Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het nivelleringsfeestje houdt aan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Veranderingen in de inkomensverdeling van Nederlandse ouderen tussen 1989 en 2020: een analyse op basis van microsimulatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Van eenverdiener naar tweeverdiener: de nieuwe norm?

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond

, l ll,. l, l l l,, l ll

DEMOGRAFIE. Mensen werken langer door uit financiële 65+ noodzaak COMPLEXITEIT VOOR UWV NEEMT TOE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Artikelen. De ongelijkheid van inkomens in Nederland. Marion van den Brakel-Hofmans. 2. Toename inkomensverschillen sinds 1977

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Effect van herverdeling op inkomensongelijkheid

Bijlage III Het risico op financiële armoede


Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

Datum 19 december 2017 Betreft Reactie en Kamervragen CPB Policy Brief Langer doorwerken: keuzes voor nu en later

Naar een inclusieve regio

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Welvaartsstaat of verzorgingsstaat? Dr. Anne van Putten

De FNV heeft een aantal speerpunten in het inkomensbeleid 2016 met als top 3:

Datum 16 augustus 2018 Betreft Antwoorden op Kamervragen van het lid Van Dijk (PvdA) over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd

CPB Achtergronddocument 16 augustus Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB. Patrick Koot Marente Vlekke

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen

Samenvatting (Summary in Dutch)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014

Krachtlijnen van het achtste Jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Rondetafelgesprek over Flexibiliteit en Zekerheid Op verzoek van de Vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 2012 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vragen rond gelijkheid en ongelijkheid in de samenleving

MICSIM. Een microsimulatiemodel voor de analyse van wijzigingen in de inkomstenbelasting. Egbert Jongen. 12 februari Centraal Planbureau

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Monitor Economie 2018

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond in kaart

Armoede en Arbeidsmarkt

Eindexamen economie vwo I

Vermogen in Nederland gelijker verdeeld sinds eind negentiende eeuw

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Verdieping: Bezuinigingen en koopkrachteffecten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raming aantal personen/huishoudens onder de lage-inkomensgrens 2018 en 2019 Uitgevoerd op verzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een kwart eeuw inkomensongelijkheid in Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 maart 2019 Het lid Van Weyenberg (D66) heeft tijdens het debat van 23 januari 2019 over onder meer de SCP-publicatie «De sociale staat van Nederland 2017» verzocht om een nadere analyse over de oorzaken van de toenemende primaire inkomensongelijkheid (Handelingen II 2018/19, nr. 44, item 3). Met deze brief kom ik tegemoet aan dat verzoek. Inleiding Inkomensongelijkheid wordt berekend aan de hand van verschillende inkomensdefinities. De meest gebruikte definitie is die van besteedbare huishoudinkomens: het deel van het inkomen dat overblijft nadat belasting is afgedragen. Deze definitie wordt vaak gebruikt omdat deze het meest overeenkomt met het inkomen dat mensen in hun portemonnee ervaren. Op basis van deze definitie is Nederland volgens de OECD een van de weinige ontwikkelde landen waar de inkomensongelijkheid relatief laag is en niet toeneemt 1. Het primair huishoudinkomen is een andere definitie van inkomen, waarbij naar het huishoudinkomen vóór belastingen wordt gekeken. Het primair inkomen bestaat uit de beloning voor arbeid, het resultaat van de eigen onderneming en de opbrengst van vermogen. Uitkeringen en pensioenen maken geen deel uit van het primair inkomen. De ongelijkheid van primaire inkomens in Nederland is sinds de eeuwwisseling langzaam 1 Keeley, B. (2015) Income inequality: the gap between rich and poor, OECD Insights, OECD Publishing, Paris kst-24515-482 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2019 Tweede Kamer, vergaderjaar 2018 2019, 24 515, nr. 482 1

toegenomen (figuur 1). Dat zet zich niet door in een stijgende ongelijkheid van besteedbare inkomens, omdat de overheid meer is gaan herverdelen 2. In verschillende onderzoeken is gezocht naar oorzaken van de toename van de primaire inkomensongelijkheid. De geïdentificeerde oorzaken kunnen onderverdeeld worden in demografische ontwikkelingen en meer structurele veranderingen van de economie. Figuur 1 Ontwikkeling primaire inkomensongelijkheid 2001 2015 3 Demografische veranderingen Een belangrijke oorzaak van de gestegen primaire inkomensongelijkheid is de vergrijzing. Pensioen- en AOW-uitkeringen maken geen deel uit van de definitie van primaire inkomens. Als gevolg van deze definitie heeft het overgrote deel van de gepensioneerden geen of slechts een beperkt primair inkomen. Door de vergrijzing is de omvang van deze groep zonder primair inkomen sterk toegenomen, met een stijgende primaire inkomensongelijkheid tot gevolg 4. Dit deel van de stijgende primaire inkomensongelijkheid zegt in die zin dus weinig over de ontwikkelingen bij de groep huishoudens die wel afhankelijk is van een primair inkomen. Door AOWen pensioenuitkeringen is de groeiende groep gepensioneerden namelijk niet meer afhankelijk van primair inkomen. Wanneer alleen naar groepen werkenden wordt gekeken, is de primaire inkomensongelijkheid een stuk lager en de toename minder. Een groot deel van de toegenomen ongelijkheid van werkenden is veroorzaakt door de veranderende samenstelling van de Nederlandse arbeidsmarkt, zoals het toegenomen aandeel hoogopgeleiden en de steeds grotere groep tweeverdieners 5. Hoogopgeleiden hebben gemiddeld een hoger inkomen 2 Caminada, C.L.J., K.P. Goudswaard en J. Been (2017) De ontwikkeling van inkomensongelijkheid en inkomensherverdeling in Nederland 1990 201, Rapport, Universiteit Leiden. 3 Bron: CBS (https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/37/inkomensongelijkheid-en-herverdeling- 2001 2015). De trendbreuk in de figuur is als gevolg van een revisie van de inkomensstatistieken door het CBS. 4 Brakel, M. van den, en F. Otten (2017) Door crisis en vergrijzing stijgt ongelijkheid in primair inkomen. ESB 102 (4756), 579 582. 5 Schulenberg, R. en M. Buitenhuis (2017) Oorzaken van de toename in de primaire inkomensongelijkheid. ESB 102 (4756), 595 597. Tweede Kamer, vergaderjaar 2018 2019, 24 515, nr. 482 2

dan laag- en middelbaar opgeleiden. Zelfs bij een gelijkblijvende inkomensverhouding tussen de opleidingsgroepen zorgt een toename van de omvang van de meestverdienende groep (de hoger opgeleiden) voor een stijging van de ongelijkheid. In mindere mate speelt mee dat inkomensverschillen tussen verschillende opleidingsniveaus ook zijn gestegen. Hier gaat de volgende paragraaf, bij technologische ontwikkeling, nader op in. Hetzelfde geldt voor het aandeel tweeverdieners. Door de aanwezigheid van twee verdieners in een huishouden is het totale inkomen gemiddeld hoger dan dat van alleenstaanden en alleenverdieners. Het aandeel tweeverdieners is gestegen door de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen. Deze «nieuwe tweeverdieners» hebben niet zonder meer een hoger inkomen dan tweeverdieners in het verleden, maar door het gestegen aantal is de ongelijkheid toegenomen. De ongelijkheid van primaire inkomens kan in plaats van naar huishoudinkomen ook beschouwd worden naar individueel inkomen. Dan valt op dat de inkomensongelijkheid volgens verschillende maatstaven gelijk is gebleven is, of zelfs gedaald is. Dat komt met name door de stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen. Waar de stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen op huishoudniveau zorgt voor een groeiende ongelijkheid, is het effect op de verdeling van individuen juist omgekeerd. Dat komt met name doordat vrouwen die voorheen niet werkten, met hun inkomen dichter bij het midden van de inkomensverdeling terecht zijn gekomen 6. Structurele veranderingen economie Naast demografische achtergronden zijn er een aantal structurele veranderingen in de economie te identificeren die invloed hebben op de stijging van de primaire inkomensongelijkheid. Belangrijkste voorbeelden die meestal genoemd worden zijn technologische ontwikkeling en globalisering. Technologische ontwikkeling Technologische ontwikkeling zorgt voor hogere productiviteit, toegenomen werkgelegenheid en meer welvaart, maar heeft de afgelopen decennia wel voor een verschuiving van gevraagde vaardigheden op de arbeidsmarkt gezorgd. Dit wordt skill biased technological change genoemd. Volgens het CPB heeft de groei van de werkgelegenheid en de lonen vooral plaatsgevonden aan de bovenkant van de arbeidsmarkt, mede als gevolg van toegenomen vraag naar niet-routinematige vaardigheden. De werkgelegenheid in het middensegment is daarentegen juist gedaald. Veel mensen die in het verleden werkten in dit soort banen hebben nu een lager betaalde baan aan de onderkant. Aan de onderkant is een groei van de werkgelegenheid gepaard gegaan met druk op de lonen. De loonongelijkheid tussen de boven- en onderkant van de arbeidsmarkt is dus toegenomen. Het CPB nuanceert deze uitkomsten wel door te stellen dat de omvang van de trends nog relatief klein is 7. Globalisering De mate van globalisering van de Nederlandse economie is toegenomen. Het CPB concludeert dat dat een positief effect heeft gehad op de welvaart, ondanks toegenomen concurrentie voor Nederlandse bedrijven 6 Schulenberg, R. en M. Buitenhuis (2017) Oorzaken van de toename in de primaire inkomensongelijkheid. ESB 102 (4756), 595 597. 7 CPB (2015) Baanpolarisatie in Nederland. CPB Policy Brief 2015/13. Tweede Kamer, vergaderjaar 2018 2019, 24 515, nr. 482 3

en werknemers. Tegelijkertijd geeft het CPB ook aan dat globalisering leidt tot verschuivingen, die specifieke groepen disproportioneel kunnen benadelen. Hoe groot de impact is van globalisering op de toename van de ongelijkheid is echter moeilijk te achterhalen 8. Het CPB doet momenteel onderzoek naar de impact van globalisering op onder andere werkgelegenheid en inkomensongelijkheid. Eerder onderzoek van het CPB concludeerde dat verplaatsing van bedrijvigheid naar landen met lagere lonen slechts een beperkte invloed heeft gehad op de toegenomen ongelijkheid en ondergeschikt is aan de invloed van technologische verandering 9. Conclusie Een groot deel van de stijgende primaire inkomensongelijkheid hangt samen met demografische ontwikkelingen en verandering van de relatieve omvang van groepen. Vergrijzing, een toegenomen opleidingsniveau en stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen zijn trends die hebben bijgedragen aan de gestegen primaire inkomensongelijkheid en niet zonder meer als negatief moeten worden beoordeeld. Er zijn ook structurele veranderingen in de economie die bijdragen aan de toegenomen primaire inkomensongelijkheid, zoals skill biased technological change en globalisering. Beide trends verklaren vermoedelijk maar een beperkt deel van de toename. Dat laat onverlet dat het kabinet ziet dat niet iedereen mee kan komen in de veranderingen die de samenleving de laatste tijd doormaakt. Veranderingen als technologische vooruitgang, globalisering en flexibilisering pakken voor sommige mensen voordelig uit, maar zorgen ook voor verliezers. Het kabinet erkent die ontwikkelingen en wil mensen de kans geven om de scheidslijnen die daardoor ontstaan te overbruggen 10. Daaronder valt de kans om jezelf te ontwikkelen, ongeacht je leeftijd en achterstand, bijvoorbeeld door te investeren in Voor- en Vroegschoolse Educatie en een Leven Lang Ontwikkelen. Ook moet iedereen een kans hebben op goed werk. Daar zet het kabinet onder andere op in via de Wet Arbeidsmarkt in Balans, waaronder het aanpassen van de transitievergoeding en premiedifferentiatie in de WW. Ondanks een stijging van de primaire inkomensongelijkheid is de ongelijkheid van besteedbare inkomens in deze periode gelijk gebleven. Dat betekent dat de herverdeling is toegenomen. Het grootste deel van de toegenomen herverdeling wordt verklaard door AOW- en pensioenuitkeringen. Daarnaast is de loon- en inkomensbelasting progressiever geworden om te zorgen voor een evenwichtige inkomensverdeling en -ontwikkeling 11. Een evenwichtige inkomensverdeling is en blijft een belangrijk doel voor dit kabinet. De maatregelen uit het regeerakkoord zorgen daarom voor een afname van de Gini-coëfficiënt van besteedbare inkomens met 2,7 procent 12. 8 CPB (2018) Inclusieve globalisering. CPB Policy Brief 2018/08. 9 CPB (2005) Verplaatsingen vanuit Nederland. CPB document nr. 76. 10 Kamerstukken 24 515, 30 012 en 29 544, nr. 447. 11 Caminada, C.L.J., K.P. Goudswaard en J. Been (2017) De ontwikkeling van inkomensongelijkheid en inkomensherverdeling in Nederland 1990 201, Rapport, Universiteit Leiden. 12 CPB (2017) Analyse economische en budgettaire effecten van de financiële bijlage van het Regeerakkoord, CPB notitie. Tweede Kamer, vergaderjaar 2018 2019, 24 515, nr. 482 4

Het kabinet zal de komende jaren werk blijven maken van de kansen van alle Nederlanders. Het verkleinen van kloven in de samenleving en het vergroten van de kans op goed werk van alle groepen is immers de meest duurzame manier om bij te dragen aan een gezonde inkomensverdeling. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees Tweede Kamer, vergaderjaar 2018 2019, 24 515, nr. 482 5