Q&A sportvrijstelling / subsidieregeling amateursportorganisaties (versie 16 januari 2019)

Vergelijkbare documenten
Q&A subsidieregeling amateursportorganisaties

Q&A subsidieregeling amateursportorganisaties

(Big) Data in het sociaal domein

Gemeente Ridderkerk Controle jaarrekening Ridderkerk 4 juli 2019 Jesper van Koert Reinier Moet Rein-Aart van Vugt

4 JULI 2018 Een eerste kennismaking met gemeentefinanciën en verbonden partijen voor raadsleden - vragen

Building the next economy met Blockchain en real estate. Lelystad Airport, 2 november 2017 BT Event

Q&A subsidieregeling amateursportorganisaties (laatste update: )

Q&A subsidieregeling amateursportorganisaties

De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs

Optional client logo (Smaller than Deloitte logo) State of the State

29 vragen en antwoorden over Stimulering bouw en onderhoud van sportaccommodaties

Wijziging sportvrijstelling en subsidiëring sportaccommoda ties. Praktische informatie rondom gewijzigde btw-sportvrijstelling en subsidieregeling

Verantwoording en controle in het Sociaal Domein. Drs. A.B. (Toby) Bergshoeff RA 17 november 2016

De beleidsrobot. Realiteit of illusie?

Wijziging btw sportvrijstelling. Gevolgen sportstichtingen en sportverenigingen

Kantoortransformatie, Waarom! Haal meer uit je data. Amsterdam, 8 maart 2017

Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA)

Gemeenteraad Gemeente Ridderkerk Behouden of afbouwen aandelen Eneco Groep. Ridderkerk 30 augustus 2017 Rein-Aart van Vugt Reinier Moet

My Benefits My Choice applicatie. Registratie & inlogprocedure

Ctrl Ketenoptimalisatie Slimme automatisering en kostenreductie

Nieuwe subsidieregeling voor amateursportverenigingen per 1 januari 2019

De impact van automatisering op onderwijs en arbeidsmarkt in Rotterdam. Rotterdam, Oktober 2016

Voorkom pijnlijke verrassingen Nieuwe Controleaanpak Belastingdienst. Presentator: Remko Geveke

Taxlab Four Faces of Tax

Elektronisch handtekenen in een handomdraai! Het proces in enkele stappen 2017, Deloitte Accountancy

Indirect Tax Alert Hoge Raad: geen misbruik van recht bij exploitatie sportcomplex door een stichting

Rapport analyse afschrijvingskosten Gemeente Oostzaan. Oostzaan, 22 april 2013

My Benefits My Choice applicatie. Registratie & inlogprocedure

IFRS 15 Balanspresentatie

IFRS 15 Disaggregatie van opbrengsten

Taxlab Fiscaliteit en bouw in de publieke sector. Taxlab Four Faces of Tax. 28 maart 2017

Update IASB publiceert Improvements to IFRSs

Individueel vermogensbeheer Update btw aspecten. 18 september 2012 Martijn Jaegers / Elwin Makkus

IFRS 15 Alloceren van de transactieprijs

Taxlab Alles over het BEPS Multilateraal Instrument. Hans Mooij & Bert van der Klok, 28 maart 2017

TaxLab 26 maart We maken het leuker. Fiscale faciliteiten voor het familiebedrijf

Webinar voor penningmeesters: Einde noodzaak stichting accommodatie, wat betekent dit voor jou? December 2018

Tax Directors Forum. Na de hoogtij van Horizontaal Toezicht nu een klimaat waarin boetes veel dichterbij gekomen zijn? Rotterdam, 12 februari 2015

Zicht op beleid Provincie Zeeland. Controle jaarrekening 2015

Nadere uiteenzetting prijsaanbieding gemeente Tiel 2014

Jaarstukken 2015 Commissie BZM gemeente Brielle

Themabijeenkomst Verbonden Partijen. Emmen, 18 februari 2013 Mr. Frank A.H.M. van Attekum Deloitte Consulting B.V.

Update IFRS 15 - Alloceren van de transactieprijs

Reglement voor de Commissie Publiek Belang van de Raad van Commissarissen Deloitte Holding B.V.

Ralph ter Hoeven Partner Professional Practice Department +31 (0) (0)

Uitnodiging Security Intelligence 2014 Dertiende editie: Corporate IAM

Gemeente buren Spreker: mr. dr. J.J.P. (Joep) Swinkels. Datum: 9 januari 2019

De accountant: Wat kunt u ermee?

Een rol van (publiek) belang. Thema-sessie 5: Het perspectief vanuit de overheid - kosten. Doorn, 6 november 2014

Wat als we vrouwelijk talent optimaal inzetten voor de nieuwe cyber wereld?

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen

GES Alert: Wet aanpak schijnconstructies (WAS) A.van Beerendonk. Deel 3: Uitstel verbod inhoudingen en verrekeningen op het wettelijk minimumloon

Model berekening frictiekosten SVHW

Algemene Vergadering van Aandeelhouders

IFRS 15 Optreden als principaal of als agent?

Themabijeenkomst - De commissaris 3.0 als opdrachtgever van de accountant

Hooggespannen verwachtingen over de inzet van sociale robots in verpleeghuizen

IIA Congres Prof. Dr. Sylvie C. Bleker-van Eyk & Roel van Rijsewijk. Zeist, 10 juni 2016

Marktwaarde WOCO 2016 Vanuit het perspectief van de externe controle

GES LMB Alert Wet normalisering rechtspositie ambtenaren aangenomen door Eerste Kamer

GES Alert Wooncorporaties

Btw sport mr. B.J. Mulder Earnewâld 12 oktober 2018

Nieuwe Subsidieregeling Sportaccommodatie

GES LMB Alert Drie modelovereenkomsten van brancheorganisatie VNG

NL GAAP Update 2017 Voorjaar 2017

Nederland GES April GES LMB Alert Aanpassingen in het arbeidsrecht aangekondigd!

Nummer 8, december Update IASB publiceert IFRS 15 Revenue from Contracts with Customers

Accountantsvoortgangsverslag Avalex jaarrekeningen 2010 en 2011 Presentatie Algemeen bestuur

IFRS 15 Identificeren van prestatieverplichtingen

Verruimde Btw-vrijstelling. Utrecht, 28 januari 2019

Stand van Zaken Computer Forensics. Johan ten Houten, Senior Manager Deloitte Risk Services. IB Opleidingsmarkt 2015, Fontys Hogeschool Eindhoven

IFRS 15 Terugkoopovereenkomsten

Een les in Campus Recruitment Tips & Tricks

Van: Hoogendoorn, Ilona (NL Rotterdam) Namens Wiersma, Reinder (NL Rotterdam)

GES Alert Belastingdienst informeert eigenrisicodragers over

Workshop Mondzorg in kaart 2013 Cobijt- managersbijeenkomst

Fiscale Monitoring HT, CAB steekproef en andere vormen van monitoring. David Savenije / Franklin Soetens

Wijzigingen Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor micro- en kleine rechtspersonen Wijzigingen in jaareditie 2018

Fiscale vragen en antwoorden

Number 12, May Update IFRS 15 - Identificeren van prestatieverplichtingen

FW: HERINNERING UITNODIGING Masterclass: Update Wet Normering Topinkomens

IFRS 15 Nieuwe regels verwerken opbrengsten

vrijgesteld van BTW en hebben geen recht op aftrek van BTW. Dit geldt bijvoorbeeld voor een voetbalvereniging. Al in 2013 heeft het Europese Hof geoor

Optionele btw op onroerende verhuur

IT risk management voor Pensioenfondsen

VNG-Congres gemeentefinanciën Interne controle, rechtmatigheid en de accountants. Nieuwegein 6 december 2016 Rein-Aart van Vugt

Recente ontwikkelingen in de vastgoedsectoer inzake BTW. Ivan Massin Senior Director

My Benefits My Choice applicatie. Registratie- & inlogprocedure

FAS/REA Utrecht. Governance en risicomanagement bij corporaties. Actieve rol van de RvC vereist!

Algemene Vergadering van Aandeelhouders

Private Client Services Uw vermogen onze aandacht

M Wolfs. Voor de digitale leeszaal. Verzonden vanaf mijn mobiele telefoon

Wijzigingen Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor micro- en kleine rechtspersonen Wijzigingen in jaareditie 2017

Novelle herzieningswet: gevolgen voor financiering. Drs. Jeroen Dungelmann

Verruimde btw-vrijstelling

Decentralisatie extramurale begeleiding Samenhang met 3D s en innovatie

Big Data in opsporing

Supermarkten Omzet, het fundament. Paul Op Heij

Code voor Accountantsorganisaties Implementatie door Deloitte

Hoe gebruik je de expertise van de samenleving? Door middel van publiek-private samenwerking effectiever maatschappelijke problemen oplossen

Transcriptie:

Deloitte Belastingadviseurs B.V. Indirect Tax Flight Forum 1 5657 DA Eindhoven Postbus 376 5600 AJ Eindhoven Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9838 www.deloitte.nl Q&A sportvrijstelling / subsidieregeling amateursportorganisaties (versie 16 januari 2019) In deze Q&A gaan wij in op de vragen die mogelijk opkomen na de wijziging van de btw-sportvrijstelling en het bekendmaken van de subsidieregeling voor amateursportorganisaties (Stimulering bouw en onderhoud van sportaccommodaties). Het Ministerie van VWS heeft ook vraag en antwoord pagina s gepubliceerd die zijn te bereiken via de website van de Dienst Uitvoering Subsidies voor Instellingen (www.dus-i.nl). Deze pagina s worden nog regelmatig aangevuld met nieuwe vragen en antwoorden en het antwoord op sommige vragen is zelfs gewijzigd. Wij hebben deze informatie (d.d. 16 januari 2019) waar mogelijk verwerkt in deze Q&A. Voor eventuele vragen kan worden gemaild naar: bosa@minvws.nl Als bijlage 1 hebben wij een overzicht opgenomen met relevante zaken rondom de subsidieaanvraag. 1. Waarom is er een subsidieregeling? De subsidieregeling is geïntroduceerd naar aanleiding van de wijziging van de btw-sportvrijstelling (hierna: sportvrijstelling) per 1 januari 2019. De subsidieregeling dient het btw-nadeel op te vangen dat ontstaat als gevolg van de verruiming van de sportvrijstelling, waardoor het btw-aftrekrecht in veel gevallen komt te vervallen. Er zijn twee subsidieregelingen geïntroduceerd, één voor gemeenten (SPUK) en één voor amateursportorganisaties (BOSA). In deze Q&A gaan wij specifiek in op de regeling voor amateursportorganisaties (BOSA). 2. Wie kan er gebruik maken van de subsidieregeling? De regeling is van toepassing op amateursportorganisaties. 3. Wat is een amateursportorganisatie? Volgens de subsidieregeling is een amateursportorganisatie een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk, die als doelstelling heeft om sportaccommodaties ter beschikking te stellen aan de amateursport voor lokale gebruikers. Dit kan een sportorganisatie zijn die rechtstreeks de mogelijkheid tot sporten aanbiedt aan personen, maar ook een organisatie die louter de sportaccommodatie ter beschikking stelt aan de sportorganisatie. Of een organisatie als amateursportorganisatie kwalificeert wordt onder andere gecontroleerd aan de hand van de SBI-codes die zijn vermeld in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Organisaties waarvan de code begint met 93 zijn sportorganisaties. Uit de subsidieregeling volgt dat zij in beginsel in aanmerking komen voor subsidie. Dit met uitzondering van de codes: 93.13 (fitnesscentra), 93.146 (sportscholen), 93.191 (beroepssportlieden), 93.193 (verzorgen van vistochten), 93.194 (supportersverenigingen) en 93.195 (organiseren van sportevenementen). Op alle opdrachten verricht door Deloitte zijn de Algemene Voorwaarden Dienstverlening Deloitte Nederland, mei 2018 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24362837 van toepassing. Deloitte Belastingadviseurs B.V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362840. Deloitte Belastingadviseurs B.V. is a Netherlands affiliate of Deloitte NWE LLP, a member firm of Deloitte Touche Tohmatsu Limited.

2 4. Welke activiteiten kwalificeren als amateursport? De toelichting van de subsidieregeling kwalificeert amateursport als activiteiten op het gebied van sport die niet worden uitgeoefend in loondienst of als bezoldigde dienst, ongeacht of er een formele arbeidsovereenkomst is opgesteld tussen de sportbeoefenaar en de sportorganisatie. Hoewel sport niet duidelijk wordt omschreven, ligt het voor de hand hiervoor aansluiting te zoeken bij de subsidieregeling voor gemeenten (SPUK), waarin wordt aangesloten bij de definities uit de btw-regelgeving (o.a. HvJ EU 26 oktober 2017, C-90/16 The English Bridge Union). Ofwel: het moet gaan om activiteiten met een niet te verwaarlozen lichamelijke component. Het moet echter wel gaan om amateursport op lokaal niveau. Sport op professioneel niveau valt niet onder de subsidieregeling. Als voorbeeld worden de Betaald Voetbal Organisaties (BVO s) genoemd. Op de website van DUS-I wordt hierover het volgende aangegeven: Vraag: Is gemengd gebruik van accommodaties voor amateursport en professionele sport toegestaan? Antwoord: Gemengd gebruik is in beginsel niet toegestaan. Als er een aantoonbare splitsing gemaakt kan worden van investeringen die uitsluitend voor amateursport zijn en vaststaat dat op die investeringen geen recht bestaat op btw teruggaaf, dan kan subsidie worden aangevraagd. Voor de definitie van amateursport wordt uitsluitend naar de SBI code gekeken. Inmiddels is bekend dat de sportvrijstelling ziet op activiteiten die worden gekenmerkt door een niet te verwaarlozen lichamelijke component waarbij het niet relevant is of sprake is van een competitief of recreatief element. Dit betekent dat bijvoorbeeld ook het recreatief gebruik van een zwembad onder het bereik van de sportvrijstelling kan vallen mits sprake is van een niet te verwaarlozen lichamelijke component. Hiervan lijkt al vrij snel sprake te zijn. 5. Is de rechtsvorm van de aanvrager relevant om een beroep te kunnen doen op de subsidieregeling? De subsidieregeling staat open voor amateursportorganisaties. De rechtsvorm van de aanvrager is in beginsel niet relevant om vast te stellen of een beroep op de subsidieregeling kan worden gedaan. De subsidieregeling is geïntroduceerd om het wegvallen van het recht op aftrek van btw te compenseren. Hierbij merken wij op dat wel sprake dient te zijn van een privaatrechtelijk lichaam met volledige rechtsbevoegdheid (bijvoorbeeld verenigingen, stichtingen, coöperaties en BV s), welk lichaam geen winst mag beogen. 6. Moet een sportvereniging voorafgaand aan de belastingwijziging al btw-plichtig zijn? De nieuwe regeling staat open voor alle organisaties die lokale amateursport bevorderen en geen recht op aftrek van btw hebben. De status van de sportvereniging voorafgaand aan de wetswijziging is niet van belang voor de mogelijkheid tot aanvragen van subsidie. 7. Geldt de sportvrijstelling ook als met de activiteiten winst wordt beoogd? Nee, de sportvrijstelling geldt na 1 januari 2019 niet als met de activiteiten winst wordt beoogd. 8. Wanneer is sprake van winst beogen? Bij de vaststelling of een instelling winst beoogt, kan bijvoorbeeld uit de statuten worden opgemaakt of de instelling een winstoogmerk heeft. Daarnaast moet er ook redelijkerwijs winst te verwachten zijn (bij structureel verlieslatende activiteiten zal ondanks een eventueel winstoogmerk geen sprake zijn van winst

3 beogen voor de btw). Van winst beogen is in beginsel ook sprake indien exploitatieoverschotten worden behaald. Als de winst (c.q. de overschotten) niet als winst worden uitgekeerd maar volledig worden aangewend voor de sportactiviteiten is voor de btw geen sprake van winst beogen. De wet is zo aangepast dat géén sprake is van winst beogen, als er enkel winst (exploitatieoverschot) wordt behaald als gevolg van (directe of indirecte) bijdragen van derden die niet de vergoeding voor een prestatie vormen (bijvoorbeeld een subsidie). Hetzelfde geldt voor bijdragen die weliswaar een vergoeding vormen, maar welke hoger zijn dan de normale waarde van de betreffende dienstverlening (voor het in opdracht van de gemeente maaien van de grasvelden mag een sportorganisatie bijvoorbeeld 500 in rekening brengen aan de gemeente, terwijl de normale waarde 100 zou bedragen). Ten slotte is in het wetsvoorstel opgenomen dat géén sprake is van winst beogen, als een sportorganisatie direct of indirect een sportaccommodatie (of een gedeelte van een sportaccommodatie) ter beschikking krijgt gesteld van een publiekrechtelijk lichaam (bijvoorbeeld een gemeente) en dit publiekrechtelijk lichaam niet ten minste de integrale kosten doorberekent aan de sportorganisatie. Het is de bedoeling dat enkel werkelijk commerciële exploitanten buiten het bereik van de sportvrijstelling blijven, activiteiten van algemeen belang wenst de wetgever onder de sportvrijstelling te krijgen. Door deze antimisbruikbepalingen zal het voor sportorganisaties die gelieerd zijn aan een publiekrechtelijk lichaam of (verkapte) subsidies ontvangen lastig worden buiten het bereik van de sportvrijstelling te blijven. Kunstmatige structuren die er hoofdzakelijk op gericht zijn btw-aftrek te genereren zullen worden bestreden. 9. Geldt de sportvrijstelling ook voor diensten die worden verricht aan niet-leden? Ja, met ingang van 1 januari 2019 is de sportvrijstelling ook van toepassing op diensten verricht door een amateursportorganisatie aan niet-leden. Mits het gaat om diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport en deze onontbeerlijk zijn voor het verrichten daarvan. Tot 1 januari 2019 gold de sportvrijstelling (onder voorwaarden) enkel voor sportorganisaties die diensten verrichten aan hun leden, waardoor de vrijstelling in de praktijk nagenoeg alleen door sportverenigingen werd toegepast (rechtsvormen zoals de stichting of BV kennen immers geen leden). Een en ander betekent dat ook de prestaties van rechtsvormen die geen leden kennen vanaf 2019 onder sportvrijstelling kunnen vallen. 10. Geldt de sportvrijstelling ook voor de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties? Ja, met ingang van 1 januari 2019 is de sportvrijstelling ook van toepassing op de terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie door/aan een amateursportorganisatie, tenzij sprake is van (kale) verhuur. Verhuur valt naar onze opvatting onder de verhuurvrijstelling, waarbij onder voorwaarden geopteerd kan worden voor btw-belaste verhuur. Dit geldt ook als de enige activiteit van een lichaam het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie aan een sportorganisatie is. 11. Door de verruiming van de sportvrijstelling kan het zijn dat activiteiten die vóór 2019 btwbelast waren, vanaf 2019 btw-vrijgesteld zijn aangezien ze dan binnen het bereik van de sportvrijstelling vallen. Heeft dit invloed op de herziening van btw op investeringsgoederen? Nee, op Prinsjesdag is duidelijk geworden dat de herzieningsbepalingen niet van toepassing zullen zijn indien louter als gevolg van de uitbreiding van de sportvrijstelling de btw-behandeling van de activiteiten wijzigt van btw-belast naar btw-vrijgesteld. Dit heeft tot gevolg dat onder de huidige wetgeving geclaimde btw-aftrek in stand blijft. Er wordt ook voorzien in een overgangsregeling op basis waarvan het onder voorwaarden nog mogelijk is btw-aftrek te claimen in 2019. Het moet dan gaan om een koopaanneemovereenkomst voor de bouw van een nieuwe sportaccommodatie, waarvan de bouw vóór 1 januari

4 2019 is aangevangen en er op dat moment aftrekrecht bestond. Het feit dat vanaf 1 januari 2019 de sportvrijstelling geldt wordt in dat specifieke geval genegeerd. 12. Wat moet worden verstaan onder aanvang van de bouw voor toepassing van het overgangsrecht? Er kan worden gezegd dat sprake is van aanvang met de bouw als met het oog op de realisatie van de bouw kosten zijn gemaakt die rechtstreeks en objectief aantoonbaar zijn toe te rekenen aan die realisatie dan wel indien voor de realisatie van de onroerende zaak/zaken contractueel vastgelegde verplichtingen zijn aangegaan. Het louter in bezit hebben of verkrijgen van grond, zonder dat sprake is van een dergelijke rechtstreekse en aantoonbare relatie, is onvoldoende voor toepassing van de overgangsregeling. Als een onroerende zaak deel uitmaakt van een project dat meerdere onroerende zaken omvat, wordt de toepassing van de overgangsregeling per onroerende zaak getoetst. 13. Is gelegenheid geven tot sportbeoefening nog mogelijk vanaf 1 januari 2019? De terbeschikkingstelling van sportaccommodaties kwalificeert onder de wetgeving tot 1 januari 2019 als het gelegenheid geven tot sportbeoefening, indien naast de terbeschikkingstelling van de sportaccommodatie een aantal aanvullende diensten worden verricht (bestaande uit het beheer, het onderhoud, het beveiligen en schoonmaken). Gelegenheid geven tot sportbeoefening valt tot 1 januari 2019 in veel gevallen niet binnen het bereik van de sportvrijstelling en is dan belast tegen het verlaagde btwtarief van 6%. Gelegenheid geven tot sportbeoefening is ook nog mogelijk na de wijziging van de sportvrijstelling. Dit is echter enkel het geval voor exploitanten die met hun activiteiten winst beogen. Na de wijziging van de sportvrijstelling (vanaf 1 januari 2019) is gelegenheid geven tot sportbeoefening belast met 9% btw door de verhoging van het verlaagde btw-tarief. 14. Valt de kale verhuur van een sportaccommodatie na 1 januari 2019 binnen het bereik van de sportvrijstelling? Naar onze opvatting zal de kale verhuur van een sportaccommodatie niet binnen het bereik van de sportvrijstelling gaan vallen. Dit kan worden afgeleid uit het wetsvoorstel. Vanuit btw-perspectief is de verhuur van een sportaccommodatie een andere prestatie dan gelegenheid geven tot sportbeoefening. Verhuur wordt gekenmerkt door het feit dat een huurder voor een bepaalde tijd een recht verkrijgt om tegen een vergoeding een onroerende zaak te gebruiken als ware hij eigenaar ervan, met uitsluiting van anderen. Volgens de jurisprudentie is verhuur een betrekkelijk passieve activiteit. De passieve activiteit verhuur wijkt zodoende sterk af van gelegenheid geven tot sportbeoefening waarbij er juist sprake is van essentiële aanvullende dienstverlening. Verhuur is in beginsel eveneens vrijgesteld van btw. Als de huurder de sportaccommodatie gebruikt voor minimaal 90% btw-belaste activiteiten (denk aan een commerciële / winst-beogende exploitant) kan echter geopteerd worden voor btw-belaste verhuur. Dat is gunstig omdat de verhuurder daarmee aftrekrecht verkrijgt.

5 15. De subsidie wordt toegekend voor activiteiten op het gebied van amateursport. Wat houdt dit in? Met amateursport worden activiteiten bedoeld op het gebied van sport die niet worden uitgeoefend in loondienst of als bezoldigde dienst, ongeacht of er een formele arbeidsovereenkomst is opgesteld tussen de sportbeoefenaar en de sportorganisatie. De kwalificatie als amateursportorganisatie wordt gecontroleerd aan de hand van de SBI-codes die zijn vermeld in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het is daarom raadzaam na te gaan hoe uw organisatie in het Handelsregister is geregistreerd en dit waar nodig en mogelijk aan te passen. Zie ook vraag 4. 16. Welke activiteiten komen voor subsidiëring in aanmerking? De subsidie wordt (onder voorwaarden) verstrekt voor de bouw of het onderhoud van sportaccommodaties of de aanschaf of het onderhoud van sportmaterialen. Kosten van gas, water en licht komen niet voor subsidie in aanmerking, dit wordt nader toegelicht in vraag 17. De begrippen onderhoud en bouw zijn overigens niet nader uitgewerkt in de regeling. Op de website van DUS-I wordt aan de hand van enkele voorbeelden toegelicht hoe deze begrippen moeten worden uitgelegd en dat lijkt redelijk ruim. Volledige duidelijkheid is er echter niet. Bij twijfel kan contact worden opgenomen met DUS-I via: bosa@minvws.nl. 17. Welke materialen kwalificeren als sportmaterialen? Een investering in sportmaterialen komt in aanmerking voor subsidie als deze materialen tot doel hebben amateursportbeoefening te ondersteunen. Dit kunnen bijvoorbeeld een keepersoutfit voor hockey zijn of voorzieningen op de atletiekbaan. Valt bijvoorbeeld een bezem die wordt gebruikt om na afloop van de sportactiviteiten de sportaccommodatie schoon te vegen ook onder de definitie van sportmaterialen? Dat is op dit moment onduidelijk. Afgaande op de definitie lijkt de bezem niet te kwalificeren als sportmateriaal, aangezien dit niet direct bijdraagt aan de beoefening van een sport. Het is daarentegen wel te verdedigen dat dit ziet op het onderhoud van de sportaccommodatie. Op de site met vragen en antwoorden van DUS-I is te vinden dat ook kosten voor diploma s, licenties, medailles en dergelijke in aanmerking komen voor subsidie omdat het kosten voor sportmaterialen betreft. 18. Welke kostensoorten komen voor subsidie in aanmerking? Voor amateursportorganisaties geldt dat in eerste instantie kosten voor de bouw/aanschaf en het onderhoud van sportaccommodaties en sportmaterialen voor subsidie in aanmerking komen. Kosten van gas/water/licht worden niet gesubsidieerd, waarbij dit in de praktijk veelal wordt vertaald naar exploitatiekosten. De subsidieregeling spreekt echter niet over exploitatiekosten. In de vraag en antwoord rubriek op de site van DUS-I wordt een vraag gesteld over welke exploitatie- en materiaalkosten voor subsidie in aanmerking komen. Exploitatiekosten zoals gas, water en licht mogen op grond van de subsidieregeling niet worden gecompenseerd. Daarentegen mogen exploitatiekosten die direct toerekenbaar zijn aan een subsidiabele activiteit (bijvoorbeeld onderhoud accommodatie) wel worden gesubsidieerd. Als voorbeeld wordt genoemd de inhuur van extern personeel voor onderhoud. Het is voor ons niet 100% duidelijk welke kosten wel/niet voor subsidie in aanmerking komen, wij verwachten dat het Ministerie van VWS op dit punt nog nadere duidelijkheid verschaft (eventueel naar aanleiding van vragen vanuit de praktijk). Het is inmiddels wel duidelijk dat het moet gaan om (externe) kosten waarop btw drukt (er moeten dus btw-facturen worden ontvangen).

6 Voorts geldt als algemeen uitgangspunt dat kosten zijn gedefinieerd als: kosten van de subsidieontvanger voor zover die samenhangen met de te subsidiëren of gesubsidieerde activiteit. 19. Valt de aankoop van grond onder de subsidieregeling? Het Ministerie heeft eerder via de website DUS-I laten weten dat ook de aankoop van grond voor subsidie in aanmerking kan komen (mits met btw verworven). In dat geval is wel vereist dat de grond wordt gebruikt als sportaccommodatie, dus bijvoorbeeld als ondergrond voor een manege, een sportveld of parkeren. Het voorbeeld parkeren is naar onze mening vreemd, aangezien de parkeerplaats naar onze opvatting niet direct c.q. volledig toegerekend zou kunnen worden aan de sportaccommodatie, er vanuit gaande dat er ook een horecafunctie is. Dit zijn naar onze opvatting algemene kosten waarvoor pro rata subsidie kan worden aangevraagd. Inmiddels is deze vraag/antwoord niet meer opgenomen op de website van DUS-I. Mogelijk omdat het Ministerie zelf ook twijfelt. 20. Kan op basis van een leasecontract subsidie worden aangevraagd? Ja, volgens DUS-I wordt een leasecontract gezien als een factuur op basis waarvan subsidie kan worden aangevraagd. De activiteiten moeten voor de waarde van het contract ten goede komen aan de amateursport. 21. Mogen financieringskosten worden gesubsidieerd? Nee, financieringskosten voor sportmaterialen of voor de bouw en het onderhoud van sportaccommodaties zijn niet subsidiabel. 22. Wat wordt onder sportaccommodaties verstaan? Een sportaccommodatie is gedefinieerd als een voorziening, bestemd en in gebruik voor activiteiten op het gebied van amateursport. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan: sporthallen, sportvelden, multizalen, maneges, atletiekbanen, wielerbanen of dojo s. 23. Kan er een beroep worden gedaan op de subsidieregeling als er ook recht op aftrek van btw bestaat? Nee, de regeling is slechts van toepassing indien er geen recht op aftrek van btw op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 bestaat (hierna: Wet OB). Voor activiteiten die na de wijziging van de sportvrijstelling nog btw-belast plaatsvinden, kan dan ook geen subsidie op basis van deze regeling aan de orde zijn. Als op bepaalde kosten slechts deels ( pro rata ) btw-aftrek wordt geclaimd, ligt het wat ons betreft voor de hand dat voor het restant (waarvoor geen aftrek wordt geclaimd) onder de normale voorwaarden subsidie kan worden aangevraagd. Volgens DUS-I moet een splitsing worden gemaakt tussen subsidiabel en nietsubsidiabel. 24. Komen de kosten ter zake van een clubhuis of horeca ook voor subsidie in aanmerking? Nee, als uitgangspunt komen dergelijke kosten niet voor subsidie in aanmerking. De exploitatie van een horecagelegenheid is in de regel een btw-belaste activiteit. Dit betekent dat horecagelegenheden in beginsel de aan hen in rekening gebrachte btw in aftrek mogen brengen. Omdat er recht op aftrek van btw bestaat, is subsidiëring van kosten gemaakt voor horecagelegenheden in beginsel uitgesloten op basis van de regeling.

7 Indien geen recht op aftrek van btw bestaat voor activiteiten die in het kader van horeca worden verricht (bijvoorbeeld door toepassing van de fondswervingsvrijstelling), dan moet de horecagelegenheid voldoen aan de definitie van sportaccommodatie om voor subsidie in aanmerking te komen. Aan die definitie zal in de regel niet worden voldaan. Als binnen een clubhuis ruimten toewijsbaar zijn aan de sport (denk aan kleedkamers, opslagruimte voor sportmaterialen, etc.) kan in zoverre een beroep worden gedaan op de subsidieregeling, er vanuit gaande dat voor die ruimten de sportvrijstelling geldt. 25. Verandert er ook iets op het gebied van horeca? De wijziging van de sportvrijstelling heeft geen gevolgen voor horeca. Onder voorwaarden is de fondswervingsvrijstelling van toepassing. Als het jaarlijkse maximumbedrag ( 68.067 voor alle leveringen van de organisatie, waaronder de verstrekking van spijzen/dranken) wordt overschreden is sprake van een btw-belaste exploitatie. In dat geval moet rekening worden gehouden met de verhoging van het verlaagde btw-tarief van 6% naar 9%. Veel (btw-belaste) kantines passen het forfait van 11,5% toe. De staatssecretaris heeft bekend gemaakt dat het forfait naar aanleiding van de verhoging van het verlaagde btw-tarief zal worden gewijzigd van 11,5% naar 13% per 1 januari 2019. 26. Wat is de fondswervingsvrijstelling? Het is mogelijk dat bepaalde leveringen/diensten niet onder de sportvrijstelling vallen. Te denken valt aan opbrengsten uit fondswervende activiteiten zoals sponsoring, verkoop clubartikelen, horeca. Voor dergelijke activiteiten geldt onder voorwaarden een andere btw-vrijstelling: de fondswervingsvrijstelling. Hier gelden maximumbedragen voor. Voor alle leveringen van de organisatie geldt per jaar een maximumbedrag van 68.067 en voor diensten is het maximum 50.000. Toepassing van de fondswervingsvrijstelling is geen keuze. 27. Is er een overlap mogelijk tussen de subsidieregeling voor sportorganisaties en de subsidieregeling voor gemeenten? Nee, er mag geen overlap bestaan tussen de subsidieregeling voor gemeenten en de subsidieregeling voor amateursportorganisaties. Een activiteit komt slecht eenmaal voor een subsidie in aanmerking. Deze bepaling is met name van belang om de samenloop van deze subsidieregeling en de subsidieregeling die geldt voor gemeenten te voorkomen. In het geval dat bijvoorbeeld een gemeente en een amateursportorganisatie co-eigenaar van een sportaccommodatie zijn, kan er voor een renovatie van die sportaccommodatie ofwel een specifieke uitkering op grond van de subsidieregeling voor gemeenten worden aangevraagd, ofwel een subsidie op grond van de onderhavige regeling. Hierbij geldt als vuistregel dat alleen de organisatie op wiens naam de offerte en factuur staan een aanvraag kan indienen. 28. Hoe wordt omgegaan met gemengde kosten, bijvoorbeeld kosten die toerekenbaar zijn aan zowel de sportzalen als de btw-belast geëxploiteerde horecagelegenheid? In beginsel komen kosten toerekenbaar aan de horecagelegenheid niet voor subsidie in aanmerking. Voor de btw op die kosten bestaat in de regel recht op aftrek van btw. Indien geen recht op aftrek van btw bestaat voor activiteiten die in het kader van de horeca worden verricht (bijvoorbeeld door toepassing van de fondswervingsvrijstelling), dan moet de horecagelegenheid voldoen aan de definitie van sportaccommodatie om voor subsidie in aanmerking te komen. Aan die definitie zal in de regel niet worden voldaan.

8 Voor kosten die toerekenbaar zijn aan de sportzalen of aan sportmaterialen geldt de subsidieregeling in beginsel wel. Indien een investering wordt gedaan die gedeeltelijk toerekenbaar is aan een niet-subsidiabele activiteit (zoals de horeca) en gedeeltelijk aan een subsidiabele activiteit (sport), dan moet de investering worden gesplitst in een deel waarvoor recht op subsidie bestaat op grond van de subsidieregeling en een deel waarvoor geen recht op subsidie bestaat. Voor het deel dat toerekenbaar is aan activiteiten waarvoor wel mogelijkheden tot subsidie bestaan, kan naar onze opvatting een subsidieaanvraag worden ingediend. De vraag is nu hoe hiermee praktisch gezien moet worden omgegaan bij het indienen van de subsidieaanvraag. Het is immers voorstelbaar dat één bepaalde factuur ziet op zowel subsidiabele als niet-subsidiabele activiteiten. Wij gaan er vanuit dat dergelijke facturen gewoon kunnen worden ingediend, maar dat de aan te vragen subsidie dan slechts een gedeelte van de factuur betreft (het deel dat toerekenbaar is aan sport en waar dus geen btw-aftrek voor is geclaimd). 29. Hoe wordt omgegaan met indirecte schade? De subsidieregeling beoogt schade weg te nemen die ontstaat als gevolg van het uitbreiden van de sportvrijstelling. De vraag die opkomt, is of dit alleen directe schade betreft of dat ook ondernemers / gemeenten die indirecte schade ondervinden door het uitbreiden van de sportvrijstelling kosten mogen verhalen via de subsidieregeling. Een voorbeeld van een situatie waarin naar onze mening zulke indirecte schade aan de orde is, werken we hierna uit. Stel de eigenaar van een sportaccommodatie verhuurt vóór 1 januari 2019 haar accommodatie aan een niet winst-beogende exploitant. De exploitant stelt de sportaccommodatie op haar beurt (tegen vergoeding) ter beschikking aan een sportvereniging. Doordat de activiteiten van de exploitant volledig btwbelast plaatsvinden (gelegenheid geven tot sportbeoefening), kan tussen de exploitant en de eigenaar van de sportaccommodatie geopteerd worden voor btw-belaste verhuur. Vanaf 1 januari 2019 vindt de exploitatie door de exploitant btw-vrijgesteld plaats. Om die reden kan niet langer geopteerd worden voor btw-belaste verhuur, de verhuur wordt van rechtswege vrijgesteld van btw. De eigenaar/verhuurder van de accommodatie heeft daardoor geen recht meer op aftrek van btw. De eigenaar van de sportaccommodatie lijdt zodoende schade als gevolg van het uitbreiden van de sportvrijstelling, hoewel hij zelf niet onder de sportvrijstelling gaat vallen. Het is de vraag of voor de eigenaar/verhuurder wel recht op subsidie bestaat als door de verruiming van de sportvrijstelling niet langer geopteerd kan worden voor belaste verhuur aan een (niet winst beogende) exploitant. Dat lijkt ons wel wenselijk en verdedigbaar (mits aan alle overige voorwaarden wordt voldaan). Na een nadere toelichting vanuit het kabinet (nota naar aanleiding van het verslag nr. 35026) is inmiddels wel duidelijk dat in dergelijke gevallen een beroep kan worden gedaan op de overgangsregeling die wordt getroffen bij de verruiming van de btw-vrijstelling (geen herziening). 30. Er is 87 miljoen beschikbaar voor 2019: Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Hoe werkt dit uit? Het bedrag dat beschikbaar is voor subsidiëring wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Het is van belang om op te merken dat hier de volgorde van complete aanvragen wordt bedoeld. Uit de vraag en antwoord rubriek van DUS-I volgt dat het moment van indienen van de aanvraag bepalend is. Wordt een aanvraag bijvoorbeeld op 31 december 2019 ingediend, dan geldt het plafond van 2019. Als in 2019 het plafond al is bereikt, is het dus slimmer de aanvraag pas in 2020 in te dienen omdat er dan een nieuw plafond geldt. Let op: als de activiteiten al hebben plaatsgevonden moet de aanvraag uiterlijk binnen 12 maanden na

9 afronding van de subsidiabele activiteit worden ingediend. Dit kan enkel voor subsidieaanvragen tot 125.000 (vanaf 125.000 moet vooraf worden aangevraagd, ook daar kan slim mee worden omgegaan). 31. Vanaf welk moment komen activiteiten voor subsidie in aanmerking? De subsidiabele activiteit moet op of na 1 januari 2019 plaatsvinden. Bovendien dient ook de factuur na 1 januari 2019 uitgereikt zijn. Indien met een nieuwbouw of verbouwing wordt begonnen in 2018 en de oplevering pas plaatsvindt in 2019 bestaat er in beginsel dus geen recht op subsidie. Volledigheidshalve merken wij op dat in deze situatie wel nog recht op aftrek van btw kan bestaan, omdat hiervoor in een specifieke overgangsregeling wordt voorzien. Die houdt in dat als een koop/aanneemovereenkomst is gesloten vóór 1 januari 2019 en de bouw ook voor die datum is aangevangen, er ook voor de termijnen die op of na 1 januari 2019 moeten worden betaald nog recht op aftrek kan worden geclaimd. Ook zal geen sprake zijn van herziening, waar dat normaliter wél het geval zou zijn (vanwege een ingebruikname voor vrijgestelde prestaties). 32. Kan vooraf worden aangegeven of een project in aanmerking komt voor subsidie? In de vraag en antwoord rubriek van DUS-I is beschreven dat een eventuele subsidie pas wordt toegekend na indiening en beoordeling van offertes of facturen. Dat suggereert dat dus een aanvraag moet worden gedaan en er geen zekerheid vooraf kan worden verkregen. 33. Hoe kan een aanvraag voor subsidie worden ingediend? De aanvraag van een subsidie is onder meer afhankelijk van de hoogte van de aangevraagde subsidie. Hiervoor verwijzen wij naar het schema dat als bijlage is toegevoegd (bijlage 1). Het is tevens mogelijk de aanvraag te laten indienen door een intermediair. 34. Kan de subsidieaanvraag door een intermediair worden ingediend? Ja, het laten indienen van een subsidieaanvraag door een intermediair is mogelijk. Wel moet deze intermediair in het bezit zijn van een machtiging van de amateursportorganisatie waarvoor de aanvraag wordt ingediend. 35. Aan welke voorwaarden moet een offerte voldoen voordat op basis daarvan een subsidieaanvraag kan worden ingediend? Op de site van DUS-I is te vinden aan welke voorwaarden offertes moeten voldoen voordat op basis daarvan een subsidieaanvraag kan worden ingediend: - De adresgegevens van de potentiële klant; - De gegevens van de uitvoerders zoals naam, adres en het KvK-nummer; - Een offertenummer; - Een datum en een geldigheidstermijn; - Een omschrijving van de geleverde diensten/installatie of apparatuur; - De totale prijs exclusief btw, de btw (met vermelding van het toegepaste btw-percentage) en de prijs inclusief btw; - De belangrijkste voorwaarden waaronder de offerte wordt verstrekt; - Verwijzing naar de algemene voorwaarden van de uitvoerder.

10 36. Aan welke voorwaarden moet een factuur voldoen voordat op basis daarvan een subsidieaanvraag kan worden ingediend? Ook aan facturen worden specifieke eisen gesteld voordat op basis daarvan een subsidieaanvraag kan worden ingediend: - Volledige bedrijfsnaam en adres van de uitvoerder; - De volledige naam en het adres van de afnemer; - Het btw-nummer van de uitvoerder; - Het KvK-nummer van de uitvoerder; - De datum waarop de factuur gemaakt is; - Een uniek, doorlopend en opvolgend factuurnummer; - Een gedetailleerde omschrijving van de goederen, diensten of maatregelen die zijn geleverd; - Het aantal geleverde goederen, diensten of maatregelen; - De bijbehorende kosten; - De leverdatum van de goederen, diensten of maatregelen of de datum van een vooruitbetaling; - Het bedrag exclusief btw dat in rekening is gebracht; - Het btw-tarief dat in rekening wordt gebracht; - Het te betalen btw-bedrag; Andere bescheiden die aan bovenstaande omschrijving voldoen kunnen voor de subsidieaanvraag als factuur worden beschouwd ongeacht de benaming of de bestemming. 37. Kan de amateursportorganisatie vóór aanvang van de subsidiabele activiteiten al subsidie (voorschot) ontvangen? Bij subsidies tot 25.000 kan enkel achteraf een aanvraag worden ingediend. Tot uiterlijk 12 maanden na voltooiing van de activiteit. Bij subsidies vanaf 25.000 tot 125.000 kan ook vóór aanvang van de activiteit een aanvraag worden ingediend, maar deze aanvraag moet onderbouwd worden met een offerte die op naam staat van de aanvrager. Er wordt dan een voorschot voor het volledige bedrag verleend. Bij subsidies vanaf 125.000 kan alleen vooraf subsidie worden aangevraagd, bij deze subsidies moet naast een offerte ook een liquiditeitsprognose worden ingediend. Er wordt voor deze subsidies ook een voorschot verleend, maar dat wordt verdeeld over de maanden waarop de activiteit betrekking heeft. 38. Kan ná voltooiing van de subsidiabele activiteiten nog subsidie worden verkregen? Voor subsidies tot 25.000 kan alleen achteraf subsidie worden aangevraagd. Bij een aanvraag achteraf kan dat tot uiterlijk 12 maanden na de voltooiing, hierbij lijkt te worden aangesloten bij de laatste factuur. Voor subsidies vanaf 25.000 tot 125.000 kan zowel vooraf als achteraf subsidie worden aangevraagd. Bij een aanvraag achteraf kan dat tot uiterlijk 12 maanden na de voltooiing, hierbij lijkt te worden aangesloten bij de laatste factuur. Bij subsidies vanaf 125.000 kan er achteraf géén subsidie worden aangevraagd. 39. Wat als het plafond wordt bereikt? Indien het plafond is bereikt, zullen de daarop volgende aanvragen afgewezen worden. Indien het plafond wordt bereikt en de volgorde van binnenkomst van een aantal aanvragen is niet vast te stellen, dan zal voor deze aanvragen loting worden gebruikt als aanvullende verdeelmethode. De loting vindt plaats in de aanwezigheid van een notaris. De aanvragen komen dan op volgorde van loting in aanmerking voor subsidie.

11 40. Wat is de hoogte van de subsidie? De subsidie bedraagt maximaal 20% van het investeringsbedrag inclusief btw en is gemaximeerd op 2.500.000 per kalenderjaar. Voor bepaalde specifieke investeringen kan 15% aanvullende subsidie worden verkregen. 41. Wat zijn de specifieke investeringen waarvoor 15% aanvullende subsidie kan worden verkregen? Onder omstandigheden kan een aanvullende subsidie van 15% worden toegekend, bovenop de 20% van de kosten (inclusief btw) die al gesubsidieerd worden. Hiervoor stelt de Minister jaarlijks prioriteiten vast op het gebied van sportaccommodaties. Voor activiteiten die binnen deze prioriteiten vallen kan een aanvullende subsidie worden aangevraagd. Dit is verder uitgewerkt als bijlage bij de subsidieregeling (te raadplegen via website DUS-I). Momenteel gaat het om maatregelen op het gebied van energiebesparing en toegankelijkheid. Afhankelijk van de hoogte van de aangevraagde subsidie kunnen diverse voorwaarden gelden voor de aanvraag van de aanvullende subsidie. 42. Subsidies lager dan 5.000 worden niet verstrekt. Betekent dit dat voor dergelijke bedragen helemaal geen subsidie mogelijk is? In de toelichting bij de subsidieregeling wordt toegelicht dat subsidies van minder dan 5.000 in beginsel niet worden verstrekt. Wel wordt aangegeven dat meerdere subsidiabele activiteiten in een kalenderjaar mogen worden opgespaard om zo boven de 5.000 uit te komen. Op die manier kan alsnog een subsidieaanvraag worden ingediend voor bedragen die op zichzelf lager zijn dan 5.000. 43. Er is sprake van een subsidieaanvraag. Mag een amateursportorganisatie meerdere aanvragen indienen? Zo ja, moet het dan per onderdeel: investering baan, onderhoud baan, investering gebouwen, etc.? Volgens de huidige vormgeving van de subsidieregeling wordt slechts éénmaal een subsidie toegekend voor een activiteit. Wij gaan er vanuit dat hiermee wordt bedoeld dat bepaalde facturen (bijvoorbeeld voor onderhoud) niet tweemaal kunnen worden ingediend en dat is logisch. Het betekent naar onze inschatting echter niet dat in een kalenderjaar slechts één keer subsidie kan worden aangevraagd voor bijvoorbeeld de activiteit onderhoud. Vanuit DUS-I wordt aangegeven dat meerdere activiteiten in één subsidieaanvraag kunnen worden opgenomen en dat er meerdere subsidieaanvragen mogen worden ingediend, mits ze voldoen aan de voorwaarden en ze tezamen niet boven het jaarlijks maximum komen van 2,5 miljoen. Gelet op het plafond kan het slim zijn niet te lang te wachten met het indienen van de subsidieaanvraag. 44. Mag een aanvraag worden ingediend op basis van een begroting? Nee, het is niet mogelijk een aanvraag in te dienen op basis van de begroting. Een aanvraag kan enkel worden ingediend op basis van offertes en facturen. Voor subsidieaanvragen van groter dan 125.000 moet de subsidie worden aangevraagd op basis van offertes en moet er tevens een liquiditeitsprognose worden meegestuurd. 45. Wat als de offerte en de uiteindelijke kosten uit elkaar lopen? Het is op dit moment niet duidelijk wat de gevolgen zijn als de subsidieaanvraag op basis van een offerte is ingediend maar later blijkt dat de kosten hoger uitvallen.

12 Wel kan voor totale subsidiebedragen tussen de 25.000 en 125.000 worden gekozen om pas achteraf een subsidieaanvraag te doen waarbij de kosten reeds zijn gemaakt. In dat geval kan de subsidieaanvraag op basis van de werkelijk gemaakte kosten aan de hand van de facturen worden ingediend. Voor bedragen groter dan 125.000 is dat geen mogelijkheid, subsidie voor deze projecten dient vooraf te worden aangevraagd. 46. Mag een subsidie worden aangevraagd in een ander jaar dan het jaar waarin de activiteit plaatsvindt? Ja, de site van DUS-I bevestigt dat een subsidie kan worden aangevraagd in een ander jaar dan het jaar waarin de activiteit plaatsvindt. Voorwaarde is wel dat de activiteit plaatsvindt na 1 januari 2019. Er kan dus bijvoorbeeld in 2020 een subsidieaanvraag worden ingediend voor een subsidiabele activiteit die in 2019 heeft plaatsgevonden. 47. Wat is de duur van de subsidieverstrekking? Er geldt een driejaarstermijn voor de verstrekking van subsidies, hiervoor wordt bij de gemiddelde projectduur aangesloten. Wanneer duidelijk wordt dat de activiteiten niet geheel of niet tijdig zullen worden verricht, geldt er een meldplicht. De minister kan in deze gevallen een vrijstelling of ontheffing verlenen van de termijn met ten hoogste één jaar. Voor investeringen die over meerdere jaren lopen, geldt dat ieder jaar opnieuw de aanvraag minimaal 5.000 moet zijn. 48. Is een vervaldatum voor de subsidieregeling bekend? De subsidieregeling eindigt volgens de toelichting per 1 januari 2024. Wij begrijpen dat thans het voornemen bestaat om ook na 1 januari 2024 de subsidieregeling voort te zetten. 49. Wat als de gesubsidieerde activiteit niet doorgaat? In het geval dat na aanvraag van de subsidie duidelijk wordt dat de activiteit waarvoor reeds een subsidieaanvraag is ingediend niet zal doorgaan, bestaat voor de aanvrager een meldingsplicht. Dit geldt ook indien de activiteit niet tijdig of niet geheel wordt verricht. 50. Wat gebeurt er met de subsidie als het gebruik van de sportaccommodatie en/ of de sportmaterialen in de loop der jaren wijzigt? Hoeveel jaren moet dit worden gevolgd? Als het gaat om investeringsgoederen waarvoor subsidie is verkregen, moet de subsidie mogelijk worden terugbetaald. Onroerende goederen worden voor de btw na het jaar van ingebruikname nog 9 jaren gevolgd en roerende goederen na het jaar van ingebruikname nog 4 jaren. Als binnen die periode (alsnog) recht op aftrek of compensatie van btw ontstaat (vanwege gewijzigd gebruik), kan dat tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de subsidie leiden. Verder geldt de voorwaarde dat de subsidieontvanger er zorg voor draagt dat de gesubsidieerde sportaccommodatie gedurende 10 na jaar na afloop van de subsidieperiode ter beschikking gesteld blijft voor lokale gebruikers. Ook hiervoor geldt dat het niet voldoen aan de voorwaarde kan leiden tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de subsidie. Indien niet aan de hierboven bedoelde verplichtingen wordt voldaan, moet de subsidieontvanger daar direct melding van doen bij de minister.

13 51. Kan ook aanspraak worden gemaakt op subsidie als het onderhoud van de sportaccommodatie wordt verricht door een derde? Volgens de subsidieregeling komen kosten voor het onderhoud van de sportaccommodatie voor subsidie in aanmerking. Indien voor dat onderhoud een derde wordt ingeschakeld, zal de amateursportorganisatie een factuur ontvangen voor de verrichte werkzaamheden van deze derde. Op die factuur zal btw zijn vermeld. Die btw komt in beginsel voor subsidie in aanmerking. 52. Op welke manier kan het gebruik van het goed wijzigen zodat weer een recht op aftrek van btw ontstaat? Het is denkbaar dat een sportaccommodatie aanvankelijk wordt geëxploiteerd door een lichaam dat geen winst beoogt bij de exploitatie. Enige tijd later blijkt dat het lichaam exploitatieoverschotten behaalt en deze feitelijk uitkeert. Er is in zo n geval in beginsel sprake van een winst beogende instelling voor de btw. Op het moment dat winst wordt beoogd met het exploiteren van een sportaccommodatie, is de sportvrijstelling niet (meer) van toepassing en bestaat in beginsel recht op aftrek van btw ten aanzien van de btw op kosten. Daarnaast is het voorstelbaar dat de sportaccommodatie voor geheel andere activiteiten wordt aangewend, die niet onder een btw-vrijstelling vallen. 53. Is subsidie via de subsidieregeling financieel voordeliger dan de mogelijkheid om btw in aftrek te brengen? Het antwoord op de vraag of subsidie via de subsidieregeling voordeliger is dan het in aftrek brengen van de btw, zal per situatie verschillen. Hierbij is het bijvoorbeeld van belang wat voor kosten de sportorganisatie in rekening krijgt gebracht, over welke periode de kosten in rekening worden gebracht en hoe hoog de kosten zijn. In het algemeen kan hierover het volgende worden opgemerkt. De subsidieregeling is wat betreft reikwijdte beperkter dan het recht op aftrek van btw. Zo mag door de amateursportorganisatie enkel een subsidie worden aangevraagd indien geïnvesteerd wordt in sportaccommodaties of sportmaterialen. Dit betekent dat een deel van de btw die aan de amateursportorganisatie in rekening wordt gebracht alsnog een kostprijsverhogend effect heeft. Ook geldt er een plafond, waarbij het niet onrealistisch is dat dit plafond gedurende het jaar wordt bereikt. Vanaf dat moment worden geen subsidies meer toegekend. Deloitte Belastingadviseurs B.V. Indirect Tax Contactpersonen Deloitte Rob Peters Martin Kuijpers Nicole Laan Senior Manager Senior Manager Senior Manager T: +31 (0)88 288 5831 T: +31 (0)88 288 7683 T: +31 (0)88 288 4292 M: +31 (0)6 1312 7103 M: +31 (0)6 8333 0415 M: +31 (0)6 1312 7526 robpeters@deloitte.nl mkuijpers@deloitte.nl NLaan@deloitte.nl

14 DISCLAIMER De informatie in deze Q&A is uitsluitend bedoeld als algemene informatie. Er kunnen geen rechten aan deze informatie worden ontleend. Hoewel Deloitte vanzelfsprekend zorgvuldigheid in acht neemt bij het samenstellen van deze Q&A en daarbij gebruik maakt van bronnen die betrouwbaar geacht worden, kan Deloitte niet instaan voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van de geboden informatie. Deloitte wijst iedere aansprakelijkheid ten aanzien van de juistheid, volledigheid, actualiteit van de geboden informatie en het (ongestoord) gebruik van deze Q&A uitdrukkelijk van de hand. Deloitte refers to one or more of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, a UK private company limited by guarantee ( DTTL ), its network of member firms, and their related entities. DTTL and each of its member firms are legally separate and independent entities. DTTL (also referred to as Deloitte Global ) does not provide services to clients. Please see www.deloitte.nl/about for a more detailed description of DTTL and its member firms. Deloitte provides audit, consulting, financial advisory, risk management, tax and related services to public and private clients spanning multiple industries. Deloitte serves four out of five Fortune Global 500 companies through a globally connected network of member firms in more than 150 countries bringing world-class capabilities, insights, and high-quality service to address clients most complex business challenges. To learn more about how Deloitte s approximately 225,000 professionals make an impact that matters, please connect with us on Facebook, LinkedIn, or Twitter. This communication contains general information only, and none of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, its member firms, or their related entities (collectively, the Deloitte Network ) is, by means of this communication, rendering professional advice or services. Before making any decision or taking any action that may affect your finances or your business, you should consult a qualified professional adviser. No entity in the Deloitte Network shall be responsible for any loss whatsoever sustained by any person who relies on this communication. 2018 Deloitte The Netherlands

15 Bijlage 1 Aanvraag tot verlening subsidie 0-5.000 5.000-25.000 25.000 125.000 Vanaf 125.000 Aanvraag (tot verlening) vooraf indienen? Nee Nee Ja, subsidie wordt in beginsel verstrekt voor een maximale periode van 3 jaar (verlenging met 1 jaar onder voorwaarden mogelijk). Ja, subsidie wordt in beginsel verstrekt voor een maximale periode van 3 jaar (verlenging met 1 jaar onder voorwaarden mogelijk). Aanvraag (tot verlening) tussentijds indienen? Nee Nee Lijkt niet mogelijk Nee Aanvraag (tot verlening) achteraf indienen? Nee Ja, tot uiterlijk 12 maanden na voltooiing subsidiabele activiteit Ja, tot uiterlijk 12 maanden na voltooiing subsidiabele activiteit Nee Aanvraag tot vaststelling nodig? n.v.t. Nee, de aanvraag tot verlening is direct de aanvraag tot vaststelling Ja, uiterlijk 22 weken na voltooiing subsidiabele activiteit Ja, uiterlijk 22 weken na voltooiing subsidiabele activiteit Wordt een voorschot uitgekeerd? N.v.t Nee Ja, direct bij aanvraag vooraf, voor het volle subsidiebedrag Ja, het voorschot wordt verdeeld over de maanden waarop de subsidiabele activiteit betrekking heeft Facturen indienen ter onderbouwing? N.v.t Ja, bij aanvraag tot verlening (= aanvraag tot vaststelling), hoewel subsidie aanvraagformulier anders suggereert Ja, bij aanvraag tot vaststelling Ja, bij aanvraag tot vaststelling (dit is onderdeel van het op te leveren financieel verslag met controleverklaring)

16 Betalingsbewijs indienen? n.v.t. Ja, bij aanvraag tot verlening (= aanvraag tot vaststelling), voor betalingen boven de 500 Ja, bij aanvraag tot verlening achteraf (= vaststelling), voor betalingen boven de 500. Bij aanvraag tot verlening vooraf, moet bij de aanvraag tot vaststelling achteraf voor alle betalingen (dus ook tot 500) een betalingsbewijs worden overlegd Ja, bij aanvraag tot vaststelling (dit is onderdeel van het op te leveren financieel verslag met controleverklaring) Offerte indienen? n.v.t. Nee Ja, enkel bij aanvraag vooraf Ja Liquiditeitsprognose indienen? n.v.t. Nee Nee Ja Overige Tot 5.000 wordt geen subsidie verleend. Meerdere subsidiabele activiteiten mogen worden verzameld om boven de drempel van 5.000 te komen (let op maximale termijn van 12 maanden). Aanvragen indienen vanaf 2 januari 2019 via specifieke portal (https://www.dus - ii.nl/subsidies/sti mulering-bouwen-onderhoudsportaccommodati es). Zodra het landelijke subsidieplafond in enig jaar is bereikt, wordt geen subsidie meer verleend. Aanvragen indienen vanaf 2 januari 2019 via specifieke portal (https://www.dus - i.nl/subsidies/stim ulering-bouw-enonderhoudsportaccommodati es). Zodra het landelijke subsidieplafond in enig jaar is bereikt, wordt geen subsidie meer verleend. Aanvragen indienen vanaf 2 januari 2019 via specifieke portal (https://www.dusi.nl/subsidies/stimulering -bouw-en-onderhoudsportaccommodaties). Voor aanvullende subsidie voor prioriteiten (duurzaamheid en toegankelijkheid) moet achteraf nog een afzonderlijk formulier worden ingevuld dat door het Ministerie wordt verstrekt. Zodra het landelijke plafond in enig jaar is bereikt, wordt geen subsidie meer verleend.