LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133

Vergelijkbare documenten
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-11

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-11

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-08

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-04

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-09

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-6

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht over fysiek ongewenst gedrag door leerkracht. het gedrag betreft geen ongewenste seksuele intimiteit. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht over onveilige schoolomgeving ongegrond. ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C en D, klagers.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

de heer en mevrouw A, ouders van B, voormalig leerling van C, klagers tegen

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht betreffende pestgedrag, intimidatie door de leerkracht en schorsing

Het is raadzaam desgevraagd het onderwijskundig rapport ter inzage aan ouders te geven voordat het wordt verstuurd aan de nieuwe school.

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft adequaat opgetreden tegen het pesten van een leerling. ADVIES

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. E.N. Brons, W. Dulfer-Visser, R.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Jaarverslag 2011 en Landelijke Klachtencommissie voor het Algemeen Bijzonder Onderwijs

Naar het oordeel van de Commissie is niet komen vast te staan dat er fouten zijn gemaakt bij het afnemen van toetsen bij de leerling.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

ADVIES. [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure.

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. De Commissie heeft besloten om de twee resterende klachtonderdelen in behandeling te nemen en heeft deze als volgt samengevat:

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 10-15

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

SAMENVATTING ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B, voormalig leerling op C te E, klagers

tegen: mevrouw A1, directeur van de school, en de heer A2, voorzitter van het College van Bestuur, hierna ook te noemen 'verweerders',

ADVIES. inzake de klacht van: mevrouw A te B, moeder van C, klaagster. tegen. D te B en E te B, verweerders

Klacht over veiligheid meervoudig gehandicapte leerling en het niet serieus nemen van die klacht. ADVIES

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

SAMENVATTING Klacht over o.a. onderwijskundige begeleiding en informatieverstrekking; PO

108174/108175/ Klacht over veiligheid in de klas ongegrond. De school heeft adequaat gehandeld. ADVIES

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

De Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs (verder: de Commissie) heeft op

16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Klacht over veilige schoolomgeving, communicatie en melding ongeoorloofd verzuim. ADVIES

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers

17.126Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 2 mei 2018

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

Een leerkracht heeft een leerling pedagogisch gezien niet goed behandeld. De schooldirectie heeft de klacht hierover niet goed onderzocht.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

SAMENVATTING. de heer A en mevrouw B te C, ouders van D en E, voormalig leerlingen van de openbare basisschool F te C, klagers

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Klacht betreffende de school verweten onheuse bejegening van een overblijfkracht. De Commissie verklaart de klacht deels gegrond en deels ongegrond.

2. Ouder klaagt over de wijze waarop de klacht door de organisatie is afgehandeld.

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

ADVIES. mevrouw [klager I] en de heer [klager II] te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers gemachtigde: mevrouw mr. A.H.M.

15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS Klachtnummer 2017/133 Geen oordeel over gat in broek. Ten aanzien van anti-pestbeleid heeft aangeklaagde tijdens hoorzitting nader uiteengezet dat in klas moeizame leerling zit. Door school is gepaste actie ondernomen. Het vergt tijd voordat dat effectief is. Klaagster heeft daarop van haar kant het klachtpunt niet verder onderbouwd. De aangeklaagde heeft ten aanzien van het rapportcijfer een toelichting en een verklaring gegeven. Ter hoorzitting is dit nog nader toegelicht. De verklaring komt de commissie aannemelijk voor. Hetgeen door klagers is gesteld kan op geen enkele manier in verband gebracht worden met fraude. De commissie ziet ook geen aanwijzing dat een en ander zou kunnen passen in een (zoals ter zitting gesuggereerd) eventueel streven van school hogere cijfers in te zetten voor beter beeld naar buiten van onderwijskwaliteit van school. Tegenstrijdige lezingen van hetgeen is voorgevallen ten aanzien van de loszittende tand. Van belang is dat aangeklaagde daarbij aanwezig was en klagers niet. Commissie heeft bij gebreke van enige aanwijzing daaromtrent niet kunnen vaststellen of aangeklaagde al dan niet heeft gehandeld zoals door klagers is gesteld. Commissie voor het overige van oordeel dat aangeklaagde vervolgens op zichzelf adequaat heeft gehandeld door met klager en leerlinge naar directeur te gaan. Het feit dat op die dag Citotoets wordt afgenomen, maakt dat niet anders. Van klagers mag worden verwacht dat zij begrijpen dat begin van schooldag geen moment is uitvoerige gesprekken met leerkracht aan te gaan. De Landelijke Klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs (verder: de commissie) heeft op 27 juni 2017 per e-mail een klacht ontvangen van de heer A. en mevrouw B. (hierna te noemen: klagers). Klagers zijn ouders van C. (7 jaar), leerlinge van School D. te De Meern-Utrecht (hierna: de school). De klacht, geregistreerd onder nummer 2017/133, is gericht tegen de heer E., voormalig waarnemend directeur van de school (hierna te noemen: directeur) en mevrouw F., leerkracht van de school, hierna te noemen: aangeklaagden. 1. Procedure De commissie die de klacht heeft behandeld, bestond uit mr. C. Sjenitzer, voorzitter, mevrouw E.I.H. Gordijn-Oud, lid en de heer mr. J.H.A. Teulings, lid, bijgestaan door mevrouw mr. D.H.C. Dane-Peeters als secretaris. De commissie heeft op 10 juli 2017 van klagers per e-mail een vragenformulier met bijlagen ontvangen. Aangeklaagden zijn in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk te verweren. De commissie heeft op

11 september 2017 per mail en op 12 september 2017 per post een verweerschrift met bijlagen ontvangen. Klagers en aangeklaagden zijn daarnaast in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten op 19 september 2017 te Utrecht tijdens een besloten hoorzitting. Aanwezig waren klagers, aangeklaagden en de heer G., voorzitter Stichting H. 2. Korte inhoud van de klacht 1. De aangeklaagde leerkracht was onverschillig ten aanzien van een incident dat in december 2016 was voorgevallen en te maken had met een gat in de broek van de leerlinge hetgeen duidde op een niet deugdelijk antipestbeleid in de klas; 2. De aangeklaagde leerkracht had zich schuldig gemaakt aan fraude door een rapportcijfer aan te passen en kon daarvoor geen verklaring geven; 3. De aangeklaagde leerkracht had zonder toestemming van klagers een loszittende tand uit de mond van de leerlinge getrokken en in de gang van zaken daaromheen is sprake van onverantwoord en onprofessioneel handelen door de aangeklaagde leerkracht; 4. De aangeklaagde leerkracht handelde op meerdere punten didactisch en pedagogisch onverantwoord; 5. Ook overigens vertoonde de aangeklaagde leerkracht onprofessioneel gedrag en liet de communicatie te wensen over. Ad 1. In het kader van pesten had een klasgenoot een gat geknipt in de broek van de leerlinge. De directeur had uit navraag bij de aangeklaagde leerkracht begrepen dat zij wel navraag had gedaan in de klas hoe en wat er destijds precies was voorgevallen. De leerkracht heeft dit echter in tegenstelling tot wat zij had beloofd nooit naar klagers teruggekoppeld. Volgens de directeur was er hier sprake van een communicatiefout. Klagers vermoeden echter anders. Ad 2. Terwijl de leerlinge bij het eerste rapport een goed had voor geschiedenis was dit bij het tweede rapport een voldoende maar tijdens het gesprek daarover opeens weer een goed. Het zou volgens de leerkracht liggen aan het kopiëren van verschillende rapporten. Volgens klagers was er echter sprake van fraude. Volgens de directeur was hier wederom sprake van een communicatiefout. Ad 3. Toen klager de leerkracht aansprak op de tand ontkende zij het gedaan te hebben. De leerkracht nam de leerlinge mee naar de directeur ter confrontatie hiervan. Dit voorafgaand aan de afname van een Cito toets. De leerlinge was geschrokken en huilde. De leerkracht had ten overstaan van andere leerlingen gezegd dat zij boos was op klager omdat hij schreeuwde. Aan een andere ouder had de leerkracht verteld dat ze met zo n ouder als klager wel begreep waarom de leerlinge bang was. De leerkracht schond met dit alles de privacy van leerlingen en ouders. Ad 4. De leerkracht intimideerde leerlingen door middel van haar blik en luidruchtige gedrag. Er was sprake van geen orde handhaving in de groep. Er was geen sprake van een veilige leeromgeving. Ad 5. De leerkracht plaatste haar eigen belang boven dat van de leerlingen. De leerkracht erkende haar fouten niet maar schoof het af op anderen. De leerkracht communiceerde niet goed. Zij nam geen initiatief klagers te informeren over hetgeen was voorgevallen. Bijvoorbeeld inzake het onwel worden van de leerlinge.

Klagers hadden op een eerder moment (14 april 2017) hun klachtpunten ingediend bij de directie van de school. Op 10 mei 2017 had een gesprek met de directeur plaatsgevonden. De directeur nam de klachten totaal niet serieus waarop klagers de Raad van Toezicht een e-mailbericht hadden gestuurd met een verzoek tot het nemen van stappen. De Raad van toezicht had klagers verwezen naar het bestuur, de externe vertrouwenspersoon en de klachtencommissie. De voorzitter van het bestuur had per e-mailbericht van 23 juni 2017 klagers doorverwezen naar de klachtencommissie. 3. Verweer Door aangeklaagden wordt het volgende aangevoerd. De aangeklaagden betreuren in de eerste plaats dat klagers niet meer op schoolniveau via het bestuur de klacht wilden oplossen. Klagers hebben ten onrechte op een eerder moment hun klacht bij de Raad van Toezicht ingediend. Het gesprek van 10 mei 2017 met de directeur lijkt goed te zijn verlopen. Wat de klacht zelf betreft wordt het volgende gesteld : Ad 1. De leerkracht heeft de in de klas onderzocht wie de dader was en klagers geïnformeerd dat het niet mogelijk is dit te achterhalen. Ad 2. De leerkracht heeft uiteengezet dat de beoordeling op het rapport voor het vak geschiedenis verschilde ten opzichte van de gemailde versie. Aan de hand van het werk van de leerlinge heeft de leerkracht laten zien dat de beoordeling goed klopte. Er is door de leerkracht een correctie doorgevoerd op basis van de prestaties van de leerlinge waardoor een vergissing is hersteld. Met fraude heeft dit geen enkel verband. Ad 3. De leerkracht is op 7 juni 2017 door klager op zeer onbeleefde wijze aangesproken in de klas, in het bijzijn van andere leerlingen. Klager geeft aan dat de leerkracht de tand uit de mond van de leerlinge zou hebben getrokken. Dit is echter niet zoals het is gegaan. De tand bleek een week daarvoor uit de mond van de leerlinge te zijn gevallen tijdens de les. De leerlinge heeft dit ook bevestigd. Klager weigert dit echter te geloven en begint te schreeuwen. De leerkracht voelt zich zeer onveilig en is op dat moment met de leerlinge en klager naar de huidige directeur gegaan. Klager blijft ook daar schreeuwen waardoor de leerlinge begint te huilen. Een dialoog is op dat moment niet mogelijk vanwege de opstelling van klager. Gelet op het voorgaande heeft de school voldoende aandacht gehad voor de klachten en geprobeerd het probleem op te lossen. De aangeklaagden stellen zich op het standpunt dat zij voldoende aandacht hebben gehad voor de situatie waarin de leerlinge zich bevond. Klagers hebben naar aanleiding van het incident inzake de tand verzuimd aan te geven dat er onvrede was. Klagers hebben niet de voorgeschreven weg voor het indienen van klachten bewandeld maar de leerling van school genomen hetgeen de school betreurt. De school wil nog graag met klagers in gesprek gaan. Kortom: De school heeft meermaals gezocht naar een passende oplossing. Tot slot stellen de aangeklaagden dat de school zorgvuldig heeft gehandeld en voldaan aan haar zorgplicht. Het zijn klagers geweest die de communicatie abrupt eenzijdig hebben beëindigd. De

school heeft steeds in het belang van de leerlinge gehandeld. De huidige directeur (sinds 18 mei 2017) heeft geen noemenswaardige incidenten mogen constateren in de klas van de kleerkracht of daarbuiten. Er heerst overall een prettige sfeer in de school. De school scoort bovengemiddeld op de Cito scores in groep 8 en er heerst een algeheel gevoel van veiligheid. Aangeklaagden schetsen de overige positieve situatie waarin de school zich bevindt en verwijzen in dit kader naar het meest recente inspectierapport. 4. Ontvankelijkheid De school is voor de behandeling van klachten aangesloten bij de commissie. 1. Tijdens de hoorzitting is gebleken en vastgesteld dat de klacht uitsluitend gericht is tegen de leerkracht. De klacht voor zover gericht tegen de directeur acht de commissie dan ook niet-ontvankelijk. 2. Met betrekking tot de klachtonderdelen 4 en 5: naar het oordeel van de commissie hebben de onderhavige klachtpunten geen betrekking op concrete gedragingen en of beslissingen dan wel het uitblijven daarvan. De commissie acht deze klachtonderdelen dan ook niet-ontvankelijk 3. Voor het overige geldt dat de commissie klagers ontvankelijk verklaart in hun klacht als zodanig aangezien zij kunnen worden aangemerkt als klagers in de zin van de klachtenregeling die voor de school geldt. 5. Oordeel Op grond van het dossier en hetgeen aan de orde is geweest tijdens de hoorzitting en daarbij over en weer is verklaard, komt de commissie tot het volgende oordeel. Ad 1. De commissie heeft ten principale geen oordeel ten aanzien van de wijze waarop is gereageerd op het gestelde incident inzake het gat in de broek. Zulks op grond van het enkele feit dat ook ter hoorzitting niet is komen vast te staan wat er precies is gebeurd. Ten aanzien van het anti-pestbeleid heeft aangeklaagde tijdens de hoorzitting nader uiteengezet dat er in de klas een moeizame leerling zit. Door de school is een gepaste actie ondernomen. Het vergt tijd voordat dat effectief is. Klaagster heeft daarop van haar kant het klachtpunt niet verder onderbouwd. De commissie acht dit klachtonderdeel ongegrond. Ad 2. De aangeklaagde heeft ten aanzien van het rapportcijfer een toelichting en een verklaring gegeven. Ter hoorzitting is dit nog nader toegelicht. De verklaring komt de commissie aannemelijk voor. Hetgeen door klagers is gesteld kan naar het oordeel van de commissie op geen enkele manier in verband gebracht worden met fraude. De commissie ziet ook geen aanwijzing dat een en ander zou kunnen passen in een (zoals ter zitting gesuggereerd) eventueel streven van de school om hogere cijfers in te zetten voor een beter beeld naar buiten van de onderwijskwaliteit van de school. De commissie acht dit klachtpunt ongegrond. Ad 3. De commissie constateert dat er tegenstrijdige lezingen zijn van hetgeen is voorgevallen ten aanzien van de loszittende tand. Van belang is dat de aangeklaagde daarbij aanwezig was en klagers niet. De commissie heeft bij gebreke van enige aanwijzing daaromtrent niet kunnen vaststellen of de aangeklaagde al dan niet heeft gehandeld zoals door klagers is gesteld. De commissie heeft op dit punt dan ook geen oordeel.

De commissie is voor het overige van oordeel dat de aangeklaagde vervolgens op zichzelf adequaat heeft gehandeld door met klager en de leerlinge naar de directeur te gaan. Het feit dat op die dag de Citotoets wordt afgenomen, maakt dat niet anders. Van klagers mag worden verwacht dat zij begrijpen dat het begin van de schooldag geen moment is om uitvoerige gesprekken met de leerkracht aan te gaan.