Gemeenten Aalburg, Werkendam & Woudrichem. Integraal handhavingsbeleidsplan



Vergelijkbare documenten
1. Nalevingstrategie. 1.1 Preventiestrategie. Bijlage 0: Nalevingstrategie

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen.

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

Integraal handhavingsbeleid 2017 tot en met 2020

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving?

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Beslisdocument college van Peel en Maas

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

Oplegnotitie Integraal Handhavingsbeleid;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Plan van aanpak. Onderzoek handhavingsbeleid. 22 januari 2013

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Beleidsplan. Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht

Samenvatting Integrale Handhaving

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Toelichting op de Nota Handhaving Openbare Ruimte en Milieu en het Uitvoeringsprogramma Handhaving Openbare Ruimte 2015.

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Gemeente Woudrichem. Uitvoeringsprogramma 2012

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Reikwijdte Doelstelling Hoofdstuk 2 Samenvatting...

Samen aan de IJssel Inleiding

Inleiding Het jaarverslag Commissie bezwaarschriften en het jaarverslag klachten, beide over 2012, treft u hierbij aan.

onderzoeksopzet handhaving

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Jaarverslag klachten 2015 Gemeente Heusden

BIJLAGEN Bijlage I Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Bijlage II Protocol Controles oplevering bouwwerken

Hoogte van dwangsommen lengte van b egunstigingstermijn opgenomen in tabellen

HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE WOERDEN

Niet wegkijken maar toezien

Raadsavond Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Jaarverslag klachten 2011 Gemeente Heusden

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Onderwerp : Vaststelling van het Preventie- en handhavingsplan Alcohol

Uitvoeringsprogramma handhavingstaken bouw- en ruimtelijke regelgeving. gemeente Zoeterwoude

Handhavingsbeleidsplan Workshop prioriteiten bepalen

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied

ONDERZOEKSOPZET. Grip op vakantieverhuur

Jaarverslag klachten 2018 Gemeente Heusden

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016

veiligheid door samenwerken Boa s in de openbare ruimte Een inleiding

Indicatief Vergunningenbeleidsprogramma Nuth 2008.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5

Zundertse Regelgeving

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding

Jaarverslag klachten 2016 Gemeente Heusden

Handhavingsplan Openbare Orde en Veiligheid 2013 Wormerland

Portefeuillehouder: mr. R. de Boer. A anbestedingstoets: nee. Onderwerp: Integraal handhavingsplan , incl. meerjarenuitvoeringsprogramma.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

HANDHAVINGSBELEID OMGEVINGSRECHT Team Vergunningen, Handhaving en Milieu (VHM) Gemeente Boxtel

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Raadsvoorstel Gebied en Wijkzaken A. de Neef P.J. Möhlmann. Veiligheid. Handhaving

Gemeente Hillegom. Handhavingsnota Bouwen/Ruimtelijke Ordening

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Advies:

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Handhavingsbeleidsplan Wabo

Halfjaarlijkse voortgangsrapportage Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2018

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Onderwerp Afwijken van het planologisch regime onder de Wabo (voorheen projectbesluit)

Handreiking Interbestuurlijk Toezicht (IBT) 2019 voor gemeenten

Cross Compliance controles

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Bijlage 9: Begrippenlijst

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018;

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

Van: D. de Roock Tel nr: 8504 Nummer: 15A Nienke Booms, Mark Goossens, Michel de Groot, Marjolein Bekkers en Peter van den Berg

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Handhavingsparagraaf

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Toelichting risicoanalyse

Integraal Handhavingsbeleid Oudewater

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen

UITVOERINGSPROGRAMMA HANDHAVING Vastgesteld door het college: d.d

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

Klachtenregeling Inhoud

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven?

Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Transcriptie:

Gemeenten Aalburg, Werkendam & Woudrichem Integraal handhavingsbeleidsplan 11 november 2010

Integraal handhavingsbeleidsplan MB-ALL B.V. Postbus 1148 3600 BC MAARSSEN Tel. (0346) 583070 november 2010 2010 MB-ALL B.V. De informatie in dit document mag noch geheel noch gedeeltelijk op enigerlei wijze worden aangepast, gewijzigd, verspreid of verveelvoudigd zonder voorafgaande toestemming van MB-ALL B.V. 2

Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 5 1.2 Doelstelling 6 1.3 Leeswijzer 6 2. Samenvatting 8 3. Visie op toezicht en handhaving 3.1 Inleiding 10 3.2 Belang van de beleidsvisie 10 3.3 Vertaling visie naar beleidsuitgangspunten 12 4. Integrale Handhaving 4.1 Inleiding 14 4.2 Uitgangspunten voor integrale handhaving 15 4.3 Vormen van integrale handhaving 15 4.4 Reikwijdte van integrale handhaving 19 5. Prioriteiten 5.1 Inleiding 20 5.2 Risicoanalyse 20 5.3 Prioriteitenoverzicht 21 6. Nalevingstrategie 6.1 Inleiding 22 6.2 Toelichting Nalevingstrategie 22 7. Toezichtstrategie 7.1 Inleiding 24 7.2 Repressief toezicht 24 7.3 Preventief toezicht 28 7.4 Schematisch overzicht Toezichtstrategie 41 8. Handhavingstrategie 8.1 Inleiding 42 8.2 Uitgangspunten handhavingstrategie 42 8.3 Sanctiemiddelen 43 8.4 Samenvatting handhavingstrategie 48 9. Gedoogstrategie 9.1 Inleiding 49 9.2 Gedoogvoorwaarden 49 9.3 Gedoogsituaties 50 3

10. Preventiestrategie 10.1 Inleiding 52 10.2 Communicatie 52 10.3 Communicatiemiddelen 53 10.4 Voorwaarden voor succesvolle communicatie 54 11. Uitwerking beleids- en uitvoeringscyclus 11.1 Inleiding 55 11.2 Uitwerking beleids- en uitvoeringscyclus 56 Bijlagen I Uitwerking beleidsuitgangspunten II Bestuursovereenkomst Handhaving Omgevingsrecht Provincie Noord Brabant III Provinciale beleidsnota Zo handhaven we in Brabant IV Bestuursconvenant Samenwerken in het Land van Heusden en Altena V Overzicht handhavingsthema s en taken VI Toelichting risicoanalyse VII Prioriteitenschema 4

1. Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem hebben gewerkt aan een gezamenlijk integraal handhavingsbeleidsplan. In dit document treft u het integraal handhavingsbeleidsplan van de drie gemeenten aan. In deze beleidsnotitie is beschreven wat de uitkomsten en resultaten zijn van alle stappen die uit onderstaand stappenplan zijn genomen in het kader van dit beleidstraject. Met dit integraal handhavingsbeleidsplan leggen de drie gemeenten gezamenlijk de basis voor de beleidscyclus waarin de visie op handhaving, het programma voor de handhaving en de uitvoering van de handhaving is vastgelegd, kortom de basis voor beleidsorganisatie die volledig Wabo-proof is. Dit integraal handhavingsbeleidsplan moet leiden tot jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma s waarin de daadwerkelijke inzet op de taken voor toezicht en handhaving is bepaald en waarlangs de gemeenten afzonderlijk in haar uitvoeringsprogramma s de beschikbare capaciteit inzetten op de verschillen handhavingsthema s en taken. 5

1.2 Doelstelling Het doel van dit integraal handhavingsbeleidsplan voor de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg is om binnen de kaders van de verschillende beleidsthema s (bouwen, slopen, monumenten, brandveiligheid, ruimtelijke ordening, milieu, verordeningen en overige bijzondere wet- en regelgeving) te komen tot een zo integraal mogelijke afgestemd beleid op het gebied van toezicht en handhaving conform de kwaliteitseisen die de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) hieraan stelt. Verder is het doel om met het oog op een eventuele samenwerking in de uitvoering tussen de drie gemeenten te komen tot een integraal handhavingsbeleidsplan dat blijk geeft van transparantie voor de burger, de organisatie en de handhavingspartners over hoe wordt omgegaan met integrale handhaving binnen de gemeenten. Tenslotte heeft het integraal handhavingsbeleidsplan als doel om als basis te dienen voor de jaarlijkse Uitvoeringsprogramma s waarmee tot een zo effectief en efficiënt mogelijke inzet van mensen en middelen wordt gekomen en waarbij het voor een ieder duidelijk is, dan wel dat het voor een ieder duidelijk behoort te zijn, hoe de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem haar mensen en middelen inzet om naleving van de regels te bereiken en/of te bevorderen. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een samenvatting gegeven van dit Integraal handhavingsbeleidsplan. In hoofdstuk 3 van dit integraal handhavingsbeleidsplan wordt een beschrijving gegeven van de visie op toezicht en handhaving. Hierin worden de achtergronden en beleidsuitgangspunten beschreven die aan dit integraal handhavingsbeleidsplan voor de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg ten grondslag liggen. Ook wordt in dit hoofdstuk nader ingegaan op het belang van de beleidsvisie, de beleidscyclus en de vertaling van deze visie in beleidsuitgangspunten. In hoofdstuk 4 wordt uitgebreid ingegaan op het begrip Integrale handhaving. Hierin worden de uitgangspunten voor integrale handhaving beschreven, alsmede de verschillende vormen van integrale handhaving. Tenslotte wordt aangegeven wat de reikwijdte van integrale handhaving is in de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de prioriteiten zoals deze zijn bepaald als grondslag voor het integraal handhavingsbeleidsplan voor de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg. Er wordt ingegaan op de wijze van totstandkoming van deze prioriteiten uiteindelijk wordt in het prioriteitenschema aangegeven welke prioriteiten voor welke handhavingstaken zijn vastgesteld. Hoofdstuk 6 beschrijft de nalevingstrategie en de uitgangspunten voor de verschillende beleidsstrategieën zoals deze in de hierop volgende hoofdstukken worden uitgewerkt. In hoofdstuk 7 wordt uitgebreid ingegaan op de Toezichtstrategie. Hierin worden begrippen als preventief/repressief toezicht, vergunninggebonden/niet-vergunninggebonden toezicht nader uitgewerkt. 6

Hoofdstuk 8 bevat de uitwerking van de handhavingstrategie. In dit hoofdstuk staat beschreven hoe de drie gemeenten omgaan met het opleggen van sanctiemiddelen. In hoofdstuk 9 wordt de gedoogstrategie beschreven. Hierin wordt ingegaan hoe de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg omgaan met het gedogen van overtredingen. Hoofdstuk 10 bevat een beschrijving van de preventiestrategie. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop de drie gemeenten inzetten op het voorkomen van overtredingen. Tenslotte wordt in hoofdstuk 11 ingegaan op de evaluatie en monitoring van dit integraal handhavingsbeleidsplan en wordt beschreven hoe en in welke frequentie dit beleidsplan wordt geëvalueerd. 7

2. Samenvatting Om de doelstellingen van dit integraal handhavingsbeleidsplan te bereiken wordt in deze beleidsnotitie uitgebreid ingegaan op de visie, de uitgangspunten en achtergronden die de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg gezamenlijk hebben bepaald op het gebied van integrale handhaving. Hierbij is aangesloten bij de uitgangspunten die zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Handhaving Omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant, de hieronder liggende strategie Zo handhaven we in Brabant en het bestuursconvenant Samenwerken in het Land van Heusden en Altena. In dit integraal handhavingsbeleidsplan worden deze visie, uitgangspunten en achtergronden vertaalt naar concrete doelen en strategieën. Hierbij is het de bedoeling om dit integraal handhavingsbeleidsplan tot uitvoering te brengen aan de hand van een jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma waarin de concrete toezicht- en handhavingactiviteiten worden beschreven. Dit integraal handhavingsbeleidsplan geldt als onderdeel van een beleidscyclus. Bij het inzetten van deze beleidscyclus geldt dat dit integraal handhavingsbeleidsplan het startpunt is in de cyclus van visie (beleid), uitvoering (uitvoeringsprogramma s), evaluatie en bijsturing. In deze cyclus streven de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg naar een zo integraal mogelijke afstemming van visie, beleid en uitvoering. In dit beleidstraject is door middel van een aantal workshops met vertegenwoordigingen van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie van de drie gemeenten de visie op toezicht en handhaving bepaald. Dit heeft geleid tot een aantal algemene, procesmatige en organisatorische uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het onderhavige integrale handhavingsbeleidsplan. Vervolgens is bepaald wat dient te worden verstaan onder integrale handhaving in het kader van dit integrale handhavingsbeleidsplan. Niet alleen wordt dit begrip nader toegelicht. Ook wordt de reikwijdte van het begrip voor de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg bepaald. Ook zijn tijdens bovengenoemde workshops de prioriteiten bepaald van de verschillende toezicht- en handhavingstaken binnen de verschillende beleidsthema s door middel van een risicoanalyse die is gebaseerd op de systematiek van het Expertisecentrum Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een compleet overzicht van alle prioriteiten (zeer hoog, hoog, gemiddeld en laag) op de verschillende taakonderdelen per beleidsthema. In dit integrale handhavingsbeleidsplan wordt op basis van de bepaalde visie en de gestelde prioriteiten invulling gegeven aan de wijze waarop de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg haar toezicht- en handhavingstaken wensen in te vullen. Dit wordt beschreven in de nalevingstrategie, welke verder is uitgewerkt in een aantal beleidsstrategieën, te weten de Toezichtstrategie, de Sanctiestrategie, de Gedoogstrategie en de Preventiestrategie. 8

In de Toezichtstrategie wordt per beleidsthema een uitwerking gegeven van de uitgangspunten van het preventieve (niet-vergunning-/inrichtinggebonden) toezicht en het repressieve toezicht. In grote lijnen wordt hierin beschreven hoe de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg aan deze vormen van toezicht op de verschillende beleidsthema s vorm willen geven. De handhavingstrategie beschrijft de wijze waarop de drie gemeenten gebruik maken van haar bevoegdheid om sanctiemiddelen toe te passen op basis van het bestuurs-, straf- en privaatrecht. Ook hierbij zijn de uitgangspunten die vastliggen in de Bestuursovereenkomst handhaving omgevingsrecht provincie Noord-Brabant en de hieraan verbonden handhavingstrategie Zo handhaven we in Brabant meegenomen. Uiteindelijk vertaald deze handhavingstrategie zich als volgt: Het opleggen van sanctiemiddelen is in de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg het sluitstuk van een uitgebreid voortraject (informele handhavingstraject) waarbij geldt dat slechts in die gevallen dat in het voortraject niet tot de gewenste oplossing wordt gekomen en/of de overtreder niet bereidt is om mee te werken aan een mogelijke oplossing wordt overgegaan tot het opleggen van sanctiemiddelen (formele handhavingstraject). In de beschrijving van de gedoogstrategie wordt invulling gegeven aan de wijze waarop door de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg wordt omgegaan met gedogen, waarbij een beschrijving wordt gegeven van de gedoogvoorwaarden en de gedoogsituaties. Hierbij geldt het uitgangspunt dat slechts in uitzonderingsgevallen waarbij wordt voldaan aan de specifieke (gedoog-) voorwaarden wordt gedoogd. De preventiestrategie beschrijft de wijze waarop de drie gemeenten zich willen inspannen om overtredingen te voorkomen. Met goede communicatie in meerdere mogelijke vormen wensen de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg duidelijkheid te geven aan burgers en bedrijven over de wijze waarop zij aan haar toezicht- en handhavingstaken invulling geven. Ook wensen de drie gemeenten hiermee duidelijkheid te geven over de scheidslijn tussen de verantwoordelijkheden van de burgers en bedrijven en de verantwoordelijkheid van de drie gemeenten als het gaat om toezichten handhavingstaken. De gemeenten zijn van mening dat transparantie over gevoerd beleid en duidelijkheid over de invulling en uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken uiteindelijk leidt tot een verbetering van de effecten van de geleverde inspanningen, kortom een beter naleefgedrag. Tenslotte wordt ingegaan op de wijze waarop het integraal handhavingsbeleidsplan wordt geëvalueerd. Aangezien we uitgaan van een beleidscyclus en het beleid aan verandering onderhevig kan zijn door bepaalde ontwikkelingen is het de bedoeling om jaarlijks te evalueren. Deze evaluatie kan ertoe leiden dat het beleid op bepaalde aspecten (visie, prioriteiten, strategieën) moet worden bijgestuurd. Dit kan vervolgens worden bereikt door aanpassing van het beleid, dan wel bijsturing op bepaalde aspecten van het beleid in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma s en/of de organisatie. Hiermee wordt beoogd te komen en te blijven komen tot een zo efficiënt en effectief mogelijke inzet van mensen en middelen in overeenstemming met het integraal handhavingsbeleidsplan (visie, prioriteiten en strategieën) 9

3. Visie op toezicht en handhaving 3.1 Inleiding Bij het opstellen van dit integrale handhavingsbeleidsplan is begonnen met het bepalen van een visie op handhaving. Het is namelijk van groot belang om aan het begin van een dergelijk beleidstraject te bepalen welke visie men heeft en welke doelen men stelt. Het begrip handhaving is namelijk zo veel omvattend dat de kans bestaat dat men niet concreet in beeld heeft wat hiermee wordt bedoeld. De visie op handhaving is het samenstel van ambtelijke en bestuurlijke opvattingen over de handhaving en deze visie bevat algemene uitgangspunten voor de invulling en het vormgeven van de handhavingsorganisatie in brede zin. Om deze visie te bepalen zijn er een aantal workshops gehouden met zowel een ambtelijke, als een bestuurlijke vertegenwoordiging van de drie gemeenten gezamenlijk. De resultaten van deze workshops vormen de gezamenlijke visie op handhaving van de drie gemeenten. 3.2 Belang van de beleidsvisie Het bepalen van de Visie op handhaving is echter één van de drie kernonderdelen van een goede handhavingsorganisatie. De twee overige kernonderdelen zijn de Programmering van de handhaving en uiteraard de Uitvoering van de handhaving. Het is voor een optimale handhavingsorganisatie van groot belang dat de Visie, de Programmering (beleid en uitvoeringsprogramma) en de feitelijke Uitvoering van de handhaving met elkaar in evenwicht zijn. Als één van de kernonderdelen onvoldoende is ontwikkeld zal de handhavingsorganisatie onder de maat blijven en ontstaat er nooit de gewenste optimale situatie. Op het moment dat er namelijk een duidelijke Visie is beschreven en deze ook is vastgelegd in een beleid en een uitvoeringsprogramma ( Programmering ), maar vervolgens wordt hieraan geen of onvoldoende Uitvoering gegeven, dan ziet het er op papier allemaal weliswaar prima uit, maar in de praktijk blijkt het tegenovergestelde. Men spreekt dan ook wel van Window-dressing of de meer bekende papieren tijgers. Is er wel sprake van een Visie en Uitvoering, maar is dit niet of onvoldoende vastgelegd in beleid en een uitvoeringsprogramma s ( Programmering ), dan is er geen enkel instrument om de uitvoering te toetsen en waar nodig bij te sturen. In dat geval weet men nooit of men de beschikbare capaciteit op een juiste en efficiënte wijze inzet. Voor zover de Uitvoering dan overeenkomt met de Visie, berust dit enkel op toeval. En ten slotte, bij gebrek aan of onvoldoende Visie zal de Uitvoering van het handhavingsbeleid en de uitvoeringsprogramma s ( Programmering ) slechts ad hoc geschieden, zonder dus rekening te houden met vooraf bepaalde opvattingen en doelen van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie. In dat geval is men snel overgeleverd aan de waan van de dag. 10

Ter illustratie van voorgaande zie onderstaand schematisch overzicht. Toeval Window-dressing Ad-hoc Optimale organisatie Idealiter dienen voor een zo optimaal mogelijke organisatie de drie ovalen elkaar zo veel mogelijk te overlappen. Dan doen de handen ( Uitvoering ) wat het hoofd ( Visie ) wil, overeenkomstig de beschikbare middelen ( Programmering ). 11

3.3 Vertaling visie naar beleidsuitgangspunten Bij het bepalen van de visie is antwoord gegeven op vragen als: Wat willen wij en wat vinden wij belangrijk in onze gemeenten? Welke handhavingsdoelen stellen wij onszelf? Hoe doen wij het? Welke uitgangspunten gelden voor de uitvoering van de handhaving? Wat hebben we er voor over? Welke randvoorwaarden stellen wij als het gaat om financiële en organisatorische wijzigingen? Tijdens de gehouden workshops zijn deze vragen voorgelegd met als doel om zo duidelijk en zo concreet mogelijk antwoorden te formuleren en de visie te bepalen. Aan de hand van de resultaten van de workshops is de visie vertaald in een aantal beleidsuitgangspunten die in deze paragraaf kernachtig worden uitgewerkt. Deze beleidsuitgangspunten zijn onder te verdelen in: Algemene uitgangspunten; Procesmatige uitgangspunten; Organisatorische uitgangspunten. Tezamen vormen deze uitgangspunten de vertaling van de visie op (integrale) handhaving van de drie gemeenten gezamenlijk. Hieronder volgt een samengevatte uitwerking van deze uitgangspunten per onderdeel. Voor de uitgebreide uitwerking van de betreffende uitgangspunten wordt verwezen naar Bijlage I Uitwerking beleidsuitgangspunten. 3.3.1 Algemene uitgangspunten - Bij het formuleren van het integrale handhavingsbeleidsplan is uitgegaan van de Bestuursovereenkomst Handhaving Omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant, de hieronder liggende strategie Zo handhaven we in Brabant en het bestuursconvenant Samenwerken in het Land van Heusden en Altena. (zie bijlagen II, III en IV). - Handhaving dient ter voorkoming van gevaar, hinder en overlast (noodzakelijk voor het behoud van een leefbare samenleving) en ter bescherming van (het algemene belang van) burgers, bedrijven en kwetsbare groepen; - Bij handhaving dient het zelfcontrolerend vermogen van de burger (eigen verantwoordelijkheid van de burger) te worden bevorderd; - Handhaving dient transparant te zijn. Voor zowel de (bestuurlijke en ambtelijke) organisatie, als de burger dient zoveel mogelijk helderheid te zijn over handhaving; 12

- Overtredingen dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen en rechtsgelijkheid dient zoveel mogelijk te worden bevorderd; - Handhaving van wet- en regelgeving is vanzelfsprekend en staat in de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg niet ter discussie; - Handhaving dient een maatschappelijk doel en is niet een doel op zich; - Bij handhaving dient redelijkheid in de benadering van de burger door de overheid te zijn gewaarborgd (naleving van regels in redelijkheid afdwingen / proportioneel optreden), waarbij als uitgangspunt geldt dat moedwillige overtreders dienen te worden aangepakt en burgers en bedrijven die goed naleefgedrag vertonen dienen te worden beloond ; - Gedogen geschiedt conform de nota Grenzen aan gedogen van de rijksoverheid. Het in redelijkheid niet handhaven is niet gelijkgesteld aan gedogen. 3.3.2 Procesmatige uitgangspunten - Communicatie bij handhaving dient doelmatig te zijn; communicatie is een aanvullend instrument en kan een preventieve werking hebben (voorkomen van overtredingen / voorkomen van onomkeerbare gevolgen); - Bij handhaving dienen de betrokken afdelingen waar mogelijk / nodig het vizier naar buiten te richten (samenwerking met andere afdelingen en externe partners, zoals de politie); dit betekent integraal denken. 3.3.3 Organisatorische uitgangspunten - Handhaving dient waar mogelijk integraal plaats te vinden, zowel op technisch, als op juridisch gebied; - De burger dient centraal te staan. Waar mogelijk wordt in het voortraject meegedacht in oplossingen, bv. middels (pre-)mediation; - Handhaving dient in beginsel plaats te vinden met de bestaande beschikbare capaciteit, waarbij er wel gestreefd dient te worden naar een zo efficiënt mogelijke inzet van mensen en middelen met behoud en waar mogelijk verbetering van de kwaliteit. Met voorgaande beleidsuitgangspunten geeft de ambtelijke- en bestuurlijke organisatie haar visie op (de organisatie van) handhaving. Hoewel deze beleidsvisie zorgvuldig tot stand is gekomen, is het noodzakelijk periodiek te bezien of de uitgangspunten nog steeds gelden en zowel ambtelijk, als bestuurlijk nog (volledig) gedragen worden. Veranderende omstandigheden en wijziging van wet- en regelgeving kunnen namelijk leiden tot andere inzichten. Om hierop te kunnen inspelen zal het beleid structureel moeten worden geëvalueerd en zo nodig moeten worden aangepast aan deze gewijzigde inzichten en veranderende omstandigheden. 13

4. Integrale handhaving 4.1 Inleiding Alvorens in te gaan op de verschillende beleidsstrategieën wordt in dit hoofdstuk beschreven wat moet worden verstaan onder integrale handhaving in het kader van het integrale handhavingbeleidsplan. Dit is van belang om zo voor het bestuur, de ambtelijke organisatie, de burgers en bedrijven helder te maken hoe de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg omgaan met integrale handhavingstaken. De gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem zijn belast met een grote hoeveelheid handhavingstaken. Op dit moment vindt de uitvoering van deze taken grotendeels nog plaats door meerdere verschillende organisatieonderdelen (afdelingen/units/teams) binnen de gemeenten. De handhaving is op dit moment grotendeels sectoraal (per beleidsveld) verdeeld. Steeds meer gemeenten maken de overstap van sectorale naar integrale handhaving, waarbij zoveel mogelijk gemeentelijke handhavingstaken worden geïntegreerd op zowel beleidsmatig gebied, als in de uitvoering en de organisatie. Met de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 1 oktober 2010 hebben een groot aantal vergunningen plaatsgemaakt voor één omgevingsvergunning. Voor het bevoegd gezag dat is belast met het verlenen van de omgevingsvergunning betekent dit dat een gecoördineerde handhaving plaats dient te vinden. De invoering van de Wabo en daarmee de samenvoeging van een groot aantal vergunningverleningen handhavingstaken maakt dat het daarom ook noodzakelijk is dat de inzet van mensen en middelen zo efficiënt en effectief mogelijk plaatsvindt. Reden genoeg om te komen tot een zo integraal mogelijke inzet van deze mensen en middelen. Zoals gezegd willen de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg de handhaving zo integraal mogelijk opzetten en uitvoeren. Hiermee moet worden bereikt dat: er uniformiteit is in de aanpak van de gemeentelijke handhavingsactiviteiten (uniforme nalevingstrategie), mede als gevolg hiervan de rechtsgelijke behandeling van burgers en bedrijven wordt vergroot; mensen en middelen zo efficiënt en effectief mogelijk worden ingezet door het bevorderen van samenwerking en afstemming, zowel intern als extern. 14

4.2 Uitgangspunten voor integrale handhaving Er bestaan verschillende opvattingen over wat precies verstaan moet worden onder integrale handhaving. Betekent integrale handhaving dat één toezichthouder alle regelgeving in zijn eentje gaat handhaven of betekent het dat verschillende toezichthouders gezamenlijk - als team - op pad gaan? Integrale handhaving zou wellicht ook kunnen betekenen dat verschillende toezichthouders met behulp van checklisten voor elkaar gaan waarnemen. Of wordt met integrale handhaving juist bedoeld dat er (alleen) één handhavingprogramma gemaakt waarin alle handhavingdisciplines gebundeld worden? Om verwarring over het begrip integrale handhaving te voorkomen is door de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem in het kader van het handhavingbeleidsplan een antwoord gegeven op bovenstaande vragen. Hiermee zijn de uitgangspunten en tevens de reikwijdte bepaald van dit begrip en is beschreven hoe invulling wordt gegeven aan integrale handhaving in de drie gemeenten. Een integrale aanpak wordt bereikt door zoveel mogelijk toezicht- en handhavingactiviteiten samen te brengen en deze in het beleid, de uitvoering en tenslotte ook in de organisatie zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen met als doel klantgerichter, efficiënter en effectiever te functioneren. Hierbij dienen een aantal cruciale stappen te worden genomen. In eerste instantie dient in het beleid te worden vastgelegd op welke gebieden de integrale handhaving wordt toegepast. Vervolgens dient dit vertaald te worden naar de uitvoeringsprogramma s om tenslotte de uitvoeringsorganisatie hierop zo goed mogelijk in te richten. De gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem staan met het integrale handhavingbeleidsplan aan het eind van stap één en aan het begin van stap twee en drie. Voor het nemen van stap twee, de vertaling van het integraal handhavingbeleidsplan naar een uitvoeringsprogramma, is het noodzakelijk te weten welke vormen van integrale handhaving worden onderscheiden. Hierna kan dan worden bepaald welke vorm van integrale handhaving binnen de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg het best toepasbaar is. 4.3 Vormen van integrale handhaving De volgende vormen van integrale handhaving kunnen worden onderscheiden, waarbij gedacht kan worden vanuit de invulling hiervan door de drie gemeenten afzonderlijk, maar ook vanuit de drie gemeenten gezamenlijk: 1) Controleren voor elkaar door middel van één integrale toezichthouder. Toelichting: één deskundig toezichthouder gaat integraal voor meerdere vakdisciplines controleren. 2) Controleren voor elkaar op basis van checklisten. Toelichting: één toezichthouder gaat op controle met verschillende checklisten voor meerdere vakdisciplines. 15

3) Signaleren voor elkaar op basis van oog- en oorfunctie. Toelichting: één toezichthouder voert signaaltoezicht uit voor meerdere vakdisciplines; handhaving blijft voor rekening van afzonderlijke vakdisciplines bij de gemeente. 4) Controleren met elkaar door middel van een handhavingsteam. Toelichting: een team bestaande uit toezichthouders vanuit verschillende vakdisciplines gaat gezamenlijke controleren. Voornoemde vormen van integrale handhaving worden hieronder per vorm nader toegelicht en op de schaal van de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg gewogen. Ad. 1) Controleren voor elkaar door middel van één integrale toezichthouder. Dit is de meest vergaande vorm van integrale handhaving: één toezichthouder is verantwoordelijk voor het toezicht op meerdere vakdisciplines. Een voordeel is dat burgers en bedrijven slechts met één toezichthouder van doen hebben. Deze integratievorm levert grote efficiencyvoordelen op, denk bijvoorbeeld aan minder reistijd en minder administratieve handelingen. De haalbaarheid van een integrale toezichthouder in de meest zuivere vorm is echter te betwijfelen, omdat een aantal vakdisciplines, denk bijvoorbeeld aan brandveiligheid, milieu en bouw- en woningtoezicht, zich kenmerken door een hoge mate van specialistische (technische-) vakkennis en daarbij soms ook verschillen in toezichtstrategie. Specialist zijn op meerdere terreinen is gezien de omvang van regelgeving, handhavingsthema s en -taken van de verschillende vakdisciplines in de praktijk nagenoeg onmogelijk. Daarnaast is het noodzakelijk dat bij deze wijze van integrale handhaving ook de organisatiestructuur zich daarvoor moet lenen. De verschillende vakafdelingen, zoals deze nu grotendeels binnen de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg bestaan, zouden (deels) omgevormd moeten worden tot een aparte afdeling Toezicht & Handhaving. Het behoeft geen betoog dat het veranderingsproces om te komen tot een dergelijke aparte afdeling organisatorisch behoorlijk ingrijpend is. Het veranderingsproces betekent een aanpassing van de bestaande structuur en de bestaande functies, die ook gevolgen heeft voor andere taken dan alleen toezicht en handhaving. Overigens wordt hierbij opgemerkt dat wordt erkend dat op juridisch administratief gebied het toepassen van één integrale handhaver wel mogelijk is. In de huidige handhavingspraktijk van de drie gemeenten wordt door de gemeente Werkendam op juridisch administratief vlak nu al grotendeels op deze integrale basis gewerkt. De gemeenten Woudrichem en Aalburg wensen deze integratie binnen de huidige organisatiestructuur ook toe te passen. Hierbij kan gedacht worden aan de opzet van een operationeel handhavingsoverleg op zowel juridisch als op toezichtniveau. Een zogenaamde Handhavingsjurist kan op alle vakdisciplines zijn/haar taken integraal vervullen met de vakinhoudelijke ondersteuning van de toezichthouder(s). 16

Ad. 2) Controleren voor elkaar op basis van checklisten. Een minder verregaande vorm van integratie met betrekking tot de functie-inhoud is dat toezichthouders hun ogen als het ware aan elkaar uitlenen. De toezichthouders voeren de controles uit op hun vakgebied en controleren daarnaast op basis van een checklist op andere vakgebieden. Voorbeeld Een brandpreventiemedewerker die de naleving van de omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik in een horeca-inrichting controleert, kan relatief eenvoudig op een checklist aantekenen of het aantal gokautomaten wel in overeenstemming is met de vergunning op basis van de Wet op de Kansspelen. Of een milieutoezichthouder kan bij een bezoek aan een inrichting ook een aantekening maken van eventuele illegale bouwactiviteiten. Bij deze vorm van integrale handhaving wordt opgemerkt dat het controleren op basis van checklisten enkel kan als het gaat om eenvoudig waar te nemen zaken en onderwerpen van niet specialistische aard. Het voor elkaar waarnemen hoeft niet beperkt te blijven tot gemeentelijk toezichthouders. Ook toezichthouders van andere handhavingsorganisaties kunnen daarbij betrokken worden. Een belangrijk verschil met de integrale handhaver is dat de functie-inhoud in principe niet wijzigt. Men blijft specialist op een bepaald terrein en de specialist blijft verantwoordelijk voor het toezicht met betrekking tot zijn vakdiscipline. Voor wat betreft de andere vakdisciplines doet de betreffende toezichthouder dienst als verkenner in het veld, die op basis van een checklist een signaal afgeeft aan de verantwoordelijke afdeling c.q. toezichthouder binnen de betreffende vakdiscipline. Voor elkaar controleren op basis van checklisten levert zodoende efficiencyvoordelen op. De efficiencywinst betekent dat de specialist meer tijd heeft om zich bezig te houden met meer taken, dan wel meer complexe taken. Daarbij kan deze vorm van toezicht opleveren dat er meer overtredingen worden geconstateerd. Dit betekent vervolgens dat de (handhavings-)juristen een groter werkaanbod krijgen. Deze vorm van integrale handhaving kan in een sectoraal ingedeelde organisatie - zoals dat grotendeels (nog) het geval is in de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg - door vakafdelingen beschouwd worden als extra werk dat ten koste gaat van de beschikbare capaciteit. Het veranderingsproces om te komen tot een situatie waarin toezichthouders voor elkaar waarnemen aan de hand van checklisten is echter veel minder ingrijpend dan de eerstgenoemde vorm van integraal toezicht, maar vraagt toch wel degelijk om enige vorm van organisatie. Niet alleen moeten voor alle vakgebieden afzonderlijke checklisten worden opgesteld, nadat is bepaald welke zaken en onderwerpen op deze checklisten kunnen komen te staan, maar er kan bijvoorbeeld ook gedacht worden aan een in het leven te roepen gezamenlijk operationeel handhavingoverleg. Met deze overlegvorm kunnen namelijk structureel samenwerkingsmogelijkheden geïnventariseerd en geëvalueerd worden en er kunnen afspraken gemaakt worden over de invoering van de checklisten, de wijze van uitvoering en de terugkoppeling hiervan. 17

Ad.3) Signaleren voor elkaar op basis van oog- en oorfunctie. Uitsluitend signaleren voor elkaar is de minst verregaande vorm van integrale handhaving en kan dan ook gezien worden als het minimumniveau van integratie. Bij deze vorm van integrale handhaving ligt de nadruk enkel op de signaleringsfunctie van de toezichthouders door middel van het oog- en oorprincipe en dus niet op een inhoudelijke controle. Van de diverse vakdisciplines zijn verschillende toezichthouders actief. Zij houden zich bezig met toezicht binnen hun eigen vakgebied. Daarbij kunnen zij ook overtredingen tegenkomen die niet op hun eigen vakgebied liggen. De toezichthouders moeten op die momenten voor elkaar een signaalfunctie vervullen. Daarmee wordt bedoeld dat, indien er een (mogelijke) overtreding wordt geconstateerd die een ander vakdiscipline betreft, dat ook wordt doorgegeven. Dit verschilt ten opzichte van het voor elkaar controleren op basis van checklisten in die zin dat de betreffende toezichthouder enkel de waarneming doorgeeft aan zijn collega uit de betreffende vakdiscipline. Die moet vervolgens dan de controle hiervan nog uitvoeren en pas als deze is uitgevoerd kan de volgende fase van het handhavingsproces ingezet worden. Bij het controleren op basis van checklisten voert de toezichthouder zelf op basis van de checklist de controle uit en kan op basis hiervan meteen de volgende stap in het handhavingsproces genomen worden. Een goede communicatie tussen de verschillende toezichthouders is hierbij van groot belang. Uitgangspunt is in ieder geval dat direct nadat een (mogelijke) overtreding op een ander vakgebied is geconstateerd, de toezichthouders elkaar hiervan in kennis stellen, zodat hierop actie ondernomen kan worden. Ad. 4) Controleren met elkaar door middel van een handhavingsteam. Het controleren met elkaar door middel van handhavingsteams betekent dat meerdere toezichthouders van verschillende vakdisciplines gelijktijdig samen tegelijkertijd één controle uitvoeren. Een gecombineerd controlebezoek kan projectmatig plaatsvinden, maar ook structureel. Als voordeel van deze vorm van integrale handhaving kan genoemd worden dat de (eventueel) verschillende bevoegdheden van handhavers (bijvoorbeeld de buitengewoon opsporingsambtenaar samen met bouwkundig toezichthouder) elkaar kunnen aanvullen. Tegenstrijdige eisen kunnen direct worden gesignaleerd en sanctioneringbevoegdheden van handhavers kunnen op elkaar afgestemd worden. Via gezamenlijke controles worden burgers en bedrijven bovendien minder vaak bezocht door verschillende toezichthouders, wat vaak als lastig wordt ervaren. Dit geldt overigens ook andersom. Als tijdens minder grote, minder complexe situaties een groep toezichthouders komt controleren, wordt dit vaak als overdreven en onnodig ervaren. In de organisatie dient met deze vorm van integrale handhaving rekening te worden gehouden met het feit dat controlefrequenties vanuit verschillende vakdisciplines kunnen verschillen, evenals de momenten waarop het wenselijk is om een controle uit te oefenen. 18

Voorbeeld Een bouwkundig toezichthouder zal tijdens de bouwfase van een inrichting één of meerdere keren een controlebezoek brengen, terwijl een milieutoezichthouder pas komt als de bouw gereed is en de inrichting in gebruik is genomen. Een projectmatig of structureel handhavingteam is dan ook pas geschikt, wanneer de verschillende toezichthouders een gemeenschappelijk handhavingobject hebben en de controlefrequentie op elkaar is afgestemd. Voor het initiëren van een handhavingteam is het bestaan van een integraal handhavingoverleg of een handhavingregisseur c.q. programmamanager een noodzakelijke voorwaarde. Centrale aansturing van een dergelijk team is dan ook wenselijk. Het creëren van handhavingsteams wordt in de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg alleen wenselijk geacht in grote en/of complexe handhavingsacties. Minder grote of minder complexe handhavingsacties lenen zich beter voor integrale handhaving aan de hand van checklisten. 4.4 Reikwijdte van integrale handhaving Op grond van het vorenstaande wordt de reikwijdte van integrale handhaving in de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg als volgt omschreven: Het controleren voor elkaar middels checklisten en signaleren voor elkaar op basis van oog en oorfunctie. Handhavingteams worden enkel in het leven geroepen in grootschalige, complexe situaties. De juridisch administratieve aanpak vindt zo volledig mogelijk integraal plaats. Voorgaande betekent dat de gemeente Werkendam, Woudrichem en Aalburg haar beleid, haar uitvoeringsprogramma s en haar organisatie op een dusdanige wijze inrichten dat zo veel mogelijk wordt voldaan aan voornoemde reikwijdte van de integrale handhaving. Concreet betekent dit ondermeer dat er niet alleen binnen de gemeentelijke organisaties afzonderlijk, maar ook in de gemeentelijke samenwerking gekeken wordt naar mogelijkheden om voornoemde reikwijdte van de integrale handhaving te realiseren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een intern en/of een extern integraal handhavingoverleg, waarbij afspraken kunnen worden gemaakt over de invulling van het toezicht, de afstemming van het toezicht en de evaluatie van het toezicht. Deze afspraken kunnen al dan niet in de jaarlijkse gemeentelijke Uitvoeringsprogramma s vastgelegd worden. Vooralsnog is echter afgesproken om de samenwerking op strategisch, beleidsmatig niveau plaats te laten vinden. Wel wordt nadrukkelijk gekeken naar mogelijkheden om ook in de uitvoering de samenwerking tussen de gemeenten te zoeken, bijvoorbeeld door middel van een pilotproject waarbinnen thema- of gebiedsgericht toezicht op bepaalde handhavingstaken/-thema s plaatsvindt. 19

5. Prioriteiten 5.1 Inleiding Voordat kan worden overgegaan tot het bepalen van de strategieën is in het kader van onderhavig integraal handhavingsbeleidsplan bepaald welke verschillende handhavingsthema s en taken er bestaan. Deze handhavingsthema s en -taken vloeien voort uit het wettelijk kader op basis waarvan de gemeenten haar beginselplicht tot handhaven gevolg dienen te geven. Dit kader wordt bepaald door de taken die voortvloeien uit de geldende wet- en regelgeving (wetten, verordeningen, bestemmingsplannen, beleidsnotities e.d.) Uitgangspunt voor het bepalen van de handhavingsthema s en taken was het overzicht dat de gemeente Woudrichem heeft gebruikt voor haar prioriteitenbepaling in 2008. Hierbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht en dit overzicht is verder aangevuld met thema s en taken die hierin nog niet waren meegenomen. In Bijlage V: Overzicht handhavingsthema s en -taken 1 vindt u het totaaloverzicht aan handhavingsthema s en taken die in het kader van dit integraal handhavingsbeleidsplan is gebruikt. Aangezien het feitelijk niet mogelijk is om aan alle handhavingstaken voor de volle 100% uit te voeren met de vaak beperkte beschikbare capaciteit is het noodzakelijk geweest om prioriteiten aan de verschillende handhavingstaken toe te kennen. Door middel van een risicoanalyse zijn deze prioriteiten bepaald. Om de prioriteiten weloverwogen te kunnen bepalen zijn de risico s die bij de taken op het gebied van de betreffende beleidsvelden spelen in beeld gebracht en gewaardeerd door middel van een uitgevoerde risicoanalyse op ambtelijk niveau. 5.2 Risicoanalyse Bij het vaststellen van de prioriteiten nemen de risico s een belangrijke plaats in. De gedachte daarbij is dat interne en externe risico s die de gemeente loopt bij het niet uitvoeren van haar handhavingstaken in belangrijke mate de bestuurlijke aandacht van een onderwerp zullen bepalen. Het benoemen van risico s en het afwegen hiervan is dan ook een belangrijke stap naar een organisatie waarin de intensiteit van toezicht en handhaving een directe relatie heeft met de kans dat een probleem zich voordoet en de ernst van de mogelijke gevolgen bij het niet uitvoeren van deze taken. Daarbij moet worden onderkend dat ondergeschikte risico s hoog op de politieke agenda kunnen staan, omdat maatschappelijke en/of politieke opvattingen daartoe dwingen. Ook kunnen ondergeschikte taken met zo n grote frequentie tot problemen leiden dat een gestructureerde aanpak om die reden nodig is. Na de afstemming tussen de ambtelijke en bestuurlijke prioriteiten kan het beleid op basis hiervan verder worden bepaald. 1 Bij de totstandkoming van de handhavingsthema s en -taken is nog de terminologie gebruikt zoals deze voor de invoering van de Wabo van toepassing was, omdat ten tijde van de totstandkoming van dit overzicht nog niet exact bekend was wat de terminologie onder de Wabo zou worden. Inmiddels is de Wabo van kracht. Daarom zal verder in dit integraal handhavingsbeleidsplan wel de nieuwe terminologie gebruikt. 20

In Bijlage VI Toelichting risicoanalyse is een toelichting opgenomen van de uitgevoerde risicoanalyse, waarin nader wordt ingegaan op de gebruikte methodiek, de begrippen (risico, negatieve effecten en kansfactor) en de wijze waarop aan deze begrippen getalsmatige waarden zijn toegekend. 5.3 Prioriteitenoverzicht In Bijlage VII Prioriteitenoverzicht 2 is het definitieve prioriteitenoverzicht weergegeven op basis waarvan de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem haar Nalevingstrategie (Hoofdstuk 6 e.v.) heeft bepaald. Deze prioriteiten gelden aldus als uitgangspunt voor de verdere uitwerking van dit integraal handhavingsbeleidsplan. 2 Bij de totstandkoming van het Prioriteitenoverzicht is nog de terminologie gebruikt zoals deze voor de invoering van de Wabo van toepassing was, omdat ten tijde van de totstandkoming van dit overzicht nog niet exact bekend was wat de terminologie onder de Wabo zou worden. Inmiddels is de Wabo van kracht. Daarom zal verder in dit integraal handhavingsbeleidsplan wel de nieuwe terminologie gebruikt. 21

6 Nalevingstrategie 6.1 Inleiding De nalevingstrategie bepaalt hoe door de gemeenten Aalburg, Werkendam & Woudrichem invulling wordt gegeven aan de volgende beleidstrategieën: - Toezichtstrategie (Hoofdstuk 7); - Sanctiestrategie (Hoofdstuk 8); - Gedoogstrategie (Hoofdstuk 9); - Preventiestrategie (Hoofdstuk 10); Voornoemde beleidstrategieën worden alle uitgewerkt op basis van de bepaalde Visie op integrale handhaving en op basis van de gestelde prioriteiten van de handhavingsthema s en taken. Hiermee wordt gerealiseerd dat het integrale handhavingsbeleidsplan volledig is afgestemd op de ambtelijke en bestuurlijke bepaalde visie en prioriteiten. In paragraaf 6.2 worden de beleidstrategieën kort toegelicht en vervolgens worden deze in de hoofdstukken 7 tot en met 10 concreet uitgewerkt. 6.2 Toelichting Nalevingstrategie Voor het bepalen van de nalevingstrategie in het kader van dit integraal handhavingbeleidsplan wordt het begrip integrale handhaving verder uitgewerkt en vertaald in de bovengenoemde beleidsstrategieën: Toezichtstrategie Voor een adequate en correcte handhaving is het essentieel om toezicht te houden op naleving van de wettelijke voorschriften. Niet alleen wordt hiermee de naleving van deze wettelijke voorschriften gecontroleerd, maar door het houden van toezicht wordt tevens het risico van het niet naleven van de wettelijke voorschriften zoveel mogelijk beperkt door de preventieve werking die van het toezicht houden uitgaat. De toezichtstrategie bepaalt op welke manier het toezicht op de verschillende handhavingsthema s en taken wordt georganiseerd en met welke intensiteit het toezicht binnen deze thema s en taken wordt uitgevoerd. Hierbij worden verschillende vormen van toezicht onderscheiden. De toezichtstrategie wordt nader uitgewerkt in hoofdstuk 7. Handhavingstrategie Indien overtredingen worden geconstateerd door het houden van toezicht op de naleving van de weten regelgeving, dan is de gemeente in beginsel verplicht hiertegen handhavend op te treden. Hiertoe staan een aantal sanctiemiddelen ter beschikking. De handhavingstrategie bepaalt welke sanctiemiddelen tegen welke overtredingen worden ingezet. De handhavingstrategie is verder uitgewerkt in hoofdstuk 8. Gedoogstrategie Slechts in bepaalde bijzondere situaties wordt van handhavend optreden afgezien. In de gedoogstrategie wordt omschreven in welke bijzondere situaties en onder welke voorwaarden van handhavend optreden wordt afgezien. De gedoogstrategie is verder uitgewerkt in hoofdstuk 9. 22

Preventiestrategie De preventiestrategie beschrijft welke middelen de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg inzetten om overtreding van wet- en regelgeving te voorkomen. Hierbij speelt communicatie een cruciale rol. In de preventiestrategie wordt ingegaan op de in te zetten communicatiemiddelen en de wijze van informatievoorziening richting burgers en bedrijven. De preventiestrategie is een belangrijk onderdeel van het handhavingsproces, want het is immers niet voor niets een gezegde: Voorkomen is beter dan genezen! De preventiestrategie wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 10. 23

7. Toezichtstrategie 7.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem haar toezicht inrichten op basis van de verschillende handhavingsthema s en taken en de prioriteiten die hierop zijn bepaald. De verschillende vormen van toezicht worden beschreven en in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk (paragraaf 7.4) wordt een schematisch overzicht gegeven van de toezichtstrategie en de verschillende toezichtsvormen. Onder toezicht wordt in het kader van dit integraal handhavingbeleidsplan verstaan: het feitelijk toezien op naleving van wet- en regelgeving door het uitvoeren van controles. Binnen de toezichtstrategie zijn een tweetal hoofdvormen van toezicht te onderscheiden, namelijk: 1.) Repressief toezicht; 2.) Preventief toezicht. 7.2 Repressief toezicht Onder repressief toezicht wordt verstaan: toezicht dat plaatsvindt op basis van klachten, meldingen en verzoeken om handhaving. 7.2.1 Klachten en Meldingen Het bevoegd gezag, in het kader van dit integraal handhavingsbeleidsplan de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg afzonderlijk, heeft op grond van artikel 5.2 lid 1 sub c Wabo als taak klachten te behandelen die betrekking hebben op naleving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wetten met betrekking tot het uitvoeren van het project. Concreet betekent dit dat de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg aan deze taak, het afhandelen van klachten, invulling moeten geven. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de drie gemeenten dit doen. In het kader van het handhavingbeleidsplan is slechts sprake van een klacht als de klacht betrekking heeft op een handhavingstaak, bijvoorbeeld een klacht over illegale bouw door de buren of een klacht over stankoverlast door een bedrijf. Klachten over (het functioneren van) ambtenaren en/of klachten over de gemeentelijke organisatie(s) vallen hier dus uitdrukkelijk niet onder. Hiervoor geldt namelijk een aparte klachtenregeling op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Klachten en meldingen kunnen op verschillende manieren bij de gemeente binnenkomen. Telefonisch via de servicelijn of direct bij de betreffende afdeling, schriftelijk via een brief en ook digitaal via de gemeentelijke website of via de email. Bij de beoordeling van een (schriftelijke) klacht wordt ten eerste vastgesteld of de betreffende klacht niet moet worden opgevat als een verzoek om handhaving. Bestaat er onduidelijkheid over de aard van de schriftelijke klacht, dan wordt altijd contact gezocht met de klager om vastgesteld te krijgen hoe de klacht dient te worden opgevat en hoe de klacht vervolgens dient te worden afgehandeld. Als blijkt 24

dat de betreffende klacht geen verzoek om handhaving inhoudt, ontvangt de schrijver van de brief binnen de hiervoor geldende termijn een schriftelijke reactie met daarin beschreven hoe verder met de klacht wordt omgegaan. Is de betreffende klacht wel als een verzoek om handhaving te beschouwen dan geldt er andere wijze van afhandeling (zie paragraaf 7.2.2). Uitgangspunt voor de afhandeling van klachten en meldingen is dat deze altijd binnen een redelijke termijn worden behandeld. In beginsel moet de klager/melder altijd uitsluitsel krijgen over hoe de gemeente met de klacht/melding omgaan. Dit kan lastig zijn in het geval het gaat om een anonieme klacht. Bij anonieme klachten kan er een onderscheid worden gemaakt tussen twee categorieën anonieme klachten, te weten: 1. anonieme klachten waarbij de klager bij de gemeente bekend is, maar waarbij de klager ten opzichte van degene waarover geklaagd wordt anoniem wil blijven; 2. anonieme klachten waarbij de klager bij de gemeente onbekend is. Uitgangspunt voor de afhandeling van anonieme klachten uit de eerste categorie is dat deze op eenzelfde wijze worden afgehandeld als gewone klachten, waarbij de gewenste anonimiteit van de klager zoveel mogelijk wordt gerespecteerd. Het uitgangspunt voor de tweede categorie klachten is dat deze niet in behandeling worden genomen, tenzij het belang van de klacht dusdanig wordt ingeschat dat directe actie noodzakelijk wordt geacht. Bij de afhandeling van klachten wordt een onderscheid gemaakt in de prioriteit van de afhandeling van klachten/meldingen. Indien de klacht/melding een taakonderdeel betreft die een hoge tot zeer hoge prioriteit heeft gekregen, krijgt deze voorrang op klachten en meldingen waarvan de prioriteit op gemiddeld tot laag is vastgesteld. Het is daarom van belang dat er bij binnenkomst van de klachten en meldingen gelijk een goed beeld ontstaat van (het belang van) de melding en het taakonderdeel waarop de klacht/melding betrekking heeft. Uiteraard wordt afhankelijk van het belang en de spoedeisendheid van de klacht/melding ingeschat of directe afhandeling van de melding noodzakelijk is. Het is voorstelbaar dat in bepaalde gevallen kan worden afgeweken van de prioriteit die aan het betreffende taakonderdeel is toegekend. (bv. Veiligheid op de weg heeft een gemiddelde prioriteit gekregen, maar in bepaalde gevallen kan naar aanleiding van een klacht/melding direct optreden noodzakelijk zijn). Uiteraard worden dergelijke bijzondere klachten/meldingen waarbij sprake lijkt te zijn van direct gevaar en/of een onveilige situatie altijd direct behandeld. Tot dusverre hebben de gemeenten Werkendam, Woudrichem en Aalburg hoofdzakelijk de insteek gehad om altijd alle klachten/meldingen in behandeling te nemen en af te handelen. Dit vraagt echter een groot deel van de capaciteit van de gemeentelijke organisatie(s). Immers, de klacht/melding wordt in behandeling genomen door de medewerkers aan de balie, er wordt een toezichthouder langs gestuurd om te beoordelen in hoeverre de klacht gegrond is. Deze toezichthouder maakt vervolgens een controlerapport op en overlegt desnoods de uitkomsten hiervan intern met zijn collega en/of teamleider. Ten slotte wordt de uitkomst van de behandeling van de klacht/melding teruggekoppeld aan de klager/melder. Al met al dus een grote aanslag op de beschikbare capaciteit en dat alles voor een handhavingstaak waarvan de prioriteit wellicht laag is. 25