wiskunde B havo 2018-I

Vergelijkbare documenten
Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

wiskunde B havo 2017-I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

leeftijd kwelder (in jaren)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

wiskunde B pilot havo 2016-I

wiskunde B havo 2018-II

Eindexamen wiskunde B vwo I

De twee schepen komen niet precies op hetzelfde moment in S aan.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Correctievoorschrift HAVO 2018

leeftijd kwelder (in jaren)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B havo 2017-II

wiskunde B pilot havo 2015-II

Correctievoorschrift HAVO 2018

Eindexamen vwo wiskunde B pilot II

wiskunde B vwo 2018-I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B bezem vwo 2018-II

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-I

Eindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-I

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Eindexamen havo wiskunde B pilot I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Eindexamen havo wiskunde B I

wiskunde B vwo 2015-II

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Eindexamen wiskunde B pilot havo II

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

Vraag Antwoord Scores. Het verschil is (0,0017 uur, dat is) 6 seconden (of nauwkeuriger) 1

wiskunde B havo 2015-II

Eindexamen wiskunde B havo I

Examen VWO. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

De vergelijking van Antoine

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

wiskunde B pilot havo 2015-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur

wiskunde B pilot vwo 2016-II

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Kaas. foto 1 figuur 1. geheel aantal cm 2.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2017-I

Examen havo wiskunde B 2016-I (pilot)

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Eindexamen vmbo gl/tl wiskunde I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur

wiskunde B pilot vwo 2017-II

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 21 juni uur

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-II

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2013-I

wiskunde B vwo 2017-II

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-II

wiskunde B havo 2019-II

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei uur

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-II

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Het gewicht van een paard

Transcriptie:

Macht van 2 De functie f is gegeven door 0,3x 2 f( x) 4 2. Op de grafiek van f ligt een punt R. De y-coördinaat van R is 2. 3p 1 Bereken exact de x-coördinaat van R. De grafiek van f snijdt de x-as in het punt Q. P 0, 5 en de lijn l door P en Q. Verder zijn gegeven het punt Lijn l en de grafiek van f snijden elkaar behalve in Q ook in het punt S. Zie de figuur. figuur y P S f O l Q x 6p 2 Bereken de coördinaten van S. Rond deze coördinaten af op twee decimalen. De grafiek van f wordt 20 naar links en 10 omhoog geschoven. Hierdoor ontstaat de grafiek van een functie g. 0,3x De functie g kan geschreven worden in de vorm gx ( ) a b 2. 3p 3 Bereken de waarden van a en b. 1

Afstand 5 De lijn l is gegeven door de vergelijking y 3 x 11. Verder is gegeven het punt P (6,1). De afstand tussen l en P is 5. 6p 4 Bewijs dit. 4 4 2 2 De cirkel c met middelpunt M is gegeven door x y 28x 32y 308. In de figuur zijn punt P en cirkel c met middelpunt M weergegeven. figuur y c M P O x De afstand tussen c en P is ook 5. De afstand tussen M en P is groter dan de afstand tussen M en de x-as. 4p 5 Bereken exact het verschil tussen deze twee afstanden. 2

Hardlopen Hardlopers die regelmatig een bepaalde afstand lopen, zijn vaak nieuwsgierig naar hun eindtijd op een andere afstand. De Amerikaanse onderzoeker Pete Riegel stelde in 1977 de volgende formule op: 0,06 s 1 v2 v1 s2 Hiermee kan met behulp van de bekende gemiddelde snelheid v 1 op een bepaalde afstand s 1, de te verwachten gemiddelde snelheid v 2 op een andere afstand s 2 worden uitgerekend. Hardlopers gebruiken vaak de volgende vuistregel: als de afstand verdubbelt, dan neemt je gemiddelde snelheid met 6% af. 3p 6 Onderzoek of de bovenstaande formule aan deze vuistregel voldoet. In de onderstaande tabel staan de wereldrecords hardlopen op de weg bij de heren op een aantal afstanden zoals ze in het jaar 2015 waren. tabel wereldrecordtijd in 2015 wedstrijd afstand (in meters) uren minuten seconden 10 km 10 000 26 44 15 km 15 000 41 13 10 mijl 16 093 44 23 20 km 20 000 55 21 halve marathon 21 097 58 23 25 km 25 000 1 11 18 30 km 30 000 1 27 37 marathon 42 195 2 02 57 In de hardloopsport wordt vaak gekeken naar de tijd die een hardloper gemiddeld over een kilometer doet. Dit wordt het looptempo genoemd. 3p 7 Bereken het looptempo van het wereldrecord op de marathon in het jaar 2015. Geef je eindantwoord in hele minuten en seconden nauwkeurig. 3

In onderstaande figuur is de logaritme van de tijd t in uren tegen de logaritme van de afstand s in kilometers van de wereldrecords op de afstanden uit de tabel uitgezet. Deze punten liggen bij benadering op een rechte lijn, die ook in de figuur is getekend. Deze figuur staat ook vergroot op de uitwerkbijlage. figuur 0,5 log ( t ) 0,4 0,3 0,2 0,1 0-0,1 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0 log (s) -0,2-0,3-0,4 5p 8 Bepaal met behulp van de lijn in de figuur op de uitwerkbijlage het te verwachten wereldrecord hardlopen op een afstand van 50 kilometer. Geef je eindantwoord in hele uren en minuten nauwkeurig. 4

uitwerkbijlage 8 log ( t ) 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0-0,1-0,2-0,3-0,4 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0 log (s) 5

De helling De functie f is gegeven door f ( x) 2 3 ( x 1 3 2 1) x. 6p 9 Bereken exact voor welke waarden van x de helling van de grafiek van f groter is dan 3 1. 2 6

Horizonafstand Als men vanaf bijvoorbeeld een hoog gebouw of een berg vrij zicht heeft tot aan de horizon, is de horizon verder weg dan wanneer er vanaf de grond naar de horizon gekeken wordt. Het kijken naar de horizon gebeurt figuur 1 vanuit het oog O in een rechte lijn naar een punt P op de horizon. De hoogte waarop het oog zich bevindt noemen we de kijkhoogte. De afstand OP tot aan de horizon noemen we de horizonafstand. De horizonafstand a in meters hangt af van de kijkhoogte h in meters boven de grond. Zie figuur 1. P a aarde O h Hoe groter de kijkhoogte, hoe groter de horizonafstand. De horizonafstand a is bij benadering evenredig met h. In figuur 2 is dit evenredige verband tussen a en h door middel van een rechte lijn weergegeven. Bovendien zijn van een aantal punten op deze lijn de coördinaten gegeven. figuur 2 60 000 a (m) (15,75; 58 907) 50 000 40 000 (12,45; 46 570) 30 000 20 000 10 000 (1,76; 6586) (7,88; 29 454) (5,57; 20 827) 0 0 5 10 15 20 h Figuur 2 staat ook vergroot op de uitwerkbijlage. 3p 10 Bepaal met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage welke kijkhoogte hoort bij een horizonafstand van 40 km. Geef je eindantwoord in hele meters nauwkeurig. 7

Bij benadering geldt: a 3741 h Hierin is a weer de horizonafstand in m en h weer de kijkhoogte in m. De horizonafstand kan ook in kilometers uitgedrukt worden. Het verband tussen de horizonafstand k in kilometers en h kan worden beschreven met een formule van de vorm k c h. 3p 11 Bereken algebraïsch de waarde van c. Geef je eindantwoord in helen nauwkeurig. Het licht van de Lange Jaap, een vuurtoren bij Den Helder, reikt 30 zeemijl ver. Een zeemijl is 1852 m. De lamp van de Lange Jaap bevindt zich op een hoogte van 57 m. Vanaf een kijkhoogte van 2 m is het licht van de Lange Jaap op een afstand van 30 zeemijl niet (rechtstreeks) te zien, omdat de vuurtoren zich dan achter de horizon bevindt. De maximale afstand d waarop het licht van een vuurtoren een waarnemer (rechtstreeks) kan bereiken is afhankelijk van de hoogte H waarop de lamp van een vuurtoren zich bevindt, en van de kijkhoogte h van de waarnemer. Zie figuur 3. figuur 3 d h waarnemer H vuurtoren aarde Bij benadering geldt: d 3,74 H h Hierin is d de maximale afstand in km waarop het licht van een vuurtoren een waarnemer (rechtstreeks) kan bereiken, H de hoogte van het licht van de vuurtoren in m en h nog steeds de kijkhoogte in m. Wanneer het licht van de Lange Jaap op een afstand van 30 zeemijl vanaf een kijkhoogte van 2 m wel (rechtstreeks) zichtbaar zou zijn, zou de lamp zich een stuk hoger moeten bevinden. 5p 12 Bereken hoeveel keer zo hoog de lamp zich dan minstens zou moeten bevinden. Geef je eindantwoord in één decimaal nauwkeurig. 8

uitwerkbijlage 10 a (m) 60 000 (15,75; 58 907) 50 000 (12,45; 46 570) 40 000 30 000 (7,88; 29 454) 20 000 (5,57; 20 827) 10 000 (1,76; 6586) 0 0 5 10 15 20 h 9

Raaklijnen door de oorsprong De functie f is gegeven door 1 f ( x) x 1. 2x 3 De lijn k raakt de grafiek van f in het punt A 1, 3. Zie figuur 1. figuur 1 y k f O x A Lijn k gaat door de oorsprong. 5p 13 Bewijs dit met behulp van differentiëren. 10

De lijn l met vergelijking y 11 x raakt de rechtertak van de grafiek van f in het punt B. Zie figuur 2. figuur 2 y 9 l f O x B Lijn l snijdt de linkertak van de grafiek van f niet. 6p 14 Bewijs dit. 11

Hoogwerker Met behulp van een hoogwerker kan een monteur bepaalde werkzaamheden op hoogte uitvoeren. Zie de foto. Hierbij staat de monteur in een bak, die is bevestigd aan twee scharnierende draagarmen. De twee draagarmen draaien ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het wagentje waaraan de onderste draagarm bevestigd is. foto In deze opgave bekijken we een vereenvoudigd 2-dimensionaal model van de situatie. Zie figuur 1, waarin dit is weergegeven. figuur 1 C 300 cm 50º B 250 cm A Punt A is het scharnierpunt op het wagentje, punt B het scharnierpunt van de twee draagarmen en punt C het einde van de bovenste draagarm waaraan de bak bevestigd is. De lengte van draagarm AB is 250 cm. De lengte van draagarm BC is 300 cm. In de situatie zoals weergegeven in figuur 1 geldt dat BC horizontaal is. Hoek ABC is dan 50 graden. 12

In figuur 2 is ook het punt D weergegeven. D is de loodrechte projectie van A op de verticale lijn door C. Deze verticale lijn is in figuur 2 gestippeld weergegeven. Figuur 2 staat ook op de uitwerkbijlage. figuur 2 C 300 cm 50º B 250 cm D A De afstand AD is ongeveer 139 cm. 3p 15 Toon dit aan. Je kunt hierbij gebruikmaken van de figuur op de uitwerkbijlage. Wanneer de monteur de bak recht omhoog verplaatst, zal hoek ABC toenemen. Zie figuur 3. Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. figuur 3 C 300 cm B 292 cm 250 cm D 139 cm A De monteur verplaatst de bak recht omhoog tot CD 292 cm. 4p 16 Bereken in dit geval de toename van hoek ABC in hele graden nauwkeurig. Je kunt hierbij gebruikmaken van de figuur op de uitwerkbijlage. 13

uitwerkbijlage 15 C 300 cm 50º B 250 cm D A 16 C 300 cm B 292 cm 250 cm D 139 cm A 14

(Co)sinus Op het domein 0, 2 is de functie f gegeven door: f( x) 2 3sin x 1 4 Verder is de lijn l gegeven door de vergelijking y 7. Zie figuur 1. 2 figuur 1 y l f O 2 x Op het gegeven domein snijden l en de grafiek van f elkaar in twee punten. 4p 17 Bereken exact de x-coördinaten van deze punten. Een functie g heeft een functievoorschrift van de vorm: gx ( ) p q cos rx s Er geldt: De periode van g is 4. Het hoogste punt van de grafiek van g valt samen met het hoogste punt van de grafiek van f. De amplitude van de grafiek van g is twee keer zo groot als de amplitude van de grafiek van f. Zie figuur 2. figuur 2 y f O 2 x g 5p 18 Bereken mogelijke exacte waarden van p, q, r en s. 15