DRAAIBOEK. Brucellose



Vergelijkbare documenten
DRAAIBOEK Tuberculose

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route intake bloed, bewaking tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018)

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018)

Reglement Certificering IBR bij Runderen 1997 gewijzigd per 1 juli 2013

Rundertuberculose. (Boviene tuberculose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor dierhouders

BRUCELLOSE 2012 Stand van zaken

Symposium GKZ & Hygieia - Import, o.d.z. Better safe than sorry. Dierziektebestrijding bij het invoeren van (volgens de GWWD ) besmette dieren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

1 Onderwerp. 2 Wettelijke basis. 3 Begrippen. 4 Benodigdheden

INHOUDSOPGAVE. Draaiboek SVD, versie 1.0 oktober Module I. Algemeen. Hoofdstuk 1: Algemeen. Module II. Veterinair

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

Protocol statusbeheer BVD-vrij (route oorbiopten) Versie 1.1 (juli 2018)

Advies : Ontwerp koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucel

Protocol statusbeheer BVD-vrij (route tankmelk) Versie 1.1 (juli 2018)

STAND VAN ZAKEN BRUCELLOSE 2012

Droes-certificering werkwijze

Factsheet maatregelen Q-koorts 20 mei 2015 (update van versie d.d. 24 november 2011)

Protocol statusbeheer BVD-vrij (route jongvee antistoffen) Versie 1.2 (januari 2019)

Paratuberculose Programma Gewijzigd per augustus 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

AGRIBEX 2013 Conditions sanitaires Sanitaire voorwaarden Version/versie 25/09/2013

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR

1 Onderwerp. 2 Wettelijke basis

KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE VETERINAIRRECHTELIJKE VOORSCHRIFTEN VOOR DE INVOER EN HET VERKEER VAN SCHAPEN EN GEITEN (B.S

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

1 Onderwerp. 2 Wettelijke basis. Erkende quarantainevoorzieningen voor vogels afkomstig uit 3 e landen

Factsheet maatregelen Q-koorts (12 februari :00 uur)

SGIU-001 bijlage 9.1.8b Bijlage 5

Gevolgen UDD-regeling voor veehouder en dierenarts

Protocol statusbeheer BVD-vrij (route intake virus, bewaking jongvee antistoffen) Versie 1.1 (juli 2018)

Reglement Intensief Programma Paratuberculose bij Runderen 2005 gewijzigd per 10 augustus 2017

GD Programma BVD-vrij Certificering Gewijzigd per maart 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Titel: BIPVS_11 Doorgereden veterinaire partijen

Vertaling. Overwegende:

Sociaal- Economische Raad

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ;

LEIDRAAD CALAMITEITEN EN GEWELDSINCIDENTEN WMO

Het vaccinatieplan tegen NCD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, HANDELENDE IN OVEREENSTEMMING MET DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012

Inspectierapport Gastouderbureau Sisa Kinderopvang (GOB) Oedsmawei 24D 9001 ZJ GROU Registratienummer

KLACHTENREGELING VERSIE 2.2. Een goede afhandeling van klachten is een middel is om de tevredenheid van klanten te vergroten.

Onaangekondigde inspecties vinden uitsluitend plaats in opdracht van de gemeente.

Aflammeren in tijden van Q-koorts

Inzet van salmonellatesten in het plan van aanpak

GD Salmonella JongveeMonitor Gewijzigd per 15 november 2018

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Reglement Certificering Leptospira hardjo bij runderen 2002 Gewijzigd per mei 2016

code RNDA-003 versie 3 ingangsdatum pag. 1 van 7

BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Calamiteiten- en incidentenregeling

Instructie LRKP. Aanvraag gastouderbureau/kinderdagverblijf/ buitenschoolse opvang/peuterspeelzaal. Januari 2016 Versie

MKZ-crisis maart 2001: naar de toekomst. drs E.B. Visser

Voorschriften verzamelcentra algemeen

Bilaterale overeenkomst melk-/rundveehouder met de `geborgde rundveedierenarts bijlage 1 van het Reglement Geborgde Rundveedierenarts

Voorschriften verzamelcentra algemeen

Presenteren huidige stand onderzoek naar juistheid ruimingsbesluiten MKZ in 2001

Voorschriften module tweede verzamelslag en weideschapen

Inspectierapport Gastouderbureau Samenwijs (GOB) Schoolstraat VH Hilvarenbeek Registratienummer

1 Onderwerp. 2 Wettelijke basis

Op het diagram hieronder is schematisch weergegeven hoe de besmettingsroute van Neospora loopt. Bron: GD Diergezondheid

BVD aanpak in de praktijk. Pauline Athmer DAP Nijkerk-Wellensiek

oktober 2013 Veterinair certificaat voor de uitvoer van fokrunderen afkomstig uit België naar Marokko

Op dit document zijn de definities van de Algemene Voorwaarden IKB Rund van toepassing.

Wijziging Regeling vaccinatie Newcastle disease

GD Programma Salmonella Onverdacht voor melkveebedrijven Gewijzigd per januari 2015

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, Gelet op de artikelen 17 en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; BESLUIT:

01 Waarom moet ieder paard een paspoort hebben?

29 SEPTEMBER Ministerieel besluit betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer en het verkeer van schapen en geiten.

Papegaaienziekte. (Psittacose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor vogelhouders en -handelaren

1 Kent u het bericht Politiek: Euthanasie asieldieren voorkomen? 1)

PROTOCOL. Richtlijnen geneesmiddelenverstrekking en medische handelingen op de peuterspeelzalen

Situatie rundertuberculose

REGISTER VAN HET BESLAG

NIEUW TUBERCULOSE BEWAKINGSPROGRAMMA

Klachtenreglement. van. Stichting Interculturele Participatie en Integratie (SIPI) exameninstelling TE AMSTERDAM

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Memo. Werkinstructie Berichtenbox voor bedrijven en IMI

Toelichting voor de Staatscourant

Controleer of het Nederlandse verzamelcentrum een procedure heeft voor de beoordeling van kalveren op genoemde aandoeningen en ook toepast.

Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem. z

Klachtenprocedure NPEX B.V. Oktober 2017

Invulvoorbeeld Traces certificaat fokschapen met dubbel ARR genotype naar Denemarken, Finland, Oostenrijk, Slovenië of Zweden.

titel BPR 19 (VGC) Overeenstemmingscontrole van producten code BPR_19 versie 09 ingangsdatum pag. 1 van 8

Ziek, verzuim, reïntegratie

Leidraad melding calamiteiten Wmo 2015

Klachten regeling. Inhoud

Privacyreglement Bureau Streefkerk B.V.

Specifiek bedoeld voor: kinderboerderijen, zorgboerderijen, dierentuinen, en bedrijven met lammetjesaaidagen.

Inspectierapport Gastouderbureau De Vlinder (GOB) Hoogstraat EZ Oisterwijk Registratienummer

Rendement verbeteren door samen te werken aan optimalisatie van de technische kengetallen

OVEREENKOMST PLUIMVEEHOUDER EN GEBORGDE PLUIMVEEDIERENARTS,

Transcriptie:

DRAAIBOEK Brucellose Afdeling Dierziekten RVV september 2000 versie 1.0

1.1 INHOUDSOPGAVE I. Algemeen Hoofdstuk 1: Algemeen 1.1 Inhoudsopgave 1.2 Inleiding II. Veterinair Hoofdstuk 2: Brucellose 2.1 Juridisch kader 2.2 Symptomen en diagnostiek 2.3 Diagnose III. Veterinaire uitvoering Hoofdstuk 3: Protocollen 3.1 Inleiding 3.2 Algemene informatie 3.3 Taken Hoofdstuk 4: Traceren 4.1 Algemene informatie 4.2 Taken 4.3 Processchema s traceren 4.4 Bijlagen Hoofdstuk 5: Screenen 5.1 Inleiding 5.2 Algemene Informatie 5.3 Taken 5.4 Processchema Screening 5.5 Bijlagen Hoofdstuk 6: Markeren 6.1 Inleiding 6.2 Algemene informatie 6.3 Beschrijving taken afdeling Markeren 6.4 AO Afdeling Markeren 6.5 Processchema afdeling Markeren 6.6 Bijlagen Hoofdstuk 7: Taxeren 7.1 Inleiding 7.2 Algemene informatie 7.3 Beschrijving taken afdeling Taxeren 7.4 AO Afdeling Tracering 7.5 Processchema s en procesbeschrijving 7.6 Bijlagen Draaiboek: Brucellose 1 van 289 Versie: 1.0

Hoofdstuk 8: Ruimen 8.1 Algemene informatie 8.2 Taken 8.3 Afvoer overige producten 8.4 Hygiëne en ontsmetting 8.5 Administratieve afhandeling 8.6 Processchema s 8.7 Bijlagen Hoofdstuk 9: Herbevolken 9.1 Algemene informatie 9.2 Algemene principes 9.3 Taken 9.4 Bijlagen IV. Veterinaire uitvoering (extern) Hoofdstuk 10: ID-Lelystad 10.1 Uitvoering diagnostiek ID-Lelystad 10.2 Uitvoering serologisch en bacteriologisch onderzoek 10.3 Processchema 10.4 Bijlagen Hoofdstuk 11: Aanlevering gegevens door GD (a.o. GIS) Hoofdstuk 12: AID 12.1 Handhaven vervoersverbod AID en specifieke onderzoeken V. Non-veterinair Hoofdstuk 13: Crisisadministratie 13.1 Secretariaat 13.1.1 Inleiding 13.1.2 Beschrijving werkzaamheden 13.1.3 Invoergegevens 13.1.4 Interne controle 13.1.5 Processchema Secretariaat 13.1.6 Bijlagen 13.2 Algemene Administratie 13.2.1 Inleiding 13.2.2 Beschrijving werkzaamheden 13.2.3 Invoergegevens 13.2.4 Interne controle 13.2.5 Processchema s 13.2.6 Bijlagen 13.3 Financiële Administratie van de Crisisorganisatie 13.3.1 Inleiding 13.3.2 Algemene informatie 13.3.3 Beschrijving van de taken ten behoeve van de Financiële Administratie 13.3.4 AO Afdeling Financiële Administratie 13.3.5 Processchema s 13.3.6 Bijlagen Draaiboek: Brucellose 2 van 289 Versie: 1.0

Hoofdstuk 14: Ontheffingen 14.1 Algemene informatie 14.2 Taakomschrijvingen 14.3 Beoordeling ontheffingen 14.4 Ontheffing dieren 14.5 Ontheffing 14.6 Processchema s Ontheffingen 14.7 Bijlagen Hoofdstuk 15: Personeel 15.1 Organigram 15.2 Werving en inzet extern personeel 15.3 Tijdsverantwoording 15.4 Medewerkerslijst: handtekeningen & parafen 15.5 Dierenartsen en Taxateurs 15.6 Inrichting Crisiscentrum 15.7 Benoemen functies in Crisisorganisatie 15.8 Ter beschikking stellen materialen Crisiscentrum 15.9 Bijlagen Hoofdstuk 16: Management Rapportage (MIS) 16.1 Voortgangsrapportage 16.2 Voorlichting en communicatie 16.3 Eisen te stellen aan de informatie 16.4 De communicatie met de Tweede Kamer 16.5 De communicatie met de Europese Commissie 16.6 De communicatie met de sector en met individuele bedrijfshouders 16.7 Afbouwfase 16.8 Afronden evaluatie bestrijding 16.9 Bijlagen Draaiboek: Brucellose 3 van 289 Versie: 1.0

1.2 Inleiding De ziekte brucellose bij het rund wordt veroorzaakt door de bacterie Brucella abortus. Brucellose is een zoönose, het geen betekent dat deze ziekte ook voor de mens besmettelijk is. Brucellose wordt ook wel besmettelijk verwerpen of abortus Bang genoemd. Voor het rund is Brucella abortus de meest ziekteverwekkende soort uit de Brucella familie. Brucellose is een ziekte die wereldwijd voorkomt. De meest kenmerkende verschijnselen zijn abortus, aan de nageboorte blijven staan en ontstekingen van de geslachtsorganen. De meest waarschijnlijke besmettingsroute bij het rund is via de mond. De mens kan zich via meerdere wegen met deze ziekte besmetten, de voornaamste wegen zijn percutaan, conjunctivaal, via slijmvliezen en oraal. De belangrijkste infectiebron voor een koppel runderen is een aborterend rund. Dit dier scheidt grote hoeveelheden bacteriën uit met de vrucht, het vruchtwater, de vruchtvliezen en de uitvloeiing tijdens abortus of geboorte. Verspreiding van bacteriën via de melk is ook mogelijk. Indien een rund verworpen heeft, is de veehouder verplicht een bloedmonster van dit rund te laten nemen. Met het insturen van het bloedmonster van het verwerpende rund, vervalt de aangifteplicht van zowel de veehouder als van de practicus van het verwerpende rund. Deze aangifteplicht geldt alsnog indien de uitslag van het bloedonderzoek daar aanleiding toegeeft. Het laten onderzoeken van de verworpen vrucht kan door de veehouder op vrijwillige basis geschieden. Draaiboek: Brucellose 4 van 289 Versie: 1.0

2. Brucellose 2.1 Juridisch kader Europees recht: Richtlijn 64/432/EEG: (gewijzigd door RL 97/12/EG en RL 98/46/EG) bijlage A II: officieel brucellose vrij bepalingen bijlage C: brucellose laboratoriumbepalingen Richtlijn 88/407/EEG bijlage B, Hoofdstuk II, punt 1: jaarlijkse controle spermawincentra Richtlijn B 1999/466/EG officieel brucellose vrij erkenning, Nederland is hier in opgenomen Nederlands Nederlands recht: GWWD: Art. 19, lid 1 Indien een dier verschijnselen van een besmettelijke dierziekte vertoont, geeft de houder hiervan terstond kennis aan de burgemeester van de gemeente waar het dier zich bevindt. Art. 19, lid 2 De burgemeester stelt een door Onze Minister aangewezen ambtenaar alsmede, voorzover de dierziekte is aangewezen in overeenstemming met Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, een door Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur aangewezen ambtenaar, onmiddellijk op de hoogte indien zich in zijn gemeente een geval voordoet, als bedoelt in het eerste lid. Art. 100 De dierenartsen zijn verplicht van alle door hen opgemerkte gevallen van dierziekten waarop afdeling 3 van Hoofdstuk II van toepassing, is, alsmede van gevallen van andere door Onze Minister aangewezen dierziekten onverwijld kennis te geven aan een door Onze Minister aangewezen ambtenaar en aan de burgemeester van de gemeente waar het dier zich bevindt. Regeling aanw. besm. dierz. art. 2, onderdeel n. Regeling aanw. besm. dierz. art. 10, onderdeel b:kennisgeving van abortus Besluit verdachte dieren art. 3, onderdeel f. Besl. besch. tegen bep. zoönosen en bestr. besm. dierz. art. 8a.: percentages tot verlaging van de tegemoetkoming in de schade. Keuringsregulatief 1994 artikel 9, lid 2: van de runderen die positief of onduidelijk hebben gereageerd op een brucellosetest wordt de uier, het genitaalapparaat, de bijbehorende lymfknopen en het bloed ongeschikt verklaard voor menselijke en dierlijke consumptie. Keuringsregulatief 1994 artikel 9, lid 1: bij acute brucellose dan wordt ook het vlees van de runderen ongeschikt verklaard voor menselijke en dierlijke consumptie. Draaiboek: Brucellose 5 van 289 Versie: 1.0

2.2 Symptomen en diagnostiek Causaal agens De ziekte brucellose bij het rund wordt veroorzaakt door de bacterie Brucella abortus. Brucellose wordt ook wel besmettelijk verwerpen of abortus Bang genoemd. Voor het rund is Brucella abortus de meest ziekteverwekkende soort uit de Brucella familie. Brucellose is besmettelijk voor de mens (mogelijke infectiewegen: percutaan, conjunctivaal, via slijmvliezen en oraal). Pathogenese Brucellose is een wereldwijd voorkomende ziekte, die in het algemeen wordt gekenmerkt door abortus, aan de nageboorte blijven staan en ontstekingen aan de geslachtsorganen. Bij stieren uit zich dit vooral in een orchitis. De belangrijkste infectiebron voor een koppel is een aborterend rund. Dit dier scheidt grote hoeveelheden bacteriën uit met de vrucht, het vruchtwater, de vruchtvliezen en de uitvloeiing tijdens abortus of geboorte. Verspreiding van bacteriën via de melk is ook mogelijk. De bacterie Brucella abortus kan de gastheer op verschillende manieren infecteren. De besmetting via de bek wordt bij het rund als meest aannemelijke weg beschouwd. Via het mondslijmvlies komen de kiemen in verschillende regionale lymfklieren terecht. Bij het ontstaan van een plaatselijke lymfadenitis worden veel bacteriën gevormd, die zich via het bloed door het lichaam verplaatsen. Brucella abortus geeft de voorkeur aan plaatsen als baarmoeder en uier. Verondersteld wordt dat bij jongere dieren de bacteriën zich niet door het lichaam verplaatsen, maar latent in de lymfklier kunnen blijven. Uit infectieproeven is inmiddels bekend dat bij een drachtig rund de kiemen vanaf vier weken na infectie kunnen worden geïsoleerd uit de baarmoeder. De via het bloed aangevoerde bacteriën dringen de vruchtvliezen binnen, waardoor een (necrotiserende) placentitis ontstaat. Hierdoor kan sterfte van de vrucht optreden. De uiteindelijke abortus is het resultaat van een verstoring van de werking van de placenta. Latente infectie Indien geen abortus maar een normale geboorte optreedt, wordt de overdracht van Brucella abortus van moeder op kalf belangrijk geacht in verband met het ontwikkelen van dragerschap c.q. latente infecties. Deze dieren kunnen een groot probleem vormen bij de bestrijding van Brucella abortus. Dit omdat zij tot aan de tweede helft van de eerste dracht of zelfs tot de abortus serologisch negatief kunnen blijven met de gangbare diagnostische testen. Deze op jonge leeftijd geïnfecteerde dieren zouden verantwoordelijk kunnen zijn voor onverwachte uitbraken zonder recente contacten met geïnfecteerde koppels of aankopen. 2.3 Diagnose Testmethodieken Erkende nationale veterinaire laboratoria voor onderzoek op Brucella abortus zijn de laboratoria van de Gezondheidsdienst en het ID-Lelystad. Serologisch of bacteriologisch positieve monsters ten aanzien van Brucella abortus worden ter bevestiging van de diagnose naar het ID-Lelystad verzonden (het ID-Lelystad is referentielaboratorium). Voor het onderzoek op Brucella abortus worden de volgende testen gebruikt: Abortus Bang Ringreactie (ABR); de ELISA methode; Serum Agglutinatie Reacties; Complement Bindings Reactie CBR); Bacteriologisch onderzoek. Er zal worden ingegaan op de belangrijkste eigenschappen van deze testen. Draaiboek: Brucellose 6 van 289 Versie: 1.0

Abortus Bang Ringreactie (ABR) De ABR is een snelle en goedkope test. Doordat sterke verdunning antilichamen in de tankmelk optreedt, is de test op tankmelk niet erg gevoelig. Hierdoor kunnen infecties laat worden onderkend. Vals-positieve reacties kunnen optreden door een veranderde aard van het melkvet of een veranderde melkeiwit-samenstelling als gevolg van mastitis. ELISA Deze test kan worden uitgevoerd met serum en (tank)melk. Met ELISA kan zowel een recente infectie als een langer bestaande infectie worden aangetoond. Zeven tot veertien dagen na infectie is de ELISA positief. Serum Agglutinatie Reacties De microtiter-agglutinatie-test (MAT) wordt momenteel gebruikt voor het serologisch onderzoek van niet-melkleverende bedrijven. De genoemde eenheden zijn het aantal malen verdunning. Een uitslag < 20 is negatief. Bij een niet-negatieve uitslag worden ter confirmatie de ELISA of de CBR uitgevoerd. Ook bij alle agglutinatie-testen kunnen zich vals-positieve reacties voordoen door kruisreacties met andere bacteriën (bijvoorbeeld Yersinia enterocoloticea of bepaalde typen E. Coli). Complement Bindings Reactie (CBR) Een CBR < 20 is negatief. Voor export is een BUA van 30 niet toegestaan. De BUA moet 15 zijn; de CBR moet 20 zijn. Bacteriologisch onderzoek Het bacteriologisch onderzoek wordt in Nederland routinematig ingezet van de lebmaaginhoud van de verworpen vrucht, de vruchtvliezen (cotyledonen), vaginaal uitvloeiing, de melk van serologisch positieve dieren en de uier, de uterus (ook caruncels) en lymfklieren van verdachte geslachte dieren. Bij geslachte verdachte mannelijke dieren moeten voornamelijk de testikels, de prostaat, de bijballen en de zaadblazen met de bijbehorende lymfklieren onderzocht worden. Bij volwassen koeien zou door routinematig kweken van de uier- en inwendige darmbeenslymfknopen tot honderd procent van de geïnfecteerde dieren kunnen worden opgespoord. Ook bacteriologisch onderzoek van melk van alle kwartieren levert bij verwerpers veelal een positieve uitslag op. Omdat bij jonge dieren de koplymfklieren het meest frequent geïnfecteerd zijn, kan een kweek van deze lymfklieren worden ingezet. Draaiboek: Brucellose 7 van 289 Versie: 1.0

3. Module Protocollen 3.1. Inleiding In dit draaiboek zijn voor iedere afdeling binnen het RCC de werkinstructies beschreven. Deze werkinstructies geven aan wie wat op welk moment moet doen. Het is van groot belang dat tijdens een uitbraak van een besmettelijke dierziekte strikt volgens op dat moment, door de coördinerend regiodirecteur LNV, vastgestelde protocollen gewerkt wordt. Dit betekent dat op het moment van een uitbraak de dan coördinerend regiodirecteur LNV de reeds beschreven werkinstructies als uitvoeringsprotocol vaststelt. Draaiboek: Brucellose 8 van 289 Versie: 1.0

3.2 Algemene informatie Alle werkzaamheden van de crisisorganisatie moeten uniform en conform de voorschriften en de algemene hygiëne principes worden uitgevoerd. De voorschriften en de hygiëne principes zijn verwoord in de protocollen. Bij het opstellen van de protocollen moet er rekening gehouden worden met de wensen van de uitvoerders en het beleid. Protocollen moeten formeel vastgesteld worden en zijn daarna pas van kracht. Protocollen zijn openbaar. Bij veranderingen in de organisatie of in de wijze van uitvoering van de bestrijding wordt de beschrijving van de administratieve organisatie aangepast of er wordt voor nieuwe werkzaamheden zo n beschrijving gemaakt. De chef de bureau neemt hiertoe het initiatief. 3.3 Taken Het Bureau Protocollen: Maakt in opdracht van de coördinerend regio directeur LNV protocollen voor werkzaamheden aan de hand van de in dit draaiboek beschreven instructies en de besluiten van het crisisteam. Stemt de inhoud van een aangepast of nieuw protocol af met de hoofden van de betrokken afdelingen van het RCC, met de coördinatoren van betrokken organisaties, met de LNV directies RVV, VVM en JZ en met de crisismanager. Laat het aangepast of nieuwe protocol vaststellen door de coördinerend regiodirecteur LNV. Zorgt voor de registratie en de verspreiding van de protocollen aan alle bij de uitvoering en de bestrijding betrokken diensten, organisaties en afdelingen. Zorgt voor doorgeleiding van de vastgestelde protocollen naar de directie voorlichting voor externe verspreiding o.a. via het internet. Past daar waar nodig de in dit draaiboek opgenomen beschrijvingen van onderdelen van de administratieve organisatie aan. Maakt een beschrijving van de administratieve organisatie van nieuwe processen. Stemt de inhoud van deze beschrijvingen af met alle direct betrokken afdelingen van het RCC, in het bijzonder met de chef de bureau. Legt de wijziging of de nieuwe beschrijving ter goedkeuring en vaststelling voor aan het hoofd van de afdeling FZ en DZ van RVV Centraal. Zorgt voor de registratie en de verspreiding hiervan aan alle betrokken afdelingen van het RCC en van RVV Centraal. Past de in dit draaiboek opgenomen werkinstructies aan met actuele regionale gegeven die van belang zijn bij de taakuitvoering, Pas wanneer een uitbraak daar is, worden de vastgestelde protocollen aan dit hoofdstuk toegevoegd. Draaiboek: Brucellose 9 van 289 Versie: 1.0

4. Traceren 4.1 Algemene informatie Doel Tracering en het onder officieel toezicht stellen van verdachte bedrijven en het daaraan verbonden epizoötiologisch onderzoek heeft ten doel: Het opsporen van alle mogelijke contactbedrijven van een besmet bedrijf, zowel waar de besmetting kan zijn gebracht (neerwaarts) als waar de besmetting vandaan gekomen kan zijn (opwaarts). Bezoeken, onder toezicht houden en middels bloedonderzoek van contactbedrijven en alle andere verdachte bedrijven tot het vermoeden van een aangifteplichtige dierziekte weerlegd is; Door middel van testen (bloedonderzoek) op verdachte en besmette bedrijven een beter inzicht krijgen van de oorsprong van de uitbraak van de ziekte en vaststellen van de duur van de periode waarin de ziekte aanwezig kan zijn geweest op het besmette bedrijf. Prioritering diercontact-bedrijven De diercontact-bedrijven die onderworpen worden aan bloedonderzoeken zijn: Zelfzuivelaars (Humaan - zoönose risico) Melkveebedrijven (Humaan zoönose risico en kans op verspreiding) Vleesveebedrijven waar het contactdier nog aanwezig is (verspreidingsrisico) Vleesveebedrijven waar het contactdier niet meer aanwezig is (verspreidingsrisico) Juridisch kader Richtlijn 64/432/EEG Het uitvoeren van een epidemiologisch onderzoek en het onder officieel toezicht stellen (verdacht verklaren) van bedrijven. GWWD Art. 15, lid 4 Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wanneer dieren als verdachte dieren moeten worden aangemerkt. Art. 24 Een door Onze Minister aangewezen ambtenaar stelt het tijdstip vast waarop de verdenking is ontstaan dat een dier lijdt aan een besmettelijke dierziekte alsmede het tijdstip waarop deze verdenking eindigt en stelt daarbij tevens vast welke op het bedrijf aanwezige dieren op het tijdstip waarop de verdenking is ontstaan reeds ziek waren en welke dieren op dat tijdstip van de ziekte verdacht waren. Algemene principes van Tracering Alle runderen die in de afgelopen twee jaar (besluit verdachte dieren, artikel 3, lid f) contact hebben gehad met het besmette rund (runderen) worden opgespoord. Afhankelijk van de resultaten van het epidemiologisch onderzoek kan deze periode verlengd dan wel verkort worden. Alle runderen die in de hierboven beschreven periode zijn aan- of afgevoerd, moeten worden geïdentificeerd. Het hele beslag waar deze runderen zich in bevinden en/of bevonden moet worden onderzocht. De buitenlandse veterinaire diensten van de landen waaruit im- en exportcontacten zijn geconstateerd, worden via de afdeling dierziekten van RVV Centraal benaderd en geïnformeerd. Er wordt geïnformeerd naar veecontacten al dan niet overeenkomend met I&R, bedrijfslocaties en weilanden, persoonscontacten, materiaal/mest uitwisseling, belendende bedrijven en weilanden, geografische ligging, aan- en afvoer, dierenarts en de uitwisseling van (injectie-) materialen en machines. Indien gewenst wordt een beroep gedaan op het GIS. Draaiboek: Brucellose 10 van 289 Versie: 1.0

Er wordt geïnformeerd naar het aantal verwerpers in het laatste kwartaal/jaar, KI-contacten, de aanwezigheid van een eigen stier, het drinken van rauwe melk, de aanwezigheid van schapen, geiten, paarden, varkens, honden, katten en andere herkauwers. De veehouder en zijn gezin en mogelijk andere contactpersonen worden, eventueel via de huisarts, doorverwezen naar de GGD voor een gericht brucellose-onderzoek Indien nodig wordt, na overleg met de afdeling dierziekte van RVV Centraal, externe deskundige hulp ingeroepen (bijvoorbeeld de epidemiologen van de GD of het ID-Lelystad). Tijdens een tweede bezoek worden de resultaten van het eerste bezoek besproken en waar nodig aangevuld. Vrijgeven besmette bedrijf Het besmette bedrijf kan de brucellose vrij status pas weer terug krijgen nadat: Alle runderen die op het moment van de uitbraak deel uit maakten van het beslag zijn geslacht en de lokalen en gereedschappen zijn worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig de voorgeschreven procedure. Een goed werkend desïnfectans is P3 incidin 07. Of Alle runderen van 12 maanden en ouder negatief hebben gereageerd op twee opeenvolgende tests met een tussenpoos van 60 dagen waarbij de eerste test moet worden verricht tenminste 30 dagen na de verwijdering van de positieve dieren. Runderen die drachtig waren op het moment van de uitbraak, moet de laatste test worden verricht tenminste 21 dagen nadat het laatste dier dat op het moment van de uitbraak drachtig was, heeft gekalfd. Contact bedrijven Alle runderen van 12 maanden en ouder moeten negatief hebben gereageerd op twee opeenvolgende tests met een tussenpoos van 60 dagen. Niet te onderzoeken stieren Alle stieren die het toelaten moeten onderzocht worden. Dit is ter beoordeling aan de RVV-dierziektedeskundige en de practicus Stieren afkomstig van een besmet bedrijf worden ten alle tijden onderzocht, desnoods m.b.v. sedatie. Afvoer naar het slachthuis kan pas plaatsvinden met toestemming van de Crisismanager via een ontheffing. Op het slachthuis vindt alsnog een bloedmonstername plaats. Traceren contactbedrijven van besmet bedrijf Bij de bedrijfsbezoeken wordt de instructie bedrijfsbezoeken in acht genomen. Brucellose is een zoönose, extra zorgvuldigheid is derhalve noodzakelijk. Een mogelijke besmetting van de uitvoerenden moet worden voorkomen. Extra maatregelen kunnen bestaan uit: het dragen van waterdichte stevige handschoenen, mond- en neusbescherming en eventueel een veiligheidsbril. Alle contacten van het besmette bedrijf worden afhankelijk van de epidemiologische bevinden zowel opwaarts als neerwaarts getraceerd. Contacten worden alleen dan getraceerd wanneer de uitslagen van het ID-Lelystad aanleiding geven om het bedrijf besmet te verklaren. De unit Tracering werkt meteen de verkregen informatie uit en maakt een traceringverslag waarin alle contacten van het besmette bedrijf vermeld staan en stuurt dit verslag op aan het hoofd Tracering. De AID maakt een rapport over naleving I&R-regeling van het besmette bedrijf en bespreekt de eindrapportage met de unit Tracering. De contactbedrijven worden door medewerkers (RVV-dierenarts) van de afdeling Tracering, unit bedrijfsbezoeken, zo spoedig mogelijk bezocht. Bedrijven worden verdacht verklaard door middel van een standaardbrief ondertekend door de Crisismanager. Meldingen van verdenking en bedrijven met positieve bloeduitslagen worden ook bezocht door de unit Bedrijfsbezoeken van de afdeling Tracering. Draaiboek: Brucellose 11 van 289 Versie: 1.0

Van ieder besmet bedrijf wordt een standaard bedrijfsmap op UBN bijgehouden door de Unit Tracering. Hierin wordt alle verkregen informatie met betrekking tot het besmette en verdachte bedrijf opgenomen. De afdeling onderhoudt een kopie dossier op UBN-niveau en stuurt alle originelen naar de afdeling Algemene Administratie van het Crisiscentrum alwaar het per UBN-dossier wordt gearchiveerd en gecontroleerd op volledigheid en juistheid. Het verdacht verklaren van bedrijven van brucellose Een bedrijf wordt verdacht verklaard, indien: - een positieve uitslag van een hertest van hetzelfde monster van het tankmelkonderzoek; - een positieve uitslag van een hertest van hetzelfde monster van het monitoringsbloedonderzoek - een positieve uitslag van de MIA, van een bloedmonster genomen van een verwerpend rund - door de unit Tracering is geconstateerd dat er sprake is van intensieve contacten met een besmet bedrijf en er gerede kans bestaat dat de infectie is overgedragen (bijv. diercontacten); Alleen een RVV-dierenarts (GWWD: officiële dierenarts) kan een bedrijf mondeling verdacht verklaren. Bij mondeling verdacht verklaring, meldt hij dit aan de unit Traceren van de afdeling Tracering. Op het betreffende inspectierapport dient vermeld te worden verdacht verklaren en een datum voor hercontrole. Daarna dient het rapport gedateerd en geparafeerd te worden door de RVV dierenarts. Het secretariaat stuurt een standaard brief verdacht verklaring aan het bedrijf. Op basis van de uitslag van de positieve bloeduitslag/melkmonster worden de verdachte runderen onderworpen aan een nader bloedonderzoek. Zodra het hoofd Tracering de uitslag van dit onderzoek heeft ontvangen, beoordeelt hij de resultaten. Indien de uitslag positief is, informeert het hoofd Tracering de Crisismanager, waarna nogmaals bloedonderzoek plaatsvindt. Indien de uitslag positief is treedt de procedure overname ter doding voor onderzoek bij ID- Lelystad in werking. Bij bloedonderzoek van een verwerpend rund wordt dit extra bloedonderzoek niet uitgevoerd maar wordt direct overgegaan tot overname. Per dag wordt aan de hand van de doorgevoerde mutaties een formulier Mutaties afdeling tracering uitgedraaid en geparafeerd door de unit Tracering. Het originele formulier en het inventarisatieformulier worden voor controle en dossiervorming verstuurd naar de Algemene Administratie van het Crisiscentrum. Een kopie wordt bewaard in een map Mutaties van de afdeling Tracering. De gegevens van het te onderzoeken bedrijf worden verwerkt in de DBase op UBN-niveau. Het databestand van de afdeling Tracering is gekoppeld aan de centrale DBase van de Crisisorganisatie. Tevens zijn de gegevens van de DBase van de afdeling Tracering gekoppeld aan de DBase van de afdeling Screening, opdat dubbeling van gegevensverwerking wordt tegengegaan. Het bedrijf krijgt de status verdacht in het databestand. De afdeling Tracering controleert of mutaties integraal correct zijn verwerkt. De definitieve controle van alle formulieren en invoer van gegevens in de DBase wordt gedaan door de afdeling Algemene Administratie. Onvolledige documenten en/of ontbrekende gegevens worden teruggekoppeld aan de unit Tracering opdat deze door de afdeling Tracering hersteld kunnen worden. Maatregelen besmet bedrijf Een bedrijf wordt besmet verklaard zodra ID-Lelystad door middel van bacteriologisch onderzoek de besmetting heeft aangetoond. Volledig ruimen In het geval van evolutieve brucellose, dit betekent een abortus t.g.v. een brucellose-infectie, wordt het gehele bedrijf geruimd. Alle runderen worden gedood en gedestrueerd. Alle goederen die niet te ontsmetten zijn moeten, na taxatie, worden overgenomen. De lokalen en gereedschappen worden gereinigd en ontsmet. Een goed werkend desïnfectans is P3 incidin 07. Draaiboek: Brucellose 12 van 289 Versie: 1.0

Melk De melk van besmette bedrijven moet gekanaliseerd afgevoerd worden naar de destructor. Zodra een nader onderzoek heeft aangetoond dat er geen besmette runderen meer op een bedrijf aanwezig zijn, kan dit bedrijf weer melk afleveren. Uiteraard dient deze melk wel gepasteuriseerd te worden. Op zelfkazende bedrijven waar geen pasteurisatie plaats vindt, moeten alle melkproducten die op het bedrijf zelf gemaakt zijn, na taxatie, vernietigd worden. De producten die verkocht zijn of worden dienen opgespoord te worden door de AID bij tussenhandel en/of particulieren. Mest De mest van bedrijven met mogelijk brucellose moet op akkerland gebracht worden. Dit geldt ook voor de mest die uit de putten gepompt wordt. Is onderploegen niet mogelijk, dan zal de mest gedurende die tijd tijdelijk opgeslagen moeten worden. Dit is afhankelijk van de situatie en moet op dat moment ter plekke bekeken worden. Voor de mest op verdachte bedrijven en bedrijven met een zeer waarschijnlijk gesloten vorm van tuberculose gelden geen beperkende maatregelen. Overige diersoorten Alle gevoelige diersoorten, overige herkauwers, paarden, varkens, honden en mogelijk katten, moeten tweemaal met een tussentijd van 60 dagen onderzocht worden. Graskuil Indien er sprake is van brucellose en dat deze besmette runderen geweid zijn, moet over de eventuele graskuil die van dit weiland afkomstig is een beslissing genomen worden. Deze beslissing wordt genomen door de crisismanager na overleg met deskundigen van het ID-Lelystad. Indien er besloten wordt tot overname ter vernietiging, dan wordt deze graskuil allereerst getaxeerd. Voor de maiskuil geldt dit uiteraard niet, daar hier geen mogelijkheid voor een directe besmetting aanwezig is. Goederen/ voorwerpen Alle goederen / voorwerpen die niet te ontsmetten zijn moeten, na taxatie, worden overgenomen. In de praktijk zal dit niet veel zijn (het merendeel is te ontsmetten). De ontsmetting gebeurt overeenkomstig de instructie reinigen en ontsmetten. Een goed werkend desinfectans is P3 indicin 07. Alvorens daadwerkelijk tot het overnemen van de runderen en de goederen wordt overgegaan, moet eerst de AID het bedrijf bezocht hebben. Zij moeten controleren of de relevante regelgeving is nageleefd (Besluit bescherming tegen bepaalde zoönosen en bestrijding besmettelijke dierziekten art 8a). Vrijgeven besmette bedrijf Het besmette beslag kan de brucellosevrij status pas weer terug krijgen nadat: de lokalen en het gereedschap gereinigd en ontsmet zijn Middelen Identificatie- en Registratiesysteem voor Dieren (I&R) Een up-to-date database gestuurd identificatie- en registratiesysteem voor dieren is van essentieel belang bij de tracering. De I&R database levert bij elke nieuwe uitbraak informatie waarmee een beeld gevormd kan worden over de verplaatsing van dieren vanuit het besmette bedrijf. Hiermee worden de contactbedrijven in kaart gebracht. Het I&R systeem wordt bijgehouden door de Gezondheidsdienst (GD). Eventuele gebreken in het I&R-systeem worden gesignaleerd door het Hoofd Tracering en aan de Crisismanager gemeld. De Crisismanager draagt zorg dat de gebreken gemeld worden bij de GD en AID. De administratie van de veehouder dient overeen te stemmen met de gegevens van de GD opgeslagen uit het I&R-systeem. Het middelenbeheersysteem is in voorbereiding bij de afdeling Dierziekten RVV, wat op basis van (Raam)contracten wordt afgeroepen bij het uitbreken van een crisis. Draaiboek: Brucellose 13 van 289 Versie: 1.0

4.2 Taken Schematisch overzicht Unit Tracering Besmet bedrijf Opdrachtverstrekkin g Opwaarts traceren Neerwaarts traceren 2 RVVdierenartsen Contactbedrijven Unit Bedrijfsbezoeken Vervolgonderzoek Verdacht Besmet Veldmedewerkers Draaiboek: Brucellose 14 van 289 Versie: 1.0

Taken Crisismanager Tekent alle uitgaande correspondentie in het kader van verdachte en besmette bedrijven. Meldt de AID en de KvW dat alle bestrijdingsmaatregelen genomen zijn en dat de betreffende rundveebedrijven wederom brucellosevrij zijn. Stuurt aan het eind van de bestrijding een verslag van de uitgevoerde bestrijding naar de directeur RVV, waarin aangegeven wordt op welke punten een evaluatie noodzakelijk is. Stuurt een kopie van het verslag aan het hoofd Dierziekten en de productgroepmanager van de GD. Hoofd Tracering Maakt deel uit van het Crisisteam; Geeft, na ontvangst van een melding van brucellose, opdracht tot het bezoeken van een verdacht bedrijf; Zorgt voor berichtgeving aan verdachte / besmette bedrijven via het Secretariaat; Heft, middels een standaardbrief, de besmet- en verdachtverklaringen op. De betreffende beslagen hebben hierdoor weer de brucellosevrij status verworven. Informeert schriftelijk de burgemeester van de betreffende gemeente. Zorgt voor communicatie met Crisismanager, RVV Centraal, ID-Lelystad, GD en AID; Rapporteert aan Crisismanager. Zorgt voor tracering van verdachte en besmette bedrijven en opheffen verdacht- en besmetstatus. Geeft op basis van traceringsverslagen opdrachten aan de Unit Bedrijfsbezoeken; Geeft opdracht tot het bezoeken van contactbedrijven. Verzoekt de GD per fax de blokkade van het betreffende bedrijf in het I&R-systeem op te heffen. Hierbij wordt de statusverandering t.a.v. brucellose aangegeven (van besmet of verdacht naar vrij). Draagt zorg voor een volledig veterinair dossier. Zorgt voor algehele coördinatie van de Afdeling Tracering. Verdeelt taken en bevoegdheden van de medewerkers. In de bevoegdhedenmatrix worden van alle medewerkers van de afdeling de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd. Mutaties worden zonodig dagelijks bijgewerkt en doorgegeven aan de Chef de Bureau van het Crisiscentrum; Volgt de controleprocedures voor de invoer van data, waardoor een goede datainvoer van gegevens gewaarborgd en bewaakt wordt (kwaliteitsbewaking). Zorgt, in overleg met de afdeling Personeel & Organisatie, voor personele bezetting; Zorgt voor communicatie met de Centrale Crisisadministratie en de Afdeling Automatisering. Unit Tracering verdachte / besmette bedrijven Zorgt voor planning en uitvoering van bedrijfsbezoeken van besmette bedrijven voor traceringsonderzoek. Bezoekt in opdracht van hoofd Tracering ieder besmet bedrijf om alle contacten van dit bedrijf boven water te krijgen. Traceert opwaartse en neerwaartse contacten. Spoort alle runderen op die in de afgelopen twee jaar (besluit verdachte dieren, artikel 3, lid f) contact hebben gehad met het besmette rund(eren). Afhankelijk van het onderzoek op het besmette bedrijf kan worden overgegaan tot een tracering die korter of langer teruggaat dan anderhalf jaar. Roept, indien nodig en na overleg met de afdeling Dierziekten van RVV Centraal, externe deskundige hulp in (bijvoorbeeld de epidemiologen van de GD of ID-Lelystad). Vraagt bij de GD routes van contacten op uit het I&R-systeem. Communiceert met de AID over routes. Geeft aan de Crisismanager aan welke bedrijven verdacht verklaard moeten worden. Maakt een prioriteitstelling voor bezoeken van contactbedrijven. Verklaart contactbedrijven verdacht/heft verdachtstatus op. Verwerkt statusveranderingen van bedrijven en geeft deze door aan de afdeling Screening. Draaiboek: Brucellose 15 van 289 Versie: 1.0

Maakt een traceringverslag van ieder besmet bedrijf en zorgt voor de verspreiding hiervan. Eén exemplaar wordt in het bedrijfsdossier op UBN-niveau gearchiveerd. Informeert naar veecontacten al dan niet overeenkomend met I&R, bedrijfslocaties en weilanden, persoonscontacten, materiaal/mest uitwisseling, belendende bedrijven en weilanden, geografische ligging, aan- en afvoer, dierenarts en de uitwisseling van (injectie-) materialen en machines. Informeert naar het aantal verwerpers in het laatste kwartaal/jaar, KI-contacten, de aanwezigheid van een eigen stier, het drinken van rauwe melk en de aanwezigheid van schapen, geiten, paarden, varkens, honden, katten en overige herkauwers. Verwijst de veehouder en zijn gezin en mogelijk andere persoonscontacten, eventueel via de huisarts, door naar de GGD voor een gericht brucelloseonderzoek Zorgt voor update UBN-dossiers in samenwerking met de Algemene Administratie en het Secretariaat. Bewaakt de termijnen van de bloedmonstername en zorgt ervoor dat deze worden uitgevoerd. Bewaakt de volledigheid van het onderzoek aan de hand van een nieuwe I&R-lijst en verzorgt de administratie. Verwerkt formulieren tracering en geeft opdracht tot het verwerken in database door de afdeling administratie Tracering. Verwerkt bloeduitslagen van besmette en verdachte bedrijven. Verzamelt gegevens ten behoeve van epidemiologie. Adviseert de afdeling Dierziekten omtrent het uit te voeren beleid. Stuurt de RVV-dierenartsen op pad (briefen) en ontvangt ze terug (debriefen). Unit Bedrijfsbezoeken: Zorgt voor planning en uitvoering van bedrijfsbezoeken aan besmette en verdachte bedrijven voor vervolgonderzoeken. Bezoekt alle contactbedrijven en telt en rubriceert de aanwezige dieren. Zorgt voor de uitvoering van het bloedtappen door practici op verdachte/besmette bedrijven. De practicus neemt de bloedmonsters op basis van de tellingen en rubricering alle op het contactbedrijf aanwezige runderen van 1 jaar en ouder. Deze monsters worden voor onderzoek naar ID-Lelystad gestuurd. Verstrekt, om verdere besmetting tegen te gaan, speciale werkkleding aan de dierenartsen voor het afnemen van bloedmonsters. Zorgt voor invoeren van gegevens in database en eigen archief en beheert deze. Onderhoudt, met betrekking tot het bloedtappen/ uitslagen, contact met ID-Lelystad, Bureau Monstername en de Afdeling Ruiming en Taxatie. Houdt een register bij voor alle dierenartsen die voor tracering werkzaamheden verrichten, met identificatie (naam, adres, woonplaats), handtekening en paraaf. Zorgt voor de briefing van de veldmedewerkers: 1. Een inschrijf- en uitschrijfregister dient te worden bijgehouden door de unit Bedrijfsbezoeken, om de aanwezigheid van veldwerkers tijdens de briefing en debriefing te kunnen controleren. Dit wordt vastgelegd in een geautomatiseerd systeem gekoppeld op UBN-niveau en geautomatiseerde planning inzet personeel. 2. Veldwerkers worden gebrieft over de laatste stand van zaken m.b.t. de uitbraak; een informatiefolder van het voorlichtingscentrum van het crisiscentrum dient (periodiek) te worden uitgedeeld ook ter informatie van de boeren. 3. Veel voorkomende fouten met betrekking tot de werkwijze tijdens de bedrijfsbezoeken alsmede eventuele aanpassingen van de regels worden in detail en genoteerd in een logboek. Tevens dienen de relevante opmerkingen opgenomen te worden in het verslag. 4. De teams moeten geattendeerd worden op de functie die ze kunnen vervullen bij het alert maken van de boeren ten aanzien van hun eigen bedrijfshygiëne regime. 5. De onderlinge informatie-uitwisseling tussen de veldwerkteams en de afdeling dient gestimuleerd te worden. 6. Voor nieuwe veldwerkteams is er een uitgebreide instructie waarin de regels m.b.t. de bedrijfsbezoeken (protocollen) en algemene (huis)regels aan de orde komen; een en ander in overleg met het hoofd Tracering. Draaiboek: Brucellose 16 van 289 Versie: 1.0

7. Van alle dierenartsen, die traceringwerkzaamheden verrichten, dient centraal een register te worden bijgehouden met identificatie, handtekening en paraaf door de Algemene Administratie van het Crisiscentrum. Dit register wordt tevens gebruikt ter verificatie door de afdeling Financiële Zaken. Voor de debriefing van de veldmedewerkers: 1. Bij een debriefing dienen alle veldwerkteamleden aanwezig te zijn i.v.m. het aanvullen van informatie op het inspectierapport. 2. Alle formulieren dienen volledig en juist te zijn ingevuld. 3. Veldwerkers worden voor bedrijven waar verdachte symptomen zijn vastgesteld doorverwezen naar een debriefing bij de afdeling tracering. Deze bedrijven worden voor verificatiedoeleinden genoteerd. 4. Foutieve gegevens (UBN s, adressen, telefoonnummers, aantallen of de locatie van een bedrijf) dienen apart te worden genoteerd en teruggekoppeld voor verificatie en aanpassing in zowel de centrale DBase van het Crisiscentrum als aan de GD. 5. Tijdens de debriefing wordt gecontroleerd of op alle inspectierapporten een (originele) dagtekening en handtekening van de teamleider (dierenarts) aanwezig is. 6. Bij een controle van de output van de veldwerkteams dient het accent te liggen op de zorgvuldigheid en volledigheid van de ingevulde documenten. In tweede instantie wordt gekeken naar het aantal bezochte bedrijven en de snelheid van een team aan de hand van de planning. 7. Alle documenten ten behoeve van tracering dienen in een vuile (aparte) ruimte gekopieerd te worden. De vuile originelen dienen als vuil materiaal vernietigd te worden. De leesbaar en duidelijk kopie moet opnieuw door de teamleider geparafeerd worden. 8. In de Centrale DBase wordt bijgehouden welke "debriefer" welk bedrijfsbezoek in behandeling heeft gehad. Veldwerkers van de Unit Bedrijfsbezoeken: Zijn aanwezig bij briefing; Ontvangen benodigde materialen van het magazijn; Tellen en rubriceren de dieren op ieder bezocht bedrijf en maken aan de hand van de stallijst op het inventarisatie formulier een bedrijfsplattegrond. Een bedrijfsplattegrond bestaat uit een overzichtstekening, waarin de ligging van alle bedrijfsgebouwen ten opzichte van de wegen en de buurtbedrijven zichtbaar wordt (eventueel 2 overzichten bij grote bedrijven). In een detailtekening worden de stallen met daarin de hokstructuur weergegeven; Nemen bloedmonsters van runderen ouder dan 1 jaar op verdachte en besmette bedrijven. Deze bloedmonsters worden opgestuurd volgens protocol / instructies naar ID-Lelystad; Zijn aanwezig bij debriefing; Tekenen voor de juistheid van de verzamelde informatie. Unit Epidemiologie: Deze taken worden normaliter door de medewerkers van het ID-Lelystad verricht. Zij maken geen deel uit van de afdeling Tracering. Ondersteunt de afdeling Tracering bij het begin van de epidemie met het zoeken naar de oorsprong van introductie aangifteplichtige ziekte; Antidateren van het infectie moment op besmette bedrijven. Formuleert vragen voor een tweede traceringbezoek (naar aanleiding van het waargenomen infectiepatroon: waar is de infectie binnen gekomen en wanneer?). Ondersteunt de crisisleiding. Geeft, indien mogelijk, de meest waarschijnlijke contacten aan die hebben geleid tot besmetting van het bedrijf. Kwalificeert de verspreiding van de epidemie tussen bedrijven in de tijd. Evalueert bestrijdingsmaatregelen aan de hand van de gekwantificeerde verspreiding van de epidemie m.b.v. epizoötiologische modellen. Adviseert over aanscherping van bestrijdingsmaatregelen en het verwachte effect daarvan. Schat de tijdsduur tot het uitdoven van de epidemie. Het aantal bedrijven dat nog geïnfecteerd zal raken schatten aan de hand van de gekwantificeerde verspreiding van de epidemie; Draaiboek: Brucellose 17 van 289 Versie: 1.0

4.3 Processchema s Traceren Product vernietiging Draaiboek: Brucellose 18 van 289 Versie: 1.0

Proces Traceren/Unit Tracering Hoofd Tracering 1/7 1. Ontvangst melding I&R-gegevens Unit Tracering 2. Plannen bezoek besmet bedrijf Planning Hoofd Tracering Secretariaat 3. Telefonisch op de hoogte stellen veehouder Secretariaat 5. Opdrachtbevestiging bedrijfsbezoek 2 RVVdierenartsen 4. Versturen schriftelijke bevestiging veehouder Veehouder Unit Tracering 6. Briefen RVVdierenartsen Briefingsverslag UBN dossier Instructie bedrijfsbezoeken Unit Tracering (2 RVV-dierenartsen) 7. Bezoeken besmet bedrijf Unit Tracering (2 RVV-dierenartsen) 8. Opwaarts traceren 9. Neerwaarts traceren Unit Tracering (2 RVV-dierenartsen) positieve uitslag nee positieve uitslag nee Einde ja ja Medewerker Tracering 10. Invoeren informatie DBase Lijst contactbedrijven Traceringsverslag 2/7 Draaiboek: Brucellose 19 van 289 Versie: 1.0

Onderwerp: RVV administratieve organisatie Brucellose Pagina: 1/7 Systeem: Dierziekten Versie: Versie 1.0 Type: Procesbeschrijving Auteur: RVV-DZ Naam: Het proces Beh eval Traceren/Unit Tracering beschrijft de verwerking van Gewijzigd: verdacht verklaring. 20-09-2000 Het Datum: 01-05-2000 Het proces Traceren beschrijft de werkzaamheden van de afdeling Traceren om alle mogelijke contactbedrijven van een besmet bedrijf op te sporen (zowel opwaarts als neerwaarts). Act nr. Afdeling Activiteit Omschrijving Funktionaris 1. Hoofd Tracering Ontvangst melding Het hoofd Tracering ontvangt van ID-Lelystad een melding van tuberculose. 2. Unit Tracering Plannen bezoek besmet bedrijf 3. Hoofd Tracering Telefonisch op de hoogte stellen veehouder 4. Secretariaat Versturen schriftelijke bevestiging veehouder 5. Secretariaat Opdrachtbevestiging bedrijfsbezoek 6. Unit Tracering Briefen RVVdierenartsen 7. Unit Tracering (2 RVV-dierenartsen) 8. Unit Tracering (2 RVV-dierenartsen) 9. Unit Tracering (2 RVV-dierenartsen) Bezoeken besmette bedrijf Aan de hand van deze melding lokaliseert de Unit Tracering het besmette bedrijf. De Unit Tracering maakt aan de hand van de I&Rgegevens een planning om het besmette bedrijf te bezoeken. Het hoofd Tracering stelt telefonisch de veehouder van het bezoek op de hoogte. Het Secretariaat verstuurt een schriftelijke bevestiging van de gemaakte afspraak naar de veehouder. Een kopie van deze brief wordt in het UBN-dossier opgeborgen. Het Secretariaat verstuurt een opdrachtbevestiging aan de 2 RVV-dierenartsen die de op- en neerwaartse tracering gaan doen. Een kopie van deze opdrachtbevestiging wordt in het UBN-dossier opgeborgen. De RVV-dierenartsen worden door de Unit Tracering gebrieft. Deze briefing kan eventueel ook telefonisch plaatsvinden. Van de briefing wordt door de Unit Bedrijfsbezoeken een briefingsverslag gemaakt. De 2 RVV-dierenartsen van de Unit Tracering bezoeken het besmette bedrijf. Hierbij worden de geldende hygiënemaatregelen (instructie bedrijfsbezoeken) in acht genomen. Opwaarts traceren De 2 RVV-dierenartsen traceren op basis van de administratie van de veehouder de bedrijven die in het verleden mogelijk besmette runderen naar het verdacht bedrijf hebben gebracht. Neerwaarts traceren De 2 RVV-medewerker traceren eveneens op basis van de administratie van de veehouder de bedrijven die in het verleden runderen van het verdacht bedrijf hebben ontvangen. 10. Medewerker Tracering Invoeren informatie De medewerker Tracering voert de gegevens die uit het opwaarts en neerwaarts traceren naar voren zijn gekomen in een DBase. Uit deze Dbase destileert de medewerker Tracering een lijst met contactbedrijven. Tevens stelt de medewerker Tracering een traceringsverslag op. Een kopie van deze documenten wordt in het UBNdossier opgeborgen. Draaiboek: Brucellose 20 van 289 Versie: 1.0

Proces Traceren/Unit Tracering 2/7 Unit Tracering 11. Communiceren met AID over stallijsten contactbedrijven Unit Tracering Lijst met routes contacten 12. Opvragen routes van contacten bij GD Unit Bedrijfsbezoeken 13. Vervolgonderzoek 3/7 Draaiboek: Brucellose 21 van 289 Versie: 1.0

Onderwerp: RVV administratieve organisatie Brucellose Pagina: 2/7 Systeem: Dierziekten Versie: Versie 1.0 Type: Procesbeschrijving Auteur: RVV-DZ Naam: Traceren/Unit Tracering Gewijzigd: 20-09-2000 Datum: 01-05-2000 11. Medewerker Tracering Communiceren met AID over stallijsten contact-bedrijven 12. Unit Tracering Opvragen routes van contacten bij GD De RVV-medewerker communiceert inzake de niet kloppende stallijsten van de contactbedrijven met het AID. Op basis van deze communicatie wordt besloten welke contactbedrijven zullen worden bezocht. De Unit Tracering vraagt bij de GD routes van contacten op uit het I&R-systeem. 13. Unit Bedrijfsbezoeken Vervolgonderzoek De Unit Bedrijfsbezoeken stelt een vervolgonderzoek in. Draaiboek: Brucellose 22 van 289 Versie: 1.0

Proces Traceren/Unit Bedrijfsbezoeken 3/7 Unit Bedrijfsbezoeken 1. Plannen bezoek verdachte en besmette bedrijven Planning Hoofd Bedrijfsbezoeken Secretariaat 2. Telefonisch op de hoogte stellen veehouder 3. Versturen schriftelijke bevestiging veehouder Veehouder Secretariaat 4. Opdrachtbevestiging bedrijfsbezoek Practicus RVV-medewerker Unit Bedrijfsbezoeken 5. Briefen veldmedewerkers Briefingsverslag UBN dossier Practicus + RVVmedewerker 6. Bezoeken bedrijven Instructie tellen & rubriceren Stallijst I&R (GD) Practicus + RVV-medewerker 7. Tellen & rubriceren / inventaris bedrijf RVV-medewerker Instructies Bedrijfsbezoek 8. Controle bedrijfsbezoek 4/7 Draaiboek: Brucellose 23 van 289 Versie: 1.0

Onderwerp: RVV administratieve organisatie Brucellose Pagina: 3/7 Systeem: Dierziekten Versie: Versie 1.0 Type: Procesbeschrijving Auteur: RVV-DZ Naam: Traceren/Unit Bedrijfsbezoeken Gewijzigd: 20-09-2000 Datum: 01-05-2000 Act nr. Afdeling Activiteit Funktionaris 1. Unit Bedrijfsbezoeken Plannen bezoek verdachte en besmette bedrijven 2. Hoofd Telefonisch op de Bedrijfsbezoeken hoogte stellen veehouder 3. Secretariaat Versturen schriftelijke bevestiging veehouder 4. Secretariaat Opdrachtbevestiging bedrijfsbezoeken 5. Unit Bedrijfsbezoeken Briefen veldmedewerkers 6. Practicus/RVVmedewerker 7. Practicus/RVVmedewerker Omschrijving De Unit Bedrijfsbezoeken maakt een planning van de te bezoeken verdachte en besmette bedrijven. Het hoofd Bedrijfsbezoeken stelt telefonisch de veehouder van het bezoek op de hoogte. Het Secretariaat verstuurt een schriftelijke bevestiging van de gemaakte afspraak naar de veehouder. Een kopie van deze brief wordt in het UBN-dossier opgeborgen. Het Secretariaat verstuurt een opdrachtbevestiging aan de Practicus en de RVV-medewerker die het vervolgonderzoek gaan doen. Een kopie van deze opdrachtbevestiging wordt in het UBN-dossier opgeborgen. De veldmedewerkers worden door de Unit Bedrijfsbezoeken gebrieft. Deze briefing kan eventueel ook telefonisch plaatsvinden. Van de briefing wordt door de Unit Bedrijfsbezoeken een briefingsverslag gemaakt Bezoeken bedrijven De practicus en de RVV-medewerker bezoeken de in aanmerking komende bedrijven. Hierbij worden de geldende hygiënemaatregelen in acht genomen. Tellen & rubriceren/ inventaris bedrijf 8. RVV-medewerker Controle bedrijf bezoek Op de contactbedrijven vindt er een telling en rubricering plaats van alle aanwezige runderen. Hij/zij maakt hierbij gebruik van de aanwezige stallijst I&R. Er wordt aan de hand van de administratie van de veehouder een inventarisatie gemaakt van de aan- en afvoer van runderen Tevens wordt een inventarisatie gemaakt van alle aanwege produkten. De RVV-medewerker controleert, aan de hand van de Instructies Bedrijfsbezoek of de instructies hygiëne nauwkeurig gevolgd worden. Dit zelfde geldt voor de instructie telling, rubricering van vee. Draaiboek: Brucellose 24 van 289 Versie: 1.0

Proces Traceren/Unit Bedrijfsbezoeken 4/7 Instructie bloedtappen Invulinstructie monsternameformulier RVV Practicus 9. Monstername (bloed en melk) Stallijst I&R (GD) Bloedtaplijst formulier 402720 Monsterbegeleidingsformulier nr. 402719 Practicus/ RVV-medewerker 10. Invullen en verwerken formulieren Rapportage Tracering RVV-medewerker 11. Opsturen formulieren Bloedtaplijst bij besmet bedrijf rapportage Tracering Plattegrond Monsterbegeleidingsformulier 402719 RVV-medewerker 12. Opsturen monsters naar ID- Lelystad Bloedtaplijst Formulier 402720 Monsterbegeleidingsformulier 702719 Unit Bedrijfsbezoeken 13. Debriefen veldmedewerkers Debriefingsverslag UBN Bloedtaplijst DBase UBN dossier rapportage Tracering Plattegrond Hoofd Tracering 14. Ontvangen & verwerken formulieren 5/7 Draaiboek: Brucellose 25 van 289 Versie: 1.0

Onderwerp: RVV administratieve organisatie Brucellose Pagina: 4/7 Systeem: Dierziekten Versie: Versie 1.0 Type: Procesbeschrijving Auteur: RVV-DZ Naam: Traceren/Unit Bedrijfsbezoeken Gewijzigd: 20-09-2000 Datum: 01-05-2000 9. Practicus Monstername (bloed en melk) 10. Practicus/RVVmedewerker Invullen en verwerken formulieren 11. RVV-medewerker Opsturen formulieren 12. RVV-medewerker Opsturen monsters naar ID-Lelystad 13. Unit Bedrijfsbezoeken Debriefen veldmedewerkers 14. Hoofd Tracering Ontvangen & verwerken formulieren De practicus neemt bloedmonsters af. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Instructie Bloedtappen. Van de bloedafname wordt de bloedtaplijst 402720 ingevuld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de invulinstructie monsternameformulier RVV, nr 402719. Tevens neemt de practicus melkmonsters af. RVV-medewerker maakt een rapportage van zijn bevindingen tijdens het traceren. Tevens maakt de RVV-medewerker een plattegrond van het contactbedrijf. De RVV-medewerker stuurt de volgende documenten op naar het hoofd Tracering: - Bloedtaplijst van besmet bedrijf - rapportage Tracering; - plattegrond van het getraceerde contactbedrijf; - monsterbegeleidingsformulier 402719 De RVV-medewerker stuurt de bloed- en melkmonsters naar het ID-Lelystad. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bloedtaplijst 402720 en het monsterbegeleidingsformulier 402719. De veldmedewerkers worden door de Unit Bedrijfsbezoeken gedebrieft. Deze debriefing kan eventueel ook telefonisch plaatsvinden. Van de debriefing wordt door de Unit Bedrijfsbezoeken een debriefingsverslag gemaakt. Zodra het hoofd Tracering de opgestuurde formulieren van de RVV-medewerker heeft ontvangen, zorgt hij ervoor dat deze formulieren in een DBase worden ingevoerd. Na het invoeren worden de formulieren in het UBNdossier opgeborgen. Draaiboek: Brucellose 26 van 289 Versie: 1.0