Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur

Vergelijkbare documenten
Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

Bijlage(n) Rijkswaterstaat Zeeland Telefoon (0118)

Projectnummer: :0.4

ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp";:,g;';::;r:;'",----~-4-!

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Projectnummer: B Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk: :A PZDB-M Kopieën aan:

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

Projectnummer: B Opgesteld door: Ons kenmerk: :0.2. Kenmerk PBZ: PZDB-M-1nS3. Kopieën aan:

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

~o\- S~ 23 Middelburg, 22 dec~~~ '::_ Jl.-.._j ONTVANGEN 2 2 DEC. 2011

Natura 2000 gebied Markiezaat

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

Watervogels Zeedijk St Pieterspolder

Recente trends in de vogelstand nabij de Eerste Bathpolder en mogelijke effecten van verlengde assimilatiebelichting

Ruimte, Milieu en Water. .1 c I '.. f No. 1.0G ~ (j, ~'11,('-"J- r : C~L/\S.S. /':Jo. J ~,... ~._... _... _ _ Inleiding. 2.

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER

NOTITIE. 1 Aanvulling milieueffectrapport net op zee Borssele

Natura 2000 gebied Grevelingen

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~

VOORTOETS DIJKWERKZAAMHEDEN HANSWEERT WESTERSCHELDE - DEELPRODUCT

Projectnummer: Ons kenmerk: :0.8 PZDB-M Kopieën aan: Provincie Zeeland Waterschap Scheldestromen

- r-- ~ OMG - PROJECTSE J CONTRAC ~ TECHNIEKDisc :InlwmI

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Windpark Krammer Natuurtoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever:

Natura 2000 gebied Voordelta

WaterschapScheidestromen Provincie Zeeland, afdeling Water, Bodem en Natuur T.a.v. de heer P. Sinke Postbus AD MIDDELBURG

Passende beoordeling Schorerpolder

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

De rustende grote meeuwen zijn deze keer niet op de parkeerplaats te vinden. Het ziet er heel verlaten uit.

Projectnummer: Gijs Kos. Ons kenmerk: :0.3. Kenmerk F![ojectbureau Zeeweringen: PZDB-M-ll036. Kopieën aan:

Natuurtoets Zonnepark Ceresweg Tholen Toetsing in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en Natuurnetwerk Nederland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Referentienummer Datum Kenmerk ehv.N februari 2012 SKu/RvS

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

Projectnummer: C Opgesteld door: drs. A.J.J. Schoenmakers. Ons kenmerk: :0.4. Kopieën aan:

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Voortoets Wet natuurbescherming

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Schorerpolder en Westhavendam Sloe (Westerschelde)

Projectnummer: B Opgesteld door: GijsKos. Ons kenmerk: :0.14. Kopieën aan: Peter Meininger

Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust.

VOORTOETS RADARTOREN NOORDLAND- BUITEN (NEELTJE JANS)

bijlage Inhoud 4 INHOUDELIJKE BEOORDELING 4 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedseikwaliteit

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer

Natura 2000 gebied Oosterschelde

Veldonderzoek effect anti-hagelkanon op vogels Westerschelde

Wösten juridisch advies

De Marne. Bestemmingsplan Lauwersoog e.o. Bijlage 4. Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet

omgevingsdienst HAAGLANDEN

PASSENDE BEOORDELING DIJKTRAJECT SLAAKDAM PRINS HENDRIKPOLDER, KRABBENKREEKDAM [25]

Passende Beoordeling Philipsdam- Zuid Rapportnummer PZDB-R-13182

Reimerswaal. Jachthaven Yerseke. Voortoets definitief. ir. H.G. van der Aa. mw. drs. L.M. de Ruijter

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

Markiezaat: een dynamisch ecosysteem in vogelperspectief

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Aanvraagformulier vergunning ex artikel 19d, lid 1, Natuurbeschermingswet 1998

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen

Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar.

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Joanna-Mariapolder (Oosterschelde)

j ~~.<: Ij" DEL, nij:3 L _ 1 _j "...;,. ': _'.;,..) ~ Postbus 1000 ~ lq~~

Passende Beoordeling Oesterdam-Zuid

Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura gebieden

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Soortbeschermingtoets dijktraject Anna Vosdijkpolder - Moggershilpolder

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

Voortoets Spuimonding West

be\ b2~l ~~;~:soi\o/ ~ 4 DEC. 200~ / Directie Ruimte, Milieu en Water WJ\TE1:_1.-;:CH/\P I ZEEU\fI/SE f::i(,,/\i\joen '

Nationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nijs- en Hooglandpolder (Westerschelde)

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 24) (Oosterschelde)

Op 16 april 2013 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 25 april 2013, kenmerk: DGNR-RRE/ , heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Documentnummer AMMD ( )

! " #! " "$ % &'%&()#" & )+&, %!, )* -$)* $, . )*/ ))) & )2 &, " & ") * '34( '5+(! "'!2%( && % &5" )+ & "&" "$& "&& ) * % " " 5" & "$)* & )!

Natura 2000 gebied 122 Westerschelde & Saeftinghe

Vogelwaarnemingen op De Beer door Kees van Leeuwen in Mededelingenreeks Natuurmonument De Beer 7

Natuureffect plaatsing windturbines Kreekrak

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Nederlandse Aardoliemaatschappij bv T.a.v.: dhr. J.P. van de Water Postbus HH ASSEN. Leeuwarden, 23 december 2010 Verzonden,

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Nieuweannex Stavenissepolder (Oosterschelde)

,, net mla, Bij brief van 3 oktober 2006 (kenmerk: RMW ) hebben wij de termijn van afhandeling verlengd met 13 weken..

PROVINCIE FLEVOLAND. Wat. Gedeputeerde Staten van Flevoland afdeling Gebiedsprogramma's en Europa Mevrouw M.F.A. Haselager.

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Vogeltellingen tijdens afgaand water langs het dijktraject Oude Polder (traject 23) (Oosterschelde)

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

i t-,.."""""1 i ~ t--1r-~

Het belang van Griend voor de Waddenzee A&W-rapport 2088

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Vogels van weide/boerenland en plas-dras

: Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Natura-2000 gebied IJsselmeer

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Natuureffect plaatsing windturbines Gouweveerpolder

Inhoudelijke overwegingen Natuurcompensatie Perkpolder. definitief besluit Nb-wet 1998

Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Transcriptie:

P::Inin:::a 1 \/::IIn., Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres pia Postadres: Postbus 10004330 ZW Middelburg Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Directie Regionale Zaken Postbus 19143 3500 DC Utrecht Rijkswaterstaat Zeeland Projectbureau Zeeweringen pia Waterschap Scheldestromen Kanaalweg 1 Middelburg pia Postadres: Postbus 1000 4330 ZW Middelburg T 088 246 13 70 F 0882461994 www.zeeweringen.nl Contactpersoon R.H.M. van de Voort omgevingsmanager Datum 18 april 2013 Onderwerp herstelwerkzaamheden Oesterdam T 088 246 13 59 ray. vande. voort@rws.nl Geachte heer/mevrouw, Bijlage(n) voortoets In 2009 heeft projectbureau Zeeweringen de steenbekleding van dijktraject Aanzet Oesterdam, Eerste Bathpolder, Tweede Bathpolder versterkt. Op een deel van het traject Aanzet Oesterdam is bij de aansluiting op het traject Oesterdam-Zuid (uitvoering 2012) vroegtijdige schade geconstateerd aan de aangebrachte bekleding van Elastocoast. De bekleding voldoet hier niet meer aan de eisen en dient hersteld te worden. De herstelwerkzaamheden die in de periode van half augustus tot half september van dit jaar zijn voorzien, bestaan uit het schoonvegen van de huidige bekleding waarbij losse steenslag wordt verwijderd. De nieuw aan te brengen steenslag wordt gemengd in een meng unit die met opslag van de steenslag in een tent staat. Deze steenslag met lijm wordt naar het te repareren oppervlak gereden. Daar wordt de meng unit leeggegoten en wordt de steenslag met lijm met een minigraver en met de hand in de juiste dikte aangebracht. De werkzaamheden beperken zich tot het dijktalud. Voor de werkzaamheden worden 1 kraan en 1 shovel ingezet. In het voorland vinden geen werkzaamheden, rijbewegingen en/of opslag van materiaal plaats. In de bijgevoegde notitie d.d. 15 april 2013 (kenmerk PZDB-M-13100) zijn de effecten van de werkzaamheden op de beschermde natuurwaarden getoetst aan de bepalingen van de Natuurbeschermingswet 1998. Op basis van de natuurtoets kan worden geconcludeerd dat door de herstelwerkzaamheden slechts beperkt negatieve effecten zijn voorzien. Deze negatieve effecten zijn niet significant. Omdat er geen werkzaamheden op het voorland worden uitgevoerd zijn effecten op het habitattype H1330 Atlantisch Schor niet aan de orde. In het voorland komen geen kwalificerende broedvogels voor. Effecten hierop zijn dus ook niet aan de orde. In het voorland foerageren en overtijen kwalificerende niet-broedvogels. Omdat het in de genoemde werkperiode om relatief kleine aantallen gaat, er voldoende uitwijkmogelijkheden zijn en het werkzaamheden van tijdelijke aard betreft, is hier hoogstens sprake van niet-significante verstoring van nietbroedvogelsoorten. Op basis van het bovenstaande vragen wij u of voor de herstelwerkzaamheden

11111111~ 1111111111111111 IIflllllllllllllllllllllllllllll 017911 2013 PZDB-B-13108 Herstelwerkzaamheden Oesterdam melding i.h.k.v. een vergunning Natuurbeschermingswet Met vriendelijke groet, 1998 noodzakelijk is. DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Namens deze, DE PROJECJ,..»t'7~~ OJECTBUREAU ZEEWERINGEN, blo. Rijkswaterstaat Zeeland Projectbureau Zeeweringen Datum 18 april 2013 Ons kenmerk PZDB-B-13108 2 van 2

.. ti Grontmij Notitie PZDB-M-13100 Datum 15 april 2013 Kenmerk 326169 Betreft Voortoets Natura2000 herstelwerkzaamheden traject Eerste Bathpolder Ir. C.J. Jaspers Aanleiding In 2009 is de dijkbekleding op het dijktraject Eerste Bathpolder vervangen. Op een deel van het traject is in aansluiting op het traject Oesterdam-Zuid vroegtijdige schade geconstateerd aan de aangebrachte bekleding van Elastocoast. De bekleding voldoet hier niet meer aan de eisen en dient hersteld te worden. Omdat de locatie gelegen is binnen de begrenzing van het Natura2000 gebied Oosterschelde dienen de werkzaamheden getoetst te worden aan de Natuurbeschermingswet 1998 in een Voortoets. Uit deze voortoets moet blijken of er een vergunning en/of nader onderzoek noodzakelijk is. Planlocatie In bijgaande foto (figuur 1) is de locatie van de werkzaamheden aangegeven. Het betreft het buitendijks dijktalud van circa 500m lengte tussen DP 1186-1191. Aansluitend zullen eventueel handmatige reparaties worden uitgevoerd. Figuur 1. Locatie van de werkzaamheden

2 van 6 Voorgenomen werkzaamheden De huidige bekleding wordt schoongeveegd (opruimen veekranden naar de berm), de losse steentjes worden verwijderd. De nieuw aan te brengen steenslag wordt gemengd in een mengunit die met opslag van de steenslag in een tent staat. Deze steenslag met lijm wordt naar het te repareren oppervlak gereden. Daar wordt de mengunit leeggegoten en wordt de steenslag met lijm met minigraver en met de hand in de juiste dikte aangebracht. De werkzaamheden beperken zich tot het dijktalud. Voor de werkzaamheden wordt 1 kraan en 1 shovel ingezet. In het voorland vinden geen werkzaamheden, rijbewegingen of opslag van materiaal plaats. De werkzaamheden worden uitgevoerd in de periode half augustus tot half september 2013 en zullen maximaal4 weken in beslag nemen. Toetsingskader Het toetsingskader bestaat uit de mogelijke (significantie van) effecten op de instandhoudingsdoelen van soorten en habitats, waarvoor het Natura2000 gebied is aangewezen. In tabel 1 en 2 zijn de habitats en soorten aangegeven die in het aanwijzingsbesluit Natura2000- gebied Oosterschelde zijn opgenomen en waarop de toetsing dus is gericht. Tabel1 Habitatslsoorten (exclusief vogels) en (concept-)instandhoudingsdoelen aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied Oosterschelde 2009. Habitat Concepf-instandhoudingsdoel 1160 Grote. ondiepe kreken en baaien Behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit 1310 Eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandge- Uitbreiding oppervlakte en behoud kwaliteit bieden met zeekraal en andere zoutminnende soorten 1320 Schorren met slijkgrasvegetaties Behoud oppervlakte 1330 Atlantische schorren met kweldergrasvegetatie Behoud oppervlakte en kwaliteit 7140 Overgangs- en trilveen Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit Soorten 1340 Noordse woelmuis Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied 1365 Zeehond voor uitbreiding Deltapopulatie Behoud omvang en verbetering leefgebied voor uitbreiding tot een Deltapopulatie van minstens 200 exemplaren Tabel2 Instandhoudingsdoelen vogels conform het aanwi[zing_sbesluit Natura2000-g_ebied Oosterschelde, 2009). Broedvogels Kluut Bontbekplevier Strandplevier Grote stern Visdief Aantal paar 2.000 Delta 100 Delta 220 Delta 4.000 Delta 6.500 Delta Noordse stern 2008 40 Delta _Dw~stern 300 Delta

3 van 6 -, Rotgans.!oliet b~~~vo~!!._. eizoens.gem_. _. Niet broedvogels Seizoensgem. Dodaars 80 Middelste zaagbek 350 Fuut 370 Slechtvalk 10 Kuifduiker 8 Meerkoet 1.100 Aalscholver 360 Scholekster 24.000 Kleine zilverreiger 20 Kluut 510 Lepelaar 30 Bontbekplevier 280 Kleine zwaan onbekend Strandplevier 50 Grauwe gans 2.300 Goudplevier 2.000 Brandgans 3.100 Zilverplevier 4.400 6.300 Kievit 4.500 Bergeend 2.900 Kanoet 7.700 Smient 12.000 Drieteenstrandlo- 260 Krakeend 130 Bonte strandloper 14.100 Wintertaling 1.000 Rosse grutto 4.200 Wilde eend 5.500 Wulp 6.400 Pijlstaart 730 Zwarte ruiter 310 Slobeend 940 Tureluur 1.600 Brilduiker 680 Groenpootruiter 150 Steenloper 580 per Voor alle vogelsoorten geldt een kwalitatieve doelstelling 'behoud omvang en kwaliteit leefgebied'. De kwantitatieve doelstelling is gericht op de draagkracht voor een populatie met een soortspecifiek seizoensgemiddelde. Met dit laatste wordt het gemiddeld aantal vogels bedoeld dat per maand in 1 telseizoen aanwezig is (som van alle maandwaarden/12). De begrenzing van het Natura2000 gebied ter hoogte van de werkzaamheden is aangegeven in onderstaande figuur. De begrenzing van het Staats- en beschermd Natuurmonument valt geheel binnen de begrenzing van het Natura2000-gebied. De buitenkruinlijn van de dijk vormt de grens van het beschermingsgebied. Figuur 2. Begrenzing van het Natura2000 gebied Oostersehelde ter hoogte van de werkzaamheden

-- ------ 4 van 6 Huidige situatie en effecten De locatie waar de werkzaamheden grenst direct aan droogvallend slik, dat zich over een afstand van enkele kilometers uitstrekt richting het open water van de Oosterschelde. Langs de dijk bevindt zich een schor dat onderdeel uitmaakt van een groter schorgebied in de zuidoosthoek van de Oosterschelde. Habitats Het droogvallende slik maakt onderdeel uit van habitattype H1160 grote kreken en baaien. Het schor behoort tot habitattype H1330 Atlantisch schor. Het dijktalud zelf is onbegroeid. Er vinden geen werkzaamheden of transport in het voorland plaats. Er is daarom geen sprake van effecten van vernietiging op betreffende kwalificerende habitats. Broedvogels Op het schor zijn uit eerder onderzoek voor de dijkwerkzaamheden geen kwalificerende broedvogels waargenomen binnen een afstand van 200m van de dijk (Oosterbaan & den Boer, 2005). Omdat het voorland regelmatig overstroomd en het schor relatief smal is is dit ook niet geschikt als broedgebied voor vogels. Er zijn dan ook geen effecten. Niet-broedvogels Het hooggelegen droogvallend slik en het schor worden gebruikt als hoogwatervluchtplaats (hvp) voor overtijende vogels. In tabel 3 zijn de gemiddelde aantallen kwalificerende vogelsoorten weergegeven die binnen 200m van de werklocatie verbleven in de telseizoenen 2006-2010 (juli tjm juni). Deze afstand kan worden beschouwd als de maximaal gemiddelde verstoringsafstand van vogels die op het voorland voorkomen (Krijgsveld et al, 2008) Tabel 3. Gemiddelde aantallen kwalificerende vogels binnen 200m van de werklocatie over seizoen 2006 flm 2010 (basis gegevens HVP karteringen RWS). Gemiddeld OSjrtot OSjrtot min Seizoen 2006-2010 maand maand som OSjr tot ihd min ihd ihd min som Soort augustus september aug-sept 2006-2010 jr Aalscholver 3 3 4858 4320 538 535 Bergeend 34 27 61 24783 34800-10017 -10078 Bontbekplevier 49 4 53 3357 3360-3 -56 Bonte Strandloper 3 130 133 211321 169200 42121 41988 Groenpootruiter 6 4 10 1724 1800-76 -86 Kleine Zilverreiger 3 3 587 240 347 344 lepelaar 2 12 14 859 360 499 485 Pijlstaart 8 8 4960 8760-3800 -3808 Scholekster 218 386 604 288435 288000 435-169 Slobeend 22 22 9428 11280-1852 -1874 Smient 30 30 131342 144000-12658 -12688 Tureluur 36 100 136 24568 19200 5368 5232 Wilde Eend 16 43 59 60737 66000-5263 -5322 Wintertaling 40 40 15219 12000 3219 3179 Wulp 44 70 114 147787 76800 70987 70873 Zilverplevier 4 10 14 63350 52800 10550 10537 Zwarte Ruiter 5 5 2588 3720-1132 -1137

5 van 6 Uit de tabel blijkt dat een aantal soorten nu reeds onder het instandhoudingsdoel (ihd) zit. Bergeend, meerkoet, pijlstaart en smient zijn echter geen overtijende vogels, zij kunnen gemakkelijk uitwijken bij verstoring. Groenpootruiter en scholekster zijn wel soorten, die overtijen. Uit de HVP karteringen blijkt dat de hvp's in de directe omgeving van de werklocatie relatief groot zijn, waaruit kan worden geconcludeerd dat de vogels verspreid over het voorland overtijen (figuur 3). Dit is het gevolg van het feit dat het voorland een gering verhang kent en grote oppervlakten daarom tegelijk droog liggen. Dit betekent dat er in principe voldoende uitwijkmogelijkheden zijn voor deze soorten. Significante effecten op overtijende vogels zijn daarom ook voor de groenpootruiter en scholekster uit te sluiten. Figuur 3 HVP's rond de werklocatie in seizoen 2006-2010 (op basis van hvp-karteringen RWS) Het droogvallend slik wordt gebruikt als foerageergebied voor steltlopers. In tabel 4 zijn de maximale aantallen waargenomen vogels langs het werktraject weergegeven binnen 200m van de dijk (maximale verstoringsafstand) op basis van laagwatertellingen in augustus 2010. Uit de tellingen blijkt dat het aantal foeragerende vogels binnen het potentiële beïnvloedingsgebied laag is. Bergeend, wilde eend en groenpootruiter zitten reeds onder hun instandhoudingsdoel. Gezien de grote oppervlakte aan voorliggend slik zijn er echter voldoende uitwijk,mogelijkheden voor de betreffende soorten om uit te wijken. Mede gezien de tijdelijkheid van de effecten (maximaal 4 weken) zijn significante effecten op kwalificerende foeragerende vogels uit te sluiten. Tabel4. Maximale aantallen foeragerende kwalificerende vogels binnen 200m van het wer, kt rejec. tdp11861190b"l - IJ aagwa ter op 12en 13augus tus 2010 Aantal OS jr tot traject 2006-2010 IHDjr OS-ihd OS-ihd-tralect Soort Wulp 1 147787 76800 70987 70986 Tureluur 67 24568 19200 5368 5301 Groenpootruiter 2 1724 1800-76 -78 Bergeend 3 24783 34800-10017 -10020 Wilde eend 41 60737 66000-5263 -5304 Scholekster 148 288435 288000 435 287 Lepelaar 1 859 360 499 498

6 van 6 Conclusies In het voorland komen kwalificerende habitats voor in de vorm van droogvallend slik als onderdeel van H1160 grote kreken en baaien en schor dat behoort tot het habitattype H1330 Atlantisch schor. Omdat er geen werkzaamheden op het voorland worden uitgevoerd zijn effecten op deze habitattypen niet aan de orde. In het voorland komen geen kwalificerende broedvogels voor. Effecten hierop zijn dan ook niet aan de orde. In het voorland foerageren en overtijen kwalificerende niet broedvogels. Als gevolg van de werkzaamheden zijn effecten op deze soorten niet uit te sluiten. Omdat het in de werkperiode echter gaat om relatief kleine aantallen, er voldoende uitwijkmogelijkheden zijn en de werkzaamheden tijdelijk zijn, zijn significante effecten op de niet-broedvogels eveneens uit te sluiten.