Treasurystatuut Laurentius



Vergelijkbare documenten
Versie TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Treasurystatuut Woningbouwvereniging Beter Wonen te Ammerstol

RUD UTRECHT. Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

Versie Wijzigingen Status

Treasurystatuut Nordwin College

Treasurystatuut WONINGBOUWVERENIGING ANNA PAULOWNA. Versienummer: Datum: 24 januari 2017

Treasurystatuut. 24 juni Woningstichting Dinteloord Treasurystatuut

Treasurystatuut Gemeente Borsele 2015

Treasurystatuut 2016 Gemeenschappelijke Regeling Avri

Treasurystatuut 2010

Treasurystatuut. Stichting Proloog

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;

Treasurystatuut. Treasurystatuut

Treasurystatuut. Gemeente Westvoorne

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

Treasury reglement. 4 juni van 5

CVDR. Nr. CVDR441922_1. Treasurystatuut 2017

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

Treasurystatuut. Gemeente Nuth. Treasurystatuut van de gemeente Nuth Treasurystatuut pagina 1 van 11 Juni 2009 FIN/2009/9432

Treasurystatuut Gemeente Den Helder. ieheersdeel

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16)

BESLUIT: vast te stellen het navolgende: TREASURYSTATUUT VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STROOMOOPWAARTS MVS.

gelet op artikel 14 van de financiële verordening 2015 en de Wet financiering decentrale overheden;

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB

Treasurystatuut. Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d.

Uitgangspunten Het treasurybeleid van de Stichting maakt deel uit van het financiële beleid van de Stichting.

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW)

Treasurystatuut Treasurystatuut Veiligheidsregio Kennemerland Pagina 1

BEHEERSDEEL. Stuknummer: bl Administratieve organisatie en interne beheersing. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Te besluiten om het treasurystatuut 2010 vast te stellen

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek,

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

TREASURYSTATUUT GEMEENTE HELMOND 2016

Bekendmaking van het Treasurystatuut, door het dagelijks bestuur vastgesteld bij besluit van 18 december 2012, nr. 09

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij

Treasurystatuut Regio Twente 2016

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN

Besluit: - Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

Treasurystatuut. Conceptversie 1.6, december 2014

Treasurystatuut Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant

Nummer 0,2 Versie 1 Datum Besluitvormingscyclus 5 Proceseigenaar E. Leenders Evaluatiemoment Mei Treasury statuut.

TREASURYSTATUUT GEMEENTE RIDDERKERK 2017

Inleiding Treasurybeleid... 2 Doelstellingen, Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

Treasurystatuut Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven

Treasurystatuut van het SWV VO 2603

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Landerd. 1 Inhoudsopgave

Toelichting op het statuut

INHOUDSOPGAVE. 1. Inleiding 3

Treasurystatuut. Woonstichting Gendt

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL

Treasurystatuut DCMR Milieudienst Rijnmond 2014

Treasurystatuut. Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant

Treasurystatuut - januari 2015

Paragraaf Financiering

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

In artikel 2 worden de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente weergegeven, hieronder worden deze afzonderlijk toegelicht.

Treasurystatuut 2018

TREASURY-STATUUT GEMEENTE GRAVE

1. Inleiding. 2. Doelstelling treasuryfunctie

Drs. Ing. G.B.J. Mensink, Drs. A.B.A.M. Damer, Mr. R.S. Cazemier. Treasurystatuut Openbaar Lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april VPCPO De Akker Treasurystatuut 2

Treasurystatuut 2015

Treasurystatuut gemeente Boxtel 2014

Te besluiten om: 1. Treasurystatuut 2016 vast te stellen 2. Treasurystatuut 2010 in te trekken

Treasurystatuut ISD Werkplein Hart van West-Brabant

TREASURYSTATUUT. Colofon. Afdeling Financiën en Control datum 14 augustus versie 1.0

TREASURYSTATUUT RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

Officiële uitgave van Gemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost-Gelderland. Treasurystatuut GGD Noord- en Oost-Gelderland 2016

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Treaserystatuut Stichting Wonen Vierlingsbeek. Treasurystatuut Wonen Vierlingsbeek 1

Besluit: Vast te stellen het navolgende Treasurystatuut.

Treasurystatuut GGD GZ 2019 Colofon

Treasurystatuut. Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de Wet financiering decentrale overheden;

Treasurystatuut 2018 gemeente Midden-Groningen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

Treasurystatuut Versie 2015

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

TREASURYSTATUUT HOGESCHOOL ROTTERDAM

CVDR. Nr. CVDR402982_1. Artikel 1 Begrippenkader In dit statuut wordt verstaan onder:

Toelichting Treasurystatuut gemeente Vught

Treasurystatuut. november 2018

Postbus AC Elburg De Borchstee De Duif Het Octaaf De Petra De Regenboog - Wildemaetschool. Treasury Statuut

Treasurystatuut Gemeente Delft

Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem

Beleidsregels 1. Doelstelling treasuryfunctie 2

Financieringsstatuut Openbaar Lichaam Drechtsteden

Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen. Treasury Statuut Nvon

Dienst / Sector: FBV Hengelo, 5 december 2006 Registratienummer: Raadsvergadering d.d. 12 december 2006

Doelstellingen en kerntaken lopen door elkaar. Advies is dit uit elkaar te trekken conform aanvullingen.

Bijlage 1. Treasurystatuut. Gemeente Ridderkerk. januari 2014

Treasurystatuut STICHTING NORMA

Transcriptie:

Treasurystatuut Laurentius versie 1.1 16 juli 2013

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Treasurybeleid... 4 4.1 Doelstellingen van de treasuryfunctie... 4 4.2 Waarborgen financiële continuïteit... 5 4.2.1 Solvabiliteit... 5 4.2.2 Liquiditeit... 5 4.3 Relatiebeheer... 6 3. Financieringsbeleid... 7 3.1 Financiering... 7 4.2 Beheersing van renterisico s... 7 4.2.1 Spreiding van renterisico s... 7 4.2.2 Indekken van renterisico s... 8 4.2.3 Toepassing van derivaten... 8 4. Beleggingsbeleid... 9 4.1 Uitgangspunten... 10 Bijlage I Procuratieschema... 16 Bijlage II Handtekeningen- en parafenlijst... 17 Bijlage III Verbindingenstructuur... 18 Bijlage IV Relevante artikelen uit statuten (vastgesteld dd 5 december 2011)... 19 Bijlage V Procuratieverlening... 20 Bijlage VI Handtekeningenlijst correspondentie (Shareworkx)... 21 Treasurystatuut Laurentius juli 13 2

1. Inleiding Bij het besturen van de woningcorporatie is het van belang grip te hebben op de huidige en de verwachte financiële positie. De financiële positie bepaalt immers de kaders waarbinnen de corporatie haar volkshuisvestelijke doelstellingen kan realiseren. Laurentius onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Gegeven de relatieve omvang van de financiële lasten in de meerjarenbegroting, dient het treasurybeleid op een transparante en beleidsmatige wijze te worden ingevuld. Treasury wordt hierbij gedefinieerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s. Treasury is geen geïsoleerde activiteit. Het is dienend aan de strategie van de corporatie en aan de treasury wordt geen winstverantwoordelijkheid toegekend. In dit treasurystatuut zijn de kaders van het treasurybeleid van Laurentius vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie. Vervolgens geeft het treasurystatuut aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Hiermee wordt het risicoprofiel van Laurentius bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd. In het statuut is tevens de administratieve organisatie vastgelegd, waarmee wordt gewaarborgd dat de treasuryactiviteiten op een rechtmatige en doelmatige wijze worden uitgevoerd. Hierbij is functiescheiding tussen uitvoering, autorisatie, administratie en controle aangebracht. De informatievoorziening geeft inzicht in de uitvoering van de treasuryactiviteiten, zodat deze controleerbaar en beheersbaar blijven. Het treasurystatuut sluit aan bij de bestaande wet- en regelgeving in de sector. Het vertrekpunt wordt hierbij gevormd door het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). Daarnaast is rekening gehouden met regelgeving van externe instanties, zoals het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV). Het treasurystatuut is geactualiseerd aan de hand van de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting. De verbindingen van Laurentius (zie bijlage III) maken onderdeel uit van dit treasurystatuut. In samenhang met het treasurystatuut wordt een treasuryjaarplan opgesteld, waarin jaarlijks de concrete invulling van het treasurybeleid wordt weergegeven. Met deze documenten beschikt Laurentius over een solide basis voor een verantwoord financieel beleid. Treasurystatuut Laurentius juli 13 3

2. Treasurybeleid 2.1 Situatie Laurentius De financiële positie van Laurentius is in het plan van aanpak van 28 november 2012 (goedgekeurd op 10 december 2012 door het WSW, CFV en Ministerie van BZK) omschreven als zorgelijk met kans op herstel. Het herstel blijkt uit de ontwikkeling van positieve operationele kasstromen gedurende de periode 2013-2021. Uit de lange termijn prognoses blijkt een positieve ontwikkeling van de solvabiliteit en liquiditeit. Een belangrijk probleem is de omvang en de samenstelling van de leningportefeuille van Laurentius. Tevens is een deel van de geborgde leningen ingezet voor niet-daeb projecten, waardoor volgens de regels van het WSW een overborging is ontstaan. In het plan van aanpak is een oplossingsrichting beschreven dat herstel mogelijk is door het ontvangen van tijdelijke liquiditeitssteun en een doorvoeren van een versoberde bedrijfsvoering bij Laurentius. Deze oplossingsrichting gaat er van uit dat de financiële problemen van Laurentius op afzienbare termijn oplosbaar zijn. Daarvoor is een bepaalde periode tijdelijke steun ontvangen van het WSW zodat de liquiditeitsvraagstukken kunnen worden opgelost. De aanpak heeft noodgedwongen geleid tot een aanpassing van de ambities. Van een sterk op projectontwikkeling gerichte organisatie heeft inmiddels de omslag plaatsgevonden naar een meer op beheer gerichte organisatie. De dienstverlening aan huurders is verlaagd en alle projecten in ontwikkeling zijn on hold gezet en afgestoten, bezuinigingen zijn doorgevoerd in de organisatie en er is gekort op alle uitgaven, inclusief het onderhoud. Daarbovenop zijn de nieuwe investeringen in nieuwbouw en renovatie gestopt. Belangrijke pijlers onder het plan van aanpak zijn de herstructurering en afbouw van de leningenportefeuille en het aantrekken van financiering op de niet-daeb portefeuille van Laurentius. Hiervoor is een plan opgesteld. Dit plan beschrijft de treasuryactiviteiten voor 2013 en 2014 en maakt een onderdeel uit van het treasuryjaarplan voor 2014. Het treasurybeleid van Laurentius voor de komende ca. 10 jaar is afgeleid van de acties en maatregelen volgend uit het plan van aanpak en is erop gericht de leningenportefeuille af te bouwen en de overborging terug te dringen. 2.2 Doelstellingen van de treasuryfunctie Een verantwoorde uitvoering van de treasuryfunctie is één van de randvoorwaarden om de volkshuisvestelijke kerntaken te kunnen (blijven) uitvoeren. Dit uitgangspunt komt naar voren in de doelstellingen van de treasuryfunctie: 1. Het waarborgen van de financiële continuïteit en het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities; 2. Het beschermen van vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico s; 3. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; 4. Het beperken van de rentekosten binnen de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut. Het BBSH (artikel 21) en de door het Ministerie opgestelde beleidsregels stellen dat toegelaten instellingen een zodanig financieel beleid en beheer dienen te voeren dat hun voortbestaan in financieel opzicht is gewaarborgd. De treasury dient hiertoe te bewaken dat de organisatie duurzaam in staat is de benodigde Treasurystatuut Laurentius juli 13 4

middelen aan te trekken of overtollige middelen uit te zetten. De condities die daarbij worden bedongen dienen marktconform te zijn. Laurentius kan te maken krijgen met de volgende (financiële) risico s: renterisico (inclusief renteopslag), kredietrisico, marktrisico en liquiditeitsrisico. Het is de taak van de treasury dergelijke risico s tegen acceptabele condities te beperken. De derde doelstelling is het minimaliseren van de kosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële posities. Deze kosten bestaan o.a. uit rentekosten, provisies en kosten van het betalingsverkeer. Het is de taak van de treasury het beheer zo efficiënt en effectief mogelijk uit te voeren. De treasury richt zich tot slot op tot beperking van de rentekosten maar uitsluitend binnen het risicoprofiel zoals vastgelegd in dit statuut. De prioriteiten van de treasuryfunctie liggen in eerste instantie bij het beheersen en beperken van financiële risico s. Laurentius maakt momenteel gebruik van het verkoopstimulerend product Slimmer kopen. Bij het concept Slimmer Kopen is sprake van een terugkooprecht tegen een prijs die lager is dan de verwachte reële waarde op het moment van terugkoop. Het is de veronderstelling dat Laurentius de woning bij Slimmer Kopen vanwege bedrijfseconomische redenen zal terugkopen. Gezien de huidige financiële situatie zal Laurentius in principe geen gebruik maken van haar terugkooprecht. Laurentius is voornemens te stoppen met het aanbieden van woningen met het concept Slimmer kopen per 1 januari 2014. 2.3 Waarborgen financiële continuïteit Laurentius voert een zodanig financieel beleid en beheer dat haar voortbestaan in financieel opzicht is gewaarborgd. Vanuit een solide vermogenspositie dient de corporatie te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. De ontwikkeling van de vermogenspositie vloeit voort uit het (strategische) beleid van de organisatie en marktontwikkelingen en komt tot uitdrukking in de begroting en jaarrekening. Het is de taak van de treasury de financiële continuïteit te bewaken, zodat toegang tot de financiële markten gewaarborgd blijft. De wijze waarop de corporatie is gefinancierd (solvabiliteit en liquiditeit) speelt hierbij een belangrijke rol. Het treasurybeleid van Laurentius is erop gericht om vanuit de exploitatieskasstroom de rente en een fictieve aflossing van 2% op de leningportefeuille te kunnen voldoen. Laurentius streeft naar een Interest Coverage Ratio (ICR) van 1,4. Gezien de actuele (financiële) positie voldoet Laurentius nog niet aan beide voornoemde ratio s. Het treasurybeleid is erop gericht om binnen 5 tot 10 jaar te voldoen aan deze ratio s. 2.3.1 Solvabiliteit Laurentius streeft ernaar om over voldoende eigen vermogen te beschikken om risico's af te dekken en om financiering aan te kunnen trekken. De solvabiliteit bij Laurentius gebaseerd op de parameters van het CFV dient 30% te bedragen (gebaseerd op de waarderingsgrondslag bedrijfswaarde). Laurentius streeft naar een solvabiliteitsoordeel 'voldoende solvabiliteit'. 2.3.2 Liquiditeit De treasury dient te zorgen voor voldoende liquiditeit, om de verplichtingen op zowel de korte als de lange termijn te kunnen voldoen. Om deze doelstelling te kunnen realiseren is het van belang zicht te hebben op de verwachte ontwikkeling van de liquiditeitspositie. Laurentius brengt deze ontwikkeling in beeld in: een liquiditeitsplanning met een voortschrijdende horizon tot één jaar, waaruit de actuele maandelijkse ontvangsten en verplichtingen blijken. Deze liquiditeitsplanning wordt wekelijks geactualiseerd; Treasurystatuut Laurentius juli 13 5

een liquiditeitsplanning met een horizon van 10 jaar, waarin de ontwikkeling van de financieringsbehoefte (c.q. ruimte) op de langere termijn naar voren komt. Deze liquiditeitsplanning wordt per kwartaal geactualiseerd. Laurentius streeft naar minimalisatie van het saldo aan liquiditeiten, aangezien dit tot inefficiënte rentebetalingen leidt. Om liquiditeit te waarborgen is het vooral van belang dat de corporatie beschikt over voldoende financieringsruimte bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Laurentius zal een kredietfaciliteit (rekening-courant faciliteit bij de huisbankier) van 5 miljoen aanhouden om flexibiliteit in haar liquiditeitspositie in te bouwen. Indien noodzakelijk zal een kort-geld faciliteit worden overeengekomen met een financiële instelling. Hiermee kunnen schommelingen in de liquiditeitspositie worden opgevangen. 2.4 Relatiebeheer Relatiebeheer omvat het onderhouden van relaties met financiële instellingen. Het doel is het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Bij het onderhouden van relaties met financiële instellingen wenst Laurentius zich te profileren als een betrouwbare, solide partner die de financiële verplichtingen tijdig en op de juiste wijze nakomt. Omgekeerd wordt van financiële instellingen verwacht dat deze onder toezicht staan van de Nederlandsche Bank of de Deutsche Bundesbank. Laurentius werkt niet met tussenpersonen die bemiddelen tussen Laurentius en financiële instellingen. De financiële instellingen zijn partijen met een kredietwaardigheid die minimaal door twee rating agencies als minimaal A beoordeeld zijn. De partijen hebben een vestiging in Nederland. Indien de rating van een financiële instelling wordt verlaagd ( downgrading ), zal worden onderzocht of het gewenst en mogelijk is de relatie met de betreffende partij te beëindigen of te wijzigen. Binnen een maand na de downgrading zal daartoe een voorstel worden voorgelegd aan de directeur-bestuurder ter besluitvorming. In dit voorstel wordt een analyse van de consequenties voor Laurentius van het beëindigen van de relatie met betreffende partij beschreven. Laurentius beoordeelt jaarlijks haar bankrelaties en hun bancaire condities. Door minimaal 2 offertes op te vragen en te ontvangen bij transacties krijgt de organisatie een objectief beeld van de op dat moment gebruikelijke tarieven en voorwaarden voor Laurentius. Op basis daarvan kan een afgewogen keuze worden gemaakt en wordt marktconformiteit gewaarborgd. Indien er gegeven de marktomstandigheden, slechts één aanbieder actief is, wordt de Raad van Commissarissen daarover achteraf (na uitvoering van de transactie) geïnformeerd. Op basis van borging door het WSW kan Laurentius tegen scherpe tarieven financiering aantrekken. Laurentius hecht er belang aan om aan de vereisten van deze instelling te (blijven) voldoen. De borgingsruimte van het WSW wordt jaarlijks weergegeven in het treasuryjaarplan. Treasurystatuut Laurentius juli 13 6

3. Financieringsbeleid 3.1 Financiering Financieren is het aantrekken van financiële middelen om de kerntaken van Laurentius te kunnen bekostigen. Deze middelen kunnen zowel bestaan uit eigen middelen als vreemd vermogen. De treasuryfunctie streeft naar optimalisatie van de renteresultaten tegen aanvaardbare risico s. Deze doelstelling wordt geconcretiseerd door middel van de volgende uitgangspunten: 1. Financiering met vreemd vermogen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare (liquide) middelen te gebruiken (interne financiering). WSW geborgde financiering mag alleen worden ingezet voor het daarvoor bestemde doel, i.c. DAEB activiteiten, zodat geen overborging ontstaat; 2. Het aantrekken van vreemd vermogen met het doel de middelen tegen een hoger rendement te beleggen (bankieren) is niet toegestaan; 3. De modaliteiten 1 van nieuwe leningen ten behoeve van DAEB-activiteiten worden afgestemd op: 1. de verwachte financieringsbehoefte, waarbij overliquiditeit moet worden vermeden; 2. het bestaande en gewenste risicoprofiel van de portefeuille (zie 3.2); 3. de ontwikkelingen in de markt inclusief een scenario-analyse waarin het effect van de verschillende modaliteiten op de ratio s, kasstromen en vermogenspositie zijn doorgerekend. 4. De modaliteiten van nieuwe leningen ten behoeve van niet-daeb activiteiten worden afgestemd op: 1. de verwachte financieringsbehoefte, waarbij overliquiditeit moet worden vermeden; 2. het bestaande en gewenste risicoprofiel van de portefeuille (zie 3.2); 3. de ontwikkelingen in de markt inclusief een scenario-analyse waarin het effect van de verschillende modaliteiten op de ratio s, kasstromen en vermogenspositie zijn doorgerekend. waarbij in beginsel geldt dat de financiering voor niet-daeb activiteiten maatwerk betreft en nadrukkelijk moet worden afgestemd op het betreffende project of bezit en de daarbij behorende kasstromen. De voorwaarden van nieuwe leningen ten behoeve van niet-daeb activiteiten mogen niet conflicteren met het Reglement van Deelnemingen van het WSW. 5. Laurentius vraagt een offerte bij minimaal twee instellingen en ontvangt deze voordat een financiering wordt aangetrokken. Deze offertes worden binnen Laurentius schriftelijk vastgelegd. De vergelijking van de offertes wordt schriftelijk vastgelegd, inclusief de argumenten die aan de basis liggen voor de keuze voor een financiering. Indien er gegeven (markt)omstandigheden, slecht één aanbieder actief is, wordt de Raad van Commissarissen daar (achteraf) over geïnformeerd. 6. Projectfinancieringen zijn niet toegestaan, aangezien Laurentius gezien haar financiële positie geen (vastgoed)ontwikkelingsprojecten zal uitvoeren. Wijzigingen op dit beleidsstandpunt kunnen alleen worden doorgevoerd na een besluit daartoe door de directeur-bestuurder en na goedkeuring door de Raad van Commissarissen. 3.2 Beheersing van renterisico s Renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten als gevolg van rentewijzigingen. Renterisicobeheer is gericht op het beperken van de invloed van (externe-) rentewijzigingen op de financiële resultaten. 3.2.1 Spreiding van renterisico s Om de renterisico s beheersbaar te houden worden deze gespreid in de tijd. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige opbouw van de leningenportefeuille. 1 looptijd, aflossingsmethodiek, stortingsdata, rentepercentage etc. Treasurystatuut Laurentius juli 13 7

1. Maximaal 15% van het rentedragend vreemd vermogen mag over een voortschrijdende periode van 12 maanden een rentewijziging ondergaan door aflossing/herfinanciering of renteherziening. Uitzondering op het maximum van 15% betreffen gereserveerde opbrengsten uit verkopen die zullen worden gebruikt voor aflossingen. 2. Bij het aantrekken van nieuwe financieringen wordt gestreefd naar een jaarlijks renterisico (door herfinanciering of renteherziening) van maximaal 15%; 3. De omvang van de financiering met een rentetypische looptijd korter dan één jaar wordt beperkt tot richtlijn die het WSW daarvoor hanteert (maximaal 7,5% van de materiële vaste activa of het lang vreemd vermogen). De financiering met een rentetypische looptijd korter dan één jaar is in overeenstemming met de cash flow uit verkopen. Uitzondering op het maximum van 7,5% betreffen gereserveerde opbrengsten uit verkopen die zullen worden gebruikt voor aflossingen. 4. Er wordt gestreefd naar een gelijkmatige vervalkalender van de leningen (jaarlijks maximaal 15% van de totale leningportefeuille). De genoemde normen passen binnen de richtlijnen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De duration van de leningenportefeuille heeft een minimale looptijd van 6 jaar en een maximale looptijd van 12 jaar. In het jaarlijks op te stellen treasuryjaarplan wordt de gewenste omvang van de duration op basis van duration van het bezit, de marktomstandigheden en ontwikkelingen in de markt nader gedefinieerd. In het treasuryjaarplan zal een analyse worden gemaakt van de gemiddelde levensduur van de leningenportefeuille waarna de gemiddelde levensduur van de leningenportefeuille waar Laurentius naar streeft, worden bepaald. 3.2.2 Indekken van renterisico s Jaarlijks brengt Laurentius de verwachte renterisico s in een meerjarenperspectief in beeld. Deze renterisico s kunnen voortvloeien uit de bestaande leningenportefeuilles en de liquiditeitsplanning. De renterisico s worden beoordeeld in relatie tot de geldende spreidingsnormen en de actuele rentestructuur en de ontwikkelingen op de markt. Op basis hiervan wordt besloten welke acties worden ondernomen om renterisico s in te dekken of het renteresultaat verder te optimaliseren. Voor het indekken van renterisico s gelden de volgende richtlijnen: 1. Toegelaten instellingen mogen uitsluitend financiële derivaten aantrekken ter rentehedging van variabele leningen die voor of tegelijk met het moment van afsluiten van het derivatencontract zijn aangetrokken. 2. Aan te trekken payer swaps mogen geen langere looptijd hebben dan het lopende jaar en de direct daarop volgende negen kalenderjaren (maximaal 10 jaar). Voor het indekken van renterisico s zijn verschillende soorten instrumenten voorhanden. Meestal worden hiervoor instrumenten ingezet zoals een uitgestelde storting 2 (forward starter, waarbij de rentepercentages de maximum rentepercentages van het WSW niet mogen overstijgen). Daarnaast is het mogelijk renterisico s in te dekken met behulp van derivaten. In sommige gevallen zijn deze flexibeler of tegen lagere kosten toepasbaar dan andere instrumenten. 3.2.3 Toepassing van derivaten Derivaten zijn financiële instrumenten (afgeleide instrumenten) die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties, zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico s te sturen en financieringskosten te minimaliseren. 2 Bij een uitgestelde storting wordt een renteafspraak gemaakt voor een lening die op een toekomstig moment ingaat (de hoofdsom wordt op de uitgestelde datum gestort, het rentepercentage van de lening staat nu reeds vast). Treasurystatuut Laurentius juli 13 8

Laurentius hanteert de volgende richtlijnen voor het gebruik van derivaten: 1. Het is niet toegestaan andere financiële derivaten aan te trekken dan rentecaps of payer swaps gericht op het beperken van opwaartse renterisico s op variabele leningen. Bij nieuw af te sluiten derivaten moet worden voldaan aan de beleidsregels gebruik financiële derivaten toegelaten instellingen geldend vanaf 1 oktober 2012. 2. Financiële derivaten mogen uitsluitend worden aangetrokken in euro s, en van financiële instellingen met een kantoor in Nederland met minimaal een A rating of een daarmee vergelijkbare rating, afgegeven door ten minste twee van de drie ratingbureaus Moody s, Standard and Poor s en Fitch. De financiële instelling beschouwt Laurentius in het kader van zorgplichtregels van de Wet op het financieel toezicht, in het bijzonder artikel 4:90, hierbij als een niet professionele belegger. 3. Indien de rating van een financiële instelling wordt verlaagd ( downgrading ), zal worden onderzocht of het gewenst en mogelijk is de relatie met de betreffende partij te beëindigen. Binnen een maand na de downgrading zal daartoe een voorstel worden voorgelegd aan de directeurbestuurder ter besluitvorming. In dit voorstel wordt een analyse van de consequenties voor Laurentius van het beëindigen van de relatie met betreffende partij beschreven. 4. Er mogen in of ten aanzien van aan te trekken financiële derivaten geen clausules worden gehanteerd die op enigerlei wijze de uitoefening van het toezicht kunnen belemmeren. 5. Het speculatief gebruik van derivaten is ten allen tijde verboden. 6. Aan te trekken payer swaps en caps mogen geen langere looptijd hebben dan het lopende jaar en de direct daarop volgende negen kalenderjaren. 7. Laurentius trekt geen derivaten aan met een zogeheten 'margin call' en er vindt geen markwaardeverrekening plaats (oftewel derivatencontracten worden afgesloten zonder CSA). 8. Laurentius vraagt een offerte bij minimaal twee instellingen en ontvangt deze voordat een derivatentransactie wordt afgesloten. Deze offertes worden binnen Laurentius schriftelijk vastgelegd. De vergelijking van de offertes wordt schriftelijk vastgelegd, inclusief de argumenten die aan de basis liggen voor de keuze voor een derivatentransactie. Indien er gegeven (markt)omstandigheden, slecht één aanbieder actief is, wordt de Raad van Commissarissen daar (achteraf) over geïnformeerd. 3.2.4 Kostprijs hedge accounting Voor het gebruik van interest rate swaps past Laurentius hedge accounting toe. Laurentius maakt hierbij gebruik van het kostprijs hedge accounting model zoals opgenomen in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, Richtlijn 290 Financiële instrumenten. Voor het kunnen toepassen van hedge accounting dient sprake te zijn van een effectieve relatie tussen het derivaat en de onderliggende lening. Deze hedge effectiviteit wordt jaarlijks per 31 december beoordeeld aan de hand van de kritische kenmerken van de leningen en derivaten. Treasurystatuut Laurentius juli 13 9

4. Beleggingsbeleid 4.1 Uitgangspunten Conform het BBSH (artikel 21 lid 2) zal Laurentius haar middelen uitsluitend inzetten ten behoeve van de volkshuisvesting. Wanneer zij echter de beschikking heeft over middelen die niet direct kunnen worden aangewend, geldt dat deze middelen in principe ter beschikking moeten blijven en dat geen enkel hoofdsomrisico gelopen mag worden. Als aan voornoemde voorwaarden is voldaan en blijkt dat overtollige gelden kunnen worden belegd, dan gelden hiervoor de volgende uitgangspunten: 1. Liquide middelen worden in eerste instantie aangewend voor interne financiering. Hierdoor wordt het beroep op externe financieringsbronnen geminimaliseerd en worden de financieringskosten beperkt. 2. De looptijd van de beleggingen wordt afgestemd op de meest actuele liquiditeitsplanning; 3. Bij het extern uitzetten wordt offerte opgevraagd bij minimaal twee verschillende partijen alvorens een transactie wordt afgesloten. Deze offertes worden binnen Laurentius schriftelijk vastgelegd. 4. Laurentius vraagt bij het extern uitzetten een offerte op bij minimaal twee instellingen en ontvangt deze voordat een financiering wordt aangetrokken. Deze offertes worden binnen Laurentius schriftelijk vastgelegd. De vergelijking van de offertes wordt schriftelijk vastgelegd, inclusief de argumenten die aan de basis liggen voor de keuze voor een belegging. Indien er gegeven (markt)omstandigheden, slecht één aanbieder actief is, wordt de Raad van Commissarissen daar (achteraf) over geïnformeerd. 4.2 Beheersing van beleggingsrisico s Laurentius streeft naar optimalisering van het rendement binnen aanvaardbare risicogrenzen. Het risicomijdende karakter van beleggingen wordt gewaarborgd door het hanteren van de volgende richtlijnen: 1. Ter beperking van kredietrisico s vinden beleggingen uitsluitend plaats bij: a. Toegelaten instellingen, toegelaten krachtens artikel 70 van de Woningwet, over een A oordeel van het CFV b. Financiële instellingen met een kredietwaardigheid die minimaal door twee rating agencies als minimaal AA beoordeeld zijn. Vanwege het mijden van risico s is de vereiste rating op minimaal AA gesteld. Dit geldt voor zowel beleggingen met een korte (< 2 jaar) als een lange looptijd (> 2 jaar). De financiële instellingen hebben een vestiging in Nederland. 2. Ter beperking van koersrisico s wordt uitsluitend belegd in: a. Vastrentende waarden: i. Daggeld; ii. (spaar)rekeningen; iii. Termijndeposito s (maximaal twee jaar); 3. Beleggingen worden uitsluitend gedaan in euro. Treasurystatuut Laurentius juli 13 10

5. Kasbeheer 5.1 Betalingsverkeer Het betalingsverkeer omvat al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten over te maken tussen Laurentius en derden. Geldstromenbeheer omvat vooral het zorgdragen voor een efficiënt en effectief betalingsverkeer. Om de kosten van het betalingsverkeer te beperken wordt het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op elkaar en de liquiditeitsplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen. Daarnaast wordt het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd, bij maximaal twee banken. Hiermee worden de kosten van overboekingen tussen verschillende banken zo veel mogelijk vermeden. Het betalingsverkeer wordt verzorgd door partijen met een kredietwaardigheid die minimaal door twee rating agencies als minimaal A beoordeeld te zijn. De partijen hebben een vestiging in Nederland. Indien de rating van een bank wordt verlaagd ( downgrading ), zal worden onderzocht of het gewenst en mogelijk is de relatie met de betreffende partij te beëindigen. Binnen een maand na de downgrading zal daartoe een voorstel worden voorgelegd aan de directeur-bestuurder ter besluitvorming. In dit voorstel wordt een analyse van de consequenties voor Laurentius van het beëindigen van de relatie met betreffende partij beschreven. 5.2 Saldo- en liquiditeitenbeheer Het saldo en liquiditeitenbeheer betreft het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen. De rekeningen maken deel uit van een saldo- en rentecompensatieregeling per bank. Dit is een systeem waarbij de (valutaire) debet en creditsaldi van alle rekeningen van een organisatie worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend. Daarnaast streeft Laurentius naar minimalisatie van de (geconsolideerde) saldi op rekening-courant, om renteverlies te voorkomen. Er worden bij Laurentius geen gescheiden rekeningen aangehouden voor de DAEB en niet-daeb activiteiten. Treasurystatuut Laurentius juli 13 11

6. Administratieve organisatie 6.1 Uitgangspunten De administratieve organisatie is het stelsel van procedures, richtlijnen en limieten dat waarborgt dat de treasuryactiviteiten op een rechtmatige en doelmatige wijze worden uitgevoerd. Door een betrouwbare informatievoorziening dient men de activiteiten te kunnen beheersen en indien noodzakelijk bij te sturen. Het geheel dient gericht te zijn op de beheersing van de verschillende soorten interne risico's van de treasury. Het belangrijkste uitgangspunt van de administratieve organisatie is functiescheiding tussen uitvoering, autorisatie, administratie en controle. Deze functiescheiding kent de volgende karakteristieken: 1. Iedere transactie en betaling wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (vierogen principe); 2. De uitvoering en de controle/ registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen. 3. Een transactie wordt onmiddellijk schriftelijk vastgelegd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door de functionaris die belast is met de interne controle; 4. Na ontvangst van de transactiebevestiging wordt de transactie direct gecontroleerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten. In de volgende paragrafen van dit statuut zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden verder uitgewerkt. 6.2 Taken en verantwoordelijkheden De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de organisatie staan in onderstaande tabel gedefinieerd. Functie Verantwoordelijkheden Raad van Toezicht houden op het treasurybeleid Commissarissen Goedkeuren van treasurystatuut en treasuryjaarplan Goedkeuren besluiten tot aangaan van DEAB en niet-daeb leningen binnen de eisen van de geldende procuratieregeling Directeur-bestuurder Het vaststellen van het treasurystatuut en treasuryjaarplan Het autoriseren van door de directeur Bedrijfsvoering voorgestelde transacties Het besluiten tot aangaan van DAEB en niet-daeb leningen binnen de gestelde eisen van het treasurystatuut en de geldende procuratieregeling Het tekenen van leningovereenkomsten binnen de geldende procuratieregeling Het autoriseren van betalingen Directeur Bedrijfsvoering Het uitvoeren van de treasuryactiviteiten op het gebied van financiering, belegging en relatiebeheer Het autoriseren van betalingen Het adviseren van de directie en de Raad van Commissarissen over de financiële gevolgen van activiteiten en projecten Het opstellen van het treasuryjaarplan Het rapporteren aan de directie en Raad van Commissarissen over de uitvoering van het treasurybeleid Treasurystatuut Laurentius juli 13 12

Functie Verantwoordelijkheden Het schriftelijk aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare (transactie-) gegevens aan de financiële administratie Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen Het bewaken van de kwaliteit van de rapportages opgenomen in de treasuryprocessen (Senior) medewerker Het afhandelen van het girale betalingsverkeer financiële administratie Het opstellen van de liquiditeitsplanning Het beheren van de debiteuren en crediteuren Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de administratie Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury Het juist, tijdig en volledig administreren van financiële posities en transacties in de financiële administratie (Senior) medewerker planning & control Het verzorgen van interne controle op het administreren van financiële posities en transacties in de financiële administratie Het verzorgen van interne controle op de liquiditeitsplanning Het verzorgen van tijdige en betrouwbare managementinformatie ten aanzien van liquiditeit, financiële posities en transacties Controller Het uitvoeren van interne controle op de administratieve richtlijnen op het gebied van treasury Het beoordelen van de kwaliteit van de treasuryprocessen Het ongevraagd adviseren van de directeur-bestuurder over de kwaliteit van de treasuryprocessen en voorstellen voor verbeteringen aandragen Het bewaken van de kwaliteit van de rapportages opgenomen in de treasuryprocessen De externe accountant Het in het kader van haar reguliere controle taak adviseren en controleren omtrent feitelijke naleving van het treasurystatuut. Het controleren of transactiebevestigingen overeenkomen met de transactie informatie zoals verstrekt door het directeur Bedrijfsvoering Treasurycommissie Het adviseren van de directie over treasuryvraagstukken Het adviseren van de directie over treasurybeleid Beoordelen van de voor treasury relevante rapportages en overzichten Door goedkeuring van het treasuryjaarplan verstrekt de Raad van Commissarissen mandaat aan de directeur-bestuurder om tot een in het jaarplan genoemd maximumbedrag aan financiering aan te trekken. Daarnaast wordt de directeur bestuurder gemandateerd om renteconversies op bestaande leningen welke zich tot en met de periode als genoemd in het jaarplan te fixeren. Indien het aantrekkelijker is om de leningen vervroegd af te lossen, dan zal dit worden gedaan. De directeur-bestuurder heeft mandaat om deze "vervangende" extra (her)financieringsbehoefte tevens in te vullen, waarbij hij zal handelen binnen de spelregels zoals deze in het treasurystatuut zijn vastgelegd. 6.3 Treasurycommissie Het treasurybeleid wordt periodiek (in ieder geval 1 keer per jaar) besproken in een treasurycommissie. Deze treasurycommissie bestaat uit de directeur-bestuurder, directeur Bedrijfsvoering, controller en een extern adviseur. In de treasurycommissie worden in ieder geval het treasuryjaarplan en de evaluatie van het treasurybeleid besproken. Mochten zich omstandigheden voordoen die het noodzakelijk maken het treasurybeleid te wijzigen, zal de treasury commissie hiervoor adviezen formuleren voor de directeur-bestuurder. De treasury commissie komt vier keer per jaar bij elkaar. Daarnaast kan de treasurycommissie voorafgaand aan belangrijke financiële beslissingen bijeenkomen. Treasurystatuut Laurentius juli 13 13

7. Informatievoorziening In artikel 25 van het BBSH is vastgelegd dat de toegelaten instelling zorg dient te dragen voor een administratie die een juist en volledig inzicht geeft in haar werkzaamheden en haar financiële situatie. Om de treasury activiteiten controleerbaar en beheersbaar te maken is een goed functionerende interne en externe informatievoorziening noodzakelijk. Drie typen informatie kunnen hierbij worden onderscheiden: Beleidsgerichte informatie (doelstellingen, richtlijnen, etc.); Operationele informatie (posities, liquiditeitsplanning, investeringsplannen, afgesloten treasury transacties); Verantwoordingsinformatie (performance rapportages, interne controles, etc.). Naast interne informatie heeft de treasurycommissie ook externe informatie nodig zoals informatie met betrekking tot de geld- en kapitaalmarkt en met betrekking tot met de bank afgesloten transacties. 7.1 Beleidsmatige informatie Het treasurystatuut geeft de kaders weer, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd. Laurentius stelt daarnaast jaarlijks in het vierde kwartaal van het kalenderjaar een treasuryjaarplan op. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop concreet invulling wordt gegeven aan het treasurybeleid voor het komende kalenderjaar. 7.1.1 Treasuryjaarplan In het treasuryjaarplan dienen tenminste de volgende onderwerpen aan de orde te komen: De ontwikkeling van de financiële positie in een meerjarenperspectief. Belangrijke elementen hierbij zijn: de ontwikkeling van de solvabiliteit; de liquiditeitsplanning en de daaruit voortvloeiende financieringsbehoefte; de ontwikkeling van de borgingsruimte bij het WSW; De samenstelling en omvang van leningenportefeuilles; De renterisico s in de leningenportefeuille; De hoofdlijnen van het voorgenomen financierings- en beleggingsbeleid; Het beleid met betrekking tot beheersing van renterisico s, inclusief de toepassing van derivaten. Het treasuryjaarplan wordt behandeld in de treasurycommissie, vastgesteld door de directeur-bestuurder en ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Commissarissen van Laurentius. 7.2 Operationele informatie Het opstellen en hanteren van operationele informatie is de verantwoordelijkheid van de functionarissen die bij de uitvoering betrokken zijn (zie 6.2). De belangrijkste operationele informatie wordt tenminste jaarlijks in het vierde kwartaal van het kalenderjaar en voor het nemen van belangrijke financieringsbeslissingen geactualiseerd. Dit betreft in ieder geval de volgende aspecten: liquiditeitsplanning; analyse renterisico s. Treasurystatuut Laurentius juli 13 14

De betreffende aspecten worden minimaal één keer per jaar in het vierde kwartaal van het kalenderjaar in beeld gebracht, in het treasuryjaarplan. Deze informatie wordt besproken in de treasurycommissie. 7.3 Verantwoordingsinformatie De evaluatie van het treasurybeleid vindt plaats samen met de behandeling van het treasuryjaarplan voor het nieuwe begrotingsjaar. In de evaluatie wordt weergegeven in hoeverre de beleidsvoornemens uit het treasuryjaarplan zijn uitgevoerd en wat de oorzaken zijn van eventuele afwijkingen. Om een goede vergelijkbaarheid mogelijk te maken dient de indeling en de onderwerpen van de evaluatie aan te sluiten bij het treasuryjaarplan van het betreffende jaar. De evaluatie wordt vastgesteld door de treasurycommissie en ter beoordeling voorgelegd aan de Raad van Commissarissen. Treasurystatuut Laurentius juli 13 15