Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. 4. Bij besluit van 30 september 2002 heeft de d-g NMa de klacht van Broadcast afgewezen (hierna: het bestreden besluit).

Convenant (versie 0.23), gepubliceerd door DutchMedia. en

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/17/ Datum : 17 september 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/17/ Datum : 17 september 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Enerzijds, De besloten vennootschap Broadcast Newco Two B.V. gevestigd te Terneuzen, gemachtigde: mr A.J.H.W.M. Versteeg, advocaat te Amsterdam,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COÖRDINATIE-OVEREENKOMST (MODEL I) Inzake de bouw van... (1) 1... (2) gevestigd te... (3) nader te noemen de opdrachtgever.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 56, lid 1 van de Mededingingswet.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 13 juni 2003 Rapportnummer: 2003/172

Rapport. Datum: 6 juli 2001 Rapportnummer: 2001/192

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Intentieverklaring.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Coördinatieovereenkomst Centrumvernieuwing Emmen

Dienstverleningsdocument voor Financieel Advies 2.0

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Brief, d.d. 23 januari 2002 ZKZ rs R.J. van der Schagt (035)

Dienstverleningsdocument voor Financieel Advies 2.0

Tweede Kamer der Staten-Generaal

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid.

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

Aan de aanvraag hebben wij de volgende activiteit toegevoegd: - Planologisch afwijken (art. 2.1, lid 1 onder c Wabo);

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

=> BEZWAARSCHRIFT <= ~Tegen steiger & objecten tussen Vinkenstr. 155 t/m 172 van t/m 14-12'~

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder

Voor de overzichtelijkheid worden de door u gestelde vragen herhaald.

10 december 2007 ET/TM /

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wat u moet weten bij het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit van de gemeente? 1 Wanneer kunt u bezwaar maken? 3 Hoe maakt u bezwaar?

Beoordeling. h2>klacht

Mogelijkheid tot indienen zienswijze is geen rechtsbescherming

INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN

2. Projectresultaat Realisatie van nieuw Gemeentehuis inclusief ondergrondse parkeergarage

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer MLB/JZ/2002/ februari 2002

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vragen en antwoorden Overeenkomst afkoop regresrecht WMO 2018 VNG Verbond van Verzekeraars

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

Datum 15 maart 2011 Betreft Kamervragen lid Van Dijk over problemen met kabelexploitanten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inzake de bouw van (1) 1...(2) gevestigd te.. (3) nader te noemen de opdrachtgever. gevestigd te (17) nader te noemen de aannemer van de:. (6) 3..

Vragen en antwoorden Overeenkomst afkoop regresrecht WMO 2018 VNG Verbond van Verzekeraars

Dubbele leges voor één vergunning Gemeente Almere Dienst Publiekszaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie uit Den Haag. Datum: 11 oktober 2011

Inzake de bouw van (1) 1...(2) gevestigd te.. (3) nader te noemen de opdrachtgever. gevestigd te (17) nader te noemen de aannemer van de:. (6) 3..

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 24 095 Frequentiebeleid Nr. 120 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 17 februari 2003 In de brief van 19 december 2002 aan uw Kamer (Kamerstukken II, 2002 2003, 24 095 nr. 115) heb ik u toegezegd tweemaandelijks te rapporteren over de gemaakte vorderingen met betrekking tot de technische implementatie van de herverdeling van radiofrequenties voor FM en middengolf (zerobase). Dit betreft zowel de frequentieruimte voor publieke als voor commerciële radio. Aangezien dit de eerste voortgangsrapportage betreft, zal deze wat uitgebreider zijn dan de volgende voortgangsrapportages. Achtereenvolgens zal ik in deze brief ingaan op: a. de algemene situatie en ontwikkelingen m.b.t. de technische implementatie b. de omschakeling van de publieke omroep c. de status van het ombouwproces rond de opstelpunten d. de samenwerking tussen Nozema en Broadcast Partners a. De algemene situatie en ontwikkelingen m.b.t. de technische implementatie Alle inspanningen zijn momenteel gericht op het, conform de rechterlijke uitspraken van 11 oktober 2002 en van 20 januari 2003, realiseren van de vergunningverlening vóór 1 juni 2003. Daartoe wordt vanuit EZ al het mogelijke ondernomen. Dit betreft onder andere het zoveel mogelijk pro-actief accommoderen van frequentiewisselingen voor de publieke omroep, het vergoeden van de omschakelkosten voor de publieke omroep, het aanspreken van Nozema en Broadcast Partners op zowel hun individuele inspanningen als hun onderlinge samenwerking. Ik ben hierover nog niet zonder zorg. Met betrekking tot de verantwoordelijkheden van de Staat met betrekking tot de technische implementatie mede daarom herhaal ik hier wat u bij brief van 19 december 2002 door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en mij is gemeld. De Staat geeft alleen vergun- KST66704 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2003 Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 24 095, nr. 120 1

ning voor het gebruik van frequentieruimte en geen garantie voor het verkrijgen van masten en antennes. De technische verzorging van uitzendingen is nadrukkelijk géén overheidsverantwoordelijkheid. Als aandeelhouder (59%) van Nozema zal de Staat desalniettemin alle mogelijke invloed aanwenden om Nozema tot maximale medewerking in het proces te brengen. Ik kom hier later in deze brief op terug. b. De omschakeling van de publieke omroep Aangezien de nieuwe zogenoemde «zerobase» frequenties voor de publieke omroep (landelijk, regionaal en lokaal) al bekend zijn, kunnen daar vooruitlopend op de ingangsdatum van de nieuwe vergunningen al diverse frequentiewisselingen worden doorgevoerd. Een beperkende factor daarbij zijn de rechten van de huidige commerciële omroepen, die in principe tot 1 juni 2003 zullen blijven uitzenden op hun huidige frequentie en waarvan sommige frequenties pas daarna in gebruik kunnen worden genomen door de publieke omroep. Om het omschakelproces van de publieke omroepen zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen, vindt er vanuit EZ periodiek overleg plaats met de belangenbehartigers van de landelijke, regionale en lokale publieke omroep (respectievelijk NOS, ROOS en OLON), dan wel de individuele omroepen, en hun zenderexploitant (Nozema of Broadcast Partners). Daarin wordt naast het bewerkstelligen van frequentiewisselingen ook gesproken over de behandeling van klachten over ontvangst die na ingebruikname van een nieuwe frequentie soms naar voren komen (ondere andere bij Omrop Fryslân). Het antwoord op de vragen van de heer Atsma ontvangt u nog deze week. Aangezien de publieke omroep in het kader van zerobase (omschakel)- kosten moet maken om haar wettelijk vereiste distributiemogelijkheden (landelijk, regionaal en lokaal) te behouden, heeft het Kabinet na overleg met uw Kamer medio 2000 besloten om deze omschakelkosten voor de publieke omroep te vergoeden. Dit betreft zowel de technische (aanpassing van zenders, antennes, opstelpunten, etc.) als niet-technische (bekendstellen van de nieuwe frequenties aan de luisteraars, aanschaf nieuw briefpapier, etc.) omschakelkosten. Medio december 2002 heb ik deze niet-technische omschakelkosten uitgekeerd aan partijen (ruim 4,6 miljoen euro). In de komende maanden zal ik de technische omschakelkosten uitkeren (circa 20 miljoen euro). Hiermee zijn alle financiële belemmeringen voor de omschakeling van publieke omroepen opgelost. c. De status van het ombouwproces rond de antenne-opstelpunten Opstelpunten en medegebruik Voor de implementatie van zerobase is een groot aantal opstelpunten voor zenders en antennes nodig. Veel hiervan bestaan reeds, andere moeten worden gezocht en verworven. Hierbij zijn de locatie en hoogte van het opstelpunt belangrijke parameters. De belangrijkste opstelpunten vormen samen de zogenaamde «backbone» van zerobase. Dit zijn 28 bestaande hoge masten van waaruit op meerdere frequenties wordt uitgezonden en waarvan er 1 in beheer is van Broadcast Partners en de overige 27 in beheer zijn van Nozema. De voornaamste zenders en antennes voor de grote frequentiepakketten, voor zowel de publieke als commerciële omroep, zijn op deze masten gepland. De opstelpunten uit deze «backbone» verdienen bij de technische implementatie dan ook veel aandacht. Het hieronder uiteengezette twistpunt tussen Broadcast Partners en Nozema rond medegebruik van opstelpunten is ook het meest nijpend rond deze opstelpunten. Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 24 095, nr. 120 2

Door de onevenwichtige situatie met betrekking tot het beheer van de opstelpunten uit de «backbone», is Broadcast Partners voor toegang hiertoe grotendeels afhankelijk van Nozema. Tot nu toe heeft Broadcast Partners dan ook medegebruik aangevraagd voor een groot aantal opstelpunten. Tot op heden is door Nozema slechts voor één opstelpunt (in Hilversum) gedeeltelijk medegebruik toegestaan. Alle overige aanvragen zijn afgewezen. Dit betekent dat Broadcast Partners vooralsnog geen mogelijkheid heeft om, op de Nozema-opstelpunten uit de «backbone», technische voorbereidingen te treffen. Hierdoor is Broadcast Partners vooralsnog niet in staat om, op deze opstelpunten, een technische oplossing aan haar toekomstige klanten te bieden. Terwijl Nozema dit wel kan. Broadcast Partners heeft reeds op 27 maart 2000 een klacht tegen Nozema ingediend bij de NMa in verband met vermeend misbruik door Nozema van haar machtspositie op de markt van hoge antenne-opstelpunten. Mede doordat ten tijde van de totstandkoming van de samenwerkingsovereenkomst (ondertekend op 3 mei 2001) tussen Nozema en Broadcast Partners deze zaak heeft stilgelegen heeft de NMa pas op 30 september 2002 in deze zaak een besluit genomen. De NMa heeft geconcludeerd dat er geen sprake was van misbruik van machtspositie door Nozema. Broadcast Partners heeft tegen dit besluit bezwaar aangetekend. Over de vergoeding voor het medegebruik in Hilversum is door Broadcast Partners in maart 2002 een procedure aanhangig gemaakt bij de OPTA (als toezichthouder), die hierover op 29 juli 2002 een beslissing heeft genomen. Daarin heeft OPTA een voorlopige berekeningsmethode vastgesteld en tevens opgemerkt dat vervolgens nog door een accountant een definitieve berekening van het redelijke rendement dient te worden gemaakt. Tegen de beslissing van OPTA in deze zaak heeft Nozema bezwaar aangetekend. Deze bezwaarprocedure loopt nog. Overeenstemming tussen Nozema en Broadcast Partners over (voorwaarden voor) toegang tot de hoge antenne-opstelpunten is een belangrijke voorwaarde voor de tijdige implementatie van zerobase. Vanuit EZ is er daarom regelmatig contact met OPTA, aangezien «medegebruik van antenne-opstelpunten» is geregeld binnen de Telecommunicatiewet en OPTA hiervoor toezichthouder is. Daarbij wordt onzerzijds getracht de behandeling van geschillen tussen beide zenderexploitanten die voorliggen bij OPTA zoveel mogelijk te bespoedigen. Milieuvergunningen algemeen Voor het mogen uitzenden van radiosignalen is, wanneer het zendervermogen boven de 4 kilowatt (kw) komt, een milieuvergunning nodig. Op basis van de geplande vermogens geldt dat voor 66 locaties (van de in totaal circa 100 locaties) in principe een nieuwe milieuvergunning of een aanpassing van de huidige vergunning moest worden aangevraagd. Hierbij zijn alle locaties van de «backbone» inbegrepen. Nozema heeft 40 van deze aanvragen voor haar rekening genomen, Broadcast Partners 26. In de volgende paragraaf wordt de feitelijke stand van zaken toegelicht. In een aantal van deze gevallen heeft overleg met de gemeente uitgewezen dat een nieuwe of gewijzigde vergunning niet nodig is. Voor diverse van de overige locaties geldt dat de zenderexploitanten ervoor opteren om op een iets lager vermogen uit te zenden dan volgens de planning is toegestaan, waarbij uiteraard geen afbreuk wordt gedaan aan de wettelijk voorgeschreven verzorgingsplicht van de publieke omroepen. Hiermee kunnen ze oftewel onder de 4 kw grens of binnen de reeds bestaande milieuvergunning blijven. Aangezien de commerciële zerobase vergunninghouders nog niet bekend zijn, worden dit soort afwegingen met betrekking tot de commerciële netten door de zenderexploitanten gemaakt. Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 24 095, nr. 120 3

Zodra de commerciële zerobase vergunninghouders bekend zijn zullen de zenderexploitanten zelf, in overleg met hun klanten, bekijken voor welke locaties mogelijk alsnog een milieuvergunning zal worden aangevraagd. Elke aanvrager voor de vergelijkende toets wordt geadviseerd om, alvorens een aanvraag in te dienen, een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen van de status van de technische implementatie voor de aangevraagde frequentiepakketten, bijvoorbeeld door zich door de beide zenderexploitanten goed te laten informeren over de mogelijkheden en onmogelijkheden. Deze informatie kan medebepalend zijn voor de invulling van de aanvraag. De milieuvergunning moet uiteindelijk worden aangevraagd door de eigenaar van de locatie. Voor de «backbone»-locaties is dit in een groot aantal gevallen KPN, die eigenaar is van de torens waarop de masten van Nozema zijn geplaatst. Een zelfde situatie doet zich voor bij enkele masten van Nozema die zijn geplaatst op hoogspanningstorens. Daar is Tennet de eigenaar van. Eén grote mast is van Broadcast Partners. In de overige gevallen is Nozema zelf eigenaar. Een milieuvergunning wordt aangevraagd voor de gehele installatie ter plaatse. Wanneer bijvoorbeeld een mast van Nozema op een toren van KPN is geplaatst, betekent dit dat naast de radio- en televisiezenders en antennes ook de systemen van KPN en eventuele andere partijen moeten worden opgegeven, tot en met de aansluitingen op het riool en de aanwezige brandblusmiddelen toe. Dit is een tijdrovend werk, aangezien een nauwkeurige inventarisatie van deze systemen vaak ontbreekt. Om tot een volledige aanvraag te komen heeft Nozema deze inventarisatie veelal zelf ter hand moeten nemen. Dit heeft veel tijd gekost. Als de aanvraag eenmaal is ingediend, kan de gemeente die in behandeling nemen. Sinds maart 2001 is ingenieursbureau DHV door de Staat ingehuurd om, voor zowel inhoud als proces, de gemeenten te ondersteunen bij de vergunningverlening ten behoeve van de beide zenderexploitanten. Om het proces ter verlening van de milieuvergunning sneller en succesvol te kunnen doorlopen, is afgesproken dat alvorens de definitieve aanvraag wordt ingediend, eerst een concept-aanvraag wordt voorgelegd aan de gemeente. De gemeente kan dan aangeven of er nog extra informatie nodig is om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen. Elke gemeente kan hiervoor namelijk haar eigen eisen stellen. Zodra de definitieve aanvraag bij de gemeente is ingediend kunnen derden (belanghebbenden) hiertegen bedenkingen en bezwaren uiten. Dit kunnen omwonenden zijn, maar ook Broadcast Partners bedient zich van deze mogelijkheid in een poging om informatie te verkrijgen over de antenneconfiguratie van Nozema. Als reden hiervoor geeft Broadcast Partners aan dat zij de berekeningen die door Nozema zijn ingediend als onderdeel van de aanvraag, wil controleren. Een aanvraag wordt immers ingediend voor de gehele installatie en daarvan wil Broadcast Partners zelf mede gebruikmaken. Wanneer een gemeente een besluit heeft genomen (over het voornemen van de gemeente om de vergunning te verlenen), wordt dit gedurende 6 weken ter inzage gelegd voor belanghebbenden, die hiertegen beroep kunnen instellen bij de Raad van State. Wanneer deze termijn is verstreken is indien er geen beroep is ingesteld de vergunning definitief. Milieuvergunningen stand van zaken Van de 40 aanvragen voor milieuvergunningen die volgens de tussen de zenderexploitanten tot stand gekomen verdeling Nozema zou indienen, is na overleg met de betrokken gemeenten gebleken dat in 14 gevallen geen nieuwe of aangepaste milieuvergunning nodig is. Voor de overige 26 (nieuwe of aan te passen) milieuvergunningen is de status van de aanvragen in tabel 1 aangegeven. Naar inschatting van Nozema zullen op Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 24 095, nr. 120 4

1 juni 2003 circa 14 definitieve vergunningen zijn verleend. De overige 12 verwacht Nozema vóór 1 september 2003. Uiteraard is de realisatie van deze inschatting afhankelijk van de besluitvorming door de desbetreffende gemeentelijke of provinciale overheid (deze laatste komt in beeld in geval van plaatsing op hoogspanningsmasten buiten de bebouwde kom) en eventuele bedenkingen of bezwaren van derden. Van de 26 door Broadcast Partners aan te vragen milieuvergunningen betreft één een opstelpunt van de «backbone». De bestaande vergunning voor dit opstelpunt is toereikend voor de zerobase situatie. Ook de overige 25 opstelpunten, die geen onderdeel zijn van de «backbone», behoeven volgens Broadcast Partners geen nieuwe of aangepaste milieuvergunning. Tabel 1: status aangevraagde milieuvergunningen d.d. 31 januari 2003 Totaal aantal aan te vragen milieuvergunningen aanvragen in concept stadium aanvragen definitief ingediend concept vergunningen ter inzage gelegd definitieve vergunningen verleend 26 9 13 2 2 Zelfs als we niet een discussie zouden hoeven voeren over de verdeling, zouden Nozema en Broadcast Partners een oplossing moeten realiseren voor een goede en vlot verlopende technische implementatie. Ombouw van opstelpunten Voor wat betreft de ombouw van opstelpunten geeft Nozema aan dat van de 40 locaties waar zij activiteiten ontplooit, er momenteel 7 volledig gereed zijn, 18 voor meer dan de helft gereed zijn en 10 voor minder dan de helft. Op 5 locaties wordt niet gebouwd omdat niet duidelijk is of eventuele toekomstige klanten behoefte hebben aan deze opstelpunten. Broadcast Partners is zenderexploitant voor een aantal commerciële omroepen en voor enkele lokale publieke omroepen. De commerciële omroepen weten pas na de verdeling, dus vlak voor 1 juni 2003, welke vergunning zij eventueel hebben verworven. Broadcast Partners wil, vanuit de onzekerheid over hun klanten en de betreffende frequentiepakketten, niet het risico dragen voor de bouw van een aantal zendernetwerken. Daarnaast blijkt in de praktijk dat op diverse plaatsen door Nozema antennesystemen worden gebouwd die voor het ene dan wel het andere frequentiepakket kunnen worden gebruikt. Een dergelijk pakket kan ook aan een omroep worden vergund die klant is of wordt van Broadcast Partners. Volgens Broadcast Partners heeft Nozema de plaatsing van deze systemen niet met haar afgestemd. Broadcast Partners geeft aan hierdoor voor deze opstelpunten niet te weten welke onderdelen nog door haar zouden moeten worden gebouwd. Voor de lokale publieke omroepen heeft Broadcast Partners al diverse opstelpunten omgebouwd. d. De samenwerking tussen Nozema en Broadcast Partners Op 3 mei 2001 hebben, na intensieve inspanningen door de Staat, de beide zenderexploitanten een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Ook is enige tijd later nog een convenant tussen de beide zenderexploitanten en de Staat gesloten (dit is op 28 november 2001 ondertekend door Nozema, op 27 februari 2002 door Broadcast Partners en op 1 maart 2002 door de Staat). De partijen beogen met dit convenant dat de zerobase vergunninghouders na de definitieve herverdeling de ter beschikking gestelde frequenties onmiddelijk in gebruik kunnen nemen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 24 095, nr. 120 5

De twee belangrijkste bijlagen van de samenwerkingsovereenkomst, betreffende de voorwaarden voor toegang tot opstelpunten van Nozema («siteregels Nozema») alsmede de vergoeding voor medegebruik («sharing-prijs»), zijn echter nog steeds niet ondertekend. Vooralsnog hebben alle geproduceerde documenten niet geleid tot een succesvolle samenwerking tussen de beide zenderexploitanten. Medio 2002 is wel een arbitragecommissie, zoals bedoeld in de samenwerkingsovereenkomst, tot stand gekomen. Hiertoe hebben zowel Nozema als Broadcast Partners elk een arbiter aangesteld. Deze twee arbiters hebben vervolgens samen een voorzitter gekozen. Inmiddels wordt de bevoegdheid van de commissie door Nozema ter discussie gesteld, omdat zij de geldigheid van de samenwerkingsovereenkomst betwist. De arbiters buigen zich momenteel over de bevoegdheidsvraag, wat een vertraging inhoudt voor het beoordelen van de inhoudelijke vraagstukken. Deze betreffen hoofdzakelijk de afgewezen verzoeken van Broadcast Partners om toegang tot opstelpunten van Nozema. Met enige regelmaat worden geschillen (vooral over de toegang door Broadcast Partners tot opstelpunten van Nozema) ook onder de aandacht gebracht van OPTA dan wel de rechter. Op 17 juli 2002 heeft de Staat gezien de gebrekkige samenwerking tussen de beide zenderexploitanten een bodemprocedure aangespannen tegen de beide zenderexploitanten. De achtergrond van deze procedure is de zenderexploitanten duidelijk te maken dat alleen zij verantwoordelijk zijn voor de tijdige aanpassing van het antennepark ten behoeve van de technische implementatie van de zerobase frequentiepakketten. Tijdige realisatie hiervan is cruciaal om de commerciële omroepen in staat te stellen na het verkrijgen van een zendvergunning in de lucht te kunnen. Door het voeren van deze procedure wil de Staat de beide zenderexploitanten aanspreken op hun verantwoordelijkheid om de technische implementatie tijdig tot een succes te maken. De procedure strekt ertoe alle schade die de Staat lijdt of nog in de toekomst zal kunnen lijden, door problemen met de implementatie, te verhalen op de zenderexploitanten. Daaronder vallen bijvoorbeeld ook eventuele schadeclaims van toekomstige zerobase vergunninghouders aan de Staat indien zij na het verwerven van een vergunning voor het gebruik van een frequentie niet kunnen uitzenden omdat het antennepark niet tijdig gereed is. Daarnaast verwacht ik, inzake de ontwerp-amvb medegebruik omroepzendernetwerken, op 18 februari 2003 een reactie van de leden van het OPT (Overlegorganen Post en Telecommunicatie) en begin maart een advies van de Raad van State. Op basis hiervan verwacht ik dat deze AMvB in april of mei 2003 van kracht zal kunnen worden. Doel van dit traject is om de wet- en regelgeving betreffende het medegebruik van omroepzendernetwerken aanmerkelijk aan te scherpen. De commerciële radiostations (zowel de huidige als nieuwkomers) hebben zelf ook een groot belang bij een vlot verlopende technische implementatie. Voor de nieuwe vergunninghouders is deze namelijk bepalend voor het moment waarop kan worden uitgezonden op de nieuw verworven frequenties. Vandaar dat de belangenorganisatie SCR (Samenwerkende Commerciële Radiostations) medio december 2002 een nieuw initiatief heeft ontplooid om de beide zenderexploitanten te bewegen tot samenwerking. Daarbij wordt de bestaande samenwerkingsovereenkomst als uitgangspunt genomen. In aanvulling daarop wordt getracht overeenstemming te bereiken over de punten die momenteel nog een daadwerkelijke samenwerking in de weg staan. De SCR heeft de beide zenderexploitanten aangeboden om, zodra deze overeenstemming is bereikt, te bemiddelen teneinde de dan nog resterende geschilpunten tot een oplossing te brengen. Dit proces kan, indien succesvol, op korte termijn een positief effect opleveren. Ondertussen heeft Nozema volledig ingestemd Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 24 095, nr. 120 6

met dit SCR-proces. Broadcast Partners heeft dit nog sinds 17 januari 2003 in overweging. Aldus de informatie van de SCR d.d. 11 februari jl. Dit initiatief vanuit de markt is goed, aangezien het mogelijk kan bijdragen aan praktische oplossingen inzake de technische implementatie. Daarbij teken ik aan dat ik sta voor de uitgangspunten zoals geformuleerd voor zerobase (onder andere gelijke kansen voor bestaande partijen en nieuwkomers). Op 13 januari 2003 heb ik, in vervolg op mijn toezegging aan u om «alle mogelijke invloed aan te wenden om de Nozema tot maximale medewerking in het proces te brengen», een gesprek gehad met de Raad van Beheer van Nozema. Daarin heb ik zeer nadrukkelijk een beroep gedaan op de Raad van Beheer om haar maatschappelijke verantwoordelijkheid in deze te nemen en een doorbraak te forceren in de impasse die momenteel bestaat tussen de beide zenderexploitanten. Binnenkort zal ik een vervolggesprek beleggen met de Raad van Beheer. Dan verwacht ik van de zijde van Nozema te vernemen tot welk tastbaar resultaat mijn eerdere gesprek heeft geleid. Slot Hierboven heb ik een overzicht gegeven van de activiteiten die worden ontplooid om de technische implementatie vlot te laten verlopen. Het is een majeure operatie die hoe dan ook de nodige technische problemen zou kennen, bijvoorbeeld de omschakeling van een groot aantal frequenties en de ombouw van masten. Het spreekt voor zich dat een goede samenwerking tussen de beide zenderexploitanten van groot belang is. Daarbij is de verwachting gerechtvaardigd dat helderheid over het tijdstip van de verdeling de druk op betrokkenen zal verhogen hun verantwoordelijkheid te nemen om op korte termijn tot praktische oplossingen in de sfeer van de technische implementatie te komen. Ik vertrouw erop u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. In april kunt u de volgende voortgangsrapportage tegemoet zien. De Staatssecretaris van Economische Zaken, J. G. Wijn Tweede Kamer, vergaderjaar 2002 2003, 24 095, nr. 120 7