bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010

Vergelijkbare documenten
FONDS VOOR HET FLANKEREND ECONOMISCH BELEID Begroting Totaal voor hoofdstuk

FONDS VOOR HET FLANKEREND ECONOMISCH BELEID Begroting 2013 ONTVANGSTEN

FONDS VOOR HET FLANKEREND ECONOMISCH BELEID Begrotingsaanpassing 2013

N+1 N+2 N+3 N+4 N+5 (en later)

FONDS VOOR FLANKEREND ECONOMISCH BELEID HERMESFONDS (HERMES) Begrotingsopmaak 2015

HOOFDSTUK 1 Tegemoetkoming van de overheid Dotatie EC0-1ECG5AY-IS (incl. m 26 COMPET-provisie)

Totale uitstaande verbintenissen per einde dienstjaar. N (encours vastgelegd in het dienstjaar) 2015

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

bij de eerste aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012

PROGRAMMA HD SOCIAAL-CULTUREEL WERK

ONTWERP VAN DECREET. houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 AMENDEMENTEN

Totale uitstaande verbintenissen per einde dienstjaar. ESR-code of code interne begroting. N (vastgelegd in het dienstjaar) 2014

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010

VR DOC.1379/1

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010

ONTWERP VAN DECREET. houdende derde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2008

bij de eerste aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de financiën en de begrotingen

Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschapsen innovatiebeleid

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999

Lijst 3: - Aanwending ordonnanceringskredieten lopend jaar 2007

VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE NV (VRT) Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget 2014

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar Stuk 71B (BZ 1988) - Nr.

VR DOC.1027/2

VR DOC.0161/1

VLAAMSE GEMEENSCHAP DE VLAAMSE REGERING,

bij de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 Toelichting per programma

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ (VMM) Begrotingsopmaak 2015

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR INTERNATIONAAL ONDERNEMEN Begroting 2012

Een visie op Economie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998

Advies. Ontbinding IWT. Brussel, 19 oktober 2015

BLOSO Begrotingscontrole 2011 ONTVANGSTEN

sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ Begroting 2012

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

bij de tweede aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2015

Lijst 2: Kredietvorming 2007

overheidssector Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de

bij de eerste aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

08.21 Overgedragen overschot vorige boekjaren Over te dragen tekort van het boekjaar

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013

VR DOC.0282/1BIS

sector overheid 2 Inkomsten van rente, pacht en andere resultaten van vermogen

sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen

sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015

bij de eerste aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012

bij de eerste aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012

houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ Begrotingsopmaak 2014

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

Memorie van toelichting

sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen

OPENBARE VLAAMSE AFVALSTOFFENMAATSCHAPPIJ (OVAM) Begrotingsopmaak 2015

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR INTERNATIONAAL ONDERNEMEN VLAIO (FLANDERS INVESTMENT AND TRADE FIT) Begrotingsopmaak 2014

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2017;

BLOSO AGENTSCHAP TER BEVORDERING VAN DE LICHAMELIJKE ONTWIKKELING, DE SPORT EN DE OPENLUCHTRECREATIE Begrotingsaanpassing 2014


BLOSO AGENTSCHAP TER BEVORDERING VAN DE LICHAMELIJKE ONTWIKKELING, DE SPORT EN DE OPENLUCHTRECREATIE Begrotingsopmaak 2014

BLOSO Begrotingsaanpassing 2013

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2016

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR INTERNATIONAAL ONDERNEMEN (FLANDERS INVESTMENT AND TRADE FIT) Begrotingsopmaak (in duizend euro)

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015

LIJST 4 - AANWENDING OVERGEDRAGEN KREDIETEN - JAAR 2007

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

Opdracht. Hoe? Agentschap Ondernemen bondig voorgesteld. Voorbereiden en uitvoeren van economie- en ondernemingsbeleid:

sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen

KIND EN GEZIN Begrotingsaanpassing (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

VLAAMSE DIENST VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPSOPLEIDING (VDAB) Begrotingsopmaak 2015

VLAAMSE INSTELLING VOOR TECHNOLOGISCH ONDERZOEK NV (VITO) Begrotingsopmaak (in duizend euro)

bijlage3_2008_uitvoeringlopendjaarngk_begrotingskenmerk2

VR DOC.0085/1

VR DOC.1191/1BIS

VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE NV (VRT) Begrotingsopmaak 2015

DE EU-BEGROTING 2013 VRAAG EN ANTWOORD

Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschaps- en innovatiebeleid

VR DOC.0658/1

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2011

ONTWERP VAN DECREET. houdende derde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2008 AMENDEMENTEN

KIND EN GEZIN (KenG) Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE

VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE NV (VRT) Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget 2015

sectoren dan de overheid Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de sector

OPENBARE VLAAMSE AFVALSTOFFENMAATSCHAPPIJ (OVAM) Begrotingsaanpassing (in duizend euro)

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR INTERNATIONAAL ONDERNEMEN VLAIO (FLANDERS INVESTMENT AND TRADE FIT) Begrotingsaanpassing 2014

1. ESR-vorderingensaldo A. Resultaat 2010 verschil ESR-effect BGO 2010 BGC 2010 uitvoering 2010 uitvoering vs BC 10 onderbenutting ESR gecorrigeerde o

Transcriptie:

stuk ingediend op 17-A (2009-2010) Nr. 2-E 7 mei 2010 (2009-2010) Toelichtingen bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010 Toelichting per programma Beleidsdomein E: Economie, Wetenschap en Innovatie verzendcode: BEG

2 BELEIDSDOMEIN E ECONOMIE WETENSCHAP EN INNOVATIE DEEL 1: TOELICHTING BIJ DE TOTALEN VAN ALLE PROGRAMMA S PROGRAMMA A APPARAATKREDIETEN 1.1. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE ONTVANGSTEN ALGEMENE ONTVANGST TOEGEWEZEN ONTVANGST Raming middelen 2009 1.060 1.569 Uitvoerings% 2009 96% 93% Raming BO 2010 1.141 1.954 Wijziging (in + of -) 0 0 Raming BC 2010 1.141 1.954 1.2. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MAC Krediet 2009 23.909 6.073 5.807 1.999 0 Uitvoerings% 2009 90% 90% 81% 26% % Krediet BO 2010 27.440 2.272 2.625 1.756 0 Wijziging (in + of -) 618 0 98 0 0 Krediet BC 2010 28.058 2.272 2723 1.756 0 PROGRAMMA C ALGEMEEN 1.1. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE ONTVANGSTEN ALGEMENE ONTVANGST TOEGEWEZEN ONTVANGST Raming middelen 2009 17.560 278 Uitvoerings% 2009 1% 327% Raming BO 2010 30.460 148 Wijziging (in + of -) - 8.900 0 Raming BC 2010 21.560 148 V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2. 11. 11 w w w. v l a a m s p a r l e m e n t. b e

1.2. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE UITGAVEN 3 NGK GVK GOK VRK MAC Krediet 2009 15.423 9.713 8.088 2.343 0 Uitvoerings% 2009 89% 76% 66% 14% % Krediet BO 2010 14.923 9.291 8.279 848 0 Wijziging (in + of -) - 1.499-750 69 0 0 Krediet BC 2010 13.424 8.541 8348 848 0 PROGRAMMA D ECONOMISCH ONDERSTEUNINGSBELEID 1.1. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE ONTVANGSTEN ALGEMENE ONTVANGST TOEGEWEZEN ONTVANGST Raming middelen 2009 0 0 Uitvoerings% 2009 % % Raming BO 2010 0 0 Wijziging (in + of -) 0 0 Raming BC 2010 0 0 1.2. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MAC Krediet 2009 234.332 0 0 0 378.461 Uitvoerings% 2009 97% % % % 97% Krediet BO 2010 197.251 0 0 0 259.076 Wijziging (in + of -) 35.690 0 0 0 2.610 Krediet BC 2010 232.941 0 0 0 261.686 PROGRAMMA E BELEIDSONDERSTEUNING EN ACADEMISCH BELEID 1.1. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE ONTVANGSTEN ALGEMENE ONTVANGST TOEGEWEZEN ONTVANGST Raming middelen 2009 601 0 Uitvoerings% 2009 % % Raming BO 2010 3 0 Wijziging (in + of -) 0 0 Raming BC 2010 3 0

4 1.2. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MAC Krediet 2009 190.011 121.145 104.263 0 0 Uitvoerings% 2009 100% 100% 100% % % Krediet BO 2010 183.163 116.673 95.125 0 0 Wijziging (in + of -) 0 1.396 14.832 0 0 Krediet BC 2010 183.163 118.069 109.957 0 0 PROGRAMMA F VALORISATIE EN INDUSTRIEEL BELEID 1.1. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE ONTVANGSTEN ALGEMENE ONTVANGST TOEGEWEZEN ONTVANGST Raming middelen 2009 79 0 Uitvoerings% 2009 99% % Raming BO 2010 155 0 Wijziging (in + of -) 0 0 Raming BC 2010 155 0 1.2. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MAC Krediet 2009 326.199 0 0 1.636 188.789 Uitvoerings% 2009 100% % % % 99% Krediet BO 2010 316.799 0 0 0 172.493 Wijziging (in + of -) 11.616 0 0 0 0 Krediet BC 2010 328.415 0 0 0 172.493 PROGRAMMA G SENSIBILISATIE EN SAMENLEVING 1.1. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE ONTVANGSTEN Raming middelen 2009 Uitvoerings% 2009 Raming BO 2010 Wijziging (in + of -) Raming BC 2010 ALGEMENE ONTVANGST TOEGEWEZEN ONTVANGST

1.2. EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE UITGAVEN 5 NGK GVK GOK VRK MAC Krediet 2009 8.710 3.078 6.019 0 0 Uitvoerings% 2009 100% 100% 64% % % Krediet BO 2010 8.087 2.923 4.194 0 0 Wijziging (in + of -) 0-750 680 0 0 Krediet BC 2010 8.087 2.173 4.874 0 0 DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ENTITEITEN A. DEPARTEMENT EWI 1. TOELICHTING PER ARTIKEL 1.1. ONTVANGSTENARTIKELEN Basisallocatie EB0 EC102 2710 - Departement EWI - exploitatiewinsten van overheidsbedrijven - niet-financiële overheidsbedrijven met rechtspersoonlijkheid - dividenden openbare investeringsmaatschappijen K.S. Raming BC 2009 Uitvoerings% Raming Wijziging Raming AO 17.500 % 30.400-8.900 21.500 TO 0 % 0 0 0 Het aangepaste bedrag bestaat uit 17.500 Keuro GIMV dividend en 4.000 Keuro PMV dividend. 1.2. UITGAVENARTIKELEN Basisallocatie EB0 EA102 1100 - Departement EWI - lonen en sociale lasten - niet verdeeld NGK 6.916 95% 6.720 332 7.052 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Het budget, waarop de wedden en sociale lasten van de personeelsleden van het departement EWI worden aangerekend, verhoogt met 332 keur: 1. Woon-werkverkeer Vanuit de algemene werkingsmiddelen van het departement EWI (EB0 EA106 1211 ) wordt er 175 keur overgeheveld naar dit weddenartikel. Vanaf het begrotingsjaar 2010 dienen de

6 abonnementen NMBS, MIVB en DE LIJN (woon-werkverkeer) immers aangerekend te worden op een ESR 11 i.p.v. op een ESR 12. 2. Veiligheidscoördinator Overdracht van 2 keur naar het departement Bestuurszaken in functie van het aanstellen van een veiligheidscoördinator voor de gebouwen van de Vlaamse overheid in Brussel. 3. Schoolpremie Voor de uitbetaling van de schoolpremie wordt een bedrag van 3 keur ter beschikking gesteld. Eind augustus 2006 werd, in uitvoering van het koninklijk besluit van 20 juli 2006 tot verhoging van de leeftijdstoeslagen bedoeld in artikel 44 en 44 bis van de samengeordende wetten betreffende kinderbijslag voor loonarbeiders, voor de eerste maal de schoolpremie betaald aan onze personeelsleden met kinderen tussen 6 en 18 jaar. Deze maatregel werd bevestigd door de Programmawet van 27 december 2006 (art. 168 tot 170) en uitgebreid tot personeelsleden met kinderen tussen 18 en 25 jaar door de Programmawet van 8 juni 2008 (art. 14). Vanaf het jaar 2009 heeft de wetgever de maatregel uitgebreid naar kinderen van minder dan 6 jaar en werd de schoolpremie voor de + 18-jarigen verdubbeld. Artikel 18 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag bepaalt dat de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten de kinderbijslag rechtstreeks aan hun personeel verlenen. Vanaf de huidige begrotingscontrole (1 ste begrotingscontrole 2010) wordt de kost van deze maatregel recurrent opgenomen in de weddenkredieten. 4. Sectoraal akkoord Op basis van de sectorale akkoorden 2005-2007 en 2008-2009 wordt er recurrent 156 keur toegevoegd aan dit weddenartikel. Dit bedrag wordt meer bepaald toegekend in functie van de invoering van N-2 functies en de inhoudelijke loopbaan, de upgrading van de maaltijdcheques en de 2% salarisverhoging. Basisallocatie EB0 EA106 1211 - Departement EWI - algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector) NGK 612 89% 523-175 348 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Vanuit dit artikel wordt er 175 keur overgeheveld naar het weddenartikel van het departement EWI (EB0 1100 EA102). Vanaf het begrotingsjaar 2010 dienen de abonnementen NMBS, MIVB en DE LIJN (woon-werkverkeer) immers aangerekend te worden op een ESR 11 i.p.v. op een ESR 12. Basisallocatie EB0 EA108 4140 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - SAR

7 NGK 1.221 104 1.325 GVK 0 0 0 GOK 0 0 0 VRVK 0 0 0 VROK 0 0 0 MAC 0 0 0 Vanaf 1 januari 2010 is de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI), als SAR in werking getreden. De VRWI volgt de VRWB als adviesraad voor de beleidsvelden W&I op. Deze overgang brengt een aantal administratief technische aanpassingen met zich mee. Zo moet het personeel van het secretariaat van de VRWB, dat ingebed is in het departement EWI, gemigreerd worden naar Strategische Adviesraad. Om de werking van de adviesraad te garanderen en de personeelskost van het secretariaatspersoneel (1 A2 secretaris, 4 A2 navorsers, 1 A1, 2 administratieve medewerkers) te betalen, ontvangt hij een dotatie. De uitgaven voor de lonen en sociale lasten van het personeel, evenals de kost van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van entiteiten met rechtspersoonlijkheid, waaronder ook de strategische adviesraden, moet worden gedragen door deze entiteiten zelf. Zij betalen daarvoor een patronale bijdrage van 30% op de brutosalarissen. Bijgevolg brengt de migratie van de statutaire personeelsleden van de VRWB naar de VRWI een recurrente extra meerkost met zich mee. Hiervoor wordt 104 Keuro voorzien. Dit bedrag wordt overgeheveld vanuit EB0 EE105 3300. Basisallocatie EB0 EC102 1211 - Departement EWI - algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector) NGK 0 % 0 0 0 GVK 2.931 36 % 2.931-750 2.181 GOK 1.772 15 % 2.559 0 2.559 MAC 0 % 0 0 0 Vanuit deze basisallocatie wordt er éénmalig 750 Keuro GVK overgeheveld naar basisallocatie EB0 EE142 5220 voor de financiering van de onderzoeksboot Simon Stevin. Basisallocatie EB0 EC106 1211 - Departement EWI - algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector) - beleidsgericht onderzoek NGK 0 % 0 0 0 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 4 4 MAC 0 % 0 0 0

8 De 4 Keuro is bedoeld om een achterstallige factuur in het kader van het Programma Beleidsgericht Onderzoek. Hiermee moet dit definitief afgerond zijn. Deze 4 Keuro wordt gecompenseerd op basisallocatie EB0 EC111 3300. Basisallocatie EB0 EC111 3300 - Departement EWI - inkomensoverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen - internationale wetenschappelijke en innovatiesamenwerking NGK 0 % 0 0 0 GVK 1.877 94% 1.927 0 1.927 GOK 496 83% 1.309-4 1.305 MAC 0 % 0 0 0 De vermindering met 4 Keuro is de compensatie voor basisallocatie EB0 EC106 1211. Basisallocatie EB0 EC113 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van de Vlaamse deelname aan de Europese programma's (VCP-werking) NGK 361 100% 392-29 363 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT. Basisallocatie EB0 EC115 1211 - Departement EWI - algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector) de conceptie, voorbereiding en uitvoering van acties met betrekking tot economie NGK 0 % 0 0 0 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Naast de basisallocatie EB0 EC101 1211 waarvoor zowel de minister bevoegd voor Economie als de minister bevoegd voor Wetenschappen en Innovatie ordonnancerend

9 minister zijn, worden 2 nieuwe basisallocaties gecreëerd: één basisallocatie die specifiek betrekking heeft op de bevoegdheid Economie (EB0 EC115 1211) en één basisallocatie die specifiek betrekking heeft op de bevoegdheid Wetenschappen en Innovatie (EB0 EC116 1211). Voorlopig wordt hier nog geen krediet toegekend om de werking van basisallocatie EB0 EC101 1211 niet in het gedrang te brengen, tot op het ogenblik dat het uitgavendecreet begrotingscontrole 2010 van kracht wordt. Nadat het uitgavendecreet begrotingscontrole 2010 gestemd, bekrachtigd en afgekondigd is, zal het krediet van basisallocatie EB0 EC101 1211 herverdeeld worden volgens de afgesproken verhouding 25 % (Economie) 75% (Wetenschappen en Innovatie). Basisallocatie EB0 EC116 1211 - Departement EWI - algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector) de conceptie, voorbereiding en uitvoering van acties met betrekking tot wetenschap en innovatie NGK 0 % 0 0 0 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Naast de basisallocatie EB0 EC101 1211 waarvoor zowel de minister bevoegd voor Economie als de minister bevoegd voor Wetenschappen en Innovatie ordonnancerend zijn, worden 2 nieuwe basisallocaties gecreëerd: één basisallocatie die specifiek betrekking heeft op de bevoegdheid Economie (EB0 EC115 1211) en één basisallocatie die specifiek betrekking heeft op de bevoegdheid Wetenschappen en Innovatie (EB0 EC116 1211). Voorlopig wordt hier nog geen krediet toegekend om de werking van basisallocatie EB0 EC101 1211 niet in het gedrang te brengen, tot op het ogenblik dat het uitgavendecreet begrotingscontrole 2010 van kracht wordt. Nadat het uitgavendecreet begrotingscontrole 2010 gestemd, bekrachtigd en afgekondigd is, zal het krediet van basisallocatie EB0 EC101 1211 herverdeeld worden volgens de afgesproken verhouding 25 % (Economie) 75% (Wetenschappen en Innovatie). Basisallocatie EB0 EE105 3300 - Departement EWI - inkomensoverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen - het verrichten van wetenschappelijk onderzoek door de instellingen van postinitieel onderwijs en hogere instituten voor schone kunsten NGK 0 % 0 0 0 GVK 2.620 100% 2.489-104 2.385 GOK 4.084 96% 2.489 333 2.822 MAC 0 % 0 0 0 De 104 Keuro wordt geheroriënteerd naar basisallocatie EB0 EA108 4140 Strategische Advies Raad VRWI.

10 De extra 333 Keuro GOK dient om de openstaande saldi van de dossiers 2009 te betalen. Basisallocatie EB0 EE118 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - IWT voor steun aan toegepast biomedisch onderzoek met een primair maatschappelijke finaliteit NGK 0 % 0 0 0 GVK 6.000 100% 5.700 0 5.700 GOK 5.296 100% 4.525-1.562 2.963 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT Basisallocatie EB0 EE120 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - IWT voor de bevordering van technologietransfer en onderzoek door instellingen van hoger onderwijs NGK 0 % 0 0 0 GVK 8.899 100% 8.454 0 8.454 GOK 6.840 100% 6.680 1.345 8.025 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT. Basisallocatie EB0 EE121 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - strategisch basisonderzoek (IWT-Vlaanderen) NGK 0 % 0 0 0 GVK 38.604 100% 36.674 0 36.674 GOK 25.063 100% 19.552 13.347 32.899 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT.

11 Basisallocatie EB0 EE123 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundig doel (IWT- Vlaanderen) NGK 0 % 0 0 0 GVK 9.602 100% 9.122 0 9.122 GOK 7.495 100% 7.645 1.369 9.014 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT. Basisallocatie EB0 EE142 5220 - Departement EWI - overige kapitaaloverdrachten aan vzw's en behoeve van de gezinnen - Vlaams Instituut voor de Zee - vzw voor investeringsuitgaven NGK 0 % 0 0 0 GVK 0 % 0 1.500 1.500 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Dit is een nieuwe basisallocatie voor investeringsuitgaven aan het Vlaams Instituut voor de Zee. Hiermee zal een deel van de bouw van het onderzoeksschip Simon Stevin worden gefinancierd. De overige financieringsmiddelen komen vanuit het FFEU. 750 Keuro wordt overgeheveld vanuit basisallocatie EB0 EC102 1211 en 750 Keuro wordt overgeheveld vanuit EB0 EG101 3300. Basisallocatie EB0 EF105 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - IWT-Vlaanderen voor projecten op initiatief van bedrijven en innovatie samenwerkingsverbanden NGK 102.515 100% 105.000 7.051 112.051 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT.

12 Basisallocatie EB0 EF106 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse regering NGK 22.158 100% 14.722 6.949 21.671 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT. Basisallocatie EB0 EF107 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen IWT-Vlaanderen NGK 12.800 100% 10.859 223 11.082 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT Basisallocatie EB0 EF108 4141- Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - IWT-Vlaanderen voor e-mediaprojecten Uitvoerings% Krediet Wijziging 2009 BO 2010 (in + of -) NGK 7.049 100% 6.304-472 5.832 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Krediet BC 2010 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT. Basisallocatie EB0 EF109 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - IWT voor studie- en expertiseopdrachten t.b.v. het VIN (Vlaams Innovatie Netwerk)

13 NGK 628 100% 424-226 198 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT. Basisallocatie EB0 EF112 4141 - Departement EWI - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - IWT in verband met het toekennen van specialisatiebeurzen en doctoraatsbeurzen in het kader van het Baekeland-project NGK 30.343 100% 32.092-1.909 30.183 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Deze basisallocatie wordt besproken in deel D. ANDERE INSTELLINGEN EVA IWT Basisallocatie EB0 EG100 1211 - Departement EWI - algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector) - popularisering van wetenschap techniek en technologische innovatie NGK 0 % 0 0 0 GVK 0 % 0 15 15 GOK 2.092 64% 621 659 1.280 MAC 0 % 0 0 0 Voor de vergoeding van evaluatoren voor projecten wetenschapscommunicatie wordt 15 Keuro voorzien. Dit bedrag wordt gecompenseerd op basisallocatie EB0 EG101 3300. Voor de betaling van facturen van resterende dossiers van het Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie is nog 659 Keuro extra GOK nodig. Basisallocatie EB0 EG101 3300 - Departement EWI - inkomensoverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen - bekendmaking van het wetenschapsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek

14 NGK 0 % 0 0 0 GVK 3.078 100% 2.923-765 2.158 GOK 3.836 64% 3.573 0 3.573 MAC 0 % 0 0 0 15 Keuro (GVK) wordt geheroriënteerd naar basisallocatie EB0 EG100 1211 voor de vergoeding van evaluatoren in het kader van projecten wetenschapscommunicatie. 750 Keuro (GVK) wordt éénmalig overgeheveld naar de nieuwe basisallocatie EB0 EE142 5220 voor de financiering van de bouw van het onderzoeksschip Simon Stevin. Basisallocatie EB0 EG108 5210 - Departement EWI - investeringsbijdragen aan vzw's ten behoeve van de gezinnen - Vlaamse volkssterrenwachten NGK 0 % 0 0 0 GVK 0 % 0 0 0 GOK 91 77% 0 21 21 MAC 0 % 0 0 0 De extra 21 Keuro is voor de betaling van de volgende saldi: Éénmalige investeringssubsidie 2006 : 7 Keuro Éénmalige investeringssubsidie 2007 : 7 Keuro Éénmalige investeringssubsidie 2008 : 7 Keuro B. AGENTSCHAP ONDERNEMEN PROGRAMMA EA - APPARAATKREDIETEN 1. TOELICHTING PER ARTIKEL 1.1. ONTVANGSTENARTIKELEN Basisallocatie EC0 EA203 16.20 - Agentschap Ondernemen verkoop van nietduurzame goederen en diensten binnen de overheidssector personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering met verlof voor opdracht en/of waarvan het salaris ten laste wordt genomen door andere overheden of vakorganisatie uitvoerings% 2009 Krediet BO 2010 Wijziging (in + of -) Krediet BC 2010 AO TO 0-0 52 52

15 In navolging van een bemerking van de IVA Accounting, dient een afzonderlijk middelenartikel te worden gecreëerd voor deze toegewezen ontvangsten van het Agentschap Ondernemen. Tot op heden was het middelenartikel EB0 EA102 1620 bestemd voor zowel het departement EWI als voor het Agentschap Ondernemen. Dit kan blijkbaar niet als dusdanig behouden blijven. Van het middelenartikel EB0 EA102 1620 wordt 52 keur overgeheveld naar het nieuwe middelenartikel EC0 EA203 1620. Dit bedrag komt overeen met de verwachte ontvangsten betreffende een lopende detachering bij het Agentschap Ondernemen. 1.2. UITGAVENARTIKELEN Basisallocatie EC0 EA201 1100 - Agentschap Ondernemen - lonen en sociale lasten - niet verdeeld NGK 15.758 87% 15.046 562 15.608 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 1. Woon-werkverkeer 205 keur wordt overgeheveld van het artikel EC0 EA207 1211 (algemene werkingsmiddelen) naar dit loonartikel (EC0 EA201 1100). De abonnementen NMBS, MIVB en DE LIJN (woon-werkverkeer) dienen immers vanaf het begrotingsjaar 2010 aangerekend te worden op een ESR 11 i.p.v. op een ESR 12 (zie verslag SOFI van 20.01.2010). 2. Veiligheidscoördinator Overdracht van 2 keur naar Bestuurszaken in functie van de veiligheidscoördinator voor de gebouwen van de Vlaamse overheid in Brussel (zie bespreking SG-forum op 03.02.2010). 3. Sectoraal akkoord Op basis van de sectorale akkoorden 2005-2007 en 2008-2009 wordt er recurrent 352 Keuro toegevoegd aan dit weddenartikel. 4. Schoolpremie Voor de uitbetaling van de schoolpremie wordt en bedrag van 7 Keuro ter beschikking gesteld. Er is dus een totale stijging van 562 Keuro. Basisallocatie EC0 EA204 1211 - Agentschap Ondernemen - algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector) - bijzondere opdrachten van het IVA Agentschap Ondernemen

16 NGK 0 % 0 0 0 GVK 200 96% 0 0 0 GOK 200 22% 50 98 148 MAC 0 % 0 0 0 Het GOK 2009 voor een bedrag van k 150 werd slechts voor k 44 gebruikt. De reden hiervoor waren de eindejaarsinstructies in het kader van de implementatie van ORAFIN 2010 waardoor de volledige cyclus van vastleggen en betalen niet meer tijdig kon doorlopen worden. Het GVK 2009 van k 200 werd voor 96 % of k 192 gebruikt. Dit resulteert in een encours van k 148. Het AO wil deze encours zo snel mogelijk uitzuiveren. De onderhavige facturen wachten op betaling. Dit impliceert een verhoging van het GOK 2010 met k 98. Basisallocatie EC0 EA206 12.11 - Agentschap Ondernemen algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidsector) ICT-uitgaven uitvoerings% 2009 Krediet BO 2010 Wijziging (in + of -) Krediet BC 2010 NGK GVK 701 93 682 0 682 GOK 701 99 682 0 682 VRVK VROK MAC BVJ Aanpassing libellé vermelding ICT-uitgaven toegevoegd. Basisallocatie EC0 EA207 1211 - Agentschap Ondernemen - algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector) NGK 466 89% 3.555-205 3.350 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 205 keur wordt overgeheveld van dit artikel (EC0 EA207 1211 - algemene werkingsmiddelen) naar het loonartikel EC0 EA201 1100. De abonnementen NMBS, MIVB en DE LIJN (woon-werkverkeer) dienen immers vanaf het begrotingsjaar 2010 aangerekend te worden op een ESR 11 i.p.v. op een ESR 12 (zie verslag SOFI van 20.01.2010).

17 Basisallocatie EC0 EC214 1211 - Agentschap Ondernemen - algemene werkingskosten (vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector) - middelen ter financiering van de opdrachten en samenwerkingsovereenkomsten met de POM's NGK 0 % 0 0 0 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 69 69 MAC 0 % 0 0 0 Deze uitdovende begrotingspost is nodig voor de laatste uitbetalingen van een vroegere opdracht van 350.000 euro aan de POM s Antwerpen en Limburg voor de opmaak van de plan-mer ENA. De laatste uitbetaling is een schijf van 69.000 te betalen in 2010. Basisallocatie EC0 EC207 3132 - Agentschap Ondernemen - overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven - inrichters lokale aanspreekpunten (pro memorie) NGK 1.500 % 1.470-1.470 0 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Het krediet voor de uitbouw van het fijnmazig netwerk wordt geïncorporeerd binnen het Hermesfonds onder de rubrieken ondernemingsvriendelijke gemeente ondernemerschap. Gezien de inhoudelijke accenten van dit instrument, het bevorderen van het ondernemerschap met bijzondere aspecten voor de ondersteuning van de lokale overheden is een integratie in de rubrieken ondernemingsvriendelijke gemeente ondernemerschap aangewezen. Basisallocatie EC0 ED200 4141 - Agentschap Ondernemen - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - Fonds voor Flankerend Economisch Beleid NGK 228.439 100% 197.251 35.690 232.941 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 0 % 0 0 0 Voor de verantwoording wordt verwezen naar D. ANDERE INSTELLINGEN - D. 1. FONDS FLANKEREND ECONOMISCH BELEID (Hermesfonds)

18 Basisallocatie EC0 ED200 9999 - Agentschap Ondernemen - vastleggingsmachtiging Fonds voor Flankerend Economisch Beleid NGK 0 % 0 0 0 GVK 0 % 0 0 0 GOK 0 % 0 0 0 MAC 378.461 97% 259.076 2.610 261.686 Voor de verantwoording wordt verwezen naar D. ANDERE INSTELLINGEN - D. 1. FONDS FLANKEREND ECONOMISCH BELEID (Hermesfonds) D. ANDERE INSTELLINGEN D1. FONDS FLANKEREND ECONOMISCH BELEID (Hermesfonds) 1. TAAK Het Fonds voor Flankerend Beleid bevat uitsluitend middelen die door het Agentschap Ondernemen worden beheerd. De ontwerpbeheersovereenkomst bepaalt nader de beleidsprioriteiten, strategische en operationele doelstellingen van het Agentschap Ondernemen. 2. TOELICHTING BIJ DE OPERATIONELE DOELSTELLINGEN Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten Het Fonds voor Flankerend Beleid bevat uitsluitend middelen die door het Agentschap Ondernemen worden beheerd. De beheersovereenkomst zal de beleidsprioriteiten, strategische en operationele doelstellingen van het Agentschap Ondernemen nader specificeren. In afwachting van finalisatie van deze beheersovereenkomst kan aansluiting worden gezocht bij de missie zoals geformuleerd in 2009. Het agentschap heeft als missie de concurrentiepositie van ondernemingen in Vlaanderen duurzaam te ondersteunen, te versterken en te stimuleren. Het voert, door middel van erkenningen, subsidie-, krediet- en andere maatregelen, de programma's van economische aard uit die de Vlaamse overheid goedkeurt. Deze missie wordt vertaald in de volgende strategische doelstellingen SD1. Ondernemingen in hun competitiviteit ondersteunen; SD2. Het ondernemerschap bevorderen; SD3. De omgevingsfactoren faciliteren; SD4. Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds; SD5. Beheer van andere uitgaven passend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse Regering; SD6. De budget- en beheerscyclus optimaliseren.

19 De laatste doelstelling is in functie van de eerste vijf en wordt hierna dan ook niet verder toegelicht. Het gaat in concreto om: 1. de aanwending controleren van de ingezette middelen voor de opgelegde taakstellingen; 2. de uit de beleidsuitvoering verworven informatie verwerken met het oog op de voorbereiding van beleidsondersteunende adviezen. A. DE OMSCHRIJVING VAN DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN (SD) SD1. De competitiviteit van ondernemingen ondersteunen Het Agentschap Ondernemen wil instrumenten en initiatieven ontwikkelen die de concurrentiepositie van de ondernemingen verstevigen. In principe richt het Agentschap Ondernemen zich tot alle ondernemingen. Met de maatregelen wil het Agentschap Ondernemen wel het verschil maken en dus moet het resultaat duidelijk aantoonbaar zijn. Bovendien wil het Agentschap Ondernemen vooral die aspecten ondersteunen, die de toekomst van de onderneming centraal stellen. Het Agentschap Ondernemen wil dan ook bijdragen tot de vernieuwing van het Vlaams economisch weefsel. SD2. Het bevorderen van ondernemerschap Gezonde ondernemingen vergen in de eerste plaats voldoende ondernemerschap. Het Agentschap Ondernemen wil daaraan bijdragen door advies, opleiding en begeleiding te ondersteunen. We beschouwen ondernemerschap integraal: niet enkel het starten van nieuwe ondernemingen, maar de ganse levenscyclus wordt gestimuleerd. We willen hierbij ook maatregelen beheren die werkelijk een bijdrage leveren, met opnieuw de focus op toekomstgerichte activiteiten. SD3. De omgevingsfactoren faciliteren Een andere nodige voorwaarde voor een succesvolle economie is het kunnen aanbieden van gunstige omgevingsfactoren voor de ondernemingen. Het Agentschap Ondernemen zal steun verlenen voor de realisatie van bedrijfshuisvestingsmogelijkheden en zal instrumenten ontplooien die bijdragen tot de optimale vestigingsfactoren, zowel voor de Vlaamse ondernemers als voor de buitenlandse ondernemingen die willen investeren in Vlaanderen. We zullen ons hierbij opnieuw concentreren op die factoren die van belang zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de economie. SD4. Efficiënt beheer van het EFRO-fonds Het agentschap is het unieke loket voor het beheer van de EFRO-middelen, doelstelling 2 en 3. Door een efficiënt beheer van het EFRO-fonds draagt het Agentschap Ondernemen bij tot het structuurfondsenbeleid van de Europese Unie. Het Agentschap Ondernemen is tevens een knooppunt van het Enterprise Europe Network (voorheen EIC/IRC) in Vlaanderen. Het stelt de informatie-, advies-, bemiddelings- en promotiediensten van dit Europees Netwerk ter beschikking van de Vlaamse ondernemingen (informatie over Europese aangelegenheden, ondersteuning bij het opzetten van partnerschappen en internationale relaties). SD5. Beheer van andere uitgaven passend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse Regering B. OMSCHRIJVING VAN DE OPERATIONELE DOELSTELLINGEN (tekst opmaak MVT 2010)

20 SD1. De competitiviteit van ondernemingen ondersteunen OD1. Het bevorderen van de endogene groei door het stimuleren van het nieuw Vlaams ondernemerschap: stimuleren van starters, de doorgroei van Vlaamse KMO s naar slagvaardige ondernemingen, het verbeteren van de economische performantie van de Vlaamse ondernemingen. SD2. Het bevorderen van ondernemerschap OD1. De versterking van de positie van de onderneming door gebruik te maken van opportuniteiten binnen de netwerkeconomie. OD2. De professionalisering van de ondernemer en ondersteuning van starters en doorgroeiers in hun bedrijfsevolutie. OD3. Het ondersteunen van het menselijk kapitaal binnen de ondernemingen door middel van een systeem van investering in permanente vorming. SD3. De omgevingsfactoren faciliteren OD1. De verdere ondersteuning van het sociaal-economisch streekontwikkelingsbeleid ten einde de economische invalshoek in het lokaal en provinciaal beleid te versterken en de bottom up input voor het Vlaams beleid te waarnemen. OD2. De realisatie van sociaal-economische streekontwikkelingsprojecten voor zover die aansluiten of passen in de doelstellingen van het Vlaams ruimtelijk economisch beleid, in het bijzonder de realisatie van een ijzeren voorraad aan bedrijventerreinen, de verduurzaming van bedrijventerreinen en de realisatie van bedrijfshuisvestingsmogelijkheden buiten bedrijventerreinen. OD3. Het herwaarderen van het stedelijk economisch weefsel en versterking van de plattelandseconomie. OD4. Een duurzaam aanbod van goed uitgeruste bedrijventerreinen en -gebouwen overeenkomstig de krachtlijnen van het RSV met het oog op een adequate inpassing van de ondernemingen in de omgeving, inclusief de problematiek van de zonevreemde bedrijven en vervuilde en verlaten verouderde bedrijventerreinen. SD4. Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds OD1. Uitvoeren van het Europees structuurfondsenbeleid OD2. Klantvriendelijke en doelmatige informatieverstrekking van het Europese beleid C. OMSCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN SD1. De competitiviteit van ondernemingen ondersteunen (bedragen in duizend euro) OD Instrumenten GVK GOK OD1 4140-4140 Overdrachten aan IWT ter betaling aan 0 631 Vlaamse excellentiepolen OD1 4140-4141 Overdrachten aan VOI s (generaties) 0 7.942 OD1 5112 Investeringsuitgaven 161.595 141.958

SD2. Het bevorderen van ondernemerschap 21 OD Instrumenten GVK GOK OD2 3132-30 Inkomensoverdrachten aan andere 141 1.068 sectoren, onbepaald OD1 3200-32 Inkomensoverdrachten, geen 34.580 32.205 exploitatiesubsidies zijnde, aan bedrijven en financiële instellingen OD1 3300-33 Inkomensoverdrachten aan 9-.590 5.696 privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk OD 1211-1204 Convenant met Flanders DC 2009-2014 ter uitvoering van de activiteiten FFI en de ondernemingsplanwedstrijd 850 815 SD3. De omgevingsfactoren faciliteren OD Instrumenten GVK GOK OD1 1211-1202 Overheidsopdrachten in functie van 500 482 continuering beleidsgericht onderzoek inclusief opdrachten en samenwerkingsovereenkomsten met de POM s OD4 1221-1223 Middelen ter financiering van de 108 100 opdrachten en samenwerkingsovereenkomsten aan de POM s OD3 3200-3203 Project bedrijfsvriendelijke gemeente 2.000 869 OD2 5122-5002 Projecten in het kader van gebiedsgerichte 3.000 1.800 partnerschappen en/of het Vlaams ruimtelijk-economisch beleid OD4 5112-6102 Uitgaven voor de aanleg van bedrijventerreinen en voor de heringebruikname van industriële sites 27.460 20.676 SD4. Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds OD Instrumenten GVK GOK OD1 3200-32 Inkomensoverdrachten, geen exploitatiesubsidies zijnde, aan bedrijven en financiële instellingen 20.285 26.059 SD5. Andere uitgaven passend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse Regering OD Instrumenten GVK GOK OD 1211-1201 Werkingsuitgaven, gedeeltelijk ter 1.180 1.180 cofinanciering van Europese uitgaven en ter dekking van de beheersvergoeding aan derden OD 1211-1205 KMO IT 0 399 OD 1211-1203 Beheersvergoeding PMV in het kader van 0 107 de winwinlening (artikel 132 decreet) OD 3132-3001 Economisch overheidsinitiatief 0 0 OD 4540-4540 Storting aan FOD Economie voor de 0 880

22 wereldtentoonstelling Sjanghai OD 5121-5101 Belastingvermindering PMV in het kader van de winwinlening (artikel 132 decreet) OD 7112 Aankoop onroerende goederen ter uitvoering v/h ruimtelijk Vereffening als gevolg van ontbinding VLAO. 0 788 0 0 Als gevolg van de ontbinding van VLAO werden de rekeningen vereffend. In 2009 werd het saldo van 3,59 miljoen euro toegevoegd aan het reservefonds conform artikel 7, 4 van het decreet van 19 december 2008 houdende diverse maatregelen inzake de ontbinding van het Vlaams Agentschap Ondernemen en houdende de inrichting van een Comité voor Preventief Bedrijfsbeleid. Nog in 2009 werd een bedrag van 693 duizend euro onttrokken aan het reservefonds ter betaling van de wedden van de VLAO-personeelsleden van december 2008. In 2010 wordt een bedrag van 397 euro onttrokken aan het reservefonds om de bijdrage in het vakantiegeld 2009 van de VLAO-personeelsleden dat voorgeschoten werd door het Agentschap Ondernemen te salderen. Een bedrag van 360 duizend euro werd onttrokken aan het reservefonds om de bijdrage in de pool der parastatalen voor de pensioenen van de contractuele VLAO-personeelsleden te betalen. Vanaf 2010 wordt deze bijdrage gefinancierd door een recurrente compensatie van 360 duizend euro in machtiging en dotatie. De verkoop van het onroerend goed te Vilvoorde, deel van het patrimonium van ex-vlao, zal naar schatting 700.000 euro opbrengen. Hiervan wordt 486.000 euro toegevoegd aan het reservefonds en 214.000 euro aan het project bedrijfsvriendelijke gemeente. D. OMSCHRIJVING VAN DE PRESTATIES, PRESTATIEDRIJVERS EN PARAMETERS SD1. De competitiviteit van ondernemingen ondersteunen 4100. Storting aan de Vlaamse belastingsdienst ter compensatie van de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing De beslissing van de Vlaamse Regering om de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing op materiaal en outillage eenmalig kwijt te schelden was eenmalig. Er werden geen nieuwe kredieten voorzien in 2010. 4140-4140. Overdrachten aan IWT ter betaling van Vlaamse excellentiepolen Er wordt geen vastleggingskrediet voorzien. Er dient nog een betalingskrediet van 631 duizend euro voorzien te worden voor de afbetaling van de encours. 4140-4141. Overdrachten aan VOI s ter uitvoering van het project Generaties De beslissing van de Vlaamse Regering d.d. 8 mei 2009 betreffende de ondersteuning van het project Generaties was eenmalig. Voor de afbetaling wordt er 7.942 duizend euro voorzien. 5112-5112. Investeringssteun in toepassing van de wet van 31.12.1970 en het decreet van 15.12.1993 (ex FEERR-MGO) Er wordt geen vastleggingskrediet voorzien. Begin 2010 was er nog encours van 5.388 duizend euro. Gezien er in deze dossiers nog uitzuivering zal plaatsgrijpen wordt voorgesteld een betaalritme van slechts 10% te hanteren als afbetaling in 2010, zijnde 538 duizend euro.

5112-5113. Investeringssteun in toepassing van de wet van 04.08.1978 (ex-feerr-ko) 23 Er wordt geen vastleggingskrediet voorzien. Begin 2010 was er nog encours van 741 duizend euro. Gezien deze dossiers zeer oud zijn wordt ervan uitgegaan dat deze encours niet volledig zal worden betaald maar slechts voor 25%, zijnde 185 duizend euro. 5112-5115. Investeringssteun aan KMO s in toepassing van het decreet betreffend het economisch ondersteuningsbeleid In 2009 werd door de minister een versoepeling ingevoerd als gevolg van de financieel/economische crisis: de dossiers die nog werden uitbetaald kunnen vanaf 3/4/2009 meteen 50% uitbetaald krijgen bij aanvraag schijf 1 (en verder 20% bij schijf 2 en 30% bij schijf 3). Verder werd de investeringsperiode verlengd van 3 tot 5 jaar na de beslissingsdatum. Omwille van deze maatregel moet bij de inschatting van de betalingen een onderscheid worden gemaakt tussen de dossiers oud regime en deze onder het nieuwe steunregime. Het benodigd krediet voor 2010 bedraagt 21.087 duizend euro. 5112-5116. Ecologiesteun in toepassing van het decreet betreffend het economisch ondersteuningsbeleid Het vastleggingskrediet bedraagt bij constant beleid 119 miljoen euro (waarvan 1 miljoen euro uit subrubriek 51.19 ter financiering van de roetfilters). Voor de berekening van de betalingskredieten ecologie wordt onderscheid gemaakt tussen de oude en de nieuwe ecologieregeling omwille van het gewijzigd betalingspatroon. De encours van de oude ecologie bedroeg begin 2010 nog 8.388 duizend euro. Gezien de ouderdom van deze dossiers en de onzekerheden mbt het werkelijk verschuldigd zijn van de saldi wordt naar analogie met de oude expansie slechts een betalingskrediet van 25% ingeschreven. Dit bedraagt 2.097 duizend euro Voor EP light + Call bedroeg de encours 317 begin 2010 nog 317 mio euro. Bij de berekening van de nodige betalingskredieten wordt ervan uitgegaan dat er in beide steunregimes een afbetaling zal zijn van 20% op deze encours. Wat betreft het callsysteem werd voor de 1 ste call 2009 een betaalritme vastgesteld in 2009 van 30%, dit betaalritme werd doorgetrokken in 2010. Er wordt tevens vanuit gegaan dat zoals in 2009 van de 2 de call van 2010 in 2010 niks wordt uitbetaald. Het totaal benodigd krediet bedraagt 84.748 duizend euro. 5112-5117. Investeringssteun aan grote ondernemingen in toepassing van het decreet betreffend het economisch ondersteuningsbeleid Voor 2010 is een bedrag van 41.095 duizend euro voorzien als vastleggingskrediet bij constant beleid. De betalingen voor de strategische steun dossiers (oude en nieuwe stijl) en opleidingsdossiers worden geraamd op 35.000 duizend euro. Bij de berekening van dit cijfer werd rekening gehouden met het versnelde betalingsritme van 50-30-20% waartoe de Vlaamse Regering besliste. 5112-5118. Rentetoelagen als gevolg van hinder door openbare werken In afwachting van een evaluatie ten gronde van de maatregel wordt het in 2009 bijgestuurde vastleggingskrediet van 500 duizend euro behouden. Het benodigde betalingskrediet bedraagt 400 duizend euro. Bij de berekening werd rekening gehouden met de betalingen voor dossiers van het nieuwe regime waarvan de enige schijf onmiddellijk kan uitbetaald worden. 5112-5119. Ecologiesteun voor roetfilters en Euro V motoren

24 Bij constant beleid wordt het vastleggingskrediet van 1.000 duizend euro aangehouden (de budgettaire last wordt voor de helft gecompenseerd in betalingskrediet door de storting uit het Mina-fonds). Zie 51.16. SD2. Het bevorderen van ondernemerschap 3132-3002. Initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap in het onderwijs In de loop van 2009 werden de maatregelen van de brugprojecten, het ondernemerschap en de peterschapsprojecten geïntegreerd. Voor wat betreft de eerste twee werd het krediet samengevoegd onder rubriek 3303-3306. Enkel de brugprojecten aangegaan tot en met 2008 worden afbetaald op deze rubriek. Voor deze dossiers wordt een betalingskrediet voorzien van 927 duizend euro. 3132-3003. Subsidies Design Vlaanderen Door de integratie van VLAO in het Agentschap Ondernemen werden de subsidies Design Vlaanderen conform het ventilatiebesluit in de begroting opgenomen onder deze nieuwe rubriek. Het benodigde vastleggingskrediet bedraagt 141 duizend euro. Het betalingskrediet bedraagt 141 duizend euro. 3200-3204. Business Angels Networks (BAN s) Er worden voorlopig geen vastleggingskredieten voorzien gezien de financiering van de vzw BAN Vlaanderen via de driejarige overeenkomst afloopt eind 2010. Een nieuwe overeenkomst wordt in 2011 vastgelegd. De encours bedraagt 405 duizend euro. De prognose is dat dit saldo volledig zal betaald worden in 2010. 3200-3211. KMO-portefeuille Voor de KMO-portefeuille wordt in 2010 een bedrag van 33.080 duizend euro voorzien, een vermindering van bijna 10 miljoen euro als gevolg van de besparingsmaatregelen. Dit bedrag sluit nauw aan bij het geraamde bedrag van de werkelijke afname in 2009 (het bedrag werd trouwens n.a.v. de derde begrotingscontrole 2009 naar 33.080.000 euro herzien). (zie VR 2008 1912/DOC.0242). De verhoging uit de kredieten voor nieuw beleid met 1.500 k euro wordt hier doorgevoerd omdat de stijgende afnamecijfers vanaf september 2009 het risico op krediet tekort doet toenemen. Voor de betalingen wordt voorlopig een ordonnanceringskrediet ingeschreven van 31.800 duizend euro. 3300-3305. Peterschapsprojecten De peterschapsprojecten zijn actueel voorwerp van evaluatie. In afwachting van deze evaluatie wordt de kredietlijn voorlopig apart aangehouden. Voor de oproep van de peterschapsprojecten is voor 2010 een bedrag nodig bij constant beleid van 3.000 duizend euro. Het betalingskrediet bedraagt 2.546 duizend euro. 3300-3306. Initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap In de loop van 2008 worden de maatregelen van de brugprojecten, het ondernemerschap en de peterschapsprojecten geïntegreerd. Voor wat betreft de eerste twee werd beslist het krediet samen te voegen. Naast deze dossiers worden nog ad hoc subsidies toegekend zoals. Het vastleggingskrediet bedraagt 3.970 duizend euro. Het betalingskrediet bedraagt 3.030 duizend euro. 1211-1206. Initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap via mediaoproep

25 Wat de oproep ondernemerschap media betreft zal niet gewerkt worden met subsidies maar via contracten (naar analogie van de methode die de DAR terzake heeft toegepast). Het gevolg is dat deze 2.500 duizend euro onder deze nieuwe rubriek met aangepaste ESRcodificatie moet worden opgenomen. 3300-3309. Subsidies ter ondersteuning van ondernemersplanwedstrijden Op deze kredietlijn worden enkel de projecten NFTE en Enterprize gefinancierd. In afwachting van een beslissing ten gronde met betrekking tot de wijze van clustering van initiatieven wordt het krediet van 120 duizend euro voorlopig aangehouden. 1211-1204. Convenant met Flanders DC 2009-2014 ter uitvoering van de activiteiten FFI en ondernemingsplanwedstrijd Naar aanleiding van de beslissing van de Vlaamse Regering d.d. 5 mei 2009 (VR 2009 0805DOC0675) werden de subsidies aan FFI en Bizidee geschrapt. Een bedrag van 850 duizend euro werd voorzien voor deze initiatieven die vanaf heden door Flanders DC zullen worden beheerd. Er wordt een betalingskrediet voorzien van 815 duizend euro. SD3. De omgevingsfactoren faciliteren 1211-1202. Overheidsopdrachten in functie van continuering beleidsgericht onderzoek inclusief opdrachten en samenwerkingsovereenkomsten met de POM s De libellé wordt aangepast zodat opdrachten en samenwerkingsovereenkomsten kunnen worden ontwikkeld bv over het omgaan met problematische ruimtevragers als onderdeel van de strategie om te komen tot een ijzeren voorraad, over samenwerkingsvormen inzake het stimuleren van logistiek enz. Het krediet moet dus bijkomend toelaten om de studiebehoefte die bij dergelijke opdrachten hoort op te vangen. Het benodigd vastleggingskrediet bij constant beleid bedraagt 500 duizend euro. Voor de post 1202 overheidsopdrachten ( ) ruimtelijk-economisch onderzoek moet het betalingskrediet verhoogd worden tot 482 duizend euro. 1221-1223. Middelen ter financiering van de opdrachten en samenwerkingsovereenkomsten aan de POM s Tot 2008 was 100 duizend euro voorzien voor GIS. De verdere actualisatie naast de reeds lopende opmaal en actualisatie van één van de 6 GIS-lagen die voorzien zijn in het nieuwe datamodel voor het GIS-bedrijventerrein van het Agentschap Ondernemen zal worden uitbesteed aan de POM s. Deze opdracht sluit aan bij de vroegere opdrachtenfunctie van de GOM s. Vandaar dat de nummering en libellé van de rubriek wordt aangepast. Het benodigd vastleggingskrediet bedraagt 108 duizend euro. Het betalingskrediet dat voor 2010 was voorzien van 100 duizend euro blijft aangehouden gezien de herinschrijving van 108 duizend euro langs de vastleggingszijde. 3200-3203. Project bedrijfsvriendelijke gemeente Bij de 1 ste oproep 2008-2009, waarvoor 2 mio euro beschikbaar was, werd in totaal voor ongeveer 6 mio euro projecten ingediend. Slechts 8 van de 24 voorstellen konden worden gesubsidieerd. Daarom wordt het krediet van 800 duizend euro verhoogd door gedeeltelijke incorporatie van het krediet van 1,2 mio euro vanuit EC207 3132 Inrichters lokale aanspreekpunten. Het vastleggingskrediet bedraagt 2000 duizend euro. Het betalingskrediet kan verlaagd worden naar 869 duizend euro in de hypothese dat de oproep 2010 pas in het najaar zal gelanceerd worden en de 1 ste schijven dus pas in 2011

26 uitbetaald worden. Het vastleggingskrediet 2010 zal dus niet leiden tot bijkomende betalingen in 2010 maar zal vooral een impact hebben in de daarop volgende jaren. De verlaging is verder het resultaat van het feit dat er in 2009 geen oproep gebeurde. 5122-5002. Projecten in het kader van gebiedsgerichte partnerschappen en/of het Vlaams ruimtelijk-economisch beleid Het vastleggingskrediet van 3.000 duizend euro blijft behouden. Dit dient zowel voor projectwerking in het kader van het ruimtelijk economisch beleid (herinrichtingsprojecten bedrijventerreinen, parkmanagement, bedrijfsvervoerplannen, enz.) als voor de projecten voorzien in het BVR inzake grijswatercircuits. Het betalingskrediet van 1.800 duizend euro blijft behouden. 5112-6102. Uitgaven voor de aanleg van bedrijventerreinen en voor de heringebruikname van industriële sites Naar aanleiding van de derde begrotingscontrole 2009 werd het krediet neerwaarts herzien omwille van een lagere instroom van dossiers tot 27.857 duizend euro. Dit bedrag wordt in 2010 bij constant beleid doorgetrokken ook mede als gevolg van de besparingsmaatregel. Het betalingskrediet van 20.676 duizend euro blijft behouden. SD4. Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds 3200-3206. Uitvoeren van het Europees structuurfondsenbeleid Voor de uitvoering van het Cohesiebeleid (Europese structuurfondsen) wordt een vastleggingskrediet voorzien van 20.285 duizend euro. Dit bedrag moet volstaan om de Vlaamse cofinancieringsbehoefe af te dekken. Voor de afbetalingen wordt een bedrag van 23.652 duizend euro ingeschreven. 3200-3210. Subsidies aan verenigingen en instellingen met betrekking tot de cofinanciering van projecten in het kader van het Europees programma Interreg III - overdracht Buitenlands Beleid Er dienen geen vastleggingskredieten te worden voorzien (krediet overgeheveld van Buitenlands beleid). Met de begrotingsopmaak 2005 werden de vastleggingen aangegaan onder programma 12.1, basisallocatie 30.06 met als libellé Subsidies aan verenigingen en instellingen m.b.t. de cofinanciering van projecten in het kader van het Europees programma Interreg III overgedragen naar en geïncorporeerd in het Hermesfonds. Gezien voor de volledige programmaperiode een bedrag werd vastgelegd dient tot het einde van deze periode van enkel een afbetalingskrediet te worden ingeschreven. 2 van de 5 programma s (2000-2006) zijn helemaal uitbetaald. Voor nog 3 programma s liep de afsluiting vertraging op. Het benodigde betalingskrediet voor de laatste schijven voor cofinanciering Technische Bijstand bedraagt 230 duizend euro. 3200-3212. Vlaamse cofinanciering voor EFRO projecten Uitdagingen op de arbeidsmarkt Overheveling van WSE naar EWI (Verdere verdeling van het provisioneel krediet tot dekking van de uitgaven in het kader van de uitdagingen op de arbeidsmarkt vanuit JB011B) voor de cofinanciering van 5 EFRO-dossiers. Geen vastleggingskrediet te voorzien gezien deze dossiers werden vastgelegd in 2009. Het betalingskrediet voor deze dossiers bedraagt 560 duizend euro. 3200-3213. Afbetaling Vlaamse cofinanciering EFRO Urban II project Autonoom gemeentebedrijf Antwerpen

27 Geen vastleggingskrediet (zie ook decreetsbepaling - de verbintenis werd overgedragen van het departement financiën en begroting naar het Hermesfonds en wordt verder afbetaald in 2010). Er is nog een betalingskrediet nodig van 1.617 duizend euro. SD5. Andere uitgaven passend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse Regering 1211-1201. Werkingsuitgaven, gedeeltelijk ter cofinanciering van Europese uitgaven en ter dekking van de beheersvergoeding aan derden Op deze rubriek worden het contract vastgelegd dat de Vlaamse overheid met de NV Sodexo aanging voor het beheer van de KMO-portefeuille. Ook bepaalde kosten aan het EFROprogramma inzake ICT en Communicatie en de werking van het EEN (voorheen EIC/IRC) worden hieronder aangerekend. In 2007 keurde de Europese Commissie het voorstel goed in het kader van de oproep CIP - "Services in support for business and innovation". Het consortium, gevormd met VLAO en IWT (Innovation Relay Center - IRC), wordt getrokken door het Agentschap Ondernemen. Om de werking van het consortium mogelijk te maken, dient naast de Europese middelen - gedurende de periode 2008-2013 jaarlijks 100.000 euro cofinanciering te worden voorzien. Deze middelen zullen gebruikt worden voor communicatie, evenementen en externe ondersteuning om de voorziene doelstellingen te kunnen realiseren: sensibiliseren en ondersteunen van ondernemingen over Europese aangelegenheden, feedback leveren aan de Europese Commissie en bedrijven ondersteunen bij het opzetten van partnerschappen en internationale relaties. Tot slot wordt de libelle aangepast omdat de beheersvergoeding aan PMV voor zelfstandige kinderopvang hieronder zal worden aangerekend. Het benodigd vastleggings- en betalingskrediet bedraagt 1.180 duizend euro (de compensatie voor de bijdrage van ex-vlao aan de pool der parastatalen wordt hier ten laste genomen) 1211-1205. KMO IT Voor de uitbouw van het kenniscentrum KMO-IT werd een bedrag vastgelegd van 1.994 duizend euro. Gezien er slechts elke 6 maanden een factuur kan worden ingediend zal er slechts 1 betaling gebeuren in 2010. Het contract loopt op 30 maanden zodat het betalingskrediet voor 2010 399 duizend euro bedraagt. 1211-1203. Beheersvergoeding PMV in het kader van de winwinlening (artikel 132 decreet) Zie de decreetsbepaling waarbij de Vlaamse minister bevoegd voor Economie er toe gemachtigd is de kredieten vastgelegd tijdens de vorige begrotingsjaren op het artikel 85.01 (vastleggingsnummer 40004028) van het Fonds voor Flankerend Economisch Beleid in het kader van de Talentenbank ten belope van maximaal 3 miljoen euro aan te wenden voor de toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten. Het saldo van de vastlegging mag aangewend worden voor de winwinlening. Er dient geen vastleggingskrediet te worden voorzien. Er werd bij BC2008 een nieuwe rubriek ingevoegd voor de betaling van de beheersvergoeding aan PMV met betrekking tot de winwinlening. Het startbedrag was 100 duizend euro en wordt jaarlijks geïndexeerd. Voor 2010 wordt er een betalingskrediet ingeschreven van 107 duizend euro. 3132-3001. Economisch overheidsinitiatief Er dient geen krediet te worden voorzien. De enige actueel lopende subsidieovereenkomst werd voor een periode van 3 jaar afgesloten met FFI en deze is overgenomen door het convenant met Flanders DC.

28 4540-4540. Storting aan FOD Economie voor de wereldtentoonstelling Sjanghai Samenwerkingsprotocol tussen de federale staat en de gemeenschappen en gewesten m.b.t. de deelname van België aan de wereldtentoonstelling van Sjanghai, China in 2010 (zie besluit van de Vlaamse Regering houdende de gedeeltelijke herverdeling van het provisionele krediet voor het economisch relancebeleid, ingeschreven onder de basisallocatie 0117b van het programma CB van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor 2009). Geen vastleggingskrediet. Het betalingskrediet bedraagt 880 duizend euro. 5121-5101 Belastingsvermindering PMV in het kader van de winwinlening (artikel 132 decreet) Zie de decreetsbepaling waarbij de Vlaamse minister bevoegd voor Economie er toe gemachtigd is de kredieten vastgelegd tijdens de vorige begrotingsjaren op het artikel 85.01 (vastleggingsnummer 40004028) van het Fonds voor Flankerend Economisch Beleid in het kader van de Talentenbank ten belope van maximaal 3 miljoen euro aan te wenden voor de toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten. Het saldo van de vastlegging mag aangewend worden voor de winwinlening. Er dient geen vastleggingskrediet te worden voorzien. Er werd bij BC2008 een nieuwe rubriek ingevoerd voor de fiscale minderinkomsten die de federale overheid oploopt als gevolg van de winwinlening. Dit bedrag wordt jaarlijks geraamd door PMV. Het benodigd krediet bedraagt 788 duizend euro. 3 TOELICHTING PER ARTIKEL 3.1. ONTVANGSTENARTIKELEN 3.2. UITGAVENARTIKELEN Basisallocatie EC0 ED200 4141 Agentschap Ondernemen - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - Fonds voor Flankerend Economisch Beleid NGK 228.439 100 197.251 + 35.690 232.941 GVK GOK VRVK VROK MAC BVJ Basisallocatie EC0 ED200 9999 Agentschap Ondernemen - vastleggingsmachtiging Fonds voor Flankerend Economisch Beleid

Uitvoerings% 2009 Krediet BO 2010 Wijziging (in + of -) 29 Krediet BC 2010 NGK GVK GOK VRVK VROK MAC 378.461 97 259.076 + 2.610 261.686 BVJ

30

D2. EVA IWT 31 1. TAAK Het IWT is het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie dat Vlaamse bedrijven en onderzoeksinstellingen helpt hun onderzoek- en ontwikkelingsprojecten te realiseren. Het IWT biedt hen financiële steun, advies en een netwerk van potentiële partners in binnen- en buitenland. Het IWT staat de Vlaamse Regering ook bij in haar innovatiebeleid. 2. TOELICHTING BIJ DE OPERATIONELE DOELSTELLINGEN Het IWT stimuleert innovatie in Vlaanderen door rechtstreekse steun aan innoverende bedrijven en aan onderzoeksgroepen en intermediairen. De Vlaamse overheid voorziet hiertoe jaarlijks de nodige budgetten om onderzoek en ontwikkeling (O&O) door en voor Vlaamse bedrijven te financieren. Alle types bedrijven kunnen daarvan gebruik maken, ook voor hun niet-technologische innovatieprojecten. Deze doelstelling heeft de gehele bedrijfswereld in Vlaanderen als doelgroep. Om stand te houden in de huidige competitieve globale economie moeten bedrijven voortdurend streven naar verbeterde of nieuwe diensten, producten en processen. De ontwikkeling en verwerving van technologie speelt hierbij een cruciale rol. 2.1 Omschrijving van de operationele doelstelling Het IWT schrijft zich in in de operationele doelstellingen van het Vlaamse innovatiebeleid zoals geformuleerd in de beleidsnota Wetenschappelijk onderzoek en innovatie 2009-2014. SD1 : Van idee tot economische valorisatie, marktresultaat en maatschappelijke impact; SD2 : Meer creatief en innoverend ondernemen - OD 1: optimaliseren van het innovatie-instrumentarium ten behoeve van KMO s; - OD 2: verbreding en verlenging van het steunbare innovatietraject; - OD 3: stimuleren van samenwerking tussen kennisinstellingen en bedijfswereld; - OD 4: stimuleren van innovatie op de werkvloer: innovatieve arbeidsorganisatie; - OD 5: optimalisatie van de werking van de innovatiecentra; - OD 6: sensibiliseren voor creatief en innoverend ondernemen. SD3 : Focussen op economische clusters, thematische speerpunten en grote projecten. - OD 1: versterken en vernieuwen van speerpuntdomeinen; - OD 2: beantwoorden aan maatschappelijke uitdagingen; - OD 3: versterken van het strategisch basisonderzoek; - OD 4: een sterker maatschappelijk draagvlak voor wetenschap en innovatie SD4 : Vlaanderen internationale speler - OD1: Vlaanderen volwaardig partner in de Europese onderzoeks- en innovatieruimte 2.2 Instrumenten Het IWT treedt op als exclusief financieringskanaal van de Vlaamse overheid voor innovatief onderzoek in de bedrijfswereld. De financiële steun is bestemd voor bedrijven met activiteiten in het Vlaamse Gewest die door middel van een onderzoeks- of ontwikkelingsproject (O&O-bedrijfsproject) een innovatie wensen door te voeren, en die

32 daartoe kennis dienen te verwerven. Het O&O-steunprogramma richt zich hierbij niet alleen tot technologische product- of procesontwikkelingen. Ook nieuwe concepten en diensten komen in aanmerking, zonder beperking in toepassingsdomein, technologie of sector. De omvangrijkste aktiviteit van het IWT bestaat uit de toekenning van financiële steun aan onderzoek en ontwikkeling in bedrijven en onderzoeksinstellingen of door beurzen aan onderzoekers. Deze financiële steun wordt via verschillende kanalen verdeeld: - Als een permanent open loket voor: o O&O-bedrijfsprojecten (projecten hoofdzakelijk uitgevoerd door bedrijven); o O&O-haalbaarheidsstudies; o KMO-programma (projecten hoofdzakelijk uitgevoerd door KMO s); o EUREKA (grensoverschrijdende samenwerking); o Onderzoeksmandaten (beurzen voor onderzoekers met ervaring). - Extra steun kan worden toegekend aan projecten binnen O&O-bedrijfssteun of het KMO-programma in het kader van o DTO (Duurzame Technologische Ontwikkeling); o LuRu (Lucht- en Ruimtevaart); o Achtergestelde lening voor KMO; o Automobielsector Steun aan onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten van Vlaamse bedrijven (SD1, SD2-OD 2) Het O&O-besluit (voluit Financieringsbesluit voor steun aan projecten van bedrijfsonderzoek en ontwikkeling ) dateert van 12 december 2008. Dit reglementaire financieringsbesluit, gebaseerd op het innovatiedecreet van mei 1999, verruimt de steunmogelijkheden en maakt ze doorzichtig en efficiënt. De nieuwe Europese Kaderregeling voor staatssteun aan onderzoek en innovatie vroeg om een aanpassing van de steunmodaliteiten voor O&O-bedrijfsprojecten. In januari 2007 werd beslist met 2 nieuwe basistarieven te werken: 15% voor ontwikkelingsprojecten en 40% voor onderzoeksprojecten. Daarbovenop kan een reeks van bonussen toegekend worden in functie van het KMO-karakter, de samenwerking met onderzoeksinstellingen of met bedrijven, de potentiële bijdrage tot Duurzame Technologische Ontwikkeling (DTO),.In de overgangsperiode 2008 bedroeg het minimale steuntarief nog 25 %. Sinds midden 2008 kunnen bedrijven ook steun aanvragen om de haalbaarheid van hun O&O-project te bestuderen of om het project beter in kaart te brengen. De studies moeten het bedrijf inzicht geven in in de technologie, de markt, de businessopportuniteiten en mogelijke patenten. EUREKA/MEDEA/ITEA (SD1,SD2 - OD2 en SD4 OD1)) EUREKA is een initiatief voor de bevordering van de internationale samenwerking op het vlak van toegepast en marktgericht industrieel Onderzoek en Ontwikkeling. EUREKA is een intergouvernementele organisatie waarvan aktueel 38 landen en de Europese Unie lid zijn. Zij werd in 1985 opgericht om de competitiviteit van de Europese industrie te versterken en dit via het faciliteren van de opbouw en financiering van projecten voor de ontwikkeling van nieuwe producten, processen en diensten. In de Europese Onderzoeksruimte heeft EUREKA een specifieke plaats en een complementaire functie naast het Kaderprogramma en het COST-Programma. In een EUREKA-programma bepalen de partners namelijk zélf het samenwerkingsverband, de inhoud en timing van hun project. KMO-programma (SD 2- OD1 en OD6) Het KMO-programma werd reeds in 2000 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. De concrete modaliteiten ter uitvoering van dit programma werden door de Raad van Bestuur van het IWT-Vlaanderen goedgekeurd. Dit instrument richt zich tot een verruimd KMO-

33 publiek: ook KMO s zonder een expliciete onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling moeten immers worden gestimuleerd om tot innovatie over te gaan. In die zin wordt het programma gekenmerkt door een sterk vereenvoudigde en transparante procedure, zowel wat de aanvragen als wat de opvolging van de uitvoering ervan betreft. Vlaamse KMO s die willen innoveren in hun producten, processen of diensten, en die hiervoor de realisatie van technologische oplossingen moeten uitwerken, kunnen hiervoor financiële steun aanvragen bij IWT-Vlaanderen. Die steun betreft de voor deze technische oplossingen uit te voeren aktiviteiten die in de eerste plaats een technische kennismeerwaarde voor de KMO opleveren. Om de steunformules aantrekkelijker te maken voor KMO s, zullen de maatregelen in het beleidsinstrumentarium optimaal gedifferentieerd worden naar doelgroepen waarbij ook kleine en micro-ondernemingen gesensibiliseerd zullen worden tot meer innovatie. Er zal gezocht worden naar een verdere stroomlijning van het Innovatie-Instrumentarium, zoals ook aanbevolen in het zgn. Rapport o.l.v. Prof. Luc Soete (Maastricht). Zo werd eind 2008 werk gemaakt van de KMO-Portefeuille, een samenwerking tussen het IWT, het Agentschap Ondernemen en het FIT. Het TETRA-fonds (SD2- OD3) Er werd voor de ondersteuning van het technologisch onderzoek aan de hogescholen een aangepast programma uitgewerkt: het TETRA-fonds (staat voor technologietransfer fonds ). Dit programma bouwt voort op de positieve resultaten van het HOBU-fonds. Het staat open voor alle Vlaamse instellingen van hoger onderwijs (zowel eerste als tweede cyclus opleidingen), die in samenwerking met één of meerdere universitaire labo s of hightech bedrijven een relevant technologisch probleem kunnen oplossen. De prioritaire doelgroep voor de beoogde kennisdiffusie valt voornamelijk te situeren bij de minder technologische, eerder traditionele KMO s, alsook de social profit organisaties. Medebetrokkenheid van grote ondernemingen en hoogtechnologische KMO s kan voor deze prioritaire doelgroep een pluspunt vormen, en is dus eveneens mogelijk. De organisaties die geïnteresseerd zijn in de resultaten van een bepaald project worden gevraagd een beperkt deel van de onderzoekskosten (i.e. 10%) mee te financieren. Strategisch basisonderzoek (SD2- OD3) Een basisdoelstelling van onderhavig begrotingsprogramma is het realiseren van een brugfunctie tussen de onderzoekswereld enerzijds en de economie en de maatschappij anderzijds. Vanaf het werkingsjaar 2003 werd een verruiming voorzien van de mogelijkheden tot het indienen van projectvoorstellen, en dit zowel op het vlak van onderzoeksdomeinen (i.e. voortaan alle onderzoeksdomeinen met economische of maatschappelijke relevantie, dus niet alleen technologisch maar bvb. ook maatschappelijk of biomedisch onderzoek), als inzake potentiële projectindieners (i.e. niet alleen de universiteiten, maar voortaan ook bedrijven, grote onderzoeksinstellingen en alle overige organisaties met rechtspersoonlijkheid). Deze verruiming ging gepaard met een naamsverandering van het programma, dat voortaan SBO (Strategisch Basisonderzoek) is gaan heten. Het huidige SBO is de opvolger van de vroegere programma s GBOU (Generisch BasisOnderzoek aan de Universiteiten) en STWW (Strategische Technologieën voor Welzijn en Welvaart). Toegepast biomedisch onderzoek (SD2- OD3) Het programma heeft tot doel een ondersteuning te bieden voor nieuwe ontwikkelingen voor therapie en diagnose waarvoor op heden onvoldoende industriële interesse bestaat en waarvoor overheidsfinanciering via bestaande kanalen moeilijk is. Door een projectmatige financiering mogelijk te maken voor vertaling van belangrijke bevindingen naar klinische toepassingen heeft het programma tot doel op lange termijn bij te dragen aan de implementatie van nieuwe behandelingswijzen en diagnoses. Hierdoor zal het programma

34 bijdrage tot het welzijn van patiënten en de volksgezondheid in het algemeen. Het huidige programma heeft een uitgesproken focus op onderzoek dat minstens aan volgende criteria voldoet. Het biomedisch onderzoek met een klinische toepassingsgerichtheid hebben dat zich richt naar innovatieve ontwikkelingen voor therapie en/of diagnose. Het onderzoek moet zich reeds ver in het traject van ontdekking naar toepassing bevinden en zich eerder richten op vertaling en uitwerking van wetenschappelijke bevindingen naar klinische toepassingen dan op de novo kenniscreatie. Het onderzoek moet ook een duidelijke toepasbaarheid hebben die een primair maatschappelijke finaliteit heeft met nog geen industriële interesse op het ogenblik van indiening, en een meerwaarde biedt voor de Vlaamse gezondheidssituatie. Landbouwkundig onderzoek (SD2- OD3) Het programma LandbouwOnderzoek beoogt het verwerven, bundelen en vertalen van wetenschappelijk-technologische kennis naar innovatieve toepassingen voor de Vlaamse land- en tuinbouw. De projecten hebben een collectief karakter omdat ze gericht zijn op de bevordering van de sector en niet op het oplossen van problemen van individuele land- en tuinbouwbedrijven. De projecten worden uitgevoerd door onderzoeksploegen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen, onderzoeksinstellingen en praktijkcentra. Deze laatsten vormen binnen dit steunprogramma een specifieke groep van innovatie-actoren. Stimuleren van innovatie op de werkvloer: innovatieve arbeidsorganisatie (SD 2- OD 4) De oprichting van Flanders' Synergy had als primaire doelstelling om de performantie van bedrijven te verhogen via een innovatief personeelsbeleid en arbeidsorganisatie. De behoeften waaraan Flanders' Synergy tegemoet wil komen vinden hun oorsprong in de transitie naar een kenniseconomie met meer kennisintensieve jobs en de toenemende schaarste op de arbeidsmarkt. De cruciale uitdagingen zijn hierbij zowel de toename van de productiviteit alsook de kwaliteit van de arbeidsprocessen en het welzijn van de werknemers te kunnen verbeteren. Hiernaast is er tevens een noodzaak om oudere werknemers zinvol te kunnen behouden in arbeidsprocessen en dit gedurende een langere tijdsperiode. Flanders' Synergy wil haar doelstelling van innovatieve arbeidsorganisatie bereiken door onder meer sensibilisering, dienstverlening, onderzoek en training. Dit is maar mogelijk indien interactie en samenwerking tussen bedrijven, sociale partners en R&D actoren verwezenlijkt worden. Steun aan Vlaamse innovatiesamenwerkingsverbanden (SD2 OD 5 en SD2 OD1) De financiering van de Vlaamse Innovatiesamenwerkingsverbanden gebeurt via een reglementair besluit van 24 mei 2002 tot regeling van de steun aan projecten innovatiestimulering, technologisch advies en collectief onderzoek in uitvoering van het innovatiedecreet van mei 1999. Het betreft rechtstreekse steun aan intermediairen of overige samenwerkingsverbanden voor activiteiten van collectief onderzoek, verstrekken van technologisch advies en technologische innovatiestimulering. Steun wordt toegekend aan netwerken van bedrijven die actief zijn op het vlak van innovatie met projecten die zich zowel situeren op het vlak van technologische dienstverlening, (TD) thematische innovatiestimulering (TIS), (sub)regionale innovatiestimulering (RIS), collectief Onderzoek (CO), haalbaarheidsstudies en samenwerkingsverbanden. Naar aanleiding van de evaluatie en eventuele verlenging van de innovatiecentra in 2010, zullen een aantal aspecten zoals: ondersteuning van de doelstellingen van het Vlaamse innovatieagentschap IWT; de samenwerking met de overige ondernemingsgerichte agentschappen zoals FIT, AO en PMV, organisatievorm, uitbreiding naar dienstenbedrijven en ondersteuning van servitisatie, internationale benchmarking nader bekeken worden hetgeen eventueel tot nieuwe opdrachten kan leiden. Innovatieprojecten op initiatief van de Vlaamse Regering (SD 3 - OD1, OD2, OD4 en OD6)

35 Conform internationale trends, zijn ook in Vlaanderen initiatieven genomen om een brug te slaan tussen het economisch beleid en technologisch innovatiebeleid. Deze brug wordt o.m verwezenlijkt via de competentiepolen en de strategische onderzoekscenttra. Competentiepolen zijn kenniscentra die zich richten op de bundeling van competenties in strategisch belangrijke thema s in Vlaanderen. De samenwerking tussen alle relevante innovatieactoren (bedrijven, kennisinstellingen onderzoeksinstituten) moet leiden tot versterking van bestaande competenties en verhoging van het innovatievermogen bij de Vlaamse kmo s. De minister beslist over eventuele steuntoekenning na positief advies van het IWT. Hoewel er geen strikt juridische afbakening van het begrip bestaat worden deze kenniscentra gekenmerkt door volgende karakteristieken: - Vooreerst zijn alle initiatieven bottom-up ontstaan. Het is de innovatiekracht van een aantal spelers, meestal overheid en privé tezamen, die ten grondslag liggen van deze competentiepolen; - Een tweede element is krachtenbundeling. Op een aantal terreinen werd vastgesteld dat reeds heel wat expertise in Vlaanderen aanwezig was. Door echter samen te werken over de grenzen van de eigen organisatie heen, meestal in een virtuele organisatie, wordt gepoogd een eigen identiteit voor de problematiek te ontwikkelen. Meestal is dit ingegeven vanuit een internationale context. Om mee te kunnen in de globaliseringstrend, zal gelet op de schaalgrootte van Vlaanderen, deze tendens zich nog verder dienen te zetten (SD3-OD2). - Tenslotte omspannen de meeste initiatieven ook een geheel van aktiviteiten, dat het actieterrein van technologie-ontwikkeling ruim overstjgt. Evenzeer gedragsonderzoek, onderzoek naar de reglementaire en maatschappelijke aspecten, trendwatching, enz. komen aan bod (SD3-OD4). E-Media (SD2- OD3 en SD2 OD6) Het grootste deel van de innovatiebudgetten in IWT-beheer worden door het IWT zelf beheerd vanaf indiening tot steunselectie en opvolging. Dit alles binnen de krijtlijnen van reglementaire kaders beslist door de politieke overheid. Een kleiner deel wordt inzake steunselectie beslist door de politieke overheid zelf, m.n. de Vlaamse regering of de verantwoordelijke minister, afhankelijk van het steunbedrag. Op 9 december 2005 keurde de Vlaamse Regering het Vlaams Innovatiebeleidsplan goed waarmee de aanzet werd gegeven voor een horizontaal innovatiebeleid in Vlaanderen. Dit impliceert dat innovatie integraal deel uitmaakt van het beleidskader over de verschillende beleidsdomeinen en sectoren heen. Twee belangrijke initiatieven ten laste van de budgetlijn innovatieve media werden in 2007 beslist door de Vlaamse regering. Het IWT stond in voor de voorbereiding ervan. - Innovatieve media: De beheersovereenkomst met de VRT (2007-2011) voorziet in artikel 18 een consolidering van de expertise die in de loop van de laatste vijf jaar is opgebouwd in het kader van e-vrt. In dat licht zal de VRT zijn onderzoekers groeperen in een personeelsteam Onderzoek en Innovatie ( het Personeelsteam O&I intussen Medialab genoemd) dat de volgende activiteiten zal ontplooien: 1. het op de voet volgen van technologische ontwikkelingen inzake e-media en het bestuderen hoe ontwikkelingen of uitvindingen nieuw kunnen worden toegepast in Vlaanderen; 2. het consolideren van de kennis die is opgebouwd binnen het kader van de in de periode 2002-2006 door de VRT uitgevoerde innovatieve mediaprojecten; 3. het participeren in grotere, vraaggestuurde onderzoeksprogramma s en projecten waarvan de uitvoering buiten de VRT plaatsvindt en waarbij de VRT de resultaten van het onderzoek gevoerd met de middelen voorzien in de

36 overeenkomst VRT 2007-2011 ter beschikking stelt van Vlaamse mediaindustrie. - PIM (Onderzoeksprogramma Innovatieve Media) Een programma waarin innovatie naar voor wordt geschoven als een transversaal thema, dat alle Vlaamse beleidsdomeinen horizontaal doorsnijdt. Een van de fundamentele krachtlijnen hiervan speelt in op het stimuleren van creativiteit, innovatie en ondernemerschap in alle sectoren van de samenleving ook in zeer brede socioeconomisch belangrijke domeinen waaronder cultuur (e- cultuur). Onderhavig programma richt zich op innovatieve projecten in de waardeketens van de audiovisuele, de muziek- en de gedrukte media industrie, ook wel creatieve industrie genoemd, waarbij de informatie- en communicatietechnologieën een prominente rol spelen. Dit alles met de mogelijkheid om binnen bestaande IWT steunprogramma s van collectief onderzoek (ten bate van de ganse sector) en coöperatief onderzoek (in samenwerkingsverband) een beleidsbonus van 10% extra steun te voorzien. IWT-specialisatiebeurzen en doctoraatsbeurzen in het kader van het Baekelandprogramma (SD2 OD3) In het kader van de postuniversitaire vorming van jonge vorsers in Vlaanderen, kent het IWT- Vlaanderen sinds 1994 jaarlijks ongeveer 150 doctoraatsbeurzen toe. Eind 2004 werd dit aantal opgetrokken tot 200. Deze bursalen staan onder het peterschap van een Vlaams bedrijf en in de evaluatiecriteria wordt rekening gehouden met toepasbaarheid van de onderzoeksresultaten, dit met het oog op het slaan van een brug tussen het academisch onderzoek en de bedrijven. Daarnaast en voor het eerst vanaf 2009 worden middelen voorzien voor het opstarten van.een pilootprogramma rond intersectorale mobiliteit tussen de academische wereld en het bedijfsleven. Het basisprincipe voor dit programma, ook wel Baekeland-Programma genoemd, is dat het bedrijf het onderzoeksonderwerp van het doctoraat bepaalt en dat de onderzoeker een groot deel van zijn/haar tijd in het bedrijf spendeert. Studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het VIN (Vlaams Innovatie Netwerk) (SD 3 OD 1) Met deze begrotingslijn wordt de mogelijkheid geboden om in uitvoering van artikel 11 van het Innovatiedecreet dd. 18 mei 1999 (bs 16.078.1999) met minder complexe administratieve procedures een aantal wel omschreven studie- en expertiseopdrachten uit te voeren t.b.v. het Vlaams Innovatie Netwerk. Het Vlaams Innovatiebeleid kiest voor taken van innovatiestimulering en begeleiding waarbij actoren voor deze taken gesteund worden, die voldoende ingebed zijn in bedrijfsnetwerken of kennisinstellingen. De steun hiervoor verloopt o.m. via het VIS- Programma, de steun aan Universitaire interfacediensten, de steun aan Competentiepolen en strategische onderzoekscentra. Deze gedecentraliseerde aanpak dient echter gepaard te gaan met onderlinge netwerkingen samenwerking om als coherent geheel te kunnen optreden als een Vlaams Innovatie Netwerk (VIN). Dit vereist coordinatie dat één van de basisopdrachten uitmaakt van het IWT met tot op heden slechts een bescheiden personeelsinzet. De slagkracht van het VIN vereist daarom ook de verder uitbouw van gemeenschappelijke kennis en expertise en het uitwerken van gemeenschappelijke tools. 2.3. Prestaties, prestatiedrijvers en budgettaire parameters Uitgaven voor steun aan O&O- projecten op initiatief van de bedrijven (EBO EF105 4141) Wanneer abstractie wordt gemaakt van de projecten in het KMO-programma en de O&Ohaalbaarheidsstudies steeg het aantal tot 160 goedgekeurde projecten. De vastgelegde bedragen voor deze projecten bedroegen in totaal 75 mln EUR. Als hier de subsidies voor de

37 O&O-haalbaarheidsstudies worden bijgeteld, wordt de belangrijke stijging in 2007 met ongveer 40% volledig geconsolideerd. KMO-programma In 2009 werden in het kader van het kmo-programma 403 aanvragen (298 aanvragen in 2008) ingediend. Van de in 2009 in totaal 384 behandelde aanvragen werden er 273 goedgekeurd. Een totale steun van 21,99 mln euro werd toegekend. De instroom aan nieuwe aanvragen lag in 2009 een weinig hoger dan de uitstroom (behandelde projecten). Oorzaak hiervan is de belangrijke toename in 2009 aan nieuwe projectvoorstellen. Het nieuwe product, de bijkomende steun voor IE, is daar met 29 aanvragen ten dele voor verantwoordelijker, maar nog belangrijker is de belangrijke toename in aantal kmo-innovatieprojecten (206 aanvragen in 2009 tegenover 129 in 2008). Dit verklaart ook de belangrijke stijging in toegekende steun. In de vermelde steun is ook een leningsbedrag van 0,73 mln euro begrepen toegekend door het IWT aan kmo-haalbaarheidsstudies. Achtergestelde leningen bij de kmoinnovatieprojecten worden sinds 2009 toegekend vanuit de PMV-Innovatiemezzanine regeling en zijn niet inbegrepen in de hier vermelde cijfers. EUREKA EUREKA startte in 1985 als een langlopend initiatief ter bevordering van internationale samenwerking in Europa op het vlak van toegepaste en marktgerichte O&O. Binnen EUREKA bestaan 2 pistes om projecten te behandelen: de innovatieve projecten in de bottom-up regeling waarin alle projecten en thema s aan bod kunnen komen en projecten behandeld binnen de door de industrie geleide clusters. Vlaanderen blijft, met een relatief aantal EUREKA-projecten en een vooraanstaande inbreng in de ICT-clusters CATRENE, ITEA2, CELTIC en EURIPIDES prominent aanwezig in het internationaal EUREKA-netwerk. In 2009 werden in totaal 11 O&Oin de ICT-clusters en 2 binnen de bottom-up aanpak van het EUREKA-programma, waarvan 1 KMO-innovatieprojecten. Duurzame technologische ontwikkeling In 2009 kregen een 20-tal O&O-bedrijfsprojecten extra steun voor duurzame technologische ontwikkeling. In 2010 wordt de regeling onverminderd verder gezet. Lucht- en ruimtevaart Het steunkanaal voor O&O-bedrijfsprojecten voorziet een bijzondere regeling voor projecten, gericht op valorisatie binnen de internationale lucht- en ruimtevaartsector. De extra drempel die daar aanwezig is, verantwoordt deze specifieke regeling. Automobielsector In het verlengde van het beleid ter ondersteuning van de voertuigsector besliste de voogdijminister in maart 2006 om 10% extra steun toe te kennen aan O&O-projecten en KMO-projecten die de competitiviteit van deze deze sector in Vlaanderen ondersteunen. Voorwaarde is dat de resultaten primair op de voertuigsector van toepassing zijn. In 2009 werd aan 9 projecten deze bijkomende steun toegekend.

38 Innovatiesamenwerkingsverbanden VIS-technologische dienstverlening Omvatten zowel het verstrekken van technologisch advies op vraag van de bedrijven zelf als initiatieven (bij voorkeur met collega s) om bepaalde innovatieve aspecten van een technologieluik naar de bedrijven te brengen. Het steunpercentage bedraagt 80% van de aanvaarde kosten. In 2009 werden 17 projecten TD goedgekeurd voor een totaal bedrag van 8,572 MEUR. VIS-thematische innovatiestimulering In 2009 werden 9 projecten voor thematische innovatiestimulering goedgekeurd voor een totaalbudget van 3,357 Meuro. VIS-(sub)regionale innovatiestimulering Via 5 lopende projecten in de verschillende provincies worden in totaal 35 adviseurs gefinancierd. Hun opdracht bestaat erin om in een bepaald geografisch gebied alle bedrijven te helpen bij het ondersteunen van hun innovatieproces en het nastreven van concrete synergie tussen de bedrijven onderling en tussen bedrijven en de technisch-wetenschappelijke wereld. De specifieke doelgroep zijn bedrijven met een sluimerend innovatiepotentieel. Collectief onderzoek In 2009 werd aan 17 projecten van collectief onderzoek financiële steun toegekend voor een totaal bedrag van 6,95 miljoen euro. Strategisch basisonderzoek (SBO) Prestaties: uitvoering van strategisch basisonderzoek op lange termijn; Prestatiedrijvers: wetenschappelijke publicaties, samenwerking met bedrijven of non-profit sector, octrooien en octrooiaanvragen. Aantal gesteunde projecten: van de 87 ingediende projectaanvragen konden er 24 worden gesteund waarvan 12 projecten met economische finaliteit; 6 projecten en 6 voortrajecten met maatschappelijke finaliteit Budgettaire parameters: EBO EE121 4141 TETRA-fonds/HOBU-fonds Prestaties: uitvoering van technologisch onderzoek ten dienste van de Vlaamse industrie, in het bijzonder de KMO s; Prestatiedrijvers (cijfers m.b.t. Oproep 2009 TETRA-fonds): aantal projectvoorstellen: 57; geselecteerde projecten: 32; aantal betrokken hogescholen bij aanvraag: 13 aantal betrokken universiteiten bij aanvraag: 4 aantal andere onderzoekscentra bij aanvraag: 4 Budgettaire parameters: EBO EE120 4141

Toegepast Biomedisch Onderzoek (TBM) 39 Prestaties: uitvoering van biomedisch onderzoek met aspecten van zuivere kenniscreatie tot toepassingsgedreven onderzoek waarbij wetenschappelijke bevindingen verder uitgewerkt en vertaald worden naar klinische toepassingen. Prestatiedrijvers (cijfers m.b.t. de TBM-oproep 2008-2009 ) aantal projectvoorstellen: 32; geselecteerde projecten: 11; aantal betrokken hogescholen bij aanvraag: 2 aantal betrokken universiteiten bij aanvraag: 4 aantal andere onderzoekscentra bij aanvraag: 12 Budgettaire parameters: EBO EE118 4141. Landbouwkundig onderzoek (LO) Prestaties: via steun aan collectieve landbouwonderzoeksprojecten wordt de productiviteit, het concurrentievermogen, de kwaliteit en de duurzaamheid gestimuleerd van de land- en tuinbouwsector. Prestatiedrijvers (cijfers m.b.t. de LO-oproep 2008-2009) aantal projectvoorstellen: 43 voor een totaal van 31,6 mln euro gevraagde steun; geselecteerde projecten: 18; Budgettaire parameters: EBO EE123 4141 Steun op beslissing Vlaamse Regering (EBO EF106 4141) In opdracht van de Vlaamse regering verzorgt het IWT de inhoudelijke opvolging en het administratief beheer van het merendeel van de (9) Vlaamse Competentiepolen en strategische onderzoekscentra. Daarnaast worden enkele omvangrijke projecten opgevolgd die door de Vlaamse Regering werden goedgekeurd zoals het project Port Community Services van het Gemeenteljk Havenbedrijf Antwerpen dat de stroom aan informatie over goederen- en scheepsverkeer wil automatiseren om de haventrafiek vlotter en efficiënter te laten verlopen, het proeftuinproject I-City waarbij bedrijven bouwen aan ICT-toepassingen voor stedelijk gebruik, de implementatie van een aantal projecten die in het kader van het Limburgplan de nieuwe socio-economische dynamiek in Limburg moeten mee helpen ondersteunen. E-mediaprojecten van de VRT (EBO EF108 4141) Het IWT beheert de middelen toegewezen aan het onderzoeks- en ontwikkelingsforum van de VRT dat nieuwe media-aktiviteiten organiseert, begeleidt en verspreidt. In 2009 stond het IWT in voor de opvolging van 2 initiatieven. Het VRT - Medialab (3,9 mln euro steun) dat de VRT moet laten doorgroeien tot een digitale omroeporganisatie en het PIM-Vlaanderen project dat in essentie twee bestaande IWT-steunprogramma s groepeert (het luik collectief onderzoek en het luik cooperatief onderzoek ) zij het elk met zijn specifiek eigenheden t.b.v. de creatieve industrie. Studie- en expertiseopdrachten t.b.v. het VIN (EBO EF109 4141) Sinds 2006 beschikt het IWT over een begrotingslijn voor studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het VIN. Eén van de decretale taken van het IWT is overigens de coordinatie van de actoren die met Vlaamse middelen innovatie-

40 ondersteunen. In 2009 werden werden een 19-tal nieuwe studieopdrachten goedgekeurd voor een totaal bedrag van 0,5 mln EUR. IWT-specialisatie- en Baekelandbeurzen (EBO EF112 4141) Prestaties: uitvoering van wetenschappelijk-technologisch onderzoek ter voorbereiding van een doctoraat; Strategische onderzoeksmandaten Prestatiedrijvers (cijfers voor 2009): Aantal kandidaten eerste termijn: 513 Aantal toegekende beurzen: 200; Globale slaagpercentage bursalen: 56%. Baekelandmandaten Aantal ingediende (geëvalueerde) aanvragen : 65; Aantal toegekende mandaten: 33 3. TOELICHTING PER ARTIKEL 3.1. ONTVANGSTENARTIKELEN 3.2. UITGAVENARTIKELEN Basisallocatie EBO EF105 4141 Uitgaven m.b.t. de dotatie aan het IWT - Vlaanderen voor projecten op initiatief van bedrijven en innovatie samenwerkingsverbanden. BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 NGK 102.515 100% 105.000 + 7.051 112.051 Deze basisallocatie omvat het geheel aan middelen waarmee uitvoering wordt gegeven aan de betalingsverplichtingen resulterend uit de verbintenissen aangegaan voor steunverlening aan O&O- en innovatieprojecten op vrij initiatief van bedrijven en innovatie samenwerkingsverbanden. Bij de herberekening van het noodzakelijk krediet 2010 is zowel rekening gehouden met: - de geregistreerde betalingsverplichtingen te vereffenen op basis van de uitstaande verbintenissen op 31.12.2009; - eenzelfde ordonnanceringsritme als in 2009; - de betalingsverplichtingen resulterend uit de engagementen die in 2010 worden aangegaan. Op basis van deze overwegingen werd het uitgavenbedrag 2010 herraamd op 112.844 keuro als volgt verdeeld: in keuro Totaal van de openstaande betalingsverplichtingen Geraamde uitgaven 2010 1. uitgaven die waren voorzien om te worden vereffend in 2008 of vroeger 30.579.652 10.863.000 2. betalingen die moesten gebeuren in 2009 55.605.976 27.803.000 3. betalingsverplichtingen voorzien voor 2010 103.620.286 62.172.000 4. betalingsverplichtingen voorzien voor 2010 uit engagemente die in 2010 zijn aangegaan 31.605.000 12.006.000 TOTAAL: 221.410.914 112.844.000

41 waardoor het verwachte uitgavenbedrag uiteindelijk 7.844 keur hoger ligt dan initieel voorzien. Deze verhoging zal worden gefinancierd deels met extra middelen afkomstig uit terugstortingen van teveel uitbetaalde steun te verhogen met de inkomsten uit de terugbetaling van achtergestelde leningen (in 2009 = 682 keur) deels met het onbenut saldo 2009 t.b.v. 111 keur en een dotatieverhoging met 7.051 keur. Basisallocatie EBO EF106 4141 Uitgaven m.b.t. de dotatie aan het IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse regering. BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 NGK 22.158 100% 14.722 6.949 21.671 Om te kunnen voldoen aan de betalingsverplichtingen werd de kredietbehoefte 2010 - gegeven de realisatiegraad 2009 en het begrotingsoverschot vorig dienstjaar - herrekend op 21.671 keur, wat resulteert in een verhoging van de betalingsmachtiging met 6.949 keur. Basisallocatie EBO EF107 4141 Uitgaven m.b.t. de dotatie aan het IWT-Vlaanderen BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 NGK 12.605 100% 10.859 223 11.082 Om de nodige continuïteit in de werking van het instituut te kunnen verzekeren werd de werkingsdotatie vanuit de optiek constant beleid, met behoud van het begrotingsoverschot vorig dienstjaar t.b.v. 111 keuro ter financiering van de extra kosten ingevolge de verhuis en de herhuisvesting in het Ellipsgebouw en een verhoging met 223 keur voor de verdere uitvoering van de vroegere CAO s, vastgesteld op 11.082 keur. Basisallocatie EBO EF108 4141 Uitgaven m.b.t. de dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor E-mediaprojecten. BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 NGK 7.049 100% 6.304-472 5.832 De kredietbehoefte voor dit jaar is gebaseerd op enerzijds de betalingsverplichtingen voortkomende uit de beheersovereenkomst (2007-2011) ad 3.626 keur en de projectfinanciering in het kader van het onderzoeksprogramma Innovatieve Media ten belope van 2.678 keur, samen: 6.304 keur. Gegeven het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 472 keur kon het initiële dotatiebedrag 2010 worden teruggebracht tot 5.832 keur. Basisallocatie EBO EF109 4141 Uitgaven m.b.t. de dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het VIN (Vlaams Innovatie Netwerk).

42 BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 NGK 628 98% 424-226 198 Op basis van de nog openstaande betalingsverplichtingen vorige dienstjaren en de betalingen resulterend uit de nieuwe engagementen 2010 werd na het in mindering brengen van het begrotingsoverschot 2009 ad 226 keur het betalingskrediet herleid tot 198 keur. Basisallocatie EBO EF112 4141 Uitgaven m.b.t. de dotatie aan het IWT-Vlaanderen in verband met het toekennen van specialisatiebeurzen (decreet van 23 januari 1991) en doctoraatsbeurzen in het kader van het Baekeland-programma. BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 NGK 30.343 100% 32.092-1.909 30.183 Het bedrag dat bij de initiële begrotingsopmaak ter vereffening van de specialisatiebeurzen en de doctoraatsbeurzen in het kader van het Baekelandprogramma werd voorzien bedroeg 32.092 keur. Dit bedrag werd na correctie met het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 1.909 keur verminderd tot 30.183 duizend EUR. Basisallocatie EBO EC113 4141 Uitgaven m.b.t. de dotatie aan het IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van de Vlaamse deelname aan de Europese Programma s (VCPwerking) BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 NGK 361 100% 392-29 363 Deze begrotingslijn voorziet de middelen ter financiering van de acties op het vlak van de interne werking (beheerskost) alsook ter ondersteuning van de Vlaamse onderzoeksgroepen en bedrijven bij het realiseren van hun onderzoeks- en innovatieactiviteiten in het kader van hun transnationale samenwerking. Het bedrag dat hiervoor in de initiële begroting 2010 werd voorzien bedroeg 392 keur waarvan 332 keur personeelskost en 60 keur voor werking. Om de continuïteit van deze inititiatieven verder te kunnen verzekeren werd het initiële krediet 2009 - na correctie met het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 29 keur - herleid tot 363 keur. Basisallocatie EBO EE118 4141 Uitgaven m.b.t. de dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor steun aan Toegepast Biomedisch Onderzoek met een primair maatschappelijke finaliteit. BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 GVK 6.000 100% 5.700 0 5.700 GOK 5.296 100% 4.525-1.562 2.963 Verantwoording.

43 Op 15 september 2006 besliste de Vlaamse Regering tot de lancering van dit nieuwe programma waarbij voor 2006 en 2007 eenzelfde enveloppe van telkens 5 miljoen euro voor projectmatige steun werd voorzien. Voor de eerste TBM oproep werden, wegens begrotingstechnische redenen, 2 budgetjaren samengevoegd met een totale enveloppe van 10 miljoen euro (2006 + 2007). De oproep werd als één samengevoegde oproep beschouwd met een gefaseerde indiening (twee indieningsdata: 18 september en 20 november 2006), met telkens een enveloppe van 5 miljoen euro. Onder deze eerste TBM-oproep (2006-2007) werden in totaal 18 projecten geselecteerd voor een totaal van 10 miljoen euro (5 miljoen euro jaarlijks). Voor de eerste oproep 2008 en 2009 werd 6 miljoen euro voorzien. Wat 2010 betreft werd het beleidskrediet, ingevolge de gewijzigde financiële situatie, met 300 duizend euro verminderd tot 5.700 keur. Op basis van de vorige oproepen (2006 t/m 2008) en de de hierbij toegekende steun, de projectduur en het hieraan gekoppelde betalingsschema samen met de projectsteun uit de oproep 2010 werd het benodigd vereffeningskrediet (her)berekend. In het licht van de vastgestelde vertraging in de betaling van de projecten werd het initiële bedrag van 4.525 keur met 1500 keur verminderd en met in achtname van het begrotingsoverschot 2009 van 62 keur herleid tot 2.963 keur. Basisallocatie EBO EE120 4141 Uitgaven m.b.t. de dotatie IWT-Vlaanderen voor de bevordering van technologietransfer en onderzoek door instellingen van hoger onderwijs BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 GVK 8.899 100% 8.454 0 8.454 GOK 6.840 100% 6.680 1.345 8.025 Op basis van het totaal aan openstaande betalingsverplichtingen eind 2009 werd het nodige vereffeningskrediet berekend op 5.982 keur. Dit bedrag dient nog verhoogd met de 2.071 keuro aan betalingen op de projectsteun 2010. Dit geeft een totaal aan te verwachten uitgaven in 2010 van 8.053 keur. Om de continuïteit van het programma te kunnen verzekeren en het geheel van de betalingsverplichtingen in 2010 te kunnen nakomen werd na correctie met het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 28 keur, het vereffeningskrediet met 1.345 keur verhoogd tot 8025 duizend EUR. Basisallocatie EBO EE121 4141 Uitgaven m.b.t. het Strategisch Basisonderzoek. BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 GVK 38.604 100% 36.674 0 36.674 GOK 25.063 100% 19.552 13.347 32.899 Het programma Strategisch Basisonderzoek (SBO) werd voor het eerst behandeld in 2003, in navolging van de voormalige STWW- en GBOU - programma s. Het hiervoor vrijgemaakte bedrag aan beleidskredieten bedroeg achtereenvolgens: - in 2003: 35.000 duizend EUR (i.e. 16.840 duizend EUR GVK) op onderhavige basisallocatie + 18.160 duizend EUR op de begrotingslijn van de Vlaamse regering (Pr. 71.30 b.a. 99.11);

44 - in 2004 en 2005 telkens 37.488 duizend euro aan steunmogelijkheden; - in 2006 werd omwille van het blijvend spanningsveld tussen de gevraagde steun en de beschikbare middelen een kredietverhoging beslist van 1,116 mln EUR tot 38.604 duizend EUR; - sindsdien wordt jaarlijks eenzelfde steunbedrag van 38,6 mln EUR voorzien. Het hieraan gekoppeld betaalkrediet werd voor 2009 op basis van indicaties m.b.t. het betalingsritme uit de vorige begrotingsjaren - geraamd op 25.105 duizend EUR. - (In 2009 werd voor een totaal van 25.088 duizend EUR aan steun uitbetaald ). - in het kader van de globale besparingen werd het beleidskrediet 2010 (GVK) vastgesteld op 36.674 keuro. Het hieraan gekoppelde vereffeningskrediet (GOK) werd gelijktijdig verlaagd tot 19.552 keuro. Tegenover dit bedrag van 19.552 duizend euro aan betalingsmogelijksheden staat een kredietbehoefte die op basis van het totaal aan openstaande betalingsverplichtingen op datum van 31.12.2009 (148,2 mln EUR) en het betalingsritme vorig dienstjaar wordt geraamd op 33.011 keuro. Om erop toe te zien dat er geen betaalprobleem is op het einde van 2010 werd na correctie met het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 112 keuro, het vereffeningskrediet met 13,3 mln EUR verhoogd tot 32.899 duizend EUR. Basisallocatie EBO EE123 4141 Uitgaven m.b.t. de subsidies aan wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundig doel (IWT-Vlaanderen) BC 2009 BO 2010 (in + of - ) 2010 GVK 9.602 100% 9.122 0 9.122 GOK 7.495 100% 7.645 1.369 9.014 Het beleidskrediet (GVK) 2010 werd bij de initiële begrotingsopmaak ingevolge de gewijzigde financiële situatie aangepast tot 9.122 keur. Het hieraan gekoppelde vereffeningskrediet (GOK) 2010 werd op basis van het totaal aan openstaande betalingsverplichtingen op datum van 31/12/2009 en het gebruikelijke ordonnaceringsritme (her)raamd op 9.027 keur. Na correctie met het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 13 keur werd het krediet met 1.369 keur verhoogd tot 9.014 keur.

45 ESR CODE 2009 ESR CODE 2010 COFOG CODE UITGAVEN OMSCHRIJVING 0 0 NIET-VERDEELDE UITGAVEN 03 03 Interne verrichtingen 03.22 0322 00000 Over te dragen saldo van het boekjaar 602 3.291 422 208 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar werking 0 111 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar Studie-en expertiseopdrachten VIN 0 226 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar decretale opdracht 0 111 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar VCP 0 29 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar acties Vlaamse regering 49 51 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar EFRO (in min) 0 0 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar SB 0 1909 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar TETRA 0 28 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar GBOU 0 0 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar Landbouwonderzoek 0 13 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar SBO 0 112 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar IRC 103 103 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar IRC-Lean 6 6 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar IRC-staketool 0 6 0 6 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar E.E.N. 242 9 343 109 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar Universitaire Interfacediensten 0 0 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar Innovatieve Mediaprojecten 0 472 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar Preklinisch onderzoek 0 62 0 0 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar ERA/INNO-netten 140-19 79 93 03.22 0322 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar Impactscan 62 62 0 0 1 1 LOPENDE UITGAVEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEVE BESTEDINGEN) 11 11 Lonen en sociale lasten 11.1 111 Eigenlijk loon (+ vakantiegeld) 11.11 1111 04800 Bezoldiging volgens salarisschaal 6.761 6.852 7.132 7.351 11.12 1112 04800 Overige bezoldigingselementen 1.125 968 1.035 1.038 11.20 1120 04800 Sociale verzekeringspremies ten laste van de werkgever, afgedragen aan instellingen of fondsen 2.736 2.703 2.533 2.616 11.3 113 Overige sociale lasten van de werkgever 11.31 1131 04800 Directe toelagen (zonder vakantiegeld) 177 173 164 171 11.40 1140 04800 Loon in natura 405 390 389 389 3BC 2009 REA 2009 BO 2010 1BC 2010

46 12 12 Aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten 12.00-04800 Niet verdeeld 12.10 1211 04800 Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheid 12.11 1211 04800 Algemene werkingskosten (bureau, huisvesting, reiskosten, vervoer, enz.) 1.882 1.702 1.531 1.524 12.12 1212 04800 Huur van gebouwen 1.331 1.331 3 3 12.30 1211 04800 Specifieke aankopen bij andere sectoren dan de overheid 1.812 1.397 1.080 1.203 12.50 1250 04800 Indirecte belastingen betaald aan sub-sectoren van de overheid 46 46 0 0 2 2 RENTES EN HUURGELDEN VAN GRONDEN 23.00-04800 Toegerekende debetrentes 3 3 INKOMENSOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN 30 - Niet verdeeld 31 31 Exploitatiesubsidies 32 3200 04800 Inkomensoverdrachten, geen exploitatiesubsidies zijnde, aan bedrijven en financiële instellingen 80.751 86.331 84.128 89.988 34 34 Inkomensoverdrachten aan gezinnen 34.4 344 Overige uitkeringen aan gezinnen als consument 34.41 3441 04800 Geldelijke uitkeringen 27.690 26.819 27.865 27.585 35 35 Inkomensoverdrachten aan het buitenland 35.20 3520 04800 Aan EG-overheden 290 116 180 180 35.30 3530 04800 Aan EG-landen (niet-overheden) 480 440 480 1.000 35.60 3560 04800 Inkomensoverdrachten aan niet-eg-landen 50 28 50 80 4 4 INKOMENSOVERDRACHTEN AAN DE SECTOR OVERHEID 41 41 Inkomensoverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep 41.10 4110 00000 Aan de institutionele overheid 41.11 4110 00000 Aan de institutionele overheid, beleidsdomein DAR 4 0 3 7 41.11 4110 00000 Aan de institutionele overheid, beleidsdomein EWI 597 596 0 0 41.40 414/417 00000 Aan een AOIN (Administratieve Instelling van Openbaar nut) 4140 Inkomensoverdrachten AGIV 270 270 562 563 4140 Inkomensoverdrachten VLAO 0 0 0 0 4140 Inkomensoverdrachten VRT 4.473 4.001 3.546 3.546 4140 Inkomensoverdrachten VITO 2.928 1.288 2.541 6.531 4140 Inkomensoverdrachten ILVO 3.980 2.632 3.129 3.420 4140 Inkomensoverdrachten UZ GENT 1.062 812 431 0 41.50 4150 09600 Aan een onderwijsinstelling van de institutionele overheid 15.952 16.792 12.387 17.814 41.60 4170 09600 Pro memorie [Aan bijzonder/vrije universiteiten en hogescholen van de institutionele overheid] 43 43 Inkomensoverdrachten aan de regionale en lokale overheden 43.40 4340 04800 Aan instellingen zonder winstoogmerk die op regionaal of lokaal gebied werkzaam zijn voor de overheid, dan wel door de overheid in overwegende mate worden gefinancierd 67.708 60.287 46.592 53.443

47 44 44 Inkomensoverdrachten aan het autonoom gesubsidieerd ondewijs 44.30 4430 09600 Bijdrage voor overige werkingskosten van het onderwijs 27.970 25.569 21.992 28.405 45 45 Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen 45.40 4540 04800 Inkomensoverdrachten aan de gewesten 341 311 341 495 5 5 KAPITAALOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN 6 6 KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID 61 61 Kapitaaloverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep 61.41 6141 00000 Investeringsbijdragen 63 63 Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden 63.41 6341 04800 Investeringsbijdragen 7 7 INVESTERINGEN 74 74 Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder onlichamelijke zaken 74.2 742 Verwerving van overig materieel 74.22 7422 04800 Vervaardigd door andere sectoren dan de overheid 132 119 175 175 8 8 Kredietverleningen en deelnemingen 81 81 Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen 81.12 8112 04800 Kredietverleningen aan privé-ondernemingen 500 195 500 500 TOTAAL UITGAVEN 252.055 245.459 219.191 248.235

48 IWT-Vlaanderen A. Toelichting bij de voornaamste wijzigingen op het niveau van de begrotingsposten Het begrote krediet aan gewone ontvangsten en uitgaven voor de uitvoering van de beleidsdoelstellingen en de operationele taken van het instituut werd voor 2010 initieel vastgesteld op 219.191 keuro. Naar aanleiding van de 1 e begrotingscontrole 2010 stijgt dit bedrag tot 248.235 keuro. Hierna volgt de verklaring voor de meest significante wijzigingen. 1. Inkomsten Aan ontvangstenzijde zijn er vooreerst de meerinkomsten uit de overdracht van de saldi vorig dienstjaar, die op de initiële kredieten in mindering worden gebracht, ten bedrage van 2.689 keur. Daarnaast zijn er onder de rubriek lopende ontvangsten de hogere inkomsten (+87 keur) ingevolge o.m. de terugbetaling van de wedde van een gedetacheerd personeelslid en verder onder de categorie inkomens overdrachten van andere sectoren de verhoogde ontvangsten uit inkomensoverdrachten van het buitenland met name de verwachte beheersvergoedingen voor actieve deelname aan Europees gesteunde projecten en acties +196 keur en de bijkomende ontvangsten uit de partnerlanden van het Impactscan-project met 26 keur. Wat de werkingsmiddelen (EBO EF107 4141) betreft mag het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 111 Keur eenmalig worden behouden en aangewend voor de extra kosten verbonden aan de verhuis naar het Ellipsgebouw. Daarnaast werd het initiële krediet in het licht van vroegere CAO-afspraken met nog 223 keur verhoogd en zodoende vastgesteld op 11.082 keur. De dotatie voor projecten ingediend op initiatief van bedrijven en innovatie samenwerkingsverbanden (EBO EF105 4101) werd naar aanleiding van de BC met 7.051keur verhoogd tot 112.051 keur. Deze verhoging was noodzakelijk ingevolge de gestegen encours en de hieraan gekoppelde reële kredietbehoefte. Ook het betaalkrediet voor acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse Regering (EBO EF106 4141) werd om betalingsmoeilijkheden te vermijden en om te kunnen voldoen aan de reële betalingsnoden 2010 met 6.949 keur verhoogd tot 21.671 keur. Het budget ten behoeve van de specialisatiebeurzen en de doctoraatsbeurzen in het kader van het Baekeland - Programma werd na het in mindering brengen van het begrotingsoverschot vorig dienstjaar (1.909 keur) herleid tot 30.183 keur. Wat de dotatie voor de bevordering van technologietransfer en onderzoek door instellingen van hoger onderwijs (EBO EE120 4117 B) betreft, werd op basis van de openstaande encours het nodige vereffeningskrediet (GOK) berekend op 5.982 keur te verhogen met het noodzakelijke krediet van 2.071 keur voor de engagementen 2010. Dit geeft een geraamd GOK van in totaal 8.053 keur. Na het in mindering brengen van het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 28 keur werd het vereffeningskrediet (GOK) aldus met 1.345 verhoogd tot 8.025 duizend EUR. Voor de subsidies aan het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundig doel (EBO EE123 4141) werd het vereffeningskrediet (GOK) op basis van het totaal aan openstaande betalingsverplichtingen op datum van 31/12/09 en het gebruikelijke ordonnanceringsritme berekend op 9.027 keuro. Een bedrag dat na het in mindering brengen van het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 13 keur werd herleid tot 9.014 keuro. Ook het vereffeningskrediet voor het Strategisch Basisonderzoek (EBO EE121 4141) werd om zekere betalingsmoeilijkheden te vermijden beter afgestemd op de reële betalingsnoden

49 2010 en zodoende na vermindering met het begrotingsoverschot 2009 t.b.v.112 keur met 13.347 keur verhoogd tot 32.899 keur. Bij het herberekenen van de kredietbehoefte voor de e-media projecten ( EBO EF108 4141) is rekening gehouden met de betalingsverplichtingen uit de huidige VRT - beheerovereenkomst (2007-2011) ad 3.626 keur), en het nodige krediet t.b.v. 2.678 keur voor de projectfinanciering van het Programma Innovatieve Media (PIM). Dit geeft samen 6.304 keuro. Na het in mindering brengen van het begrotingsoverschot 2009 (472 keuro) werd het dotatiebedrag herleid tot 5.832 duizend EUR. De dotatie voor steun aan het Toegepast Biomedisch Onderzoek met een primair maatschappelijke finaliteit (EBO EE118 4141) werd omwille van het vertraagd betalingsritme en het begrotingsoverschot 2009 t.b.v. 62 keur met in totaal 1.562 keur verminderd tot 2.963 keur. De dotatie voor studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het Vlaams Innovatie Netwerk (EBO EF109 4141) werd na het in mindering brengen van het begrotingsoverschot 2009 ( 226 keur) herleid tot 198 keur. Ook de dotatie ter ondersteuning van de Vlaamse deelname aan de Europese programma s (EBO EC113 4141) werd met het begrotingsaldo 2009 (29 keur) verminderd tot 363 keur. In 2003 werden drie Competentiepolen (Vlaams Huis van de Logistiek, Flanders Mechtronic Technology Centre, Incubatiepunt Geo-informatie) opgestart waarbij het Hermesfonds werd belast met de ten laste name van de steun die via het IWT aan de centra werd uitbetaald. Hiervoor werd een bedrag van 631 keur als ontvangst in de IWT begroting ingeschreven te verhogen met de 7.942 keur steun ten behoeve van de zgn Generatieprojecten, samen 8.573 keur. Dit bedrag werd bij de begrotingscontrole ongewijzigd behouden. 2. Uitgaven: De lopende uitgaven voor lonen en sociale lasten stijgen met 312 keur tot 11.342 keur. Deze stijging is het gevolg van de personeelsbewegingen in 2009 met de nodige vervangingsaanwervingen en de uitvoering van de loopbaanmaatregelen voor het administratief personeel volgens het personeelsplan 2009. De uitgaven voor de aankoop van niet-duurzame goederen en diensten stijgen t.o.v. het actuele krediet met 116 keur als gevolg van de verwachte meeruitgaven voor studie- en expertisekosten ten behoeve van de werking van het instituut. Bij de inkomensoverdrachten aan bedrijven en gezinnen stijgen de uitgaven met 5.580 keur ten opzichte van het initieel bedrag van 111.993 keur. Deze stijging hangt samen met de herberekende kredietbehoefte en de verhoging van de betalingsmachtiging voor de uitgaven in het kader van de steunverlening aan bedrijven en innovatieve samenwerkingsverbanden en de uitgaven ten behoeve van de innovatieve acties vanwege de Vlaamse Regering. Bij de inkomensoverdrachten aan de sector overheid binnen eenzelfde institutionele groep stijgt het krediet voor de uitgaven aan de Administratieve instellingen voor openbaar nut (AION) met 3.855 keur tot 14.067 keur. Dit is vooral het gevolg van de verhoogde projectsteun in het kader van een aantal specifieke actie (met o.a. de zgn Generatieprojecten ) en programma s zoals het Strategisch BasisOnderzoek, aan het VITO. Samen met de opmerkelijke stijging van de uitgaven ten behoeve van: - innoverende vzw s : + 6.851 keur; In het bijzonder de zgn Competentiepolen als kenniscentra rond strategisch belangrijke thema s voor Vlaanderen. Bedoeling is om via samenwerking tussen bedrijven,

50 kennisinstellingen en onderzoeksinstituten de bestaande competenties en het innovatievermogen bij de Vlaamse kmo s aanzienlijk te versterken. - de onderwijsinstellingen van de institutionele overheid: + 5.427 keur; Een stijging ingevolge de aanpassing van het vereffeningskrediet bij een aantal steunprogramma s (SBO, TETRA, Landbouwkundig onderzoek) aan de reële kredietbehoefte. Dit geldt evenzeer voor de gestegen uitgaven als - Bijdrage voor de overige werkingskosten van het onderwijs: + 6.413 keur. B. Toelichting bij de uitvoering van de vorige begroting 1. Inkomsten Naast de gewone ontvangsten voor de uitvoering van de beleidsdoelstellingen en operationele taken van het instituut waren er ook de inkomsten uit de Europese programma s, de inkomsten uit de terugbetalingen van teveel ontvangen steun door bedrijven en onderzoeksinstellingen, de middelen voor de betaling van de EFRO-steun, de gelegenheidsontvangsten, de overdracht van de saldi vorige dienstjaren. Aldus bedroeg het totaal beschikbaar budget in 2009 (na de 3 e BC): 252.055 keur. De belangrijkste ( 10%) afwijkingen ten aanzien van de voorziene begrotingskredieten betreffen met name: de 68 keur hogere ontvangsten uit intresten van bedrijven waaraan in de periode 2002-2003 een achtergestelde gestelde lening werd toegekend; de 292 keur minder ontvangsten uit de terugstorting van teveel ontvangen steun door bedrijven tegenover een meerontvangst van 132 keur uit terugstortingen door vzw ; de 767 keur minder ontvangst uit de verwachte beheersvergoedingen voor deelname aan de Europees gesteunde projecten ((ERA- en INNONET-projecten); een meerontvangst van 43 keur vanuit de deelnemende partnerlanden aan het Europees gesteunde Impactscan-project; een minder ontvangst van 5.891 keur vanuit het HERMES-fonds waarop de betalingen voor de o.m. zgn Generatieprojecten gebeuren na prefinanciering door het IWT ; een minder ontvangst van 43 keur uit de terugstorting van vergoedingen voor werkingskosten vanuit onderwijsinstellingen van de institutionele overheid in combinatie met een meerontvangst van 98 keur uit de terugstorting van vergoedingen vanuit instellingen van het vrije onderwijs; een meerontvangst t.b.v. 53 keur uit de vervroegde aflossing van achtergestelde leningen die in de periode 2002-2003 aan bedrijven werden toegekend. 2. Uitgaven: De betalingen ten laste van de inkomsten 2009 betroffen zowel: de werkingskosten; de uitgaven voor steun aan O&O- en innovatieprojecten op initiatief van bedrijven en innovatie samenwerkingsverbanden; de uitgaven voor acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse regering; de uitgaven in het kader van de steun aan de e- mediaprojecten ; de uitgaven ter ondersteuning van de Vlaamse deelname aan de Europese programma s; de uitgaven voor de Universitaire Interfacediensten ;

de uitgaven voor de studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het Vlaams Innovatie Netwerk (VIN) de uitgaven voor het Generisch BasisOnderzoek aan de Universiteiten; de uitgaven voor het Strategisch BasisOnderzoek ; de uitgaven in het kader van de acties ter bevordering van technologietransfer en onderzoek door instellingen van hoger onderwijs; de specialisatiebeurzen; de uitgaven voor wetenschappelijk en technologisch onderzoek met landbouwkundig doel; de uitgaven in het kader van het Toegepast Biomedisch Onderzoek met maatschappelijke finaliteit; de uitgaven ten behoeve van het Interdisciplinair instituut voor BreedBand Technologie; De aanrekening gebeurde per begrotingspost, volgens doelgroep, op basis van het toepasselijke ESR-stelsel. Het totaal van de uitgaven 2009 werd volgens de uitvoeringsrekening berekend op 245.459 keur. Significante afwijkingen ten aanzien van het voorziene begrotingskrediet betreffen volgende begrotingsposten. Wat betreft de: 2.1 Werkingskosten (EF 4103 B) De totale uitgaven voor de organisatiemiddelen en werking van het Instituut ten bedrage van 15.067 keur (exclusief de 115 keur beheersvergoeding buitenlandse partners ERA-Net) bleven ruimschoots beneden het beschikbare budget van 15.343 keur (12.800 keur dotatie - 149 keur overgedragen saldo vorig dienstjaar + 627 keur beheersvergoeding specialisatiebeurzen + 391 keur beheersvergoeding voor de VCP-werking + 948 keur diverse ontvangsten + 726 keuro diverse ontvangsten uit beheersvergoedingen voor deelname aan Europese acties: IRC, ERA-Net en INNO-Net projecten en Impactscan) en liggen 826 keur hoger dan de uitgaven in 2008. Deze stijging wordt verklaard door het gecombineerd effect van enerzijds de hogere personeelsuitgaven +842 keur samen met de gestegen uitgaven voor specifieke aankopen +250 keur, waaronder verstaan de kosten voor deelname aan beurzen en tententoonstellingen (+58 keur), de kosten voor studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van de interne werking van het instituut (+196keur) en de gestegen belastingen (+2,7 keur) ; de gestegen huurprijs +16 keur en de hogere investeringsuitgaven + 20,4 keur voor de vernieuwing en verdere up-grading van de informatica- en telematica-apparatuur; anderzijds de minder uitgaven voor de aankoop van niet duurzame goederen en diensten - 303 keur. 2.2 De uitgaven voor steun aan O&O- en innovatieprojecten op initiatief van bedrijven en innovatie samenwerkingsverbanden ( EF 4101 B) Het betreft de uitgaven die werden aangerekend op het krediet onder het programma: EF 9912 B en EF 4101 B dat de middelen groepeert die volgens art. 5 van het Innovatiedecreet worden toegekend aan de Raad van Bestuur van het IWT binnen de reglementaire krijtlijnen zoals bepaald door de Vlaamse regering. Het bedrag dat hiervoor in het aangepaste begrotingsdecreet 2009 werd voorzien bedroeg 102.515 keur. Dit bedrag dient nog verhoogd met het niet aangewend saldo vorig dienstjaar t.b.v. 94 keur plus de 765 keur aan terugstortingen, kredietaflossingen en intrestontvangsten uit de eerder toegekende achtergestelde leningen, samen 103.374 keur. Hiermee werden volgende betalingsopdrachten uitgevoerd: 51

52 2008 2009 Steun aan industrieel basisonderzoek (BO) 13.338.879 26.066.886 Steun aan prototype onderzoek (PO) 12.497.104 13.385.400 Steun aan gemengd onderzoek (GO) 31.349.792 15.476.685 Steun aan KMO-haalbaarheidsstudies (KH) Steun aan KMO-innovatieprojecten (KI) Onderzoeksmandatarissen (OZM) 1.293.578 1.592.420 Collectieve centra EUREKA 12.602.049 9.378.020 WTO-haalbaarheid 2.752.214 KMO-studies 3.760.929 3.785.949 KMO-Innovatieprojecten 8.661.950 10.084.686 Achtergestelde leningen 195.016 VIS-projecten 25.007.708 19.717.485 Andere (VAL, EFRO, vroegere FIOV-steun AAL) 383.719 828.345 TOTAAL 108.895.708 103.263.106 Hierbij werd voor een totaal van 138.234 keur aan nieuwe verbintenissen aangegaan waarvan de vereffening deels in 2009 deels in de eerstvolgende dienstjaren ten laste van de jaarlijkse overheidstoelage zal worden uitgevoerd. 2.3 Uitgaven voor acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse Regering (EF 4102 B) Deze actielijn omvat de uitgaven voor acties die sinds midden 2000 binnen het kader van het Innovatiedecreet door de Vlaamse regering worden beslist en waarvan het administratief en financieel beheer aan het IWT werd toevertrouwd. De uitgaven ten bedrage van 34.251 keur werden aangerekend op de hiervoor voorziene begrotingsmiddelen vastgesteld op 34.302 keur. Hierin zijn begrepen het dotatiebedrag van 22.158 keur verhoogd met het begrotingsoverschot 2008 ten belope van 11.200 keur, de 944 keur aan terugstortingen, kredietaflossingen en intrestontvangsten uit achtergestelde leningen. Van het hieraan gekoppelde krediet van 49.153 keur aan machtigingen werd na een kredietoverdracht van 9.066 keur aan middelen naar de kredietlijn voor projectsteun aan bedrijven, onderzoeksmandaten en innovatieve samenwerkingsverbanden, voor een totaal van 40.086 keur aan nieuwe verbintenissen aangegaan te vereffenen deels in 2009, deels in de eerstvolgende jaren. 2.4 De uitgaven in het kader van de steun aan de e-mediaprojecten (EF 4104 B) Omvat de uitgaven resulterend uit de engagementen met de VRT in het kader van zijn beheersovereenkomst 2007-2011 verhoogd met de uitgaven ten behoeve van het BOM- Vlaanderen project en het Programma Innovatieve Media (PIM). De financiering gebeurt vanuit de begrotingslijn e-mediaprojecten waarvoor in de begroting 2009, na aanpassing, een budget van 7.049 keur plus het begrotingsoverschot 2008 t.b.v. 1.055 samen: 8.104 werd voorzien gekoppeld aan een beleidskrediet van 11.319 keur om nieuwe verbintenissen aan te gaan. Met dit vereffeningskrediet werd voor een totaal van 7.632 keur aan betalingen uitgevoerd waarvan 4.000 keur voor de innovatieve mediaprojecten van de VRT, 2.311 keur voor het BOM- Vlaanderen project (bewaring en ontsluiting van multimediale data in Vlaamderen) en 1,3 keur voor projecten in het kader van het PIM.

53 2.5 De uitgaven ter ondersteuning van de Vlaamse deelname aan de Europese programma s (EC 4107 B) Op deze nieuwe begrotingslijn waarmee de acties worden gefinancierd die worden opgezet zowel op het vlak van de interne werking (personeelskost) als ter ondersteuning (werking) van de Vlaamse onderzoeksgroepen en bedrijven bij het verder realiseren van hun onderzoeks- en innovatieactiviteiten in het kader van hun transnationale samenwerking werd in de begroting 2009 een bedrag voorzien van 391 duizend euro waarvan 320.000 voor personeelskosten en 60.000 euro voor werking. Dit bedrag kon voor 92,5% worden benut. 2.6 De uitgaven voor de Universitaire Interfacediensten (EE 4115 B) De uitgave van 565.400 euro betreft de vrijgave van het saldobedrag à rato van 20% van het subsidiebedrag 2008 waarmee in uitvoering van het nieuw reglementair Besluit van de Vlaamse regering van 13 september 2002 de werking van de universitaire interfacediensten vanuit het IWT werd gefinancierd. Sinds 2009 is de steunverlening vanuit het IWT stopgezet en verloopt de financiering vanuit het departement Economie Wetenschap en Innovatie (EWI). 2.7 De uitgaven voor de studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het Vlaams Innovatie Netwerk (VIN) EF 4106 B Tot eind 2005 werden de noodzakelijke middelen voor studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het Vlaams Innovatienetwerk (VIN) naargelang hun aard en omvang gehaald uit de IWT-werkingsmiddelen begroting ofwel uit de begrotingslijn bedoeld voor innovatieve acties vanwege de Vlaamse regering. Om een meer structurele oplossing te geven aan dit probleem werd vanaf 2006 met middelen afkomstig uit de kredietlijn van de Vlaamse regering, een nieuwe kredietlijn ingevoerd met voor 2009 een bedrag van 846 keur aan steunmogelijkheden. Hiermee werden voor een totaal van 546 keur welomschreven studie- en expertiseopdrachten toegekend waarvan 613.517 euro effectief werd uitbetaald. 2.8 De uitgaven voor het Generisch BasisOnderzoek aan de Universiteiten (EE 4126 B) Na de eindafrekening van het laatste GBOU-project kon het programma definitief worden afgesloten met de terugstorting van het saldobedrag ten bedrage van 588.443 euro aan het Departement Economie Wetenschap en Innovatie. 2.9 De uitgaven voor het Strategisch BasisOnderzoek (EE 4125 B) Het programma ten behoeve van het Strategisch BasisOnderzoek werd in navolging van de vorige STWW- en GBOU-programma s, voor het eerst behandeld in 2003. Voor 2009 werd een bedrag van 38.604 keuro aan steunmogelijkheden voorzien met een vereffeningskrediet dat, na aanpassing en het in mindering brengen van het begrotingsoverschot 2008 ten bedrage van 42 keur, werd vastgesteld op 25.063 keuro. Hiermee werd voor een totaal van 25.088 keuro aan projectsteun uitbetaald. 2.10 De uitgaven in het kader van de acties ter bevordering van technologietransfer en onderzoek door instellingen van hoger onderwijs ( EE 4117 B) In 2009 werd het steunbedrag voor deze actie vastgesteld op 8.899 keur aan steunmogelijkheden (GVK) en 6.840 keur aan vereffeningskrediet (GOK).

54 Met een bedrag van 6.840 keur plus 891 keur overgedragen saldo 2008 en 64 keur aan terugstortingen samen 7.795 keur werd voor een totaal van 7.767 keur aan steun uitbetaald waardoor de rekening 2009 met een begrotingsoverschot van 28 keur werd afgesloten. 2.11 De specialisatiebeurzen en doctoraatsbeurzen in het kader van het Baekelandprogramma (EE4114 B) Voor het bekostigen van deze beurzen werd in de begroting 2009 een betalingsmachtiging ingeschreven van 30.343 keuro. Dit bedrag dient nog verhoogd met het saldo 2008 ten bedrage van 1.017 keur, min een correctie van 43 keur op teveel uitbetaalde werkingskosten wat neerkomt op een totaal van : 31.316 keur. Lastens deze middelen werd in 2009 een bedrag van 24.487 keur aan beurzen en 2.695 keur aan beurskosten, samen 27.183 keur uitbetaald. Dit bedrag dient nog verhoogd met de 606 keur uitgaven aan doctoraatsbeurzen in het kader van het Baekelandprogramma (cfr. de uitgaven vermeld onder de ESR code 32.00.07). Daarnaast werd voor het wetenschappelijk, administratief en financieel beheer van de specialisatiebeursaanvragen, onder de voorwaarden bepaald in het Besluit van de Vlaamse regering van 26 januari 1994, voor een totaal van 617 keur als beheerskosten ten laste van de dotatie aangerekend. 2.12 De uitgaven voor wetenschappelijk en technologisch onderzoek met landbouwkundig doel (EE 4131 B) Voor de oproep 2009 werd een budgettaire enveloppe voorzien van 9.602 keur (GVK) om nieuwe verbintenissen aan te gaan en 7.495 keur (GOK) plus 1.649 keur (aan saldooverdracht 2008 en terugstortingen) samen 9.144 keur aan betalingskrediet, om het peil van het onderzoek op dezelfde hoogte te houden als de voorbije jaren. In totaal werden 39 nieuwe projectaanvragen ingediend voor een totaal van 30,4 mln euro aan gevraagde steun (waarvan 15,8 voor de eerste bieënale). Zoals in 2007 moest een belangrijk deel (ca 4,979 mln euro) van het voorziene steunbedrag (9,6 mln eur) worden benut voor de verlenging van lopende projecten. Met het resterende bedrag van 4,6 mln eur kon uiteindelijk aan 12 van de 15 positief gerangschikte projecten steun worden toegekend. Samen met de goedgekeurde projecten uit de vorige oproepen werd over het ganse jaar voor een totaal van 9.132 keur steun aan landbouwkundige projecten uitbetaald. 2.13 De uitgaven in het kader van het Toegepast Biomedisch Onderzoek met maatschappelijke finaliteit (EE 4108 B) Op 15 september 2006 hechtte de Vlaamse regering haar goedkeuring aan de lancering van dit nieuwe financieringsprogramma bedoeld om meer inzicht te verwerven in de basis van ziekte en gezondheid bij de mens. Omdat voor dergelijk onderzoek onvoldoende financieringsmogelijkheden bestaan werd bij de lancering van dit nieuwe programma voor 2006 en 2007 eenzelfde enveloppe van telkens 5 miljoen euro voor projectmatige steun voorzien. Bij de eerste oproep werden om begrotingstechnische redenen de 2 budgetjaren samengevoegd met een totale middelenenveloppe van 10 miljoen euro ( 2006 + 2007. De oproep werd als één samengevoegde oproep beschouwd met een gefaseerde indiening en twee sluitingsdata. Voor de oproep 2008 en 2009 werd een bedrag van telkens 6 mln euro aan steunmogelijkheden voorzien gekoppeld aan een betalingsmachtiging in 2009 van in totaal 5.324.683 euro. Hiervan werd een totaalbedrag van 5.262 keur aan projectsteun uitbetaald.

D3. VOI VITO 55

56 Toelichting bij de begroting 2010 1steBC Begroting uitgaven 2010 De gewone personeelsuitgaven bedragen in 2010 54.153 keur. Hieraan corresponderen 564 vte s. Er wordt hierbij rekening gehouden met de structurele verplichtingen, met name de indexatie van de wedden, de baremieke verhogingen en de cao. VITO raamt het effect in 2010 van al deze elementen op de gewone personeelskosten op 5 %. Ook de uit te keren bedragen aan de personeelsleden die geopteerd hebben om VITO vervroegd te verlaten op basis van vroeger afgesloten cao s zijn een element van de personeelsuitgaven voor 2010 (3.568 keur). De totale personeelsuitgaven (rubriek 11) bedragen 57.721 keur. De andere uitgaven (werking laboratoria en diensten in de rubrieken 12, 2, 4 en 85) zijn gestegen naar 31.526 keur. In dit bedrag is rekening gehouden met 1.600 keur uitgaven voor het MIP-project en 3,5 MEUR voor boringen in het kader van het seismologisch onderzoek. In 2004 heeft de Vlaamse overheid 17.989 keur toegewezen aan VITO voor de financiering van twee specifieke projecten, m.n. het UAV-project (High Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle) en het Milieu- en Energietechnologie- Innovatieplatform

57 (afgekort MIP). Voor het UAV-project zijn in 2010 voor 1 MEUR uitzonderlijke investeringsuitgaven voorzien. Daarnaast zijn er voor 7 MEUR gewone investeringsuitgaven. Begroting ontvangsten 2010 Voor de ontvangsten in 2010 wordt gerekend op een werkingstoelage (33.409 keur voor basisallocatie 1 EF 11000 en 7.968 keur voor 1 EF 11100, rubriek 46.1) en op een investeringstoelage (2.114 keur, basisallocatie 1 EF 11300, rubriek 6). Vanuit het beleidsdomein LNE ontvangt VITO 2.168 keur, vanuit de basisallocatie LB0 LC 134 4140. De inkomsten afkomstig van IWT wordt geraamd op 6.531 keur. In dit bedrag is 3.889 keur voor de financiering van MIP 2. De eigen inkomsten (rubrieken 16, 2, 3, 47 en 8) afkomstig van onderzoeksopdrachten en aanverwante prestaties worden geraamd op 41.007 keur. De werkingsdotatie is uitgesplitst in twee basisallocaties, m.n. de werking van VITO en de financiering van de referentietaken. De dotatie voor de werking van VITO stijgt van 29.547 keur in 2009 naar 33.409 keur. Deze basisallocatie stijgt omwille van een transfer van 3.000 keur vanuit de investeringsdotatie en een gedeeltelijke indexatie ten bedrage van 862 keur. De financiering van de referentietaken (7.968 keur) blijft ongewijzigd tegenover het voorgaande jaar. De investeringsdotatie daalt met 3.000 keur omwille van de transfer naar de werkingsdotatie en bedraagt in 2010 2.114 keur. Voor het overige wijzigt deze dotatie niet. Daarenboven verwacht VITO 900 keur te ontvangen vanuit het Financieel Fonds voor Schuldafbouw + Eenmalige Investeringsuitgaven (afgekort FFEU). Vanuit het Centraal FinancieringsOrgaan (afgekort CFO) verwacht VITO 150 keur aan inkomsten. Het bedrag aan eigen ontvangsten wordt geraamd op 41.007 keur, exclusief de opbrengsten afkomstig van IWT (6.531 keur). VITO heeft in het verleden reeds bewezen de vooropgestelde doelstellingen inzake inkomsten te realiseren. De (buitengewone) uitgaven van de projecten UAV en MIP worden gefinancierd door middel van de aanwending van de middelen (totaal: 17.989 keur) die VITO toegewezen heeft gekregen van de Vlaamse overheid in 2004. De ParticipatieMaatschapij Vlaanderen heeft in 2005 reeds ingeschreven op een kapitaalverhoging t.b.v. 7.437 keur. Het saldo van de toegezegde middelen (10.552 keur) zal PMV in 2010 ter beschikking stellen. De aanwending ervan in 2010 verloopt over verschillende jaren.

58 D4. EVA HERCULESSTICHTING reservefonds In 2009 werd 15.874 Keuro toegevoegd aan het reservefonds.

D5. STRATEGISCHE ADVIESRAAD VLAAMSE RAAD VOOR WETENSCHAP EN INNOVATIE 59 Vanaf 1 januari 2010 is de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI), als SAR in werking getreden. De VRWI volgt de VRWB als adviesraad voor de beleidsvelden W&I op. Deze overgang brengt een aantal administratief technische aanpassingen met zich mee. Zo moet het personeel van het secretariaat van de VRWB, dat ingebed is in het departement EWI, gemigreerd worden naar Strategische Adviesraad. Om de werking van de adviesraad te garanderen en de personeelskost van het secretariaatspersoneel (1 A2 secretaris, 4 A2 navorsers, 1 A1, 2 administratieve medewerkers) te betalen, ontvangt hij een dotatie. De uitgaven voor de lonen en sociale lasten van het personeel, evenals de kost van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van entiteiten met rechtspersoonlijkheid, waaronder ook de strategische adviesraden, moet worden gedragen door deze entiteiten zelf. Zij betalen daarvoor een patronale bijdrage van 30% op de brutosalarissen. Bijgevolg brengt de migratie van de statutaire personeelsleden van de VRWB naar de VRWI een recurrente extra meerkost met zich mee. Hiervoor wordt 104 Keuro voorzien. Dit bedrag wordt overgeheveld vanuit EB0 EE105 3300.