Voortbeweging Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs DMVOB-B&E-2012
Met deze Doe Mee in de hand kom je veel verschillende dierentuindieren tegen. De kaart vind je op de achterkant van de Doe Mee. Veel plezier! 1
Een mens loopt op twee benen. Je kunt langzaam lopen maar ook rennen, ja zelfs springen. Natuurlijk kunnen wij ook op één been lopen of op vier maar dat gaat al veel moeilijker. Als het om slingeren gaat komt een mens ook al gauw in de problemen terwijl een aap dat erg goed kan. Zwemmen kunnen mensen wel maar vergeleken met een vis of zeehond stelt het niks voor! En dan hebben we het nog niet over vliegen gehad. Met behulp van vliegtuigen komen we een heel eind maar op eigen kracht? Er zijn dieren die heel goed kunnen vliegen. Dat zijn de......... Al deze manieren van vooruit komen noemen we voortbeweging. In het Dierenpark zie je veel verschillende diersoorten en ze hebben allemaal hun eigen manier van voortbewegen. 1
Parkieten en papegaaien kunnen erg goed vliegen. Ze hebben grote vleugels en vaak een lange staart. Maar ze kunnen zich ook op andere manieren voortbewegen. Hoe kunnen ze zich nog meer voortbewegen en hoe doen ze dat? 1 Ze kunnen....................... en dat doen ze met hun............... 2 Ze kunnen....................... en dat doen ze met hun............... Kijk eens goed hoe de giraffe loopt. We noemen dit telgang. Welke poten tilt de giraffe steeds bijna tegelijk op? De giraffe tilt...................................................................................... In het aquarium zitten dieren die goed kunnen zwemmen: de vissen. 3
Dat doen ze met hun vinnen. In de tekening hieronder zie je welke vinnen er allemaal zijn. Maar let op want niet alle vissen hebben alle vinnen! 1 borstvin 2 buikvin 3 aarsvin 4 staartvin 5 rugvin Zoek nu de zeepaardjes op. Welke vinnen heeft een zeepaardje? Een zeepaardje heeft vinnen met de nummers................................... Kan een zeepaardje alleen maar vooruit zwemmen? Een zeepaardje kan........................................................................ 4
9 In de vrije vlucht volière vind je veel verschillende vogels. Er zijn vogels die vooral vliegen maar er zijn ook vogels die meestal zwemmen. Ook zijn er vogels die meer lopen. Zoek bij de volgende manieren van voortbewegen een vogel die je in de volière ziet. Schrijf de naam van de vogel op. vogelnaam zwemmen............. lopen............. vliegen............... Tegenover Ouwehands Jungle ligt een vijver met drie eilandjes. Hier woont een kleine apenfamilie. Hoe heten deze apen? Dit zijn............................. Kijk eens goed naar hun armen. Zijn die lang of kort? De armen zijn.......... Hoe bewegen deze apen zich voort? Deze apen..................................................................................................................................... 5
Neem een kijkje bij de rendieren en luister vooral goed als ze lopen! Waar komen rendieren in de natuur voor? Rendieren komen voor in............................................................ De poten van het rendier zijn aangepast aan de grond waarop het rendier moet lopen. Op wat voor soort grond lopen rendieren? Ze lopen op................ De poten van het rendier zijn aangepast aan de grond waarop het dier loopt? Hoe dan? Ze..................................................................................... Luister goed naar een lopend rendier! Wat hoor je voor geluid? Ik hoor................. Waardoor wordt dat geluid veroorzaakt? Het wordt veroorzaakt door............................. Loop door naar Het Berenbos Als je goed naar de achterpoten van de beer kijkt, kun je zien dat hij op de hele voetzool loopt. 6
We noemen zulke dieren zoolgangers. Hoe loop jij? Een mens is een....................... Een beer kan zich ook nog op een andere manier voortbewegen. Een beer kan namelijk ook............................................. Kijk eens goed naar deze dieren. Dit zijn flamingo s. Flamingo s lopen op hun tenen. In het midden van hun poot zit een gewricht. Dit gewricht kun je vergelijken met onze enkel. Snap je dat? Om het goed te begrijpen moet je op je tenen gaan staan en een stukje lopen. Vraag aan je klasgenoten naar welke kant je enkel buigt, naar voor of naar achter. Naar welke kant buigt het gewricht in het midden van de poot van de flamingo? Dit gewricht buigt naar...................... Er zijn ook vogels die helemaal niet kunnen vliegen. 7
Denk maar eens aan de struisvogel en de emoe. Wat kan de emoe wel? 3 De emoe kan heel hard......................................................... Naast de emoes woont de kangoeroe. Weet jij waar kangoeroes leven? Kangoeroes leven........................... Kangoeroes hebben een soort zak op hun buik. Hoe noemen we die zak? Dat is de....................... Hoe komen kangoeroes vooruit? Kangoeroes..................................... Waar gebruiken zij hun staart voor? Ze gebruiken hun staart om........................................ Loop langs de leeuwen en kijk ook bij de Amurtijger Alle katten zijn snel en ze kunnen bijna allemaal goed klimmen. 8
Waarom moeten katten snel zijn en goed kunnen klimmen? Katten moeten snel zijn omdat ze.................................................................................... Ze moeten goed kunnen klimmen omdat ze................................................................................... De kameel wordt ook wel Schip van de Woestijn genoemd. Dat komt door de manier van lopen. Het dier schommelt heel erg heen en weer. Kijk goed naar een lopende kameel. Welke poten tilt de kameel tegelijk op bij het lopen? De kameel tilt................................................ Hoe noemen we deze manier van lopen? (Denk nog eens aan de giraffe!!) Deze manier van lopen noemen we.............................................. Heb jij wel eens op heet zand gelopen? Ging dat goed? Je rende vast en zeker heel snel naar een kouder stukje! Een kameel kan wel heel goed op heet zand lopen. Hoe komt dat denk je? Dat komt doordat.............................................................................................. 9
ontwerp & illustraties door Marijke van Veldhoven 10