FUNCTIEMIXVOORTGEZETONDERWIJS



Vergelijkbare documenten
Regeling versterking van functiemix leraren voortgezet onderwijs in de Randstadregio s

CONVENANT LEERKRACHT. Invulling docentfuncties VO

Het akkoord per sector op hoofdlijnen

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 8 september 2008 DL/A/50755

Datum 13 oktober 2009 Betreft Notitie 'Gevolgen invoering functiemix en entreerecht LD voor de Verenigde Scholen J.A.

Bijlage 1 Voorbeelden financiële gevolgen

Voorgezet onderwijs vo

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland. Sectoren Primair en Voortgezet Onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Is de bekostiging in het VO voldoende?

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

Financiële arbeidsvoorwaarden 2009

Na respectieve raadplegingen zullen partijen uiterlijk 1 december 2008, dit onderhandelaarsakkoord omzetten in een definitief akkoord.

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Voorgezet onderwijs vo

Convenant Actieplan Leerkracht van Nederland 16 april 2008

Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Artikel 1. onderwijs en praktijkonderwijs, en. Paragraaf II

Beslisdocument invoering functiemix in het vo

Tweede Kamer der Staten-Generaal

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Onderhandelaarsakkoord

1.2 Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 19 juni 2014 beroep bij de Commissie ingesteld.

Nr. 141 herdruk**) Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Akkoord CAO Primair Onderwijs. 1 januari 2018 t/m 28 februari 2019

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK. CvB VO-HBO U

Regeling aanpassen en vaststellen bedragen landelijke gemiddelde

De verhouding tussen meerkosten en baten wordt op een aantal peildata berekend en ook in de structurele situatie (2020 en verder).

Nieuwsbrief CAO-PO September 2014 Opgesteld door Geeke Wolters en Frans Thomassen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Enquête functiewaardering voortgezet onderwijs

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

3 juli 2012 Ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt en resultaten tussenmeting versterking functiemix

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Trekkingsrecht werkdrukvermindering: antwoorden op veel gestelde vragen

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET PROTESTANTS CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS. UITSPRAAK CvB.VO-HBO U.2015.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Q&A onderhandelaarsakkoord CAO PO 2018 Looptijd Wanneer wordt de nieuwe cao van kracht? Waarom heeft de cao een relatief korte looptijd?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Het Bestuur van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Postbus ZH VOORHOUT. t.a.v. de heer drs. H. Kelderman. Datum

Wijziging van de Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009

Uw brief van. 11 juli 2005

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Gemeente Den Haag. Aan de leden van de commissie voor Onderwijs, Sociale zaken, Werkgelegenheidsbevordering en Integratiebeleid.

2 De stand van zaken uitvoering Convenant LeerKracht van Nederland

Financiële consequenties akkoorden: duidelijkheid voor bekostiging 2014/2015

Formatieraming Voortgezet Onderwijs

11 september Onderhandelingsakkoord CAO-PO tot en met

Invoering Functiemix

Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2006

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

Passend onderwijs. Lid van het dagelijks bestuur, Liesbeth Verheggen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS EN HOGER BEROEPSONDERWIJS UITSPRAAK. CvB.VO-HBO U

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Samenvatting eindvoorstel CAO PO

Opiniepeiling SBO. Eindrapport. Onderzoek in opdracht van het SBO Sil Vrielink ResearchNed bv Nijmegen, 10 sep. 07

Hieronder op pagina 2 de grote lijnen van de regionale VSV aanpak (de maatregelen) zoals afgesproken in de bestuurlijke overeenkomst.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 juni 2017 beloning van leraren in het primair onderwijs

6 juni Onderhandelaarsakkoord CAO PO 2018

Verwachte relevante financiële mutaties

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Paragraaf II

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

SCHOLINGSBELEID PANTA RHEI

onderwijsachterstanden en het aanpassen van de bedragen leerlinggebonden budget in het vo

Regionale arbeidsmarktrapportages voortgezet onderwijs 2015

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 9.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

REGIONAAL TABELLENBOEK arbeidsmarkt primair onderwijs ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Regionale arbeidsmarktrapportages voortgezet onderwijs 2015

Beantwoording vragen Tweede Kamer bij rapport Financiering onderwijs vernieuwingen voortgezet onderwijs (30 november 2007)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Politieke Barometer Onderwijs

Utrecht, 14 december Betreft: Correctie Centrale Examens Geachte heer Slob,

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

Algemeen verbindend voorschrift

ontwikkeling van medewerkers

Hierbij zend ik u het antwoorden op de vragen van het lid Kwint van uw Kamer over bevoegde en benoembare docenten (ingezonden 10 januari 2019).

Daartoe spreken partijen onderstaand pakket maatregelen af ter bevordering van de mobiliteit van personeel.

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Cao VO? WMS congres 2015

Regionale arbeidsmarktrapportages voortgezet onderwijs 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 85a van de Wet op het voortgezet onderwijs;

voorlichtingsbijeenkomst intern begeleiders

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling nadere voorschriften met betrekking tot de verrekening van

Gelet op de artikelen 120, derde lid, en 121, van de Wet op het primair onderwijs;

Functiedifferentiatie binnen het primaire proces: Kiezen uit kansen

Primair Onderwijs Onze referentie

Wat is er afgesproken? LOON Waarom komt er pas op 1 januari nog wat extra s bij en niet al per 1 september? WERKDRUK

Transcriptie:

FUNCTIEMIXVOORTGEZETONDERWIJS P R E S T A T I E A F S P R A K E N E N S C H O O L B E L E I D Datum 15 april 2009 Betreft Brochure Functiemix voortgezet onderwijs Geachte heer/mevrouw, Voor u ligt de brochure Functiemix voortgezet onderwijs. Met deze brochure willen wij meer helderheid verschaffen over de functiemix aan iedereen die bij de invoering betrokken is leraren, medezeggenschapsraden, directie personeel / schoolleiders en personeelsfunctionarissen van scholen. De brochure geeft antwoord op 22 vragen zoals: In welke mate wordt de functiemix op mijn school versterkt?, Wat moet een school doen om de afspraken na te komen? en Mag mijn school van de groeipercentages afwijken?. De afspraken rond de functiemix maken deel uit van het Convenant Leerkracht van Nederland (VO), gesloten op 1 juli 2008. Op basis van dit convenant wordt de komende jaren fors geïnvesteerd in de beloning van leraren en de aantrekkelijkheid van het beroep. Een belangrijk onderdeel hiervan is de verbetering van de loopbaanmogelijk heden voor leraren door middel van een nieuwe functiemix. Deze brochure is ook beschikbaar bij de medeondertekenende organisaties. De digitale versie kunt u downloaden van de verschillende websites. Met vriendelijke groet, De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap VO-raad R. H. A. Plasterk S. Slagter De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Algemene Centrale van Overheidspersoneel J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart W. T. G. Dresscher Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel - CNV Onderwijs H. K. Evers M. R. J. Rog

FUNCTIEMIXVOORTGEZETONDERWIJS P R E S T A T I E A F S P R A K E N E N S C H O O L B E L E I D

Colofon Deze brochure is een gezamenlijke publicatie van het ministerie van OCW, de VO-raad en de werknemersorganisaties AOb, CNV Onderwijs en CMHF. Ontwerp Balyon, Zoeterwoude Druk Koninklijke drukkerij Broese & Peereboom

Functiemix voortgezet onderwijs Deze brochure geeft uitleg over de nieuwe functiemix in de VO-sector, wat er met de functiemix wordt beoogd en wat dit voor scholen en leraren betekent. De brochure is bedoeld voor iedereen die bij het invoeren van de functiemix betrokken is leraren, medezeggenschapsraden, directiepersoneel / schoolleiders en personeelsfunctionarissen van scholen. De nieuwe functiemix maakt onderdeel uit van het Convenant Leerkracht van Nederland (VO), gesloten door de sociale partners en de minister van OCW op 1 juli 2008. Op basis van dit convenant wordt de komende jaren fors geïnvesteerd in de beloning van leraren en de aan trekkelijkheid van het beroep. Een belangrijk onderdeel hiervan is het verbeteren van de loopbaanmogelijkheden voor leraren, door middel van een nieuwe functiemix. 3

1. Wat is de functiemix? De functiemix is de ver deling van leraren over de salarisschalen LB, LC en LD (het loongebouw). De komende jaren komt er 2006 2014 aanmerkelijk meer geld beschikbaar voor de versterking van de 65 33 17 38 functiemix. 18 Daardoor kunnen 29 meer leraren een hogere functie krijgen en meer verdienen. Het streven is om meer leraren voor de klas carrière te laten maken. De sociale partners zullen in het kader van het functiewaarderingssysteem (FUWA-VO) nadere afspraken maken over de criteria voor de toekenning van hogere schalen. Zodra deze gereed zijn zullen sociale partners hierover een aparte voorlichtingsbrochure publiceren. In het onderstaande diagram staat hoe de leraren in het voortgezet onderwijs verdeeld waren over de beloningsschalen in 2006 en hoe de verdeling dient te zijn in 2014 (de afgesproken doelstellingen voor de sector). Het aandeel leraren in schaal LC en LD moet daarvoor met respectievelijk 21 en 11 procentpunten groeien (gemeten in voltijdbanen / fte s). Dat betekent dat zo n 25.000 leraren de komende jaren in een hogere schaal terecht moeten komen. Figuur 1: Ontwikkeling landelijke functiemix VO 2006 2014 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 65% 33% 38% 17% 18% 2014 2006 LB LC LD 29% 4

2. Wat moet een school doen om de afspraak na te komen? Het ministerie van OCW, werk gevers in het voort gezet onderwijs en vak bonden hebben (met instemming van hun achterban) afgesproken dat het aandeel leraren dat volgens schaal LC of LD beloond wordt op elke school (brinnummer) zal toe nemen. Elke school krijgt dus extra bekostiging om een bepaald groeipercentage te bereiken. Het groeipercentage is de toename in het aandeel fte s in schaal LC en LD. De verplichting om dit groeipercentage te realiseren is vast gelegd in de cao. Om het groeipercentage te bereiken zal de school het formatieplan moeten aanpassen, vanzelfsprekend in overleg met de P(G)MR (zie ook vraag 18). Om in aanmerking te komen voor de aanvullende bekostiging moeten scholen voldoen aan de (wettelijk) verplichte gegevensleveringen aan de IB-Groep en Cfi. Vaak wordt deze levering verricht door een externe salarisverwerker of administratiekantoor, in opdracht van de school. 5

3. In welke mate wordt de functiemix op mijn school versterkt? De functiemix wordt versterkt met een bepaald groei percentage. Er zijn twee groeipercentages vastgelegd in het convenant, één voor scholen binnen de Randstadregio s en één voor scholen daarbuiten. Binnen of buiten deze regio s gelden dezelfde percentages voor alle scholen. Tabel 2: Groeipercentages 2011 Buiten Randstadregio s LB: - 3% LC: + 2% LD: + 1% Binnen Randstadregio s LB: -30% LC: +29% LD: + 1% Sector LB: -13% LC: +12% LD: + 1% 2014 Buiten Randstadregio s LB: -21% LC: +10% LD: +11% Binnen Randstadregio s LB: -50% LC: +39% LD: +11% Sector LB: -32% LC: +21% LD: +11% 6

4. Wat is de nulmeting? De nulmeting is de startpositie van de functiemix, waar de groeipercentages bovenop komen om de doelstellingen te berekenen. De functiemixafspraken in het convenant zijn berekend op basis van de functiemix in het jaar 2006. De sectorale doelstellingen zijn dus de groeipercentages bovenop de meting van 2006. Op verzoek van de sociale partners geldt de functiemix van 1 oktober 2008 als nulmeting op schoolniveau. Dit is de laatste meting van de functiemix vóór invoering van de maatregel in 2009 1. De doelstelling op schoolniveau wordt dus berekend door het relevante groeipercentage op te tellen bij de meting van de school op 1 oktober 2008. 5. Verschillen de groeipercentages per schoolsoort? Nee, de afgesproken groeipercentages zijn gelijk voor alle scholen en schoolsoorten 2. Dit is nadrukkelijk afgesproken in het convenant. Er zijn wel verschillende groeipercentages voor scholen binnen en buiten de Randstadregio s (zie tabel 2). 7

6. Moeten alle scholen uiteindelijk dezelfde functiemix krijgen? Nee, want de nieuwe functiemix is het resultaat van de bestaande functiemix plus het groeipercentage. Bij de nulmeting verschilt de functiemix per school en per schoolsoort. Dit betekent dat scholen die nu een bovengemiddelde functiemix hebben in 2011 en 2014 ook boven de sectordoelstellingen uitkomen. Tabel 3 laat meteen zien dat de ontwikkeling op schoolniveau tot andere percentages leidt dan de ontwikkeling per schoolsoort of op sectorniveau. Alle scholen maken dezelfde sprongen qua aandeel hogere LC- en LD-functies, waardoor bestaande verschillen blijven bestaan. De doelstelling op schoolniveau is het relevante groeipercentage bovenop de nulmeting van de school in 2008. De nulmeting van 2008 wordt naar verwachting in het voorjaar van 2009 gepubliceerd op www.functiemix.minocw.nl. Tabel 3 De berekening voor een gemiddelde smalle scholengemeenschap buiten de Randstadregio s Meting 2006 LB: 57% LC: 16% LD: 27% Groei% 2011 (Buiten Randstadregio s) LB: -3% LC: +2% LD: +1% Doelstelling 2011 LB: 54% LC: 18% LD: 28% De specifieke berekening voor school A, een smalle scholengemeenschap buiten de Randstadregio s Nulmeting school A 2008 LB: 55% LC: 17% LD: 28% Groei% 2011 (Buiten Randstadregio s) LB: -3% LC: +2% LD: +1% Doelstelling school A 2011 LB: 52% LC: 19% LD: 29% 8

7. Hoeveel extra LC- en LD-functies komen er op mijn school bij? Hoeveel fte s er op uw school in hogere schalen bij moeten komen, kunt u berekenen door de groeipercentages af te zetten tegen het aantal leraren (in fte s) op uw school. Deze gegevens staan voor elke school (die aan de gegevensleveringen heeft voldaan) op www.functiemix.minocw.nl. 8. Mag mijn school van de groeipercentages afwijken? Nee, dat mag niet. In het convenant is afgesproken dat het budget alleen mag worden besteed aan LC- en LD-functies. Dit is een harde voorwaarde bij het beschikbaar stellen van de aanvullende middelen. De sociale partners hebben wel een bandbreedte afgesproken voor gelijkwaardige uitwisseling tussen de groei in schalen LC en LD (zie ook vraag 9). Deze bandbreedte biedt scholen de vrijheid om de functiemix toe te passen op de eigen organisatie en het eigen onderwijsbeleid. 9

9. Wat is de bandbreedte? De sociale partners hebben een bandbreedte afgesproken voor gelijkwaardige uitwisseling tussen de groei in schalen LC en LD. De bandbreedte gaat uit van een ratio 2:1 voor de bijkomende kosten in deze schalen 3. In 2011 is de bandbreedte maximaal 1% meer of minder groei in LD. Dat staat gelijk aan 2% in LC. In 2014 is de bandbreedte maximaal 3% meer of minder groei in LD. Dat staat gelijk aan 6% in LC. Tabel 4 geeft een voorbeeld van hoe de bandbreedte toegepast kan worden. Tabel 4: Bandbreedtes op de groeipercentages 2011 LB: ±1% LC: ±2% LD: ±1% 2014 LB: ±3% LC: ±6% LD: ±3% Bijvoorbeeld: De smalle scholengemeenschap uit tabel 3 past de bandbreedte toe in 2011, ten behoeve van meer leraren in schaal LC: Nulmeting school A 2008 LB: 55% LC: 17% LD: 28% Groei% 2011 (Buiten Randstadregio s) LB: 3% LC: +2% LD: +1% Streefpercentage school A 2011 LB: 52% LC: 19% LD: 29% Bandbreedte 2011 LB: -1% LC: +2% LD: 1% Definitieve ontwikkeling school A 2011 LB: 51% LC: 21% LD: 28% 10

10. Welke verplichting geldt voor scholen waar géén leraren meer worden beloond in schaal LB? Er zijn circa 20 havo/vwoscholen waarvan niet verwacht kan worden dat zij aan de afgesproken groeipercentages kunnen voldoen, omdat zij nu al een (ver)bovengemiddelde functiemix kennen. Op deze scholen tezamen werkt nog geen 2% van alle leraren in de VO-sector. Ook deze scholen moeten de toegekende budgetten besteden aan verbetering van de functiemix. Door de bandbreedte te vergroten kan een dergelijke school een veel groter aandeel van haar leraren belonen in schaal LD. Tabel 5 laat zien hoe zo n school een verbetering van de functiemix kan realiseren die gelijkwaardig is aan de afgesproken groeipercentages. Tabel 5 Voorbeeld: School B, een havo/vwo-school in de Randstadregio s, kan de afgesproken groeipercentages niet bereiken. Dan zou de totale formatie namelijk boven de 100% uitkomen. Hoe gaat deze school om met de besteding van de niet-gebruikte middelen? Nulmeting school B 2008 LB: 30% LC: 40% LD: 30% Groei% Randstadregio s 2014 LB: -50% LC: +39% LD: +11% Doelstelling school B 2014 LB: 20% LC: 79% LD: 41% Door de bandbreedte te verruimen neemt het aandeel LD met 20 procentpunten verder toe (het tekort uit LB), tot 61%. Schaal LC neemt daardoor met 40% verder af (2:1), tot 39%. Doelstelling school B 2014 LB: -20% LC: 79% LD: 41% Verbrede bandbreedte LB: +20% LC: -40% LD: +20% Feitelijke doelstelling school B 2014 LB: 0% LC: 39% LD: 61% 11

11. Waarom gelden hogere groeipercentages voor scholen in de Randstadregio s? In het convenant is afgesproken dat er extra geld beschikbaar komt voor de versterking van de functiemix op scholen in de Randstadregio s. Schoolbesturen in de Randstadregio s zullen hiermee nog meer leraren belonen in hogere salarisschalen. Het extra budget, boven op de middelen voor de landelijke functiemix, betekent een groter groeipercentage voor de functie mix in deze regio s. Deze afspraak is gemaakt omdat het extra noodzakelijk is dat het beroep van leraar aantrekkelijker wordt in de Randstadregio s. Hier kennen scholen namelijk een grotere beloningsachterstand ten opzichte van de marktsector, een grotere arbeidsmarkt problematiek en (een optelsom van) grootstedelijke problemen. 12

12. Welke gemeenten liggen in de Randstadregio s? De Randstadregio s zijn de vier grote steden, Almere en de omliggende regio s, te weten de RPA-gebieden Zuidelijk Noord- Holland, Rijn-Gouwe, Haaglanden, Rijnmond, Gooi- en Vecht streek, Eemland en Utrecht-Midden. Een overzicht van alle gemeenten die binnen deze Randstadregio s vallen is te vinden op de website www.leerkrachtvannederland.nl. Als uw school gevestigd is of vestigingen heeft in een gemeente in deze regio s, dan ontvangt uw school via de regeling voor de Randstadregio s extra budget boven op de middelen voor de landelijke functiemix. 13. Maakt mijn school voldoende voortgang met de invoering van de nieuwe functiemix? Op www.functiemix.minocw.nl kunnen alle betrokkenen de ontwikkeling van de functiemix volgen op school- en bestuurs niveau, evenals de ontwikkeling per schoolsoort en per sector. Op deze website wordt niet alleen de functiemix (de verdeling van leraren over de salarisschalen) weergegeven. U vindt er ook aanvullende informatie over het personeel en de leerlingen van een school, bijvoorbeeld het aantal leraren (in fte s). 13

14. Welke functies tellen mee voor de monitoring van de functiemix? Monitoring van de functiemix wordt verricht aan de hand van de verplichte gegevensleveringen aan Cfi, meestal via de salarisadministratie van een school. Personeel dat in de salarisadministratie geregistreerd staat in de functiecate gorie leraar, telt mee voor de monitoring, ongeacht baan omvang of taakverdeling. Als vervangende leraren niet herkenbaar als vervanger worden geregistreerd, tellen ze noodzakelijkerwijs mee in de monitoring van de functiemix van de school. De salarisschaal van een leraar en de schaal die hoort bij een functie komen in de salarisadministratie niet altijd met elkaar overeen. Voor de verdeling van de leraren over de functiemix wordt daarom uitgegaan van de feitelijke salarisschaal. Afwijkende salarisschalen worden om gezet in de leraarschalen LB, LC of LD, op basis van het bijbehorende bedrag. Zo worden leraren in salaris schalen 10, 11 en 12, of de zogenaamde garantieschalen, bij LB, LC en LD (de corresponderende schalen) opgeteld. Waar dit niet mogelijk is wordt de schaal als overig weergegeven. De verdeling over de salarisschalen wordt niet aangepast voor BAPO of ander verlof. 14

15. Wat gebeurt er als de doelstellingen niet worden gehaald? Als de sector het afgesproken groeipercentage (zie tabel 2) haalt, dan trekt de overheid vanaf 2012 meer geld uit voor verdere versterking van de functiemix. Als de sector de doelstellingen niet haalt, dan kan de oploop van middelen voor de sector achterwege blijven. De verdere toekenning van middelen zal dan afhankelijk zijn van de tot dan toe bereikte functiemix van elk individueel schoolbestuur. 16. Hoe kan een school de afspraken nakomen wanneer het aandeel leraren in hogere salarisschalen daalt (als gevolg van natuurlijk verloop)? Om downgrading te voor komen moeten scholen vrijvallende hogere schalen inzetten om lager ingeschaalde leraren te promoveren of nieuwe leraren op hetzelfde hogere niveau aan te nemen (naast promoties voor de afgesproken groeipercentages). 15

17. Hoe krijgt mijn school het geld om dit te kunnen betalen? In 2009 starten we met de verbetering van de functiemix in de Randstadregio s. Het geld voor de landelijke functie mix komt vanaf 2010 beschikbaar. Het geld voor de Randstadregio s wordt verstrekt aan besturen via een regeling voor aanvullende bekostiging. Deze middelen worden voor het eerst uitbetaald in maart 2009 (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009). Scholen kunnen deze budgetten meenemen in de formatieplannen die zij in mei 2009 vastleggen. Promoties kunnen dan ook met terugwerkende kracht worden toegekend. Per jaar stelt de minister van OCW een bepaald bedrag beschikbaar voor de afgesproken groei percentages. Wanneer ervoor gekozen wordt om een hoger percentage leraren in hogere schalen te plaatsen, dan kan dit gefinancierd worden uit het reguliere lumpsumbudget. In het convenant is afgesproken dat scholen de aanvullende middelen elk jaar volledig zullen besteden aan de beloning van leraren. 16

18. Wat is de rol van de schoolleiding en P(G)MR in het versterken van de functiemix? Volgens de cao moeten de schoolleiding en de medezeggenschapsraad een meerjarenplan vaststellen, waarin opgenomen wordt hoe de groeipercentages voor LC en LD bereikt worden in 2011 en 2014. Afgesproken is dat het aandeel hogere functies elk jaar moet groeien. Scholen binnen de Randstadregio s moeten het meerjarenplan in 2009 vaststellen, de scholen buiten de Randstadregio s doen dat in 2010. De schoolleiding moet de P(G)MR ieder jaar informeren over de realisatie van de functie mix en haar daarbij voorzien van alle relevante informatie. 19. Waar moet de P(G)MR van mijn school op letten? De P(G)MR heeft instemmingsbevoegdheid bij het vaststellen van het meerjarenplan (vraag 18). Daarbij gaat het om vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie en het beleid voor personeelsbeoordelingen en functiedifferentiatie. Verder moet de P(G)MR er jaarlijks op toezien dat de school leiding het extra geld volledig inzet voor de functiemix. Belangrijk is dat de klassen niet groter mogen worden door de nieuwe functiemix. De leraarleerling ratio mag dus niet dalen. De P(G)MR kan dat controleren op www.functiemix.minocw.nl. Daar staat de leraar-leerling ratio per school en per schooljaar (met inachtneming van monitoringscriteria genoemd onder vraag 14). De extra LC- en LD-functies mogen alleen gaan naar leraren die hoofdzakelijk lesgeven. 17

20. Wat als mijn school in een jaar geld overhoudt? In het convenant is afgesproken dat het budget voor de functiemix volledig zal worden ingezet. Structureel komt het totaalbudget overeen met de vastgestelde groeipercentages. Afhankelijk van het tempo waarin de functiemix wordt ingevoerd zou een school echter incidenteel middelen kunnen overhouden. Volgens de cao moet de verbetering van de functiemix in jaarlijkse stappen worden gerealiseerd. De grootte van de stappen kan in overleg met de P(G)MR worden bepaald. In overleg met de P(G)MR kunnen tijdelijk overgebleven middelen besteed worden aan (incidentele) beloning, voor het toekennen van extra periodieken of om vooruit te lopen op volgende promoties (bijvoorbeeld ten behoeve van leraren die naar verwachting hiervoor in aanmerking zullen komen, mits zij aan de afgesproken criteria voldoen). 21. Waar moet een leraar aan voldoen om in aanmerking te komen voor een hogere functie in het kader van de functiemix? 18 De schoolleiding zal met de P(G)MR samen een functiegebouw moeten creëren waarin de leraren meer mogelijkheden krijgen om door te groeien naar LC- en LD-functies. Voor dit functiegebouw zijn enkele aanvullende afspraken gemaakt tussen de sociale partners (en vastgelegd in de cao). Zo hebben de sociale partners afgesproken dat de nieuwe LC- en LD-functies uitsluitend bestemd zijn voor leraren met lesgeven als hoofdtaak, dat wil zeggen dat zij voor meer dan circa 60% belast moeten zijn met een lestaak. Verder krijgen leraren met een eerstegraads bevoegdheid uiterlijk vanaf 2014 recht op een LD-functie als ze structureel in de bovenbouw van havo of vwo lesgeven. De sociale partners buigen zich over voorbeeldfuncties voor schalen LC en LD, waarin lesgeven en het primaire proces centraal staan. Zodra deze gereed zijn zullen sociale partners hierover een aparte voorlichtingsbrochure publiceren.

22. Wordt de functiemix ook gerealiseerd op verticale scholengemeenschappen? Alle scholen die bekostigd worden onder de Wet op het voortgezet onderwijs (Wvo) krijgen geld voor versterking van de functiemix. VO-afdelingen die deel uitmaken van een roc of aoc (zonder een eigen vo-brinnummer) in de Randstadregio s krijgen geld voor de functiemix via een regeling voor het mbo. Voetnoten 1 De minister van OCW heeft ingestemd met deze afwijkende afspraak onder voorwaarde dat de functiemix tussen 2006 en 2008 niet wezenlijk is gewijzigd op sectoraal niveau. In dat geval hoeven de sectorale doelstellingen niet te worden aangepast. 2 Tabellen met de functiemix per schoolsoort (vmbo/havo/vwo, vmbo-t/havo/vwo, havo/vwo en vmbo incl. praktijkscholen) dienen als indicatie van de verschillen in functiesamenstelling/mix binnen de sector. 3 Een promotie naar schaal LD is structureel twee keer zo duur als een promotie naar schaal LC. 19