Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 19 mei 2015 Rolnummer op JGR 2013/AB/606 Arbeidshof te Brussel derde kamer Arrest
Arbeidshof te Brussel 2013/AB/606 p. 2 ARBEIDSRECHT - arbeidsovereenkomst bediende tegensprekelijk arrest definitief P. A., appellante, vertegenwoordigd door mr. DE CUYPER K. loco mr. BAELE Isabelle, advocaat te 1780 WEMMEL, de Limburg Stirumlaan 248 tegen TEMPO TEAM NV, met maatschappelijke zetel te 1020 BRUSSEL, Heizelesplanade, Buro & Design Center, bus 56, geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. DE BLENDE E. loco mr. TILLEMAN Filip, advocaat te 2000 ANTWERPEN, Meir 24 bus 6. *** * Na beraad, spreekt het arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest uit: Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid: - het tussenarrest van dit hof en deze kamer van 24 juni 2014, - - de conclusies voor de appellante, - de conclusie voor de geïntimeerde, - de voorgelegde stukken. *** *
Arbeidshof te Brussel 2013/AB/606 p. 3 De partijen hebben hun middelen en conclusies uiteengezet tijdens de openbare terechtzitting van 21 april 2015, waarna de debatten werden gesloten, de zaak in beraad werd genomen en voor uitspraak werd gesteld op heden. *** * 1. Het arbeidshof kan verwijzen naar de weergave van de feiten en van het juridisch kader van de betwisting, zoals weergegeven in het tussenarrest van 24 juni 2014. De vraag is of een uitzendwerknemer aanspraak kan maken op de anciënniteitstoeslag voorzien in de cao van 21 mei 2001, ( KB van 14 januari 2002, BS 19 januari 2002) en in de cao van 26 oktober 2005, (KB van 1 oktober 2008, BS 27 november 2008), afgesloten in het voormalige paritaire comité 305 voor de gezondheidsdiensten. Deze cao s voorzien in een betaalde vrijstelling op prestaties onder de vorm van 192 uren/jaar voor werknemers van 50 jaar of meer. Zij die hiervoor niet kiezen kunnen aanspraak maken op een anciënniteitstoeslag, mits de financiële last hiervan gedragen wordt door de overheid. 2. Mevrouw P. vordert als uitzendwerknemer in een ziekenhuis en rusthuis deze toeslag en argumenteert dat ze dezelfde rechten heeft als de reguliere werknemers. Tempo Team riep in dat de overheid de uitzendwerkgevers niet opnam in de terugbetaling van de regeling wat als toepassingsvoorwaarde was opgenomen in de cao s.
Arbeidshof te Brussel 2013/AB/606 p. 4 3. In het tussenarrest werd de verjaring van de vordering op grond van art. 15 van de arbeidsovereenkomstenwet weerhouden, maar gelet op de delictuele vordering werden de debatten heropend om verder toelichting te bekomen over het materieel en het moreel bestanddeel van de ingeroepen misdrijven. De premie is immers gekoppeld aan de aan de werknemer toegekende keuzemogelijkheid voor vrijstelling of voltijdse tewerkstelling, waardoor de vraag rees hoe en door wie die keuze was aangeboden. Tevens werden vragen gesteld hoe het systeem geïmplementeerd werd, meer bepaald ten aanzien van reguliere werknemers met een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd. De keuzemogelijkheid 4. Art. 7 van de cao s bepaalt dat de werkgever aan de betrokken werknemer, in de loop van de derde maand, voorafgaand aan de maand waarin de werknemer de leeftijd van 50 jaar bereikt, de keuze moet voorleggen, zoals voorzien in de artikelen 3 tot 6. De werknemer heeft één maand om zijn keuze aan zijn werkgever mede te delen. In art. 5 2 van de cao s wordt het recht op de anciënniteitspremie toegekend aan de werknemer die aldus geopteerd heeft voor het behoud van prestaties. 5. Mevrouw P. bevestigt dat deze keuzemogelijkheid haar niet werd voorgelegd en dat ze derhalve evenmin een keuze heeft kunnen maken en deze ook niet heeft gemaakt.
Arbeidshof te Brussel 2013/AB/606 p. 5 6. De aangehaalde cao s betreffen in essentie een regeling van vrijstelling van arbeidsduur of compensatie hiervan. Alleszins betreft de regeling van het aanbieden van en antwoorden op de keuzemogelijkheid een bepaling inzake de reglementering en de bescherming van de arbeid welke gelden op de plaats van het werk, meer bepaald m.b.t. de arbeidsduur. 7. In randnummer 6 van het tussenarrest werd op grond van art. 19 van de uitzendarbeidwet vastgesteld dat de gebruiker hiervoor instaat. Het niet nakomen van art. 7 van de cao s kan niet ten laste gelegd worden van Tempo Team, maar is gebeurlijk voor rekening van de gebruiker, hier de verzorgingsinstelling. 8. Een reguliere werknemer van een verzorgingsinstelling, die om welke reden ook geen keuze gemaakt heeft in de zin van art. 7 van de cao s, heeft op grond van art. 5 2 van deze cao s geen recht op de anciënniteitspremie, zodat mevrouw P. ten onrechte op grond van art. 10 van de uitzendarbeidwet een dergelijke premie claimt van het uitzendbureau. Evenmin kan ze zich op basis van art. 31 4 van de uitzendarbeidwet op de hoofdelijke aansprakelijkheid van uitzendbureau en gebruiker beroepen, omdat er geen verboden activiteit was in strijd met hoofdstuk II van de uitzendarbeidwet. De gebeurlijke aansprakelijkheid van de gebruiker kan niet verder worden onderzocht omdat lastens de verzorgingsinstelling geen vordering wordt gesteld.
Arbeidshof te Brussel 2013/AB/606 p. 6 Er is geen grond om de in ondergeschikte orde gestelde vordering tot schadevergoeding ten laste van Tempo Team te weerhouden, bij gebreke aan een aan haar toerekenbare fout. (On)gelijkheid? 9. Omdat zonder keuze(aanbod) ook een reguliere werknemer geen aanspraak kan maken op de anciënniteitspremie (hij kan gebeurlijk bij gebreke aan aanbod schadevergoeding vragen aan zijn werkgever), is er geen ongelijkheid ten aanzien van een uitzendwerknemer die in een dergelijk geval evenmin recht heeft op een zodanige premie (gelet op art. 19 van de uitzendarbeidwet kan hij gebeurlijk bij gebreke aan aanbod schadevergoeding vragen aan de gebruiker). 10. Het arbeidshof heeft in het tussenarrest ook vastgesteld dat het door de cao s ontworpen stelsel opgevat is vanuit een tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd en heeft de vraag gesteld hoe dit in de betrokken gezondheidsinstellingen wordt toegepast bij arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd. Het is immers bijzonder onduidelijk hoe de regeling kan worden toegepast bij uitzendcontracten die dikwijls slechts slaan op korte perioden van tewerkstelling. Deze korte tewerkstellingsperiodes vinden we ook terug in huidige betwisting.
Arbeidshof te Brussel 2013/AB/606 p. 7 Gelet op de onderbrekingen tussen de contracten kan mevrouw P. niet gevolgd worden wanneer ze voorhoudt dat ze de facto voor onbepaalde tijd aan het werk was. 11. Op deze vraag wordt geen nuttig antwoord bekomen, zodat geen ongelijkheid wordt aangetoond. Het enkele feit dat de uitzendbureaus niet worden opgenomen in de lijst van subsidieerbare werkgevers, vastgesteld in art. 1, 3 van het KB van 15 september 2006 leidt niet tot ongelijkheid, temeer daar in het toepassingsgebied van de toepasselijke cao s evenmin enige verwijzing naar uitzendarbeid voorkomt. 12. Uit dit alles vloeit voort dat het materieel element van de ingeroepen misdrijven niet bewezen is. Hierdoor kan mevrouw P. zich niet beroepen op de verjaring van art. 26 van de V.T. Sv. Haar vordering is dan ook verjaard op grond van art. 15 van de arbeidsovereenkomstenwet. (zie randnummer 2 van het tussenarrest).
Arbeidshof te Brussel 2013/AB/606 p. 8 OM DEZE REDENEN HET ARBEIDSHOF Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op artikel 24, Rechtsprekend op tegenspraak, Het tussenarrest van 24 juni 2014 verder uitwerkend, Hervormt gedeeltelijk het bestreden vonnis; Verklaart de oorspronkelijke vordering onontvankelijk wegens verjaring; bevestigt het vonnis wat betreft de niet toekenning van de vordering en de tenlastelegging van de gerechtskosten. Veroordeelt mevrouw P. tot de gerechtskosten van het hoger beroep, deze aan de zijde van n.v. Tempo Team begroot op rechtsplegingsvergoeding beroep 440.
Arbeidshof te Brussel 2013/AB/606 p. 9 Aldus gewezen en ondertekend door de derde kamer van het Arbeidshof te Brussel, samengesteld uit: Lieven LENAERTS, kamervoorzitter, Marcel VAN AKEN, raadsheer in sociale zaken, werkgever, Steven MARCHAND, raadsheer in sociale zaken, werknemer-bediende, bijgestaan door : Kelly CUVELIER, griffier. Lieven LENAERTS, Kelly CUVELIER, Marcel VAN AKEN, Steven MARCHAND. en uitgesproken op de openbare terechtzitting van dinsdag 19 mei 2015 door: Lieven LENAERTS, kamervoorzitter, bijgestaan door Kelly CUVELIER, griffier. Lieven LENAERTS, Kelly CUVELIER.