26 augustus 2018 10.00 uur A Buursema orgel: Harry Kroeske schriftlezing: Jaap Wolters votum: GK 121,1 groet zingen: GK 121, 2-4 zingen van de wet: LB 311 gebed voor de opening van het Woord. Lezen: Mattheüs 14,22-33 GK 239 (GK06 gz168) - (canon) preek amenlied: GK 238 (GK06 gz163) Dankzegging en voorbede inzameling van de gaven GK06 gz115 zegen
26 augustus 2018 10.00 uur A Buursema orgel: Harry Kroeske schriftlezing: Jaap Wolters votum: GK 121,1 1 Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen aan, waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van mijn Here, die dit alles heeft geschapen. Mijn herder zal niet slapen. groet zingen: GK 121, 2-4 2 Uw wankle voeten zet Hij vast, als gij geen uitkomst ziet: uw wachter sluimert niet! Zijn oog wordt door geen slaap verrast, Hij wil, als steeds voor dezen, Israëls wachter wezen. 3 De Heer brengt al uw heil tot stand, des daags en in de nacht houdt Hij voor u de wacht. Uw schaduw aan uw rechterhand: de zon zal U niet schaden, de maan doet niets ten kwade. 4 De Heer zal u steeds gadeslaan, Hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt. Hij zal uw komen en uw gaan, wat u mag wedervaren, in eeuwigheid bewaren. zingen van de wet: LB 311 melodie A vrouwen 1 Wij kiezen voor de vrijheid die God ons heeft beloofd: Hij heeft de boze goden van al hun macht beroofd.
melodie B mannen 2 Weg met de stomme beelden, die maken God te klein: Hij zal ons zelf vertellen wie Hij voor ons wil zijn. melodie A+B 3 En Hij heeft ook gegeven dat je Hem noemen mag: maak dan jezelf niet groter met Gods naam als je vlag. 4 vrouwen En neem voluit de vrijheid, één dag van feestelijkheid, om opgewekt te vieren dat God ons heeft bevrijd. 5 mannen Hoor ook naar de verhalen van wie zijn voorgegaan: want God, de God van gisteren is met ons doorgegaan. 6 allen Geef ruimte aan je naaste, geschapen naar Gods beeld: want alle mensen heeft Hij zijn leven meegedeeld. 7 vrouwen Blijf met elkaar verbonden als mens, als man of vrouw: zo is tot in de diepte ook God zijn liefde trouw. 8 mannen Wil zó ruimhartig delen Dat niemand stelen moet: God liet ons samen wonen In t land van overvloed. 9 allen En breek niet met je woorden een anders leven stuk: want God sprak tot ons allen het woord van ons geluk.
10 allen Gun dan elkaar het goede, zo is het ons gegund: je leven is pas leven als je ook geven kunt. gebed voor de opening van het Woord. Lezen: Mattheüs 14,22-33 22 Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd. 23 Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen. 24 De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van de tegenwind, door de golven geteisterd. 25 Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe, lopend over het meer. 26 Toen de leerlingen hem op het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: Een spook! en schreeuwden het uit van angst. 27 Meteen sprak Jezus hen aan: Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang! 28 Petrus antwoordde: Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen. 29 Hij zei: Kom! Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. 30 Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit: Heer, red me! 31 Meteen strekte Jezus zijn hand uit, hij greep hem vast en zei: Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld? 32 Toen ze in de boot stapten, ging de wind liggen. 33 In de boot bogen de anderen zich voor hem neer en zeiden: U bent werkelijk Gods Zoon! GK 239 (GK06 gz168) - (canon) k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God. Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, zijn vrede woont in mij. k Zie naar Hem op en weet: Hij is mij steeds nabij. preek amenlied: GK 238 (GK06 gz163) 1 Ik bouw op U, mijn schild en mijn verlosser. Niet eenzaam ga ik op de vijand aan. Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming. Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming.
2 Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend. En telkens meer moet ik uw kracht verstaan. Toch rijst in mij een lied van overwinning. Toch rijst in mij een lied van overwinning. 3 Ik bouw op U, mijn schild en mijn verlosser. Gij voert de strijd, de hulde is U gewijd. In 't laatste uur zal ik zegevierend ingaan in rust met U die mij hebt voortgeleid. In 't laatste uur zal ik zegevierend ingaan in rust met U die mij hebt voortgeleid. Dankzegging en voorbede inzameling van de gaven GK06 gz115 1 Nooit kan 't geloof teveel verwachten, des Heilands woorden zijn gewis. 't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is. Wat zou ooit zijne macht beperken? 't Heelal staat onder zijn gebied. Wat zijne liefde wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen niet. 2 Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog! Voor hen die 't heil des Heren wachten, zijn bergen vlak en zeeën droog. O zaligheid, niet af te meten, o vreugd, die alle smart verbant! Daar is de vreemdlingschap vergeten en wij, wij zijn in 't vaderland! zegen