Geertgen tot sint jans man van smarten Eén van de topstukken van Museum Catharijneconvent in Utrecht is het kleine paneeltje Man van Smarten geschilderd door Geertgen tot Sint Jans. Van de schilder Geertgen tot Sint Jans is weinig meer bekend dan dat hij leefde aan het eind van de vijftiende eeuw en inwoonde bij de johannieters in Haarlem. 1 Hij zou zijn geboren rond 1465 en gestorven rond 1495. 2 Ook is weinig bekend van de werken die hij heeft nagelaten. Eén van de werken die vrijwel zeker aan Geertgen kan worden toegeschreven is de Man van Smarten, gemaakt rond 1485-90 (afb. 1). Afb 1. Geertgen tot Sint Jans, Man van Smarten, ca. 1485-90, olie op paneel, 24,5 x 24 cm, Museum Catharijneconvent, Utrecht. 1 Zie bijvoorbeeld Henri Defoer, 'De Man van Smarten van Geertgen tot Sint Jans', Antiek, december 1994, p. 9. Deze informatie is gebaseerd op Karel van Manders Het Schilder-boeck uit 1604. 2 John R. Decker beargumenteert echter dat Geertgen pas in 1517 zou zijn gestorven, zie John R. Decker, The Technology of Salvation and the Art of Geertgen tot Sint Jans, Farnham/Burlington 2009, pp. 11-19. pagina 1
Christus als Man van Smarten was een veelvoorkomend thema in de christelijke iconografie in de late middeleeuwen. De afbeelding van Christus als Man van Smarten komt op Byzantijnse ikonen voor vanaf de twaalfde eeuw. 3 Dit thema werd al vrij snel in West-Europa overgenomen, waarbij Christus werd afgebeeld als een dode man met gesloten ogen. Pas in de veertiende eeuw ontstaat in de Duitse gebieden een 'levende' Christus die als Man van Smarten zijn wonden toont. Christus wordt als Man van Smarten vaak afgebeeld staande in een graftombe, gekleed in een lendendoek en met de doornenkroon op het hoofd, waarbij zijn wonden in handen, voeten en zij goed zichtbaar zijn. 4 Ook zijn vaak de Arma Christi, de lijdenswerktuigen, aanwezig. Nauw verwant met voorstellingen van de Man van Smarten zijn afbeeldingen van de zogenaamde Gregoriusmis, die populair waren in de vijftiende eeuw. 5 Geertgens Man van Smarten is een klein paneel van 24,5 x 24 cm. In het midden van het beeld staat Christus in een sarcofaag. Hij draagt een houten kruis en heeft zijn smartelijke blik op de beschouwer gericht. Christus wordt omringd door drie treurende figuren en achter hem zweven drie engelen tegen een gouden achtergrond. De figuren zijn groot in het beeldvlak geplaatst en aan de randen afgesneden. Ook het kruis is aan de bovenzijde van het beeldvlak afgesneden. Christus is zichtbaar vanaf zijn knieën en gekleed in een lendendoek. Hij draagt een doornenkroon en zijn gehele lichaam is met bloed bedekt. Het houten kruis draagt hij in zijn linkerarm en wordt ondersteund door zijn linkerschouder. Zijn rechterhand houdt hij onder de wond in zijn rechterzij die, evenals de wonden op zijn handen, duidelijk zichtbaar is. Rechts van Christus knielt Maria, de moeder van Christus, met gevouwen handen en met een droevige blik gericht op Christus. Maria wordt vastgehouden door Johannes de Evangelist, van wie nog net het hoofd te zien is, en die met zijn rechterhand over zijn betraand gelaat wrijft. Links van Christus leunt Maria Magdalena met een naar beneden gerichte blik en met gevouwen handen op de rand van de sarcofaag. Op de achtergrond zweven drie treurende engelen, waarvan er een de kruisnagelen draagt, een tweede met 3 Henri Defoer, zie noot 1, p. 4. 4 Prof. Dr. J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie, Haarlem 1978, pp. 100-101. 5 Christus zou aan de H. Paus Gregorius tijdens het opdragen van de mis verschenen zijn als Man van Smarten, tezamen met zijn lijdenswerktuigen. Timmers beschouwt de Man van Smarten van Geertgen tot Sint Jans als een Christusfiguur van de Gregoriusmis. J.J.M. Timmers, zie noot 4, p. 101. pagina 2
gevouwen handen het hoofd naar beneden buigt en de derde een stok met een spons en een lans draagt. Rechtsboven in het beeld is de geselpaal te zien tezamen met enkele geselwerktuigen. In de Man van Smarten heeft Geertgen tot Sint Jans verschillende gebeurtenissen uit het lijdensverhaal van Christus samengebracht. De wonden op het lichaam maken duidelijk dat Christus na de kruisiging is afgebeeld. De aanwezigheid van de treurende figuren representeren een voorstelling van de bewening die volgt op Christus' dood en die aan zijn graflegging voorafgaat (afb. 2). 6 Maar anders dan bij een 'zuivere' bewening is Christus niet als dode afgebeeld. Christus staat rechtop in de sarcofaag en hij kijkt de beschouwer aan als een levende figuur. Hij zou dus al uit de dood kunnen zijn opgestaan zoals bij een verrijzenis, maar daartegen verzet zich het met bloedende wonden overdekte lichaam, de doornenkroon op zijn hoofd en de aanwezigheid van de engelen met de lijdenswerktuigen. 7 Bij een 'zuivere' verrijzenis is Christus verlost van de zonden en zijn deze elementen niet aanwezig (afb. 3). Afb. 2. Geertgen tot Sint Jans, Bewening, ca. 1485, olie op paneel, 172 x 139 cm, Kunsthistorisches Museum, Wenen. Afb. 3. Hans Memling, middenpaneel van Drieluik van de opstanding van Christus met het Martelaarschap van de H. Sebastiaan en de Hemelvaart van Christus, ca. 1490, olie op paneel, 61,8 x 44,6 cm, Louvre, Parijs. 6 John R. Decker, zie noot 2, p. 73. 7 Henri Defoer, zie noot 1, pp. 4, 10 en John R. Decker, zie noot 2, p. 74. pagina 3
Het kruis dat door Christus tegen zijn schouder wordt gehouden en de frontale afbeelding van zijn gelaat, die aan de zweetdoek van Veronica herinnert, doen denken aan de kruisdraging, die echter plaatsvond vóór Christus' dood (afb. 4). 8 Afb. 4. Albrecht Dürer, Kruisdraging uit de serie Grote Passie, 1498-99, houtsnede, 38,4 x 28,2 cm, Rijksmuseum, Amsterdam. Door het samenbrengen van verschillende gebeurtenissen uit het lijdensverhaal van Christus is Geertgens Man van Smarten geen verhalende voorstelling, die zich in een bepaalde tijd of omgeving afspeelt. Het is een typisch voorbeeld van een devotiestuk, dat bedoeld was voor persoonlijke meditatie en gebed en waarbij de beschouwer zich in het lijden van Christus moest inleven. 9 8 Henri Defoer, zie noot 1, p. 10. 9 Zie Gertrud Schiller, Ikonographie der Christlichen Kunst, Band 2, Kassel 1968, p. 211 en Bernard Ridderbos en Henk van Veen (red.), 'Om iets te weten van oude meesters'. De Vlaamse primitieven herontdekking, waardering en onderzoek, Amsterdam 2005 2 (1995), pp. 116-117. Ridderbos betitelt het werk als 'Nood Gods'. pagina 4
Literatuur Decker, J.R., The Technology of Salvation and the Art of Geertgen tot Sint Jans, Farham/Burlington 2009. Defoer,H., 'De Man van Smarten van Geertgen tot Sint Jans', Antiek, december 1994, pp. 4-11. Ridderbos, B. en H. van Veen (red.), 'Om iets te weten van oude meesters'. De Vlaamse primitieven herontdekking, waardering en onderzoek, Amsterdam 2005 2 (1995). Schiller, G., Ikonographie der christlichen Kunst, 5 dln., Gütersloh 1968. Timmers, Prof. Dr. J.J.M., Christelijke symboliek en iconografie, Haarlem 1978. afbeeldingen Afb. 1. Geertgen tot Sint Jans, Man van Smarten, ca. 1485-90, olie op paneel, 24,5 x 24 cm, Museum Catharijneconvent, Utrecht. Foto: Web Gallery of Art <http://www.wga.hu/art/g/geertgen/virdolor.jpg> (24 oktober 2012). Afb. 2. Hans Memling, middenpaneel van Drieluik van de opstanding van Christus met het Martelaarschap van de H. Sebastiaan en de Hemelvaart van Christus, ca. 1490, olie op paneel, 61,8 x 44,6 cm, Louvre, Parijs. Foto: Bartz, G. en E. König, Louvre. Kunst en Architectuur, Abcoude 2008, p. 462. Afb. 3. Geertgen tot Sint Jans, Bewening, ca. 1485, olie op paneel, 172 x 139 cm, Kunsthistorisches Museum, Wenen. Foto: Web Gallery of Art <http://www.wga.hu/art/g/geertgen/burnng2.jpg> (24 oktober 2012). Afb. 4. Albrecht Dürer, Kruisdraging uit de serie Grote Passie, 1498-99, houtsnede, 38,4 x 28,2 cm, Rijksmuseum, Amsterdam. Foto: Website Collectie Rijksmuseum Amsterdam <http://www.rijksmuseum.nl/collectie/rp-p-ob-1306/kruisdraging> (28 oktober 2012). pagina 5