Beeldende Begrippen KHP VERSLAG, PERIODE TEXTIEL DAVID WEEL l 10E 11 JUNI 2015 1
VOORSTELLING Bij een voorstelling gaat het om wat ik zie. He kan zijn gemaakt naar de werkelijkheid of naar de fantasie. REALISTISCH Een realistische voorstelling is een natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid. SOORTEN VOORSTELLINGEN: FIGURATIEF Als we kijken naar kunst kan je het in figuratief en non-figuratief indelen. Figuratieve kunst heef herkenbare overeenkomsten met de werkelijkheid. Dat betekend niet dat een beeld heel erg realistisch hoeft te zijn. We noemen iets pas non-figuratief als er niks herkenbaars meer te zien is. NATURALISTISCH Is een figuratieve voorstelling en de werkelijkheid nabootsend, maar is niet persé realistisch. ABSTRAHEREN Bij een geabstraheerd schilderij zijn er nog herkenbare vormen te zien, maar het is wel duidelijk dat de kunstenaar de vast vorm loslaat. GEÏDEALISEERD Bij geïdealiseerde kunst wordt de werkelijkheid weergegeven, maar dan allemaal nèt iets beter dan het eigenlijk is. ABSTRACT Als iets abstract is, dan is de herkenbare werkelijkheid helemaal verdwenen. Het verschil tussen een abstracte voorstelling en een non-figuratieve voorstelling is dan ook heel erg klein. GESCHEMATISEERD/VEREENVOUDIGD Hierbij worden alle details weggelaten en alles dusdanig vereenvoudigd dat alleen de meest herkenbare onderdelen te zien blijven. 2
GESTILEERD Alle onderdelen zijn in één stijl en op een vereenvoudigde manier weergegeven. ATTRIBUUT Personen die op een voorstelling afgebeeld zijn kunnen ook een attribuut in handen hebben. Een attribuut is een voorwerp dat een persoon altijd bij zich heeft. Dat voorwerp verteld iets over de persoon. DEFORMEREN Het vervormen en veranderen van de herkenbare vormen, zodat ze duidelijk verschillen van de werkelijkheid. SCHETS Een schets is een vorm van onderzoek om een voorlopige indruk van het uiteindelijke werkstuk te krijgen. Het hoeft niet in detail te zijn uitgewerkt en het uiteindelijke werkstuk kan van de schets afwijken. STATUS Bij voorstellingen van belangrijke leiders, vorsten en vorstinnen moeten ze er op hun officiële portretten statig uitzien en indruk maken op de onderdanen. Dit kan door hun houding en kleding, maar ook door ze groter af te beelden dan de figuren in hun omgeving. IMPRESSIE Een impressie is vergelijkbaar met een schets. Het kan een geschilderde of getekende schets zijn, maar ook een foto als de weergave van een moment of een stemming. 3
EXPRESSIONISTISCH Expressie is de uitdrukking van wat je voelt of je persoonlijk beleeft. Bij expressieve kunst is de weergave van de werkelijkheid zoals die er echt uitziet niet zo belangrijk. THEMA Als een schilderij een thema bevat, is dat het belangrijkste waar het schilderij over gaat. Het thema van een voorstelling zijn vaak grote thema s zoals de liefde of de dood. Ook kunnen het actuele thema s zijn en heeft elke cultuur andere grote thema s. Thema s zijn: MOMENT Dit is een weergave van een kort ogenblik. Een weergave van een moment heet een impressie, een indruk. Portret Mensfiguur Landschap Historiestuk Stilleven Interieur Mythologische voorstellingen Religieuze voorstellingen Voorbeelden: GROEPSPORTRET Een portret van een groep mensen. Als er een portret gemaakt wordt moeten mensen lang poseren. 4
FIGUURSTUDIE Een studie naar de aanschouwing van het menselijk lichaam. Bijvoorbeeld lichaamshoudingen, gezichtsuitdrukkingen, en plooival. Etenswaren- en fruitstilleven Stilleven over eten en fruit NAAKT Bloemstilleven Stilleven met bloemen Het naakt is in de kunstgeschiedenis vanaf ca. 1450 met de opkomst van de renaissance voor kunstenaars een geliefd thema. Pronkstilleven Stilleven met veel waardevolle spullen STILLEVEN Een stilleven is een afbeelding van levenloze dingen die op een bepaalde manier bij elkaar zijn geplaatst. Voorbeelden zijn: Rookstilleven Stilleven waarin rook op te zien is. Vanitas-stilleven De ijdelheid, tijdelijkheid en zinloosheid van het aardse wordt gevisualiseerd) 5
ICOON Iconen zijn afbeeldingen van Christus, Maria, heiligen of andere Bijbelse taferelen. GENRE Op een genreschilderij worden onderwerpen uit het dagelijks leven van de verschillende standen uitgebeeld. LANDSCHAP MINIATUUR Een miniatuur is een kleine gedetailleerde tekening. Je komt ze vaak tegen in middeleeuwse bijbels en gebedenboeken. MYTHOLOGIE Veel thema s uit de kunst zijn gebaseerd op mythologieën van verschillende culturen. HISTORIESTUK Op een historiestuk zijn belangrijke feiten uit te g e s c h i e d e n i s a f g e b e e l d. E r k u n n e n o o k gebeurtenissen uit de literatuur of uit legenden worden afgebeeld. Het landschap is ook een belangrijk thema in de schilderkunst. Er zijn een heleboel soorten landschappen uit te beelden, bijvoorbeeld een berg-, weide-, strand-, of duinlandschap. ODALISK Een odalisk is een haremvrouw die altijd ten dele naakt wordt weergegeven. ALLEGORIE In een allegorie worden allerlei eigenschappen en gebeurtenissen (geboorte, dood, liefde) op symbolische wijze verbeeld. 6
VORMGEVING Lijn CONVENTIES Een conventie is een (ongeschreven) regel waaraan de kunstenaar zich dient te houden bij de vormgeving en voorstelling. Als de kunstenaar zich niet aan de conventies houdt, zal zijn kunst niet door het grote publiek worden gewaardeerd. Ruimtewerking VORMGEVING De vormgeving gaat over hoe het beeld is gemaakt, opgebouwd, met wat voor middelen en over wat voor effect de kunstenaar wil bereiken. Er zijn zes belangrijke vormgevingsaspecten: Licht Compositie Kleur Vorm 7
RUIMTE EN COMPOSITIE Hoe we iets zien hangt af van de ruimte waar we ons bevinden. OPEN RUIMTE Een open vorm is een vorm met veel gaten en openingen. Bij een open vorm kan je de binnenkant (deels) zien. Een open vorm lijkt lichter te zijn dan een gesloten vorm. KIKVORSPERSPECTIEF Dit is een perspectief van onderen. Hetgeen dat is afgebeeld lijkt groter, machtiger en maakt een grotere indruk. Alsof je vanuit de ogen van een kikker kijkt. GESLOTEN RUIMTE/BEGRENSDE RUIMTE Een gesloten vorm is een vorm met weinig of geen gaten en openingen. Bij een gesloten vorm kan je de binnenkant niet zien. Deze vormen voelen zwaarder, massiever en benauwder aan dan een open vorm. VOGELVLUCHTPERSPECTIEF Dit is een perspectief van boven af. Het heeft ook bepaalde invloed op wat je probeert weer te geven. Alsof je vanuit d ogen van een vogel kijkt. BEELDVLAK STANDPUNTEN Hoe we ruimte en vormen in de ruimte zien hangt af van de plaats waar we ons bevinden of het standpunt dat we innemen. Het beeldvlak is het oppervlak met daarop de voorstelling tweedimensionaal weergegeven. STANDPUNT OP OOGHOOGTE Hier bevinden je ogen zich altijd ter hoogte van de horizon, de grens tussen aarde en lucht. 8
RUIMTESUGGESTIE OF DIEPTESUGGESTIE Ruimtesuggestie is een middel om diepte op een vlak te suggereren: de voorstelling lijkt ruimtelijk, maar is in feite helemaal plat. Je kunt ruimte suggereren door:, Omklapping, Stapeling, Overlapping, Voor- en achtergrond, Planopbouw, Coulissewerking, Doorkijkje, Afsnijding, Spiegeling, Gevoelsperspectief, Lijnperspectief, Kleurperspectief en Licht- en schaduweffecten PLANOPBOUW Verdeling in plans is een manier om ruimte in lagen uit te beelden. Het voorplan overlapt het achterplan. Elk plan heeft een eigen sfeer, lichtheid en stijl van vormgeving. OMKLAPPING Bij omklapping suggereer je ruimte door verschillende aanzichten zichtbaar te maken. Je komt deze manier van ruimtesuggestie vaak tegen in kindertekeningen. VOORGROND EN ACHTERGROND De voorgrond is scherp en de achtergrond iets minder. Dit suggereert ook ruimte. AFSNIJDING Het beeld wat wordt afgebeeld staat er niet helemaal op: het wordt afgesneden door het kader. Je wordt hierdoor als toeschouwer meer bij de voorstelling betrokken. COULISSEWERKING Kun je het beste vergelijken met het kijkdooseffect. De schilder trekt je als het ware het schilderij in. OVERLAPPING Bij overlapping overlapt het ene object doordat het andere ervoor staat. Hierdoor verdwijnt het achterste object meer op de achtergrond dat ruimte suggereert. 9
ATMOSFERISCH PERSPECTIEF Atmosferisch perspectief is een vorm van ruimtesuggestie in een landschap door middel van kleurverloop. LIJNPERSPECTIEF Bij lijnperspectief wordt er op de horizon een verdwijnpunt, of meerdere verdwijnpunten gekozen. Alle lijnen die worden getrokken en niet horizontaal of verticaal zijn lopen dan in het verdwijnpunt. REPOUSSOIR De donkere kleuren op de voorgrond drukken de lichte kleuren op de achtergrond weg waardoor je de diepte versterkt. COMPOSITIE Compositie is een ander woord voor ordening of vlakverdeling van de objecten die de kunstenaar weer wilt geven. Een compositie wordt gevormd doormiddel van denkbeeldige lijnen. Er zijn een heleboel verschillende soorten compositie. GEOMETRISCHE COMPOSITIE TROMPE L OEIL-EFFECT Is een vorm van ruimtesuggestie bij muur- en plafond schilderingen. Door een enorme perspectieve tekening lijkt het platte plafond veel hoger dan het eigenlijk is. (een soort illusie) PROJECTIEMETHODEN Hier vormen de compositielijnen de omtrek van een geometrisch figuur. (bijv. driehoekig, vierkant, rechthoekig, cirkelvormig of ovaal). CENTRALE COMPOSITIE De objecten blijven overal binnen het kader. Het oogt geordend en overzichtelijk. Dit zijn manieren om een vorm ruimtelijk weer te geven op een beeldvlak. Door bijv. lijnperspectief, parallelprojectie, axonometrische projectie. 10
SYMMETRISCH OF NIET Als een beeldvlak links en rechts min of meer spiegelbeeldig is, is er sprake van symmetrie, dus van een symmetrische compositie. Op een asymmetrische compositie zijn de linker en rechter helft van het beeldvlak verschillend. Een symmetrische compositie toont harmonisch en statisch, asymmetrie zorgt daarentegen voor spanning en onrust. SYMMETRISCHE COMPOSITIE OVER-ALL COMPOSITIE Het is een overzichtelijke manier van ordenen, waarbij er geen elementen zijn die een extra nadruk krijgen. Alle elementen zijn regelmatig over het beeldvlak verdeeld waardoor er dus (meestal) geen sprake is van overlapping. PIRAMIDE COMPOSITIE Het beeld wordt loopt van onder breed naar boven spits toe. Een piramidale compositie kun je als het ware in een piramide pakken. ASYMMETRISCHE COMPOSITIE STATISCHE COMPOSITIE DIAGONALE COMPOSITIE Dit is een compositie waar het object schuin van de ene naar de andere hoek loopt. Een statische compositie maakt een rustige indruk en ontstaat door symmetrie, als horizontale of verticale lijnen overheersen of bij een centrale compositie. DYNAMISCHE COMPOSITIE Een dynamische compositie is het tegenovergestelde van een statische compositie. Dit dynamische, onrustige, bewegelijke beeld ontstaat doordat ronde, gebogen of golvende lijnen overheersen, er felle tegenstellingen tussen licht en donker zijn of door veel schuine of diagonale lijnen in de compositie. 11