Praktische-opdracht door een scholier 2049 woorden 3 maart 2005 3,7 15 keer beoordeeld Vak Latijn Inleiding Voor deze praktische opdracht voor Latijn is de klas in drieën gesplitst en heeft iedere groepje een opdracht uit het boek Van leven en dood gekozen. Wij hebben er als groepje voor gekozen om opdracht 4 te doen, op bladzijde 149-150. Deze hebben we gekozen omdat de opdracht er interessant uitzag en we graag meer wilden weten over de behandelde onderwerpen. De opdracht houdt in dat je op moet zoeken welke vertalingen er aanwezig zijn van een aantal Romeinse literatuurschrijvers in de bibliotheek. Ook moesten we een aantal vertalingen lezen van verschillende werken van zulke schrijvers en hierbij vragen beantwoorden. Deze vragen gingen over de dood en over filosofische overtuigingen. Aangezien wij hier alle drie niet erg veel over wisten leek het ons leuk hier wat meer over te weten te komen. Uitwerking Oriëntatie 1. Zoek in de (school)bibliotheek welke vertalingen er aanwezig zijn van Tacitus, Annales, Suetonius, De vita Caesarum, Livius, Ab urbe condita en Seneca retor, Suasoriae. Noteer de gegevens. Voor deze opgave zijn we naar twee plaatsen geweest; het School Informatie Centrum (SIC) op de RSG en naar de openbare bibliotheek in Oud-Beijerland. In de bibliotheek van Oud-Beijerland was er bedroevend weinig van bovenstaande teksten te vinden, maar gelukkig hadden we in het SIC op school meer succes. Daar hebben we de volgende gegevens gevonden. Suetonius; De vita Caesarum Titel: Keizers van Rome Vertaald door: D. den Hengst Jaar van uitgave: eerste druk in 1996, tweede druk in 1997 Livius, Ab urbe condita https://www.scholieren.com/verslag/20805 Pagina 1 van 5
Titel: De geschiedenis van Rome I-X, Zonen van Mars (Ab urbe condita I-X) Vertaald door: F.H. van Katwijk-Knapp Bezorgd door: H.W.A. van Rooijen-Dijkman Ingeleid door: H.C.Teitler Jaar van uitgave: 1997 Titel: De geschiedenis van Rome XXI-XXX, Hannibal voor de poorten (Ab urbe condita XXI-XXX) Vertaald en toegelicht door: H.W.A. van Rooijen-Dijkman Jaar van uitgave: eerste druk 1996, tweede druk 1997 Uitvoering 1. Lees in vertaling de volgende teksten: a. Tacitus, Ann. 4, 34-35: Cremutius Cordus b. Tacitus, Ann. 16, 18-19: Petronius c. Suetonius, Nero, 45-50 d. Livius, A.U.C. fragment uit boek 120, overgeleverd door Seneca retor in zijn Suasoriae, 6, 17: Cicero We hebben deze teksten allemaal opgezocht en vervolgens gelezen. We hebben sommige van het internet gehaald, andere gekopieerd uit boeken uit de bibliotheek. Een van de tekstenis in het engels, omdat er nergens op het internet een Nederlandse vertaling van deze tekst te vinden was. Dit is de tekst van Seneca, de rest van de teksten zijn wel gewoon in het Nederlands, met soms zelfs het Latijn ernaast! De teksten die we gelezen en gebruikt hebben voor de opdrachten zijn toegevoegd aan de bijlagen. 2. Maak aantekeningen van woorden en namen in de tekst die je niet kent. Tacitus, Ann.4, 34-35: Tacitus, Ann.16, 18-19 : * Illuster (4.34.3) * Slemper (16.18.1.) * Asinius Pollio (4.34.4) * Tigellinus (16.18.3) * Messalla Corvinus (4.34.4) * Scaevinus (16.18.3) Suetonius, Nero, 45-50: Seneca, 6, 17, Cicero * Sporus (46 en 48) Aangezien dit een engelse tekst is en we * Lucusta (47) hem globaal gelezen hebben zijn we * Gelyncht (48) (lynchen) geen woorden (een ook geen namen) tegen * Phaon (48) gekomen die ons onbekend voorkwamen. https://www.scholieren.com/verslag/20805 Pagina 2 van 5
3. Beantwoord de volgende vragen en verwijs daarbij naar de tekst: a. Wat was de reden voor de dood van de personen? Tacitus, Annales 4, 34-35 In dit verhaal van Tacitus sterft Cremetius Cordus. Hij werd aangeklaagd omdat hij een boek had geschreven waarin hij Brutus en Cassius geroemd had, een belediging voor de Caesarfamilie. Tijdens zijn proces noemde hij vele namen van andere schrijvers die eigenlijk hetzelfde hadden gedaan, maar niet vervolgd waren. Ook maakte hij duidelijk dat zijn boeken op deze manier alleen maar bekender zouden worden. Bovendien zei hij ook nog: als men er woedend op reageert wekt men de indruk ze te bevestigen. De aanklagers zouden op deze manier dus laten zien dat ze het eigenlijk eens waren met wat Cremetius Cordus zei. Cremetius wist echter al dat er om zijn dood gevraagd zou worden en daarom pleegde hij zelfmoord door zichzelf uit te hongeren. Tacitus, Annales 16, 18-19 Gaius Petronius was een levensgenieter. Hij werd door Nero en diens schaarse vrienden geaccepteerd en als raadgever voor het nachtleven aangesteld. Daardoor was Tigellinus jaloers op zijn rivaal en iemand die hem overtrof in kennis en genot. Hij zorgde ervoor dat Petronius in het nadeel kwam bij de keizer. Deze kreeg niet de gelegenheid zich te verdedigen omdat Tigellinus een slaaf had omgekocht om hem aan te brengen. Daardoor vluchtte hij. Hij sneed zijn aderen door en liet het lijken alsof zijn dood toevallig was. Suetonius, Nero, 45-50 Nero was verschrikkelijk impopulair geworden bij het volk. Deze impopulariteit nam nog toe toen hij de graanprijs wilde verhogen. Dat was de laatste druppel. Het volk leed honger en ze waren Nero zat. Eerst begonnen ze zijn beelden belachelijk te maken, vervolgens zijn familie en ook hem zelf. Nero vluchtte met vier mannen naar het afgelegen buitenhuis van Phaon. Vervolgens drongen zijn metgezellen er de een na de ander bij hem op aan zich zo snel mogelijk aan de dreigende vernederingen te onttrekken. Hij gaf opdracht voor zijn ogen een kuil te graven juist groot genoeg om hem te bevatten, brokken marmer te verzamelen, als die te vinden waren, en bovendien water en hout te brengen om zo aanstonds zijn dode lichaam te verzorgen. Ondertussen werd hij tot senaatsvijand verklaard en gezocht om vervolgens naakt aan een schandpaal gebonden te worden en te worden gegeseld. Hij pakte twee dolken maar wist dat het zijn tijd nog niet was. Hij werd helemaal gek en vervolgens kwamen er ruiters die hem levend mee moesten nemen. Dat was het moment waarop Epaphroditus, zijn secretaris, een mes aan zijn keel zette. Seneca retor, Cicero, 6, 17 Cicero wilde vluchten uit de handen van Marcus Antonius omdat hij hem dood wilde hebben. Toen hij echter op de vlucht was bedacht hij zich dat er geen ontkomen meer was aan de dood en dat hij eigenlijk veel liever in zijn vaderland zou sterven. Vervolgens is hij weer naar huis gegaan, maar terwijl hij op zijn draagstoel zat en even zijn hoofd eruit stak werd deze meteen afgehakt. Daarna werden ook zijn handen er nog af gehakt en deze werden samen met zijn hoofd op het spreekgestoelte op het Forum Romanum gespijkerd. b. Stierf de betrokkene volgens een filosofische overtuiging? Verwijs in je antwoord naar de filosofie van de https://www.scholieren.com/verslag/20805 Pagina 3 van 5
Stoa en / of het epicurisme. Tacitus, Annales 4, 34-35 Cremetius Cordus stierf niet volgens een filosofische overtuiging. Hij pleegde zelfmoord omdat hij zijn dood er al aan zag komen en omdat hij anders ook dood gegaan zou zijn. Hij had het liever op de manier zoals het nu is gegaan, namelijk door zichzelf uit te hongeren. Deze gedachtegang staat niet in verband met de Stoa of het epicurisme en daarom stierf hij niet volgens een van deze filosofische overtuigingen. Tacitus, Annales 16, 18-19 G. Petronius stierf net als Cremetius Cordus zonder filosofische overtuiging. Ook hij wist al dat hij dood zou gaan en vluchtte. Omdat hij de dood al aan zag komen heeft ook hij zelfmoord gepleegd. Een ander punt in deze tekst dat erop wijst dat er geen sprake is van een filosofische overtuiging is dit stukje: Hij luisterde niet naar mensen die over de onsterfelijkheid van de ziel begonnen of wijsgerig gedachtegoed maar slechts naar populaire liedjes en schuttingteksten Hij wilde dus helemaal niets weten van de filosofische gedachten over een leven na de dood, of de onsterfelijkheid van de ziel. Hij had dus blijkbaar geen filosofische overtuiging. Suetonius, Nero, 45-50 Nero stierf wel volgens een filosofische overtuiging, namelijk die van de Stoa. In de tekst staat: Hij borg ze echter weer weg met het gemompelde excuus dat het uur van zijn dood nog niet geslagen had. Nero stopte de dolken weer weg omdat hij wist dat het zijn tijd nog niet was om te sterven; het lot wilde anders. Al eerder had hij zelfmoordpogingen gedaan, maar ook deze niet doorgezet, omdat het vergif op was of er geen gladiator in de buurt was om hem om te brengen. Het lot wilde blijkbaar niet dat hij al dood ging. Dit is een overtuiging van de Stoa, omdat de Stoïcijnen deterministisch en fatalistisch zijn. Ze vinden dat alles voorbestemd is zo te zijn en we ons met volledige instemming moeten schikken in het noodlot. Dit betekent dus dat Nero volgens de Stoïcijnse overtuiging is gestorven. Seneca retor, Cicero, 6, 17 Cicero is gestorven volgens de filosofische overtuiging van het epicurisme. Volgens Epicures hoeven wij geen angst te hebben voor de goden of voor de dood. Ook Cicero had waarschijnlijk geen of nauwelijks angst voor de dood, want anders was hij niet teruggekeerd naar zijn vaderland. Hij wist dat daar de soldaten van Marcus Antonius hem op stonden te wachten, te wachten tot ze hem konden vermoorden. Hij liep dus eigenlijk regelrecht zijn dood in. Als hij wel angst had gehad voor de dood was hij niet teruggegaan en daarom heeft hij waarschijnlijk een overtuiging van het epicurisme. c. Wat is jouw mening over de wijze van sterven? De dood komt altijd te vroeg. Mensen die een dierbaar persoon hebben verloren zullen dit met ons eens zijn. Het is verschrikkelijk om iemand van wie je houdt te verliezen, op welke wijze hij ook sterft. Het maakt niet uit hoe, waarom of hoe oud die persoon is, het is altijd te vroeg! Er zijn natuurlijk wel verschillende manieren om te sterven en de ene manier valt toch wat minder zwaar dan de ander, maar je moet de desbetreffende persoon nog steeds missen! Je kunt verongelukken, ineens https://www.scholieren.com/verslag/20805 Pagina 4 van 5
heel erg ziek worden of gewoon van ouderdom overlijden. Als een jong iemand verongelukt en op slag dood is valt dit heel zwaar. Niemand had dit natuurlijk verwacht en ook niemand heeft dus nog afscheid van hem kunnen nemen. Wij vinden dat je sowieso eerst afscheid hebt moeten kunnen nemen van je vrienden en familie en dat het ook zeker handig is om al vroeg over je dood na te denken omdat je nooit weet wanneer het zover is. Als je dus al aan iemand verteld hoe je begraven, gecremeerd enzovoorts wilt worden, gebeurd dat in ieder geval op de manier zoals jij dat wilt. Oude mensen die op een natuurlijke manier overlijden hebben dit ook meestal al voor zichzelf verzonnen. Ze weten al dat de dood niet ver meer weg is, en ze hebben vaak ook al een beetje afscheid kunnen nemen van dierbaren. Dit betekent niet dat ze minder gemist zullen worden, of dat de mensen minder om hen zullen rouwen! Toch is het waarschijnlijk minder erg op deze manier iemand te verliezen dan na zo n ongeluk of als de persoon ineens een herseninfarct of iets dergelijks krijgt. Bij ernstige ziekte is het waarschijnlijk hetzelfde als bij ouderdom. Je weet al dat deze persoon zal overlijden en je hebt al afscheid genomen. Soms heb je hier al heel lang de tijd voor gehad, maar als het moment er dan uiteindelijk is valt het alsnog zwaar. Naast de hier boven genoemde manieren van sterven is er ook nog zelfmoord. Er zijn tegenwoordig steeds meer mensen die zelfmoord plegen en wij begrijpen maar niet wat die mensen bezielt! Wij zouden namelijk nog lang niet dood willen. Aan de ene kant snappen we dat als mensen hun leven helemaal zat zijn ze er vanaf willen, maar is er geen andere manier voor om het op te lossen? Op deze manier doe je namelijk nog steeds veel mensen verdriet, ook al denk je dat er niemand is die van je houdt. In het geval van Petronius, Cremutius en Nero kan ik het me voorstellen dat ze kozen voor zelfmoord zodat ze niet meer vermoord konden worden, maar zulke situaties doen zich tegenwoordig niet veel meer voor. Er zijn altijd nog wel mensen die van je houden, of die het zich aantrekken als jij jezelf vermoord. Waarom die mensen dit aandoen als je problemen ook op een andere manier opgelost kunnen worden? We zullen ons verder maar niet hierin verdiepen want wij zullen het niet begrijpen, omdat wij (meestal) volkomen gelukkig zijn! Om niet af te wijken van de vraag: onze conclusie is dus dat de manier van sterven zeker uitmaakt, vooral als je al afscheid hebt kunnen nemen van deze persoon, maar dat het altijd zwaar valt om een dierbaar persoon te verliezen, en dat de dood dus eigenlijk gewoon een verschrikkelijk iets is! https://www.scholieren.com/verslag/20805 Pagina 5 van 5