Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

Vergelijkbare documenten
3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2018

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2016

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2015

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling.

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere regel Verpleging en verzorging

Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

Experiment bekostiging verpleging en verzorging

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

Regeling NR/REG Regeling eerstelijnsverblijf

3.3 Declaratie De rekening van de zorgaanbieder aan de patiënt of de zorgverzekeraar voor een verrichte prestatie(s).

Beleidsregel experiment bekostiging verpleging en verzorging

3.3 Declaratie De rekening van de zorgaanbieder aan de patiënt of de zorgverzekeraar voor een verrichte prestatie(s).

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag

Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve

BELEIDSREGEL CA-BR-1517a. Experiment regelarme instellingen Wlz. Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c

REGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

Consument Een zorgvrager, patiënt, een potentiële patiënt of degene die namens een patiënt informeert.

Regeling innovatie voor kleinschalige experimenten

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

BELEIDSREGEL CA-BR Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve

Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz 2018

Nederlandse Zorgautoriteit

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Kenmerk

Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

Beleidsregel Verpleging en verzorging

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk

Terugvordering bestuursrechtelijke geldsommen door de NZa

3.2 Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig farmaceutische zorg verleent.

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz. Grondslag

Deze beleidsregel regelt het aanvragen van een vergoeding voor kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg gericht op ketenzorg dementie.

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

BELEIDSREGEL CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg

BELEIDSREGEL BR/REG-18126

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/14/51c /141182

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Contracteren Zelfstandige Zorgverleners AWBZ

Regeling gecombineerde leefstijlinterventie NR/REG-1910

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

Nadere Regel NR/CU-256

Zorgaanbieder Zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg, die de prestaties integrale geboortezorg (mede) uitvoert.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BELEIDSREGEL BR/REG-17151

BELEIDSREGEL BR/CU-5105

3.6 Prenatale fase Fase in het zorgtraject vanaf de fysieke intake bij de zorgaanbieder tot aan de aanvang van de actieve fase van de bevalling.

BELEIDSREGEL BR/CU-5066

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

Deze beleidsregel heeft tot doel de deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid te bieden om een experiment uit te voeren.

Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarief zzp-meerzorg Wlz - BR/REG-19123

BELEIDSREGEL BR/REG-17150

BELEIDSREGEL BR/CU 2148 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten

BELEIDSREGEL BR/REG-17106

Inkoop Aanspraak Wijkverpleging 2017

REGELING CA-NR Declaratievoorschriften Wlz-zorg. Bijlage 22 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

BELEIDSREGEL BR/CU-5059

BELEIDSREGEL BR/CU-7039

BELEIDSREGEL BR-REG-17107

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 8 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 juni 2014 Betreft Kortdurend eerstelijns verblijf

Nota van toelichting. Algemeen

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die mondzorg leveren dan wel mondzorgprestaties in rekening brengen 1.

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

BELEIDSREGEL AL/BR Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

3.1 Externe cliënt Een externe cliënt is een cliënt die niet bij de AWBZ-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft.

Zolang de eindcalculatie voor jaar t nog niet bekend is wordt de door de

Transcriptie:

Beleidsregel Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om een grens vast te stellen op grond van artikel 50, tweede lid, van de Wmg. Gelet op artikel 50, tweede lid, van de Wmg worden grenzen, die uit deze beleidsregel voortvloeien, ambtshalve door de NZa vastgesteld. Gelet op artikel 59 Wmg heeft de minister van VWS met brief van 16 juli 2014, kenmerk 378012-121397-MC, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven. 1. Begripsbepalingen Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. Minister De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c Wmg én de houder is van de AGB-code die door de zorgverzekeraar aan de NZa is verstrekt ten behoeve van de uitvoering van het macrobeheersinstrument. Zorgverzekeraar Een verzekeraar als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Zorgverzekeringswet. Prestaties verpleging en verzorging De prestaties verpleging en verzorging als omschreven in artikel 4.1 van de Beleidsregel verpleging en verzorging. Alsmede de prestaties op basis van de Beleidsregel experiment bekostiging verpleging en verzorging, de Beleidsregel regiefunctie complexe wondzorg en de Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg. Zorgverzekeringsfonds Het fonds bedoeld in artikel 39 van de Zorgverzekeringswet. Budgettair kader zorg (BKZ) Door het ministerie van VWS jaarlijks vastgesteld macrokader dat de beschikbare middelen per jaar omvat voor een bepaald type zorg. Macrobeheersinstrument Instrument waarmee op grond van artikel 35, zevende lid en artikel 50, tweede lid, van de Wmg, ontstane overschrijdingen op het BKZ achteraf kunnen worden geredresseerd. Macro-omzetgrens De bovengrens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder c, van de Wmg.

Gerealiseerde omzet De omzet in 2018 verkregen uit declaratie van de prestaties verpleging en verzorging. Kaderbrief De brief die de NZa in 2017 ontvangt van de minister, met daarin de macro-omzetgrens. 2 van 7 Realisatiebrief De brief die de NZa ontvangt van de minister na afloop van 2018, met daarin het besluit of het kader is overschreden en, zo ja, welk doelbedrag door de NZa moet worden teruggehaald. Doelbedrag Het totaalbedrag dat door de NZa moet worden teruggehaald bij alle aanbieders van verpleging en verzorging, indien de minister besluit dat een bedrag moet worden teruggehaald. Dit doelbedrag staat in de realisatiebrief. 2. Doel van de beleidsregel Doel van deze beleidsregel is vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om ontstane overschrijdingen van het Budgettair kader zorg (BKZ), betrekking hebbend op verpleging en verzorging, met behulp van een macrobeheersinstrument (mbi), achteraf te rederesseren. 3. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op verpleging en verzorging waarop aanspraak bestaat op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Deze beleidsregel is ook van toepassing op intensieve kindzorg waarop aanspraak bestaat op de grond van de Zvw, voor zover deze zorg wordt geleverd door een rechtspersoonlijkheid bezittend organisatorisch verband ten behoeve van verpleegkundige dagopvang of verblijfszorg. 4. Bekendmaking in 2017 van de grenzen 4.1 De minister maakt in 2017 bij kaderbrief aan de NZa de hoogte van de macro-omzetgrens voor 2018 bekend. 4.2 Voorafgaand aan 2018 stelt de NZa in een beschikking ambtshalve een collectieve bovengrens vast als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder c, Wmg. De som van de door afzonderlijke zorgaanbieders gezamenlijk in 2018 te realiseren omzet mag deze collectieve bovengrens niet overschrijden. 4.3 Voorafgaand aan 2018 stelt de NZa in een beschikking ambtshalve een individuele bovengrens per individuele zorgaanbieder vast als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder c, Wmg. De in 2018 te realiseren omzet van de zorgaanbieder mag deze individuele bovengrens niet overschrijden. 4.4 De NZa maakt de hiervoor genoemde beschikkingen bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door publicatie in de Staatscourant. De NZa

kan de grenzen genoemd in lid 2 en lid 3 vaststellen in één enkele beschikking. 5. Procedure na 2018 3 van 7 5.1 De minister bericht de NZa na afloop van 2018 met een realisatiebrief of de collectieve bovengrens van 2018 is overschreden en, zo ja, welk totaalbedrag door de zorgaanbieders gezamenlijk in het Zorgverzekeringsfonds moet worden gestort, het doelbedrag. 5.2 Indien sprake blijkt (te zijn geweest) van een overschrijding van de bovengrens, maakt de NZa die overschrijding op last van de minister ongedaan met gebruikmaking van het macrobeheersinstrument. De NZa maakt de beschikking bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door publicatie in de Staatscourant. 5.3 Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat de in het eerste lid genoemde bovengrens in 2018 niet is overschreden, stelt de NZa de bovengrens ambtshalve gewijzigd vast in een beschikking, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Wmg. De hoogte van deze grens wordt bepaald door de som van de door afzonderlijke zorgaanbieders gezamenlijk in 2018 gerealiseerde omzetten. Ook deze beschikking maakt de NZa bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door publicatie in de Staatscourant. 5.4 Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat de in het eerste lid genoemde bovengrens wel is overschreden en dat er derhalve een doelbedrag moet worden teruggehaald, stelt de NZa voor elke zorgaanbieder vast welk deel van het doelbedrag aan haar wordt toegerekend. 5.5 De individuele grens is, indien de macrogrens is overschreden, gelijk aan het procentuele aandeel van de gerealiseerde omzet van die zorgaanbieder in de totale omzet van 2018 van alle zorgaanbieders gezamenlijk, vermenigvuldigd met de macrogrens. De NZa rekent het in het vorige lid bedoelde doelbedrag toe door het bedrag van de individuele grens af te trekken van de door de individuele aanbieder gerealiseerde omzet. 5.6 De NZa geeft de zorgaanbieder een aanwijzing tot afdracht van het in het vorige lid bedoelde bedrag aan het Zorgverzekeringsfonds. De aanwijzing vermeldt een betalingstermijn. 5.7 De NZa kan besluiten om voorafgaand aan de in het vorige lid bedoelde aanwijzing één of meer (voorlopige) beschikkingen af te geven. 5.8 Indien de kosten van de afdracht en inning van het af te dragen bedrag hoger zijn dan de baten, kan de NZa inning achterwege laten. 5.9 De NZa neemt bij de toerekening voor het bepalen van de hoogte van de omzet het volgende onderdeel mee: de gerealiseerde omzet uit de prestaties verpleging en verzorging. 5.10 De NZa legt in de Regeling macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 vast op welke wijze en op welk moment zorgverzekeraars haar over de gerealiseerde omzet van de

zorgaanbieders dienen te informeren. 6. Bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel 4 van 7 Inwerkingtreding / Bekendmaking Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wet marktordening gezondheidszorg zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Citeertitel Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018.

TOELICHTING Algemeen Op last van de minister voert de NZa in 2018 het zogenoemde macrobeheersinstrument uit. De gerealiseerde omzet voor verpleging en verzorging wordt (voorafgaand aan het jaar) aan een maximum gebonden. Als achteraf blijkt dat dit maximum is overschreden, dienen de zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van deze beleidsregel vallen een percentage van de door hen in 2018 behaalde omzet na afloop van 2018 terug te betalen aan het Zorgverzekeringsfonds. Deze terugbetalingsverplichting geldt voor alle zorgaanbieders, ongeacht hun aandeel in de totale macro-overschrijding (generiek model). Zij zullen daartoe een beschikking van de NZa ontvangen. De NZa zal het hiervoor genoemde percentage, dat voor iedere zorgaanbieder van verpleging en verzorging hetzelfde is, vaststellen op basis van de (procentuele) verhouding tussen de hoogte van de macro-overschrijding en de op grond van artikel 50, tweede lid, onder c, Wmg, vastgestelde macroomzetgrens. 5 van 7 Artikelsgewijs Artikel 3 Reikwijdte Onder deze beleidsregel vallen zorgaanbieders die de prestaties verpleging en verzorging (zie in de begripsbepaling Prestaties verpleging en verzorging ) leveren. Wmg-zorgaanbieders die tarieven in rekening brengen vallen onder de werking van het mbi en hebben een AGB-code nodig. Maar niet iedereen is zorgaanbieder in de zin van de Wmg. Evenmin brengt elke zorgaanbieder tarieven in rekening. De categorieën (a) zorgverleners die wel zorgaanbieder zijn in de zin van de Wmg, maar géén tarieven in rekening brengen en (b) zorgverleners die géén zorgaanbieder zijn in de zin van de Wmg, vallen niet onder de werking van het macrobeheersinstrument. Met de introductie van het pgb is dit meer naar voren gekomen. In de brief van de Staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer van 20 oktober 2015 1 wordt op drie verschillende categorieën zorgverleners ingegaan: Zorgverleners die zorgaanbieder zijn in de zin van de Wmg én tarieven in rekening brengen Hierbij gaat het om zorgverleners die hun zorg beroeps- of bedrijfsmatig leveren en daarmee onder de definitie van artikel 1, onderdeel c, Wmg vallen. Als deze zorgaanbieders tarieven in rekening brengen bij verzekeraar of consument, dan vallen ze onder de reikwijdte van tariefen prestatieregulering. Daarbij valt in ieder geval te denken aan zzp-ers en reguliere zorginstellingen. Voor deze groep geldt dat alle eisen van de Wmg en de daaruit voortvloeiende regelgeving op hen van toepassing is. Dat betekent ook dat op hen het mbi van toepassing is. Dit vloeit mede voort uit het feit dat de Zvw-pgb een restitutievariant binnen de Zvw is. Behalve met een pgb kan aan een verzekerde gecontracteerde verpleging en verzorging ook uit hoofde van een restitutieverzekering vergoed worden. Onderscheid maken tussen Zvwpgb en een restitutieverzekering is derhalve niet passend. 1 Kamerstukken II, 2015-2016, 25657, nr. 217.

Zorgverleners die zorgaanbieder zijn in de zin van de Wmg, maar geen tarieven in rekening brengen Een deel van de zorgverleners valt wel onder de definitie zorgaanbieder in artikel 1, onderdeel c, Wmg, maar doordat zij geen tarieven in rekening brengen, vallen zij buiten de bepalingen hierover. Het gaat daarbij om de zorgverleners die de zorg leveren op grond van een arbeidsovereenkomst met de verzekerde. De zorgverlener brengt geen tarief in rekening, maar ontvangt loon van de verzekerde. Dat is vergelijkbaar met zorgverleners die elders, bijvoorbeeld bij een instelling, in loondienst zijn. Ook zij ontvangen loon en vallen dus niet als individu onder de tarief- en prestatieregulering. Doordat deze zorgverleners geen tarieven in rekening brengen zijn declaratieregelingen op grond van de tarief- en prestatiebepalingen niet op hen van toepassing. Dat betekent onder meer dat op deze groep het mbi niet van toepassing is. Voor deze groep is nog wel relevant dat de Wmg in algemene zin eisen stelt aan zorgaanbieders. Niet alle eisen zijn echter toepasbaar op deze groep zorgverleners. 6 van 7 Zorgverleners die geen zorgaanbieder zijn in de zin van de Wmg Zorgverleners die zorg verlenen rechtstreeks voortvloeiend uit een bestaande sociale relatie, vallen niet onder de definitie zorgaanbieder in artikel 1, onderdeel c, Wmg. 2 Dat betekent dat deze zorgverleners niet onder de werking van de Wmg vallen en niet gehouden zijn aan de bepalingen die de Wmg ten aanzien van het verlenen van zorg stelt. Dat heeft onder meer tot gevolg dat de bepalingen over tarieven en prestaties niet op hen van toepassing zijn. Daarmee is ook het mbi niet op hen van toepassing. Ook eisen die de Wmg in algemene zin stelt aan zorgaanbieders zijn niet op deze groep van toepassing. Intensieve kindzorg Voor verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg geldt de Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg. De gerealiseerde omzet uit declaraties op basis van deze beleidsregel valt onder het macrobeheersinstrument verpleging en verzorging. Artikel 4 Bekendmaking in 2017 van de grenzen Het macrobeheersinstrument bestaat uit een landelijke omzetgrens (bovengrens) en daarvan afgeleide omzetgrenzen (bovengrenzen) per zorgaanbieder. De macro-omzetgrens wordt bij aanwijzing of brief door de minister aan de NZa meegedeeld. De NZa stelt na ontvangst van dit bericht, maar voorafgaand aan 2018, voor alle zorgaanbieders in een collectieve beschikking ambtshalve één bovengrens vast voor de som van hun (gezamenlijke) omzet. Tevens stelt de NZa een individuele omzetgrens, zijnde een bovengrens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder c, van de Wmg, vast aan de hand van de rekenregels, zoals beschreven in de Beschikking macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018. 2 De definitie van mantelzorger in artikel 1.1.1 Wlz wordt daarbij als uitgangspunt genomen, omdat die wet, anders dan de Wmg en de Zvw, een definitie geeft van het begrip mantelzorger. Omdat de NZa toezicht houdt op deze drie wetten, ligt het met het oog op consistentie voor de hand dat de definitie van mantelzorger uit de Wlz wordt gehanteerd.

Artikel 5 Procedure na 2018 Artikel 5.2 en 5.3 De minister bericht de NZa of de bovengrens van 2018 is overschreden en zo ja, welk bedrag door de zorgaanbieders in het Zorgverzekeringsfonds moet worden gestort. 7 van 7 Als de macro-omzetgrens niet is overschreden stelt de NZa de omzetgrens per zorgaanbieder gelijk aan de werkelijke omzet. Als de macro-omzetgrens wel is overschreden stelt de NZa voor elke zorgaanbieder het aandeel in de door de minister vastgestelde overschrijding vast op basis van de gerealiseerde omzet over het desbetreffende jaar. De zorgaanbieder is verplicht dit bedrag in het Zorgverzekeringsfonds te storten. Artikel 5.8 Om te voorkomen dat de NZa zeer lage macrobeheersinstrument - kortingsbedragen zou moeten invorderen waarbij de kosten van incasso niet opwegen tegen de te vorderen bedragen, krijgt de NZa de bevoegdheid om de inning van dergelijke bedragen achterwege te laten. De hoogte van deze lage macrobeheersinstrument - kortingsbedragen worden door de NZa vastgesteld op het moment dat het ministerie van VWS besluit om het macrobeheersinstrument in te zetten. Artikel 5.9 en 5.10 De overschrijding wordt aan zorgaanbieders toegerekend op basis van het aandeel van hun omzet in de totale landelijke omzet. Om die toerekening mogelijk te maken moet de NZa over de omzetgegevens van de zorgaanbieders beschikken. Hiertoe wordt aan de zorgverzekeraar gevraagd de omzet per zorgaanbieder op de voorgeschreven wijze op te geven.