NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR HOUTEN BUITENDEUREN. Techniekgebied E6. Vastgesteld door College van Deskundigen Hout d.d.



Vergelijkbare documenten
SKH-Publicatie d.d

KOMO attest-met-productcertificaat

Omschrijving van de wijziging

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR HOUTEN BUITENDEUREN. Vastgesteld door College van Deskundigen Hout d.d

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO ATTEST VOOR "VENTILATIEROOSTERS" Op 15 augustus 2003 aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw

Kwaliteitsverklaringen, afgegeven op basis van BRL 3300 Vloerluiken d.d behouden hun geldigheid tot

"VINGERLASHOEKVERBINDINGEN VOOR HOUTEN GEVELELEMENTEN"

KOMO attest-met-productcertificaat

KOMO attest-met-productcertificaat

Kwaliteitsverklaringen, afgegeven op basis van BRL 5065 Mineraal gebonden houtwolplaten d.d behouden hun geldigheid tot

VOOR HET VOOR HOUTEN GEVELELEMENTEN. Vastgesteld door College van Deskundigen Hout d.d

KOMO attest-met-productcertificaat

KOMO attest-met-productcertificaat

drs. H.J.O. van Doorn, directeur Het attest is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO:

Verwerkingsvoorschriften

Alternatieve lijmen voor raamverbindingen

4 Bouwbesluit gerelateerde eisen en bepalingsmethoden

KOMO Kwaliteitsverklaring

KOMO attest-met-productcertificaat

KOMO attest-met-productcertificaat

Afd. Art. Lid Woning Woongebouw. x x x x. x x x. x x. x x. x x x. x x. Ministeriële regeling Inbraakwerendheid

KOMO. Naam certificaathouder. kwaliteitsverklaring

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD

Verwerkingsvoorschriften Onderhoudsvoorschriften. Houten Buitendeuren

BGS-011 Kunststof deuvels

KOMO attest-met-productcertificaat

BEOORDELING VAN AFDICHTMIDDELEN VOOR DE TIMMERINDUSTRIE

drs. H.J.O. van Doorn, directeur Het attest is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO:

BEOORDELINGSGRONDSLAG VOOR DEURROMPEN

attest-met-productcertificaat

Beoordeling van de afdichtmiddelen voor de timmerindustrie

BEOORDELING VAN AFDICHTMIDDELEN VOOR DE TIMMERINDUSTRIE

Het attest is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO:

VOOR HET ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT BINNENDEUREN EN/OF BINNENDEURKOZIJNEN

drs. H.J.O. van Doorn, directeur Het attest is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO:

Wijzigingsblad BRL 0511 Verankeringen voor betonnen sandwichconstructies

drs. H.J.O. van Doorn, directeur Het attest is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO:

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

KOMO attest-met-productcertificaat

ERKEND SKH BB-AANSLUITDOCUMENT

Kwaliteitsverklaringen, afgegeven op basis van BRL 5701 Ventilatieroosters d.d behouden hun geldigheid tot

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR VLOERLUIKEN. Op 15 augustus 2003 aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit

KOMO productcertificaat

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD

Beoordelingsgrondslag MDF/HDF voor toepassing in geveltimmerwerk Eisen en bepalingsmethoden

In het kader van dit attest vindt geen controle plaats van de productie van de dakramen, noch op de samenstelling van en/of montage in dak(del)en.

Vervang de inhoud van de volgende paragrafen in de BRL door de aangegeven tekst.

Kroon Kozijn Nederland BV kunststof gevelelementen uit het Schüco systeem voor de toepassing als gevelvulling in uitwendige scheidingsconstructies

Algemeen Vervang in het document Nationale Beoordelingsrichtlijn voor Beoordelingsrichtlijn.

Verwerkingsvoorschriften Deurenfabriek Suselbeek b.v.

KOMO attest-met-productcertificaat

KOMO attest-met-productcertificaat

Wijzigingsblad d.d behorende bij BRL 2211 BINNENDEUREN en/of -KOZIJNEN d.d

BRL 2701 "Metalen gevelelementen" ( ) + wijzigingsblad ( ) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

KOMO productcertificaat

Wijzigingsblad d.d behorende bij BRL 9922 Houten trappen d.d

KOMO attest-met-productcertificaat

Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO -attest (-met-productcertificaat) VLOERCONSTRUCTIES MET STAAL(FRAME)-COMBINATIEVLOEREN

1.0 Inleiding Productspecificatie Aandachtspunten UniPrime verwerkingsadviezen Maten en specificaties 8

KOMO -Kw aliteitsverklaring

KOMO attest-met-productcertificaat

Goedgekeurde gemodificeerde houtsoorten volgens de BRL 0605 voor de toepassing in houten gevelelementen (kozijnen, ramen en deuren)

Wijzigingsblad BRL 0703

kunststof gevelelementen voor de toepassing als gevelvulling in uitwendige scheidingsconstructies

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO ATTEST VOOR "VENTILATIEROOSTERS" Op 15 augustus 2003 aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw

KOMO kwaliteitsverklaring

SKH4' Esrx - ERKEND SKH BB.AANSLUITDOCUMENT. Tel. (078) 6't Fax (078)

KOMO attest-met-productcertificaat

KOMO attest-met-productcertificaat

massief kunststof plaat

HOUTEN BUITENDEUREN. WEBO.

Draaiende delen (ramen) om verticale en/of horizontale as

KOMO attest-met-productcertificaat

Van Dool Geveltechniek kunststof gevelelementen

attest-met-productcertificaat Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

KOMO productcertificaat

Bestek kunststofkozijnen

Schuivende delen; verticaal of horizontaal

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

HET METEN VAN DE VERVORMINGEN VAN EEN DEURBLAD

VLOERCONSTRUCTIES MET STAAL(FRAME) COMBINATIEVLOEREN. Nationale Beoordelingsrichtlijn 0208 d.d

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR "LIJMEN VOOR DRAGENDE HOUTEN BOUWCONSTRUCTIES" van de Stichting Bouwkwaliteit

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

Loofhoutsoorten (m.u.v. populierenhout) vallen niet onder de NEN-EN

Het attest is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO:

KOMO productcertificaat

Rgd. Dichtheid. Voor het aspect dichtheid van bouwconstructies wordt onderscheid gemaakt in:

Beoordelingsgrondslag voor vulmiddelen

ONTWERP- EN UITVOERINGSRICHTLIJNEN VOOR DAKBEDEKKINGSCONSTRUCTIES MET GEPROFILEERDE VEZELCEMENTPLATEN EN HULPSTUKKEN

GEVELELEMENT, HOUT (attest, productcertificaat, procescertificaat)

f^\ KO M attest-met-prod uctcertifi caat Bouwbesluit \làs. VISUEEL GESORTEERD NAALDHOUT -SK

Nummer K/ Vervangt K/ Uitgegeven d.d. Geldig tot Pagina 1 van 5. Kelderwanden van staalvezelbeton

Verklaring van SKH Dit attest is op basis van BRL 5701 Ventilatieroosters d.d , afgegeven conform het SKH Reglement voor Certificatie.

Vervangt. d.d. Naam certificaathouder

KOMO. Naam Certificaathouder. Bouwbesluit. attest-met-productcertificaat. Verankeringen voor betonnen sandwichconstructies

Afhangen en sluitbaar maken

Binnendeuren en kozijnen Verwerkings- en onderhoudsvoorschriften

Nabewerken van KOMO gecertificeerd hout en plaatmaterialen voor de KOMO gecertificeerde timmer- en prefabindustrie

Transcriptie:

BRL 0803 d.d. 15-3-2006 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR HOUTEN BUITENDEUREN Techniekgebied E6 Vastgesteld door College van Deskundigen Hout d.d. 13-03-2007 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. 29-05-2007 Uitgave: Certificatie- en attesteringsinstelling SKH Nadruk verboden

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 2 van 51 ALGEMENE INFORMATIE BIJ DEZE UITGAVE Deze nationale beoordelingsrichtlijn is door de certificatie- en attesteringsinstelling SKH conform de SKH Reglementen voor Productcertificatie en Attestering bindend verklaard en zal per 29-05-2007 worden gehanteerd voor het uitgeven van een KOMO attest-met-productcertificaat Houten buitendeuren. Deze beoordelingsrichtlijn vervangt de beoordelingsrichtlijn BRL 0803 Houten buitendeuren d.d. 25-08-2003 Uitgever: Certificatie- en Attesteringsinstelling SKH Postbus 159 6700 AD Wageningen Telefoon (0317) 453 425 Fax (0317) 412 610 E-mail mail@skh.org Website http://www.skh.org Certificatie- en Attesteringsinstelling SKH Niets uit dit drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SKH, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 3 van 51 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 4 2 PROCEDURE TER VERKRIJGING VAN EEN ATTEST-MET-PRODUCT-CERTIFICAAT 5 3 PRESTATIE-EISEN BOUWBESLUIT, ATTESTERINGSONDERZOEK EN KWALITEITSVERKLARING 6 4 BEPROEVINGEN EN CLASSIFICATIE IN HET KADER VAN NEN-EN 14351-1 11 5 PRESTATIE-EISEN PRIVAATRECHTELIJK, ATTESTERINGSONDERZOEK EN KWALITEITSVERKLARING 15 6 PRODUCT(IE)EISEN 17 7 EISEN TE STELLEN AAN MATERIALEN 20 8 ALGEMENE VOORWAARDEN 23 9 VERWERKINGS- EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN 24 10 BEPROEVINGEN 26 11 EISEN MET BETREKKING TOT HET KWALITEITSSYSTEEM 29 12 CONTROLE DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING 32 13 LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN 33 BIJLAGE 1 PLAATSBEPALING VAN SCHARNIEREN EN KRUKGAT 37 BIJLAGE 2 KWALITEITSEISEN VOOR NAALDHOUT 40 BIJLAGE 3 KWALITEITSEISEN LOOFHOUT 41 BIJLAGE 4 MAXIMAAL TOELAATBAAR GEWICHT DEUREN 42 BIJLAGE 5 SAMENVATTING VOORWAARDEN CONCEPTEN 43 BIJLAGE 6 PRESTATIE EISEN 44 BIJLAGE 7 PRAKTIJKRICHTLIJN 45 BIJLAGE 8 MODEL KOMO ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT 46 3

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 4 van 51 1 INLEIDING 1.1 Algemeen De in deze nationale beoordelingsrichtlijn opgenomen eisen worden door de certificatie- en attesteringsinstellingen, die hiervoor erkend zijn door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag voor c.q. de instandhouding van een attest-met-productcertificaat voor "houten buitendeuren". De af te geven kwaliteitsverklaringen worden aangeduid als KOMO attest-met-productcertificaat. Eisen die ontleend zijn aan publiekrechtelijke regelgeving zijn vermeld in hoofdstuk 4. Naast de eisen die in deze beoordelingsrichtlijn zijn vastgelegd, stellen de certificatie- en attesteringsinstellingen aanvullende eisen, in de zin van algemene procedure-eisen van certificatie en attestering, zoals vastgelegd in het algemeen certificatiereglement van de betreffende instelling. Deze beoordelingsrichtlijn vervangt BRL 0803 Houten buitendeuren d.d. 25-08-2003. De kwaliteitsverklaringen die op basis van die beoordelingsrichtlijn zijn afgegeven, behouden hun geldigheid tot 31-12-2007 1.2 Onderwerp De kwaliteitsverklaring heeft betrekking op: a. houten buitendeuren voor gebouwen, geplaatst in overeenkomstig BRL 0801 vervaardigde kozijnen, voor toepassing in scheidingsconstructies waarbij wordt uitgegaan van een gangbaar binnenklimaat met 35-70% R.V. en maximaal 25 C. De plaatsing van het kozijn in de uitwendige scheidingsconstructie blijft buiten beschouwing. Bij het vaststellen van de prestatie-eisen, product(ie)eisen en materiaaleisen, zoals opgenomen in de hoofdstukken 4, 5, 6 en 7 van deze beoordelingsrichtlijn, is uitgegaan van twee toepassingsgebieden: - een deur in een wand die de scheiding vormt tussen een binnengebied, waarin zich o.a. een verblijfsruimte, een toiletruimte of een badruimte bevindt en de buitenlucht. - inpandige (buiten)deuren die een langere bouwfase moeten doorstaan. b. houten deuren voor overige gebruiksfuncties (o.a. garagedeuren (totale oppervlak < 6,25 m 2, bergingsdeuren etc.), geplaatst in een kozijn, voor toepassing in een scheidingsconstructie waarbij de paragrafen 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3, 3.3.1, 3.3.2, 3.4.1 en 3.4.2 niet van toepassing zijn. In de BRL worden houten buitendeuren ingedeeld in 3 concepten, te weten: I Basisproduct II Bouwfase bestendig III Industrieel eindproduct 1.3 Indeling van buitendeurtypen Onderscheid wordt gemaakt in enkelvoudige deuren, stellen deuren en deuren die zijn opgebouwd uit boven- en onderdeuren. De volgende indeling wordt aangehouden: a. massief houten deuren, opgebouwd uit stijlen en dorpels al dan niet voorzien van één of meer lichtopeningen en/of met sandwich- en/of massief houten panelen; b. vlakke deuren, geheel of overwegend in samengestelde constructie; c. multiplex deuren, geheel uit fineren opgebouwd en al dan niet voorzien van een lichtopening en al dan niet voorzien van een speciale afwerklaag. 4

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 5 van 51 2 PROCEDURE TER VERKRIJGING VAN EEN ATTEST-MET-PRODUCT-CERTIFICAAT 2.1 Start De aanvrager van de kwaliteitsverklaring geeft aan welke varianten van door hem vervaardigde deuren, geplaatst in een kozijn, in de kwaliteitsverklaring moeten worden opgenomen. Hij verstrekt de nodige gegevens ten behoeve van het opstellen van de "technische specificatie". Hij geeft aan welke uitspraken in de kwaliteitsverklaring moeten worden opgenomen en verstrekt de onderbouwing van die uitspraken. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 is aangegeven welke uitspraken moeten worden opgenomen en welke facultatief zijn. 2.2 Toelatingsonderzoek De attesteringsinstelling toetst of de in het attest-met-productcertificaat op te nemen uitspraken in overeenstemming zijn met de eisen zoals vermeld in de hoofdstukken 4, 5, 6, 7, 8 en 9 van deze beoordelingsrichtlijn. 2.3 Beoordeling van het kwaliteitssysteem van de aanvrager De attesterings- en certificeringsinstelling toetst of het kwaliteitssysteem van de aanvrager in overeenstemming is met hoofdstuk 11. 2.4 Afgifte van het attest-met-productcertificaat Het attest-met-productcertificaat wordt in overeenstemming met de door de Harmonisatie Commissie Bouw vastgestelde modellen conform het algemeen reglement van de certificatie- en attesteringsinstelling afgegeven wanneer het toelatingsonderzoek (2.2) en de beoordeling van het kwaliteitssysteem van de aanvrager (2.3) in positieve zin zijn afgerond. Het attest-met-productcertificaat verklaart dat de houten buitendeuren voldoen aan hoofdstukken 6 en 7 en bevat de uitspraken conform de hoofdstukken 4 en 5. 2.5 Externe kwaliteitszorg Na afgifte van het attest-met-productcertificaat wordt door de certificatie- en attesteringsinstelling controle uitgeoefend zoals beschreven in hoofdstuk 12. 5

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 6 van 51 3 PRESTATIE-EISEN BOUWBESLUIT, ATTESTERINGSONDERZOEK EN KWALITEITSVERKLARING Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit Afdeling Artikelen; leden Algemene sterkte van de bouwconstructie 2.1 2.1 Beperking van ontwikkeling van brand 2.12 2.91 (Verdere) beperking van uitbreiding van brand 2.13 en 2.14 2.103 en 2.115 Beperking van ontstaan van rook 2.15 2.125 Beperking verspreiding van rook 2.16 2.134 Inbraakwerendheid 2.25 2.214 Bescherming tegen geluid van buiten 3.1 3.1 Geluidwering tussen ruimten van verschillende gebruiksfuncties 3.5 3.17 Wering van vocht van buiten 3.6 3.22 Beperking toepassing van schadelijke materialen 3.15 3.106 Vrije doorgang 4.3 4.10 Bereikbaarheid 4.4 4.16 Thermische isolatie 5.1 5.1 Beperking van luchtdoorlatendheid 5.2 5.8 3.1 Voorschriften uit het oogpunt van veiligheid ALGEMENE STERKTE VAN DE BOUWCONSTRUCTIE; BB-AFD. 2.1 3.1.1 Sterkte (in gebruikssituatie); Prestatie-eisen, BB-artikel 2.1 Een bouwconstructie moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 2.1. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties juist zijn bij belastingscombinaties volgens NEN 6702, bepaald volgens: - NEN 6760 (hout); - NEN 2608 (glas).. Toelichting: Voor het bepalen van de sterkte van de deur in het kozijn kan bij windbelasting gebruik worden gemaakt van de beproevingsmethode overeenkomstig NEN 3660. Deze beproevingsmethode geeft ten minste dezelfde resultaten als die van de bepalingsmethode overeenkomstig NEN 6760. Het attest-met-productcertificaat geeft voor toepassingsvoorbeelden de prestaties waaraan houten buitendeuren, geplaatst in een kozijn, voldoen. BEPERKING VAN ONTWIKKELING VAN BRAND; BB-AFD. 2.12 3.1.2 Bijdrage tot brandvoortplanting; Prestatie-eisen, BB-artikel 2.91 Een constructie-onderdeel moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 2.91. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven brandklasse, bepaald overeenkomstig NEN 6065, dan wel NEN-EN 13501-1, juist is. Het attest-met-productcertificaat vermeldt voor beide zijden van de houten buitendeur de brandklasse. Deze moet ten minste tot klasse 4 van de bijdrage tot brandvoortplanting, dan wel ten minste tot brandklasse D behoren. 6

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 7 van 51 (VERDERE) BEPERKING VAN UITBREIDING VAN BRAND; BB-AFD. 2.13 (EN BB-AFD. 2.14) 3.1.3 WBDBO; Prestatie-eisen, BB-artikel 2.103 (en 2.115 i.v.m. BB-Afd. 2.14) De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 2.103 (en tabel 2.115). Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties, bepaald overeenkomstig NEN 6068, juist zijn. Het attest-met-productcertificaat kan met toepassingsvoorbeelden de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag vermelden. Deze bedraagt ten minste 30 minuten. BEPERKING VAN ONTSTAAN VAN ROOK; BB-AFD. 2.15 3.1.4 Rookdichtheid; Prestatie-eisen, BB-artikel 2.125 Een constructieonderdeel moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 2.125. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven rookklasse, bepaald overeenkomstig NEN 6066, dan wel NEN-EN 13501-1, juist is. Het attest-met-productcertificaat vermeldt de rookklasse van de houten buitendeur. De rookdichtheid bedraagt ten hoogste 10 m -1, dan wel behoort tot rookklasse s2. BEPERKING VERSPREIDING VAN ROOK; BB-AFD. 2.16 3.1.5 Weerstand tegen rookdoorgang; Prestatie-eisen, BB-artikel 2.134 Een bouwconstructie moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 2.134. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties, bepaald overeenkomstig NEN 6075, juist zijn. Het attest-met-productcertificaat kan voor toepassingsvoorbeelden de weerstand tegen rookdoorgang vermelden. Deze bedraagt ten minste 30 minuten. INBRAAKWERENDHEID; BB-AFD. 2.25 3.1.6 Inbraakwerendheid; Prestatie-eisen, BB-artikel 2.214 Deuren, ramen, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen in scheidingsconstructies moeten voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 2.214. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties, bepaald overeenkomstig NEN 5096, juist zijn. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse van inbraakwerendheid vermelden. Deze bedraagt ten minste weerstandsklasse 2. 7

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 8 van 51 3.2 Voorschriften uit het oogpunt van gezondheid BESCHERMING TEGEN GELUID VAN BUITEN; BB-AFD. 3.1 3.2.1 Karakteristieke geluidwering; Prestatie-eisen, BB-artikel 3.1 De karakteristieke geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies moet voldoen aan de prestatieeisen zoals aangewezen in tabel 3.1. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties, bepaald overeenkomstig NEN 5077, juist zijn. Toelichting: In NEN 5077, paragraaf 5.3.5 is aangegeven hoe de karakteristieke geluidwering van de buitengevel (G A;k) kan worden berekend, indien de geluidwering van de van de buitengevel (G A) bekend is. De publicatie Geluidwering in de woningbouw geeft berekeningsmethoden voor het berekenen van de geluidwering van de buitengevel (G A) indien de geluidisolatie van de onderdelen van de buitengevel voor standaard buitengeluid (R A) bekend is. Het attest-met-productcertificaat vermeldt voor toepassingsvoorbeelden de waarde voor de geluidwering voor het standaard buitengeluid (R A). GELUIDWERING TUSSEN RUIMTEN VAN VERSCHILLENDE GEBRUIKSFUNCTIES; BB-AFD. 3.5 3.2.2 (Al dan niet karakteristieke) isolatie-index; Prestatie-eisen, BB-artikel 3.17 De karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid en de isolatie-index voor contactgeluid voor geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een ander verblijfsgebied moeten voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 3.17. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties, bepaald overeenkomstig NEN 5077, juist zijn. Het attest-met-productcertificaat kan met toepassingsvoorbeelden de karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid en de isolatie-index voor contactgeluid voor geluidsoverdracht vermelden. Deze hebben minimale waarden zoals aangegeven in BB-tabel 3.17. WERING VAN VOCHT VAN BUITEN; BB-AFD. 3.6 3.2.3 Waterdichtheid; Prestatie-eisen, BB-artikel 3.22 De waterdichtheid van een uitwendige scheidingsconstructie moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 3.22. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties, bepaald overeenkomstig NEN 2778, juist zijn. Toelichting: Het bepalen van de waterdichtheid van houten buitendeuren, geplaatst in een kozijn kan overeenkomstig NEN-EN 1027 geschieden, waarbij de vereiste grenswaarde voor de optredende stuwdruk zoals vermeld in tabel 2 van NEN 2778 maatgevend is voor de vereiste toetsingsdruk, waarbij geen waterlekkage mag optreden. De resultaten van deze beproevingsmethode geven prestaties die ten minste vergelijkbaar zijn met de resultaten, bepaald overeenkomstig de in het Bouwbesluit vermelde methode. Het attest-met-productcertificaat geeft voor toepassingsvoorbeelden de maximale toetsingsdruk, waarbij de houten buitendeur, geplaatst in een kozijn, nog waterdicht is. 8

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 9 van 51 BEPERKING TOEPASSING VAN SCHADELIJKE MATERIALEN; BB-AFD. 3.15 3.2.4 Beperking toepassing schadelijke materialen; Prestatie-eisen, BB-artikel 3.106 In houten buitendeuren toegepaste materialen waaruit giftige of hinderlijke stoffen kunnen vrijkomen, moeten voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 3.106. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven materialen voldoen aan de voorschriften. Het attest-met-productcertificaat vermeldt dat de toegepaste materialen voldoen aan de voorschriften. 3.3 Voorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid VRIJE DOORGANG; BB-AFD. 4.3 3.3.1 Vrije doorgang (nieuwbouw); Prestatie-eisen, BB-artikel 4.10 De vrije doorgang van een toegang tot een ruimte moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 4.10. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven afmetingen juist zijn. Het attest-met-productcertificaat vermeldt voor toepassingsvoorbeelden de afmetingen van de vrije doorgang. Opmerking Bij toepassing in bestaande bouw zijn de afmetingen van deuren afhankelijk van het aanwezige bouwkundige kader en kunnen afwijken van de vereiste afmetingen. BEREIKBAARHEID; BB-AFD. 4.4 3.3.2 Drempelhoogte; Prestatie-eisen, BB-artikel 4.16 Het hoogteverschil van een vloer ter plaatse van de toegang van een woonfunctie of toegankelijkheidssector met de vloer van een aangrenzende ruimte of het aansluitende terrein moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 4.16. Attesteringsonderzoek Indien een deur met kozijn wordt geleverd, wordt gecontroleerd of de opgegeven drempelhoogte, inclusief een eventuele slijtstrip, juist is. Het attest-met-productcertificaat kan voor toepassingsvoorbeelden de drempelhoogte geven. Deze bedraagt ten hoogste 0,02 m. 3.4 Voorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid THERMISCHE ISOLATIE; BB-AFD. 5.1 3.4.1 Warmtedoorgangscoëfficiënt; Prestatie-eisen, BB-artikel 5.1 De warmtedoorgangscoëfficiënt van ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen, moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 5.1. 9

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 10 van 51 Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de warmtedoorgangscoëfficiënt, bepaald overeenkomstig NEN 1068, juist is. Het attest-met-productcertificaat vermeldt de warmtedoorgangscoëfficiënt van de houten buitendeuren. Deze bedraagt ten hoogste 4,2 W/m 2 K. BEPERKING VAN LUCHTDOORLATENDHEID; BB-AFD. 5.2 3.4.2 Luchtvolumestroom; Prestatie-eisen, BB-artikel 5.8 De luchtvolumestroom van het totaal aan verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten van een gebruiksfunctie waarin ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructie-onderdelen zijn opgenomen, moet voldoen aan de prestatie-eisen zoals aangewezen in tabel 5.8. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven luchtvolumestroom per m 1 kier en sluitnaad, bepaald overeenkomstig NEN 2686, juist is. Toelichting: Het bepalen van de luchtdoorlatendheid van houten buitendeuren, geplaatst in een kozijn, kan overeenkomstig de in par. 11.1.4 van deze BRL gegeven beproevingsmethode geschieden. De resultaten van deze beproevingsmethode geven prestaties die ten minste vergelijkbaar zijn met de resultaten, bepaald overeenkomstig de in het Bouwbesluit vermelde methode. Het attest-met-productcertificaat vermeldt de bijdrage van kieren en aansluitnaden aan de luchtvolumestroom. 10

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 11 van 51 4 BEPROEVINGEN EN CLASSIFICATIE IN HET KADER VAN NEN-EN 14351-1 Hoofdstuk 4 is facultatief. Het betreft beproevingen en classificatie van producteigenschappen die in de naaste toekomst benodigd zijn voor CE-markering van houten buitendeuren overeenkomstig NEN-EN 14351-1 4.1 Weerstand tegen windbelastingen; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.2 De weerstand tegen windbelasting dient bepaald te worden overeenkomstig NEN-EN 12211. De doorbuiging van de onderdelen (tussenstijlen en tussendorpels) moet bepaald worden door middel van berekeningen of beproeving (referentiemethode). De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 12210 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de weerstand tegen windbelastingen (toetsingsdruk en doorbuiging) overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.2 Waterdichtheid; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.5 De waterdichtheid dient bepaald te worden overeenkomstig NEN-EN 1027. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 12208 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de waterdichtheid overeenkomstig tabel 2 uit NEN- EN 14351-1 weergeven. 4.3 Beperking toepassing van schadelijke materialen; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1; 4.6 De in houten buitendeuren toegepaste materialen mogen geen stoffen bevatten waaruit giftige of hinderlijke stoffen kunnen vrijkomen die schadelijk kunnen zijn voor hygiëne, gezondheid en milieu. Het attest-met-productcertificaat vermeldt dat de toegepaste materialen voldoen aan de voorschriften. 4.4 Dynamische belasting; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.7 De dynamische belasting van houten buitendeuren met vakvullingen voorzien van glas of ander breekbaar materiaal dient bepaald te worden overeenkomstig NEN-EN 13049. Indien gevraagd, de test dien vanaf beide zijden uitgevoerd te worden. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 13049 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de dynamische belasting overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.5 Dragend vermogen van veiligheidsvoorzieningen; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.8 Veiligheidsvoorzieningen moeten in staat zijn om een deur of raam 60 seconden op zijn plaats te houden bij een belasting van 350 N op de ongunstigste positie. De dorpelsterkte dient bepaald te worden overeenkomstig NEN-EN 14609 of door middel van berekening. Het attest-met-productcertificaat kan een grenswaarde voor het dragend vermogen overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.6 Hoogte en breedte van deuren en Franse balkondeuren; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.9 De vrije hoogte en breedte van de doorgang bij deuren en Franse balkondeuren (zie NEN-EN 12519, 3.1) moet weergegeven worden in mm. Daar waar de onderdorpel en de bovendorpel niet parallel lopen dient de maximum en minimum hoogte vermeld te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de waarde voor de vrije hoogte en breedte van de doorgang 11

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 12 van 51 weergeven. 4.7 Ontsluitingsmogelijkheid; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.10 Nood- en panieksluitingen gemonteerd op deuren in vluchtroutes dienen te voldoen aan: NEN-EN 179, NEN-EN 1125, pren 13633 of NEN-EN 13637. Het attest-met-productcertificaat kan de resultaten weergeven. 4.8 Akoestische eigenschappen; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.11 De akoestische eigenschap dient bepaald te worden overeenkomstig NEN-EN-ISO 140-3 (referentie methode). De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN-ISO 717-1 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan een gedeclareerde waarde voor de akoestische eigenschappen (R w, C, C ttr) in db overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.9 Warmteoverdracht; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.12 De warmteoverdracht dient bepaald te worden overeenkomstig: - NEN-EN-ISO 10077-1, tabel F.1; of door middel van berekening overeenkomstig: - NEN-EN-ISO 10077-1 of - NEN-EN-ISO 10077-1 en NEN-EN -ISO 10077-2; of door middel van de hot box methode overeenkomstig: - NEN-EN-ISO 12567-1. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN-ISO 10077-1 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan een gedeclareerde waarde voor de warmteoverdracht (R d) in W/m 2 K overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.10 Zonne-energietransmissie; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.13 De zonne-energietransmissie (zontoetredingsfactor) dient bepaald te worden overeenkomstig: - NEN-EN 410; of indien van toepassing: - NEN-EN 13363-1 of - NEN-EN 13363-2. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 410 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan een gedeclareerde waarde van de zonne-energietransmissie (zontoetredingsfactor, g-waarde) overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.11 Luchtdoorlatenheid; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.14 De luchtdoorlatendheid dient bepaald te worden overeenkomstig NEN-EN 1026, waarbij de volgende twee proeven worden doorgevoerd: - met een positieve druk; - met een negatieve druk. De resultaten, zijnde de numerieke gemiddelden van de luchtdoorlatendheid van de twee proeven, in m 3 /h, dienen overeenkomstig NEN-EN 12207 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de luchtdoorlatendheid overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 12

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 13 van 51 4.12 Duurzaamheid; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.15 De producent dient informatie te verstrekken over het onderhoud en de vervangbaarheid van onderdelen. De duurzaamheid heeft betrekking op de volgende eigenschappen: - waterdichtheid en luchtdoorlatendheid: de vervangbaarheid van tochtstrippen; - warmtedoorgang: het gedrag van isolerende beglazing op lange termijn; - ontsluitingsmogelijkheden: de duurzaamheid dient te worden aangetoond door te voldoen aan de eisen van par. 4.7 van deze BRL; - bedieningskrachten: de duurzaamheid dient te worden aangetoond door te voldoen aan de eisen van par. 4.13 van deze BRL. Het attest-met-productcertificaat kan informatie over het onderhoud en de vervangbaarheid van onderdelen weergeven. 4.13 Bedieningskrachten; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.16 De bedieningskrachten van handmatig te openen deuren dienen te worden bepaald overeenkomstig NEN-EN 12046-2. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 12217 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de bedieningskrachten overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.14 Mechanische sterkte; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.17 De mechanische sterkte van deuren dient te worden bepaald overeenkomstig NEN-EN 947, NEN-EN 948, NEN-EN 949 en NEN-EN 950. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 1192 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de mechanische sterkte overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.15 Ventilatie; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.18 De luchtdoorlatendheid van in deuren opgenomen ventilatieroosters dienen te worden bepaald overeenkomstig par. 4.1 van NEN-EN 13141-1. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 13141-1 weergegeven te worden als: - de luchtstroom karakteristiek (K) en de stromingsexponent (n); - de luchtdoorlatendheid bij 4, 8, 10 en 20 Pa drukverschil; - de luchtvolumestroom q v = K( p) n. Het attest-met-productcertificaat kan een gedeclareerde waarde voor de ventilatie overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.16 Kogelwerendheid; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.19 De kogelweerstand van deuren dient te worden bepaald overeenkomstig NEN-EN 1523. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 1522 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de kogelweerstand overeenkomstig tabel 2 uit NEN- EN 14351-1 weergeven. 4.17 Explosieweerstand, schokbuis; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.20.1 De explosieweerstand van deuren door een schokbuis dient te worden bepaald overeenkomstig 13

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 14 van 51 NEN-EN 13124-1. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 13123-1 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de explosieweerstand door een schokbuis overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.18 Explosieweerstand, veldproef; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.20.2 De explosieweerstand van houten buitendeuren door een veldproef dient te worden bepaald overeenkomstig NEN-EN 13124-2. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 13123-2 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de explosieweerstand door een veldproef overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.19 Herhaald openen en sluiten; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.21 De weerstand tegen herhaald openen en sluiten van deuren dient te worden bepaald overeenkomstig NEN-EN 1191. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 12400 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de weerstand tegen herhaald openen en sluiten overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.20 Gedrag tussen twee verschillende klimaten; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.22 Het gedrag van deuren geplaatst tussen twee verschillende klimaten dient te worden bepaald volgens NEN-EN 1121. De resultaten dienen overeenkomstig NEN-EN 12219 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor het gedrag van deuren bij plaatsing tussen twee klimaten overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 4.21 Inbraakwerendheid; Prestatie-eisen, NEN-EN 14351-1: 4.23 De inbraakwerendheid van houten buitendeuren dient te worden bepaald volgens: - ENV 1628 - ENV 1629 en - ENV 1630. De resultaten dienen overeenkomstig NVN-ENV 1627 weergegeven te worden. Het attest-met-productcertificaat kan de klasse voor de inbraakwerendheid overeenkomstig tabel 2 uit NEN-EN 14351-1 weergeven. 14

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 15 van 51 5 PRESTATIE-EISEN PRIVAATRECHTELIJK, ATTESTERINGSONDERZOEK EN KWALITEITSVERKLARING 5.1 Sterkte en stijfheid van de deur Prestatie-eis De deur mag niet bezwijken en geen grotere blijvende vormverandering hebben dan 0,3 mm bij beproeving overeenkomstig par. 10.1.1 van deze BRL. Attesteringsonderzoek Onderzocht wordt of de houten buitendeur voldoet aan deze eis. In het attest-met-productcertificaat wordt vermeld dat het deurblad bestand is tegen een breukbelasting van 10 kn. Bovendien wordt vermeld dat de blijvende vormverandering 0,3 mm is. 5.2 Aanvullende eis voor verbindingen stapeldorpelconstructies t.o.v. paragraaf 4.2.3 De waterdichtheid van de verbindingen tussen de onderdelen waaruit een stapeldorpelconstructie is opgebouwd, moet, bepaald overeenkomstig par. 10.2 van deze BRL, waterdicht zijn tot een toetsingsdruk van 300 Pa. Attesteringsonderzoek Onderzocht wordt of de houten buitendeur voldoet aan deze eis. Het attest-met-productcertificaat vermeld dat aan de bovenstaande is voldaan 5.3 Bedienbaarheid Houten buitendeuren dienen in de regel door een ieder geopend, gesloten en afgesloten te kunnen worden. Prestatie-eis De maximale krachten waarmee deuren met de te verwachten kromming geopend, gesloten resp. afgesloten moeten kunnen worden, dienen te voldoen aan NEN 3662. Attesteringsonderzoek Onderzocht wordt of aan de eis wordt voldaan. Het attest-met-productcertificaat vermeld dat aan de bovenstaande is voldaan. 5.4 Vormstabiliteit Een deur dient, uitgaande van de toegestane uitbuiging en scheluwte in de gebruiksfase, zodanig vormstabiel te blijven dat aan de eisen m.b.t. de lucht- en waterdichtheid, geluid, inbraakwerendheid en bedieningsgemak etc., blijvend wordt voldaan, met inachtname van een adequaat onderhoud. Bepalingsmethode De bepaling van de vormstabiliteit - uitbuiging en scheluwte - geschiedt overeenkomstig NEN-EN 1121 en is beschreven in par. 10.1.2 of 10.1.3 (facultatief). 15

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 16 van 51 Attesteringsonderzoek Onderzocht wordt of de door de aanvrager opgegeven vormverandering overeenkomt met een van de klassen overeenkomstig onderstaande tabel 1. Tabel 1: Klassen m.b.t. de weerstand tegen uitbuiging loodrecht op deurvlak en scheluwte Klasse Eisen in mm volgens NEN- NEN-EN 1121 In de praktijk te verwachten maximale uitbuiging in mm bepaald overeenkomstig NEN-EN 952 0 * Geen > 8 I 0-8 8 II 0-4 6 III 0-2 4 In het attest-met-productcertificaat worden de prestaties van de deur in klassen van uitbuiging en scheluwte vermeld. 5.5 Wering van vocht van buiten Prestatie-eisen Houten deuren voor niet tot bewoning bestemde gebouwen (o.a. garagedeuren, bergingsdeuren), geplaatst in een kozijn, moeten ten minste regenwerend zijn. Bepalingsmethode De regenwerendheid wordt bepaald overeenkomstig NEN 2778. Toelichting: Een scheidingsconstructie is volgens NEN 2778 regenwerend als eraan de binnenzijde van de scheidingsconstructie geen water visueel waarneembaar is, bij vier uur beproeving zonder luchtdrukverschil over de constructie. Attesteringsonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestatie juist is. Het attest-met-productcertificaat geeft toepassingsvoorbeelden die regenwerend zijn. 16

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 17 van 51 6 PRODUCT(IE)EISEN 6.1 Vormtoleranties: deurblad zonder kozijn Deuren worden in de definitieve afmetingen afgeleverd waarbij de volgende toleranties zijn toegestaan. 6.1.1 UITBUIGING EN SCHELUWTE De maximaal toelaatbare uitbuiging en scheluwte, gemeten bij aflevering, is 3 mm, gemeten overeenkomstig NEN-EN 952. 6.1.2 RECHTHOEKIGHEID De lengte van de diagonalen van de deur, met uitzondering ingemeten deuren, mogen niet meer verschillen dan 1 mm vermeerderd met 0,5 mm/m diagonaallengte of gedeelte daarvan met een maximum van 2 mm. 6.1.3 AFWIJKINGEN VAN DE NOMINALE MATEN DEURAFMETINGEN Bepaald volgens NEN-EN 951 voor hoogte en breedte van pasmaatdeuren ± 1 mm, overige deuren minimaal - 0 mm. 6.1.4 NOMINALE MATEN VOOR DIKTE Bepaald volgens NEN-EN 951 voor de dikte: ± 1,0 mm. 6.2 Stijlen en dorpels Stijlen en dorpels moeten aan de buitenzijde (blootgesteld aan de weersinvloeden) zijn afgerond waarbij de straal min. 3 mm is. Aan de binnenzijde kunnen de profielen worden afgerond, schuine kanten van ca. 3 mm zijn toepasbaar. Stijlen en dorpels van naaldhout met uitzondering van w.r. cedar en redwood, moeten zijn gelamineerd overeenkomstig BRL 2902 en/of zijn gevingerlast overeenkomstig BRL 1704-2. Hiervan mag worden afgeweken als rift gezaagd Oregon pine wordt toegepast. Onder rift gezaagd wordt in dit kader verstaan: - hout waarvan de inwendige hoek van de groeiringen ten opzichte van de breedte van het hout 90º ± 30º is. 6.3 Verbindingen Verbindingen dienen dicht te zijn en dicht te blijven. Verbindingen in (massieve) deuren dienen zodanig te zijn uitgevoerd dat: - beproefd overeenkomstig par. 10.2 géén waterdoorslag optreedt; - beproefd overeenkomstig par. 10.1.1 voldaan wordt aan de sterkte- en stijfheidseis; - beproefd overeenkomstig par. 10.1.5 geen capillaire naden ontstaan. 6.4 Samengestelde constructies (vlakke deuren en sandwich panelen) Het raamwerk dient met houtsoorten conform par. 7.1.5 te worden opgebouwd. Bij het bepalen van de minimale breedte van het randhout moet rekening gehouden worden met de bevestiging van het hang- en sluitwerk. De voorgeschreven schroeflengten dienen geheel in het randhout opgenomen te kunnen worden. De beplating, het raamwerk en de vulling dienen één geheel te vormen. Voor de toe te passen lijmen wordt verwezen naar par. 7.8. 6.5 Afdichten kops hout Alle vlakken bij houtsoorten uit de duurzaamheidsklassen A en B, die in de gebruiksfase en uitvoeringsfase direct aan het buitenklimaat worden blootgesteld, dienen te worden afgedicht met een middel waarvan volgens de beoordelingsgrondslag voor afdichtmiddelen voor de timmerindustrie (SKH- Publicatie 04-01) is aangetoond dat deze geschikt zijn voor deze toepassing. Onder afdichten van kops hout wordt verstaan: 17

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 18 van 51 "Het behandelen van kops hout (omkanten, glasopeningen, brievengleuven, slotgaten weldorpels etc.) of de randen van plaatmateriaal om het materiaal te beschermen tegen vochtindringing. Het gaat hierbij om die delen die rechtstreeks worden belast door het buitenklimaat". 6.6 Reparaties Kleine onregelmatigheden in hout, zoals scheuren en toelaatbare kwasten, kunnen worden gevuld met een daartoe geschikt vulmiddel. Een vulmiddel moet de eigenschappen bezitten zoals aangegeven in par. 7.11. Bij toepassing van transparante afwerking (TA) zijn geen reparaties toelaatbaar in de vlakken die blijvend in het zicht komen. Reparaties in aan het zicht onttrokken sponningen zijn toegestaan. 6.7 Infrezingen/omfrezingen Voor plaatsbepaling van scharnieren en krukgat (tenzij anders overeengekomen) wordt verwezen naar de figuren 1 en 2 van bijlage 1 en bijlage 4. Voor infrezingen van hang- en sluitwerk wordt verwezen naar de SKH-publicatie 98-08 en de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant/-leveranciers van deze producten. Deuren moeten aan de sluitzijde worden armgeschaafd naar de aanslagzijde. De schaafhoek moet 3 o ± 0,5 o zijn vanaf een deurbreedte van 600mm, voor smallere deuren is de schaafhoek 4,5 o ± 0,5 o 6.8 Beglazing De beglazing van deuren is overeenkomstig NEN-EN 12488 en NEN-EN-ISO 14439; uitsluitend van binnenuit beglazen is toegestaan. Hierbij dient tevens te worden opgemerkt dat glas plus eenzijdige afdichting binnen de sponningdiepte moet vallen. Ruiten kunnen overeenkomstig NEN 3576 volgens de volkitmethode worden beglaasd. 6.9 Brievengleuven Brievengleuven of -bussen moeten voldoen aan NEN 1770. 6.10 Aanvullende voorwaarden concept I 6.10.1 GRONDLAKSYSTEEM Het grondlaksysteem moet voldoen aan de eisen zoals opgenomen in bijlage 6. Aan de eisen voor het grondlaksysteem, zoals opgenomen in bijlage 6, wordt geacht te zijn voldaan als het grondlaksysteem aangebracht wordt overeenkomstig de praktijkrichtlijn zoals opgenomen in bijlage 7. 6.11 Aanvullende voorwaarden concept II 6.11.1 INFREZINGEN T.B.V. HANG- EN SLUITWERK EN BESLAG De houten buitendeuren dienen door de certificaathouder te worden voorzien van infrezingen t.b.v. hangen sluitwerk en beslag conform par. 6.7. 6.11.2 VOORLAKSYSTEEM Het voorlaksysteem moet voldoen aan de eisen zoals opgenomen in bijlage 6. Aan de eisen voor het voorlaksysteem, zoals opgenomen in bijlage 6, wordt geacht te zijn voldaan als het voorlaksysteem aangebracht wordt overeenkomstig de praktijkrichtlijn zoals opgenomen in bijlage 7. 6.11.3 BEGLAZEN SAMENGESTELDE VLAKKE DEUREN Samengestelde vlakke houten buitendeuren dienen door of onder verantwoordelijkheid van de certificaathouder fabrieksmatig beglaasd te worden conform par. 6.8. 6.11.4 BESCHERMEN OP DE BOUW Door of onder verantwoordelijkheid van de certificaathouder moeten beschermingsmaatregelen getroffen worden die waarborgen dat de meegegeven eigenschappen niet nadelig worden beïnvloed. Deze tijdelijke beschermende voorzieningen moeten gedurende de verplaatsing naar, de verwerking op de bouwplaats en gedurende de gehele bouwfase gehandhaafd blijven. 18

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 19 van 51 6.12 Aanvullende voorwaarden concept III 6.12.1 INFREZINGEN T.B.V. HANG- EN SLUITWERK EN BESLAG De houten buitendeuren dienen door de certificaathouder te worden voorzien van infrezingen t.b.v. hangen sluitwerk en beslag conform par. 6.7. 6.12.2 AFLAKSYSTEEM Het aflaksysteem moet voldoen aan de eisen zoals opgenomen in bijlage 6. Aan de eisen voor het aflaksysteem, zoals opgenomen in bijlage 6, wordt geacht te zijn voldaan als het aflaksysteem aangebracht wordt overeenkomstig de praktijkrichtlijn zoals opgenomen in bijlage 7. 6.12.3 BEGLAZEN De houten buitendeuren dienen door of onder verantwoordelijkheid van de certificaathouder fabrieksmatig beglaasd te worden conform par. 6.8. 6.12.4 MONTEREN HANG- EN SLUITWERK EN BESLAG De houten buitendeuren dienen door of onder verantwoordelijkheid van de certificaathouder fabrieksmatig te worden voorzien van hang- en sluitwerk en beslag.9 6.12.5 AFHANGEN HOUTEN BUITENDEUREN De houten buitendeuren moeten door of onder verantwoordelijkheid van de certificaathouder overeenkomstig de eisen zoals opgenomen in BRL 0808 worden afgehangen. 6.12.6 BESCHERMEN OP DE BOUW De houten buitendeuren moeten door of onder verantwoordelijkheid van de certificaathouder voorzien worden van tijdelijke beschermende voorzieningen. 6.13 Opslag en transport De opslag en het transport van de deuren moeten op zodanige wijze plaatsvinden dat de meegegeven eigenschappen niet nadelig worden beïnvloed. 19

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 20 van 51 7 EISEN TE STELLEN AAN MATERIALEN Niet in dit hoofdstuk opgenomen materialen dienen gerelateerd aan het toepassingsgebied te voldoen aan de geldende normen of BRL. 7.1 Hout Algemeen: Hout voor de toepassing in houten buitendeuren moet voldoen aan de eisen zoals vermeld in de beoordelingsgrondslag Houtsoorten voor toepassing in geveltimmerwerk; toelatingseisen en bepalingsmethoden (zie SKH-publicatie 97-04). Houtsoorten vermeld in katern 31 van de KVT en/of SKH-publicatie 99-05 voldoen aan de gestelde eisen. 7.1.1 HOUT VOOR STIJLEN EN DORPELS Hout voor stijlen en dorpels moet voldoen aan de kwaliteitseisen vermeld in bijlagen 2 en 3. 7.1.2 HOUT VOOR GLASROEDEN Glasroeden moeten in de zin van NEN 5461 foutvrij zijn; overige eisen zie bijlagen 2 en 3. 7.1.3 HOUT VOOR GLAS- EN SPONNINGLATTEN Het hout moet in de zin van NEN 5461 foutvrij zijn; overige eisen zie bijlagen 2 en 3. 7.1.4 EISEN VOOR DEUVELS Deuvels moeten voldoen aan de eisen zoals gesteld in BRL 2908 "Houten deuvels". 7.1.5 HOUT VOOR RAAMWERKEN VAN VLAKKE/SAMENGESTELDE DEUREN In het algemeen komen houtsoorten uit duurzaamheidsklasse A, in de regel meranti, in aanmerking voor deze toepassing. Andere houtsoorten, die voldoen aan par. 7.1, kunnen worden toegepast als daarvan is aangetoond dat zij met de toegepaste dekplaten sterke en duurzame lijmverbindingen kunnen geven. Combinaties van houtsoorten kunnen worden toegepast als de krimp- en zwelgetallen niet meer dan 20% uiteenliggen. 7.1.6 VULHOUT VAN VLAKKE/SAMENGESTELDE DEUREN Afwijkende eisen voor vulhout t.o.v. bijlagen 2 en 3. - Vaste en gezonde kwasten zijn toegestaan. - Eén harsgang per onderdeel is toegestaan. 7.2 Vochtgehalte Massieve deuren: 14 ± 2 % Hout voor raamwerk, lattenvulling, klossen, etc. t.b.v. vlakke deuren: 12 ± 2 % Glas- en sponninglatten: 14 ± 2 % 7.3 Gelamineerd hout Gelamineerd hout voor deuren moet voldoen aan de eisen zoals gesteld in de BRL 2902. 7.4 Gevingerlast hout Gevingerlast hout voor deuren moet voldoen aan de eisen zoals gesteld in de BRL 1704-2. 7.5 Plaatmaterialen Overfineren met edele, decoratieve fineren is uitsluitend toegestaan met gestoken fineren en als deze direct op het plaatmateriaal wordt gelijmd in een daartoe ingerichte pers 20

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 21 van 51 7.5.1 TRIPLEX / MULTIPLEX Triplex (alsmede multiplex) voor deuren moet voldoen aan de eisen van BRL 1705. Klasse C voor transparante afwerking of klasse D voor dekkende afwerking en hetgeen onder 7.5 is gesteld. De minimale dikte voor dekplaten is 5 mm (tol. -0,3 mm). 7.5.2 MDF / HDF MDF/HDF voor de toepassing als dekplaten in vlakke deuren of als panelen dient te voldoen aan de eisen zoals vermeld in de beoordelingsgrondslag MDF/HDF voor toepassing in geveltimmerwerk; toelatingseisen en bepalingsmethoden (zie SKH-publicatie 02-04). 7.5.3 KUNSTSTOF PLATEN Overeenkomstig BRL 4104-04. 7.5.4 KURK Kurk als vulling voor vlakke deuren is toegestaan als is aangetoond dat is voldaan aan de eisen zoals opgenomen in par. 10.1.5 van deze BRL. De eigenschappen van het toegepaste kurk worden vastgelegd in de kwaliteitsverklaring en/of het kwaliteitssysteem van de desbetreffende producent. 7.5.5 SCHUIMMATERIALEN EPS EN PU Schuimmaterialen met een volumieke massa > 30 kg/m 3 als vulling voor vlakke deuren is toegestaan als is aangetoond dat is voldaan aan de eisen zoals opgenomen in par. 10.1.5 van deze BRL. De eigenschappen van het toegepaste schuimmateriaal worden vastgelegd in de kwaliteitsverklaring en/of het kwaliteitssysteem van de desbetreffende producent. 7.6 Glas Voor glas gelden de volgende normen: - spiegelglas dient te voldoen aan NEN-EN 572-8; - isolerend dubbelglas dient te voldoen aan NEN 3567; - voorgespannen glas dient te voldoen aan NEN 3568. - veiligheidsglas moet voldoen aan de eisen zoals vermeld BRL 2201, BRL 2202 of BRL 3105. 7.7 Metalen onderdelen 7.7.1 HANG- EN SLUITWERK Hang- en sluitwerk dient te voldoen aan NEN 5089/BRL 3104. Hangwerk Met betrekking tot het maximaal toelaatbare gewicht van deuren wordt verwezen naar bijlage 4. Sluitwerk Meerpuntsluitingen dienen zodanig te zijn uitgevoerd dat de maximaal te verwachten kromming (zie tabel in par. 5.4) van de deur kan worden overbrugd. De toleranties van posities van sluitpunten in meerpuntssluitingen bedragen < 0,5 mm. 7.7.2 ALUMINIUM PROFIELEN Aluminium profielen moeten zijn van de legering EN-AW-6060T6 conform NEN-EN 573 delen 3 en 4 en NEN-EN 755 deel 2. Aluminium profielen dienen te zijn geanodiseerd volgens de kwaliteitseisen Qualanod of te zijn gemoffeld volgens de kwaliteitseisen Qualicoat. 7.7.3 STALEN PROFIELEN Indien t.b.v. de stabiliteit van de vlakke deuren stalen stabilisatieprofielen worden toegepast dan dienen deze overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461 corrosiewerend te zijn behandeld tot een minimale zinklaagdikte van 10 μm. 21

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 22 van 51 7.7.4 BEVESTIGINGSMIDDELEN Verbindingsmiddelen zoals nagels, schroeven, stiften, krammen en nieten dienen te zijn vervaardigd van verzinkt staal, aluminium, koperzink (messing) of corrosievast staal. De toepassing daarvan is afhankelijk van het materiaal waarvan de scharnieren, sloten, sluitkommen of -kasten en profielen zijn vervaardigd en afhankelijk van de mate waarin agressieve stoffen in het hout voorkomen. Bij de bevestiging van western red cedar en redwood dienen schroeven met doorlopende draad te worden toegepast. 7.8 Lijm Lijm voor de toepassing in hoekverbindingen (massieve deuren opgebouwd uit stijlen en dorpels) moet voldoen aan de eisen gesteld in de BRL 2339, delen 1 en 2c. Voor het lijmen van dekplaten (vlakke deuren) moet lijm voldoen aan de beproevingseisen zoals gesteld in par. 10.1.5 (geen capillaire naden) en par. 10.3.1 (kwaliteit lijmverbindingen). 7.9 Kitten Alleen duurzaam elastisch kit, volgens NEN-ISO 11600, mag worden toegepast. 7.10 Grondlaksystemen Grondlaksystemen moeten voldoen aan de eisen zoals vermeld in BRL 0814. 7.11 Reparaties/vulmiddelen Een vulmiddel moet voldoen aan de eisen zoals vermeld in de SKH beoordelingsgrondslag 02-03. 22

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 23 van 51 8 ALGEMENE VOORWAARDEN Het bedrijf waarin de houten buitendeuren worden vervaardigd dient alle deuren die voldoen aan de technische specificatie zoals opgenomen moet worden in de kwaliteitsverklaring te voorzien van KOMO - keurmerk. 8.1 Deskundigheid medewerkers Kwaliteit van houten buitendeuren is niet alleen afhankelijk van de kwaliteit van de materialen, de geschiktheid van machines, installaties en gereedschappen of de juistheid van verbindingen en details, maar evenzeer van het vakmanschap waarmee de productie tot stand komt. Het bedrijf waarin houten buitendeuren worden vervaardigd moet over deskundige medewerkers beschikken. Tenminste een van de voor de productie verantwoordelijke personen moeten beschikken over: - kennis van de Nederlandse-, Engelse- of Duitse taal; werkinstructies moeten ook in de lokale taal beschikbaar zijn; - kennis van de materialen die worden voorgeschreven, worden toegepast en worden verwerkt. Daarbij moet men kennis hebben van de aansluitingen waarvan de houten buitendeur in zijn gebruikssituatie onderdeel uitmaakt; - kennis van de wijze waarop houten onderdelen worden bewerkt en verbonden, tot uitdrukking komend in de vaardigheid tekeningen en details te lezen en te vervaardigen; - kennis van de opslag van halfproducten, van het productiegereed maken, van het machinaal vervaardigen en van de behandeling van de houten buitendeur, de daarbij voorkomende bewerkingen en handelingen en hun volgorde, alsmede de daarvoor te gebruiken machines, gereedschappen en overige installaties, ter afronding van het te leveren product. 8.2 Inrichting van productie- en opslagruimtes 8.2.1 ALGEMEEN Bedrijven waar houten buitendeuren worden vervaardigd, dienen over voldoende en voor de fabricage geschikte productie- en opslagruimtes te beschikken. Het bedrijf dient te beschikken over: - een bedrijfsruimte, alsmede een overdekte opslagplaats ten behoeve van grondstoffen en eindproducten; - zodanige ruimten voor de productie van houten buitendeuren dat weersgesteldheden geen nadelige invloed hebben op het fabricageproces. De inrichting van het bedrijf moet zodanig zijn, dat bij de opslag van materialen de kwaliteit en de duurzaamheid gewaarborgd blijven en geen blijvende vormverandering optreedt; - een adequaat aan de aard van de omvang van de productie aangepast machinepark. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op eisen en aanwijzingen voor de productrealisatie met betrekking tot: - het binnenklimaat; - de benodigde installaties, apparatuur en controlemiddelen; - de lay-out van de productieruimte. 8.2.2 BINNENKLIMAAT Algemeen geldt dat materiaaleigenschappen van toe te passen materialen niet negatief beïnvloed mogen worden door binnenklimaat en binnenklimaatveranderingen. Hierna wordt ingegaan op eisen gesteld aan temperatuur en relatieve luchtvochtigheid voor met name die ruimten waar het hout verblijft vanaf de eerste bewerking tot het moment dat het gemonteerde product van de vereiste oppervlakbescherming is voorzien. Het betreft de ruimtes zoals de machinale afdeling, opsluitafdeling en ruimtes voor tussenopslag. N.B. Ook gedurende perioden dat er niet gewerkt wordt, dienen de aan het binnenklimaat gestelde eisen gehandhaafd te blijven. 23

Houten buitendeuren 15-03-2006 Pagina 24 van 51 8.2.3 RELATIEVE LUCHTVOCHTIGHEID In de hiervoor omschreven ruimtes dient een relatieve luchtvochtigheid van 50% te heersen bij een vereiste gemiddelde houtvochtgehalte van 14 +/- 2 %. N.B. Wanneer er op enig moment sprake is van de aanwezigheid van grote hoeveelheden van dezelfde houtsoort, wordt aangeraden om de relatieve luchtvochtigheid in de betreffende ruimtes zo goed mogelijk af te stemmen op de vereiste gemiddelde vochtgehalte van het hout. Bij gevaar voor onderschrijding van de gewenste of de minimale relatieve luchtvochtigheid dient de lucht in de ruimte kunstmatig te worden bevochtigd. 8.2.4 MACHINES EN GEREEDSCHAPPEN Alle bewerkingen van het hout dienen uitgevoerd te worden met daartoe geschikte machines en gereedschappen. Verspanende machines en machines die stof ontwikkelen dienen te zijn aangesloten op een goed functionerende afzuiginstallatie. Ook voor andere behandelingen van het hout, zoals bijvoorbeeld bij het spuiten, sproeien of dompelen, kan een afzuiging vereist te zijn. Voor het nauwkeurig afstellen van machines en gereedschappen dienen de geschikte hulpmiddelen (stelgereedschap) en controlegereedschap aanwezig te zijn. Voorts dient er apparatuur aanwezig te zijn om snijgereedschappen en de positionering daarvan te kunnen controleren. 8.2.5 APPARATUUR VOOR CONTROLE VAN HALF- OF EINDPRODUCTEN Ten behoeve van de controle van half- of eindproducten dient geschikt (meet-) apparatuur aanwezig te zijn. Met betrekking tot hout: - apparatuur voor het bepalen van het vochtgehalte van hout met instellingsmogelijkheden voor temperatuurcorrectie en houtsoort; - apparatuur ter controle van de volumieke massa; Met betrekking tot verf en lijm: - apparatuur om de natte laagdikte van de verf te meten; - apparatuur om de droge laagdikte van de verf te meten; - indien van toepassing apparatuur voor de bepaling van de viscositeit van verf en lijm (bijvoorbeeld een DIN-cup). Met betrekking tot de controle van afmetingen: - meetgereedschap, bijvoorbeeld een rolbandmaat, voor het vaststellen respectievelijk controleren van afmetingen met een nauwkeurigheid niet kleiner dan 1 mm, zoals lengten van stijlen en dorpels; - meetgereedschap voor het vaststellen respectievelijk controleren van afmetingen met een nauwkeurigheid kleiner dan 1 mm, zoals profielmaten (bijvoorbeeld een schuifmaat met een meetnauwkeurigheid van 0,1 mm); - meetgereedschap voor het meten van afrondingen en voor het controleren van de passing van een verbinding (bijvoorbeeld een voelermaat); - meetgereedschap voor het vaststellen respectievelijk controleren van de haaksheid, kromming, scheluwte e.d. (bijvoorbeeld een winkelhaak, reilat, vlakmeetbank e.d.); - indien van toepassing kalibers voor het meten van de nauwkeurigheid van de deuvelgaten. 8.3 Opslag en transport Productie, intern transport, opslag en transport naar de afnemers moeten op zodanige wijze beheerst plaatsvinden dat de meegegeven eigenschappen behouden blijven. Het transport moet zodanig plaatsvinden dat er geen beschadiging of blijvende vormveranderingen kunnen optreden. 9 VERWERKINGS- EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN 9.1 Verwerkingsvoorschriften (concepten I en II) Bij aflevering van houten (inbraakwerende) buitendeuren uit de concepten I en II moeten verwerkingsvoorschriften worden meegeleverd. Hierin dienen ten minste de onderstaande punten verwerkt te worden: - Transport naar en opslag op de bouwplaats 24