Meer concrete aanwijzingen voor de aanwezigheid van prehistorische resten zijn echter niet voorhanden. RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [7 ]
3 Veldonderzoek 3.1 Methode Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een booronderzoek verkennende fase. De gevolgde onderzoeksmethode voor het veldwerk is bepaald op basis van de resultaten van het bureauonderzoek (gespecificeerde archeologische verwachting) en het protocol inventariserend veldonderzoek uit de KNA versie 3.2. Het verkennend veldonderzoek had tot doel het verkrijgen van inzicht in de bodemgesteldheid en mate van bodemverstoring in het plangebied. Daarmee wordt de gespecificeerde archeologische verwachting getoetst en kunnen uitspraken worden gedaan over de gaafheid van eventuele archeologische vindplaatsen. Daartoe zijn zes boringen verricht verdeeld in drie zuid-noord georiënteerde raaien (figuur 2). De boringen in een raai versprongen ten opzichte van die in de naastgelegen raai, waardoor een systeem van gelijkbenige driehoeken ontstond. Er is geboord tot maximaal 1,20 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. De boringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989) beschreven en met meetlinten ingemeten (x- en y-waarden); zie bijlage 5. 3.2 Resultaten Geologie en bodem Alle boringen die op het terrein gezet zijn, geven een gelijkaardig bodemprofiel te zien. De bodem bestaat uit matig siltig, matig fijn zand. Onder een 40 tot 45 cm dikke bouwvoor bevindt zich een verstoorde laag die tot 65-90 cm -Mv reikt. Deze laag bevat zowel materiaal uit de bouwvoor als materiaal uit de natuurlijke C-horizont. Deze ongestoorde C-horizont heeft meestal een lichtgele kleur en vertoont oxidatie- en reductieverschijnselen. In de twee zuidelijkste boringen is een lichtgrijze, volledig gereduceerde C-horizont aangetroffen (boringen 3 en 4). De uitgebreide boorbeschrijvingen (inclusief lithologisch profiel) zijn opgenomen als bijlage 1. Archeologie Tijdens het booronderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Synthese Uit het de resultaten van het veldonderzoek blijkt dat de bodem verstoord is tot 65-90 cm -Mv. De ondergrond is relatief nat, zeker in het zuidelijke deel van het gebied waar een volledig gereduceerde C-horizont aanwezig is. Door de relatief diep verstoorde bodem zijn eventueel aanwezige sporen in belangrijke mate vernietigd. Bovendien is wegens de relatief natte bodem de kans op de aanwezigheid van archeologische sporen klein. De middelhoge archeologische verwachting die geldt volgens de archeologiebeleidskaart van de gemeente, wordt bijgevolg niet bevestigd door de resultaten van het veldonderzoek. RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [8 ]
4 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Uit de resultaten van het bureauonderzoek blijkt dat voor het plangebied een middelmatige archeologische verwachting geldt. De resultaten van het veldonderzoek duiden echter op een lage archeologische verwachting. Deze conclusie is gebaseerd op de diepe verstoring van de bodem in het plangebied en de relatief natte bodem. Aanbevelingen Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat bij de bestaande planvorming geen archeologische resten verstoord zullen worden in het plangebied. Derhalve wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen. Archeologische perioden Tijdperk Datering Prehistorie Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C) Nieuwe tijd Middeleeuwen Romeinse tijd IJzertijd Bronstijd Neolithicum (Nieuwe Steentijd) Mesolithicum (Midden Steentijd) Paleolithicum (Oude Steentijd) B A Laat Vol Ottoons Vroeg Karolingisch Merovingisch laat Merovingisch vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Jong B Jong A Midden Oud - 1795-1650 - 1500-1250 - 1050-900 - 725-525 - 450-270 - 70 na Chr. - 15 voor Chr. - 250-500 - 800-1100 - 1800-2000 - 2850-4200 - 4900/5300-6450 - 8640-9700 - 12.500-16.000-35.000-250.000 tabel1_standaard_archeologisch_raap_2010 Tabel 1. Archeologische tijdschaal. RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [9 ]
Literatuur Caspers, T. & H. Stam, 2008. Historische topografische Atlas Noord Brabant 1836-1843, schaal 1:25.000. Uitgeverij Nieuwland, Tilburg. Deeben, J.H.C. (red.), 2008. De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), derde generatie. Rapportage Archeologische Monumentenzorg 155. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort (info: www.cultureelerfgoed.nl). Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. Staring Centrum/RGD, 1977. Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000. Blad 51 Eindhoven. Staring Centrum/Rijks Geologische Dienst, Wageningen/Haarlem. Van Oirschot, A., A.C. Jansen & L.S.A. Koesen, 1985. Encyclopedie van Noord-Brabant, deel 1. Market Books BV, Baarn. Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen Figuur 1. Ligging van het plangebied (rood). Inzet: ligging in Nederland (ster). Figuur 2. Boorpuntenkaart. Tabel 1. Archeologische tijdschaal. Bijlage 1. Uitsnede van de geomorfologische kaart (rood = plangebied; Stiboka/RGD, 1977). Bijlage 2. Uitsnede van de bodemkaart (rood = plangebied; Stiboka, 1981). Bijlage 3. Combinatiekaart IKAW, AMK en ARCHIS waarnemingen (volgens ARCHIS2; http://archis2.archis.nl). Bijlage 4. Uitsnede historische kaart 1805-1807 (rood = plangebied; Tranchot, 1967; Graatsma, 1993). Bijlage 5. Boorbeschrijvingen inclusief lithologisch profiel. RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [1 0 ]
178 179 180 391 390 391 390 389 Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2011 8 389 178 179 180 Figuur 1. Ligging plangebied (rood). Inzet: ligging in Nederland (ster).
178600 178700 legenda boring met een Edelmanboor (diam. 7 cm) grens onderzocht gebied 389800 389900 1 Rootvlaas 5 2 1 6 389900 389800 2 4 3 0 50 100 RE1/bakro_re m 178600 1:2.000 178700 2011 Figuur 2. Boorpuntenkaart.
Bijlage 1: Uitsnede van de geomorfologische kaart Legenda: rood = plangebied (Stiboka/RGD, 1977) RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [1 3 ]
Bijlage 2: Uitsnede van de bodemkaart Legenda: rood = plangebied (Stiboka, 1981) RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [1 5 ]
Bijlage 3: Combinatiekaart IKAW, AMK en ARCHIS waarnemingen Volgens ARCHIS2 (http://archis2.archis.nl) RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [1 7 ]
Bijlage 4: Uitsnede historische kaart 1805-1807 Legenda: rood = plangebied (Tranchot, 1967; Graatsma, 1993) RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [1 9 ]
Bijlage 5: Boorbeschrijvingen inclusief lithologisch profiel RAAP-notitie 3746 / eindversie 22-03-2011 [2 1 ]
boring: BAKRO-1 datum: 10-2-2011, X: 178.671, Y: 389.819, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Noord- Brabant, gemeente: Gemert-Bakel, plaatsnaam: Rootvlaas, opdrachtgever: Roba Advies, uitvoerder: RAAP Zuid 0 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor 45 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: geel gevlekt 90 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, oxidatie en reductie verschijnselen Opmerking: Nat Einde boring op 120 cm -Mv boring: BAKRO-2 datum: 10-2-2011, X: 178.671, Y: 389.777, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Noord- Brabant, gemeente: Gemert-Bakel, plaatsnaam: Rootvlaas, opdrachtgever: Roba Advies, uitvoerder: RAAP Zuid 0 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor 45 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: geel gevlekt 65 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, oxidatie en reductie verschijnselen Einde boring op 95 cm -Mv boring: BAKRO-3 datum: 10-2-2011, X: 178.671, Y: 389.753, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Noord- Brabant, gemeente: Gemert-Bakel, plaatsnaam: Rootvlaas, opdrachtgever: Roba Advies, uitvoerder: RAAP Zuid 0 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor 45 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: geel gevlekt 75 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijsgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd Einde boring op 110 cm -Mv boring: BAKRO-4 datum: 10-2-2011, X: 178.654, Y: 389.764, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Noord- Brabant, gemeente: Gemert-Bakel, plaatsnaam: Rootvlaas, opdrachtgever: Roba Advies, uitvoerder: RAAP Zuid 0 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: geel gevlekt 70 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeelgrijs, matig fijn Bodemkundig: BC-horizont Einde boring op 100 cm -Mv
boring: BAKRO-5 datum: 10-2-2011, X: 178.654, Y: 389.799, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Noord- Brabant, gemeente: Gemert-Bakel, plaatsnaam: Rootvlaas, opdrachtgever: Roba Advies, uitvoerder: RAAP Zuid 0 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor 45 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: geel gevlekt 65 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, oxidatie en reductie verschijnselen Einde boring op 95 cm -Mv boring: BAKRO-6 datum: 10-2-2011, X: 178.688, Y: 389.802, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Noord- Brabant, gemeente: Gemert-Bakel, plaatsnaam: Rootvlaas, opdrachtgever: Roba Advies, uitvoerder: RAAP Zuid 0 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: geel gevlekt 75 cm -Mv Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeel, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, oxidatie en reductie verschijnselen Einde boring op 105 cm -Mv