In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe.

Vergelijkbare documenten
46/ Stap 2: bepalen van de begininkomsten

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

Klankbordgroep Methodebesluiten Netbeheer Elektriciteit en Gas september2013

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context

ALTERNATIEF VOOR DE ZAAGTANDPROBLEMATIEK BIJ REGIONALE NETBEHEERDERS

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Klankbordgroep REG oktober 2016

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Essent Netwerk B.V.

REG2017 Wijziging berekening inkoopkosten energie GTS en TenneT

2) De schriftelijke zienswijze van Liander ter zake van de vergoeding voor de kosten van lokale heffingen bestaat uit de volgende onderdelen:

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/201610_OV Zaaknummer: Pagina

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

Omschrijving. Relevant voor. Op welke wijze en waar wordt dit in MB geregeld (gedachtelijn)

Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC

Klankbordgroep REG e bijeenkomst

Methodebesluiten RNB

BIJLAGE 4. Elektriciteitswet Dit betreft de beoordeling van het voorstel Oostland en Tinte.

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

BESLUIT. Inleiding. Gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregel NMa beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen

Pagina 1/16. Bijlage 1 Uitwerking van de methode in formules. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2016/201589

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

ONTWERP-METHODEBESLUIT

BIJLAGE B BIJ ONTWERP METHODEBESLUIT

Klankbordgroep REG2017

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Pagina 1/14. Notitie. 1 Inleiding. 2 Wat is de reikwijdte van methodebesluiten?

Klankbordgroep REG2017 grootste (mogelijke) wijzigingen t.o.v. ontwerpmethodebesluiten. 15 augustus 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na artikel worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Autoriteit Consument en Markt Directie Energie Postbus BH DEN HAAG

BIJLAGE B BIJ METHODEBESLUIT

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

Klankbordgroep REG e bijeenkomst 2 november 2015

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/203924_OV Zaaknummer: Pagina

Pagina 1/7. Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer:

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet.

Klankbordgroep REG e bijeenkomst 5 juni 2015

Hoofdpuntenverslag. Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag

Formule Beschrijving parameter Waarde 29 Afschrijvingen 2003 van investeringen na Totale afschrijvingen

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Openbaar. Openbaar

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet.

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

VISIE OP METHODEBESLUIT RNB S 2014 E.V. 29 maart 2012

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT

1. Netbeheer Nederland maakt graag gebruik van de mogelijkheid in te spreken op het ontwerpmethodebesluit voor regionale netbeheerders gas.

Ontwerpbesluit BIJLAGE B BIJ METHODEBESLUIT

Definitie van inkoopkosten voor energie

zijn bij de NMa, OPTA of CA aangemerkt als bezwaarschriften die zijn ingediend bij ACM. Het besluit zal dan ook door ACM genomen worden.

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

ONTWERP-METHODEBESLUIT

Inkomstenbesluit TenneT Net op zee 2019

BESLUIT. 2. Tegen dit besluit is door de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW) proforma bezwaar gemaakt d.d. 22 januari 2009.

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT Uitwerking van de methode in rekenkundige formules

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Visie GTS voorbereiding methodebesluit Tweede klankbordgroep d.d. 29 juni 2015

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

BIJLAGE C BIJ ONTWERP-METHODEBESLUIT

Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus BH DEN HAAG. Hoogeveen, 12 februari 2003

Pagina. Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Hoofdpuntenverslag. Bijeenkomst klankbordgroep methodebesluiten 2017 e.v. (regionale netbeheerders, TenneT en GTS) d.d. 18 februari 2016, te Den Haag

Pagina. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Bijlage 1 bij het methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

1 Inleiding METHODEBESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Rapport CEPA over Ongoing Efficiency

Klankbordgroep REG e bijeenkomst 28 september 2015

Tarievenbesluit Liander Elektriciteit 2019

Inhoudsopgave BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Autoriteit Consument & Markt

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet.

BESLUIT. doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm en van het rekenvolume voor de vijfde reguleringsperiode voor Westland Infra Netbeheer B.V.

Klankbordgroep REG e bijeenkomst 11 december 2015

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2018

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Gasnetwerk B.V. Datum: 16 november Nummer _10/2

TARIEVENBESLUIT ELEKTRICITEIT WESTLAND

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2017

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2019

BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT

BIJLAGE B BIJ ONTWERP-METHODEBESLUIT

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2018

Pagina ACM/DE/2016/ Ons kenmerk: Zaaknummer: Bijlage 1 bij het methodebesluit transporttaken TenneT

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2019

Transcriptie:

4. Memo toetsingskader begininkomsten bij huidig wettelijk kader Aanleiding Als voorlopige reactie van ACM op de presentatie van NBNL tijdens de klankbordgroep van 29 juni 2015 stelt ACM ter zake van het onderwerp toetsingskader begininkomsten : Wij voegen dit punt toe aan de agenda, als onderdeel van de gevolgen van STROOM. Voor de situatie waarin ACM uiteindelijk in de methodebesluiten uitgaat van het huidige wettelijk kader, zien wij vooralsnog geen aanleiding om dit punt opnieuw met de klankbordgroep te bediscussiëren. ACM heeft in voorgaande methodebesluiten een beoordelingskader neergelegd en dit is door belanghebbenden niet eerder aangevochten. Graag nodigen wij Netbeheer Nederland uit om nader toe te lichten waarom jullie van mening zijn dat het kader verduidelijking verdient. In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe. Wettelijk kader 1) Per 1 juli 2011 heeft ACM via artikel 41b, eerste lid sub d van de Elektriciteitswet, respectievelijk artikel 81c eerste lid sub d van de Gaswet de bevoegdheid gekregen om de toegestane inkomsten bij het begin van een reguleringsperiode vast te stellen op het efficiënte kosten-niveau. 2) De toepassing van de bevoegdheid betreft een kan - bepaling ter beoordeling van ACM. 3) Deze nieuwe bevoegdheid werd voor het eerst onderdeel van de besluitvorming bij de (lopende) methodebesluiten elektriciteit en gas voor de periode 2014-2016. Het beoordelingskader van ACM bij regionale netbeheerders elektriciteit en gas 4) In de ontwerpmethodebesluiten regionale netbeheerders elektriciteit en gas 2014-2016 heeft ACM de toepassing van de bevoegdheid afgewogen op basis van de omvang van het verschil tussen inkomsten en kosten (inclusief de effecten van de invoering van het nieuwe leveranciersmodel). 5) Mede naar aanleiding van de ingediende zienswijzen op de ontwerpbesluiten heeft ACM een toetsingskader met betrekking tot de toepassing van haar nieuwe bevoegdheid in de methodebesluiten regionale netbeheerders elektriciteit en gas 2014-2016 opgenomen. 6) Het in de methodebesluiten 2014-2016 opgenomen beoordelingskader is niet door partijen aangevochten (bij het CBb). Dit wil evenwel niet zeggen dat het beoordelingskader juist of niet voor verbetering vatbaar is. N-15-2176 Pagina 14/26 21 augustus 2015

7) In de veronderstelling dat het beoordelingskader uit de besluiten 2014-2016 het vertrekpunt zal zijn voor de methodebesluiten regionale netbeheerders elektriciteit en gas 2017-20xx wil NBNL het toetsingskader voor begininkomsten agenderen voor de klankbordgroepen van nieuwe methodebesluiten en heeft NBNL een aantal ideeën voor verbetering of verduidelijking ontwikkeld. Opmerkingen van NBNL bij het huidige beoordelingskader In het onderstaande wordt, ter zake van de randnummers, verwezen naar het methodebesluit elektriciteit 2014-2016 (zie bijlage 1). De opmerkingen gelden ook voor het methodebesluit gas (andere randnummers). 8) In het methodebesluit elektriciteit 2014-2016 is een beoordelingskader op hoofdlijnen, randnummers 168 t/m 172, alsmede de nadere uitwerking voor de desbetreffende reguleringsperiode, randnummers 173 t/m 183, opgenomen. 9) Het beoordelingskader is volgens NBNL onvoldoende helder: a) In randnummer 170 wordt de toepassing van de bevoegdheid gekoppeld aan de omvang van de afwijking, namelijk een aanzienlijke afwijking, waarbij een verschil tussen inkomsten en kosten ad 8.2% (randnummer 179) als aanzienlijk wordt beoordeeld en een afwijking van 1.7% (randnummer 178 uit methodebesluit gas) als gering. De term aanzienlijk is niet uitgewerkt, c.q. een eenduidige bandbreedte is niet gedefinieerd. b) In randnummer 170 geeft ACM aan dat de begininkomsten worden aangepast aan het efficiënte kostenniveau wanneer er 1) een aanzienlijke overschrijding (%) van het rendement is ten opzichte van hetgeen in het economisch verkeer gebruikelijk is, dat wil zeggen de afwijking ten opzichte van de vastgestelde WACC door ACM en 2) een aanzienlijke onderschrijding ( ) van de inkomsten is ten opzichte van de kosten. Het toetsingskader is niet uniform, noch eenduidig naar beide kanten toe. c) Conform randnummer 171 wordt er getoetst op een eventuele overshoot. De invulling, respectievelijk toetsing hiervan is voor NBNL onduidelijk. d) In randnummer 180 geeft ACM aan dat de berekening van het verschil tussen inkomsten en kosten wordt gebaseerd op schattingen en dientengevolge een marge in acht neemt bij de beoordeling van verschillen. De bandbreedte is niet gedefinieerd. 10) Het beoordelingskader en de uitwerking in het besluit 2014-2016 zijn niet consistent: a) In randnummer 168 wordt aangegeven dat ACM toetst per netbeheerder en dat ACM per netbeheerder de toepassing van haar bevoegdheid beoordeelt. Bij de nadere invulling in de randnummers 179 en 181, alsmede in de rekenmodellen van ACM wordt uitsluitend getoetst op totaal sectorniveau. b) In randnummer 170 wordt aangegeven dat getoetst wordt op een rendement dat aanzienlijk hoger is dan in het economisch verkeer gebruikelijk (vastgestelde WACC). In 2013 liggen de inkomsten boven de kosten. Echter, bij de nadere uitwerking wordt het rendement niet bepaald, maar wordt louter de omvang van het verschil tussen inkomsten en kosten N-15-2176 Pagina 15/26 21 augustus 2015

berekend en beoordeeld. Er wordt niet getoetst of en zo ja hoeveel het verschil afwijkt van het genormeerde rendement (WACC). c) In randnummer 172 geeft ACM aan dat in specifieke omstandigheden het belang van bevordering van doelmatige bedrijfsvoering of het belang van een goed investeringsklimaat doorslaggevend kunnen zijn bij de keuze voor het wel/niet toepassen van de bevoegdheid. Bij de nadere uitwerking en toetsing (randnummer 173 t/m 183) wordt niet aangegeven op welke wijze deze belangen beschouwd en beoordeeld worden/zijn. Analyse NBNL 11) In de Memorie van Toelichting bij de Wet Voorrang voor Duurzaam (hierna: MvT) is opgenomen: Netbeheerders die hun kosten in de praktijk vervolgens sterker verlagen dan de NMa verwacht («de benchmark verslaan»), worden hiervoor beloond met een hogere winst. Deze mogelijkheid die een netbeheerder heeft om winst te maken door verdere verbetering van zijn efficiency dan de NMa via de efficiencykortingen direct aan de afnemers ten goede laat komen, is een essentieel onderdeel van de regulering. Echter, het doorlopen van deze situatie in de volgende (nieuwe) reguleringsperiode wordt onwenselijk geacht. De wetgever lost dit als volgt op: Om te voorkomen dat een dergelijke «overrendementsituatie» doorwerkt in een volgende reguleringsperiode, wordt in het wetsvoorstel een nieuwe bevoegdheid aan de NMa toegekend. De NMa mag, in afwijking van het geleidelijke tariefverloop volgens de wettelijke formule, de tarieven direct aan het begin van een reguleringsperiode in één keer aanpassen naar een niveau dat overeenkomt met het efficiënte kostenniveau, met inachtneming van een redelijk rendement. Deze aanpassing, die in principe zowel naar beneden als naar boven kan plaatsvinden, heeft invloed op enkele grondslagen van het huidige stelsel (waaronder de geleidelijkheid en de formule waarbij naar het voorgaande jaar wordt gekeken). 12) Uit de MvT kan worden afgeleid dat de wetgever het doorlopen van een situatie van over- of onderrendement in een nieuwe reguleringsperiode ongewenst vindt en daartoe aan ACM een nieuwe bevoegdheid heeft gegeven. 13) De toepassing van de bevoegdheid zou bijdragen aan het beginsel van gelijke inkomsten bij gelijke prestaties, de kern van maatstafregulering. Eventuele verschillen tussen netbeheerders worden immers geëlimineerd. De structurele toepassing van de bevoegdheid zou dan ook een logisch onderdeel van de maatstafregulering zijn. Desondanks heeft de wetgever gekozen voor een kan-bepaling, en de beoordeling bij ACM neergelegd. 14) Het toetsingskader weegt het belang van een schoksgewijze aanpassing af tegen een geleidelijke aanpassing van de inkomsten. Overwegingen die bij de keuze een rol zouden kunnen spelen bij het opstellen van een toetsingskader betreffen bijvoorbeeld: a) Het verschil tussen de toepassing van de bevoegdheid versus een geleidelijk en zo stabiel mogelijk tariefverloop is bij kleine verschillen tussen inkomsten en efficiënte kosten verwaarloosbaar, met name in relatie tot bijvoorbeeld de effecten van wijzigingen in de cpi, N-15-2176 Pagina 16/26 21 augustus 2015

efficiëntie-doelstellingen en/of nacalculaties. De toepassing van de bevoegdheid zou in dit geval de facto een fine tuning van de toegestane inkomsten betreffen. Het heeft als voordeel dat wordt voorkomen dat grote verschillen tussen netbeheerders ontstaan als gevolg van kleine negatieve verschillen bij de ene netbeheerder en kleine positieve verschillen bij een andere netbeheerder. Met andere woorden: bij geringe verschillen tussen inkomsten en efficiënte kosten is er geen reden om de toepassing van de bevoegdheid achterwege te laten; b) Het investeringsklimaat van netbeheerders verslechtert bij een grote neerwaartse correctie van de toegestane inkomsten. In het geval dat het aantrekken van financiering sterk zou afnemen (solvabiliteit), c.q. rentelasten hoger zouden worden (slechtere rating) ligt het voor de hand dat de toepassing van de bevoegdheid achterwege te laten of af te toppen om een goed investeringsklimaat te behouden; c) De koopkracht van consumenten en/of de winstgevendheid van bedrijven verslechtert bij een grote opwaartse correctie van de toegestane inkomsten. In het geval dat de economie stagneert (zie bijvoorbeeld 2008) ligt het voor de hand dat toepassing van de bevoegdheid achterwege blijft of wordt afgetopt. 15) De waarde van de kan-bepaling ligt vooral bij situaties waarin grote inkomsten/tariefschokken vanuit externe omstandigheden ongewenst zijn voor netbeheerders dan wel voor afnemers. Overwegingen NBNL 16) Uit de MvT blijkt dat de wetgever het continueren van een situatie van overrendement (dan wel onderrendement) ongewenst acht. De wetgever geeft geen bandbreedtes aan, waaruit de conclusie getrokken mag worden dat iedere afwijking van 0 (verschil tussen inkomsten en efficiënte kosten) aan het begin van een nieuwe reguleringsperiode als ongewenst beschouwd mag worden, c.q. dat de omvang van de afwijking geen belemmering voor toepassing is. 17) De toepassing bij relatief kleine aanpassingen bevordert het gelijke speelveld tussen netbeheerders, terwijl de effecten van de toepassing veelal in het niet vallen bij de overige tarief/inkomsteneffecten (cpi, x, q, nacalculaties). 18) De toepassing van de bevoegdheid kan bij een grote tarief/inkomstenaanpassing ingrijpende gevolgen hebben, bijvoorbeeld op het investeringsklimaat bij netbeheerders (hetgeen ongewenst is ten tijde van een toename van investeringen) of op de koopkracht van consumenten of de winstgevendheid van bedrijven (hetgeen ongewenst is bij een neergaande economie). N-15-2176 Pagina 17/26 21 augustus 2015

Voorstellen NBNL 19) NBNL stelt het volgende voor: a) In het systeem van maatstafconcurrentie wordt de bevoegdheid toegepast, tenzij er ingrijpende ongewenste effecten zijn op het investeringsklimaat voor netbeheerders, en/of de ontwikkeling van de koopkracht van consumenten, respectievelijk winstgevendheid van bedrijven. Daarmee blijft het geen structureel element van de regulering; b) De toets op het investeringsklimaat voor regionale netbeheerders en/of de ontwikkeling van het economisch klimaat wordt altijd op sector niveau (i.e. totaal regionale netbeheerders elektriciteit of totaal regionaal netbeheerders gas) uitgevoerd en niet per regionale netbeheerder. De invulling van deze toetsen zou er, bijvoorbeeld, als volgt uit kunnen zien: Uit oogpunt van het bevorderen een goed investeringsklimaat voor regionale netbeheerders wordt een eventuele one-off niet of afgetopt toegepast indien op sectorniveau de kasstromen negatief zijn. Uit oogpunt van het bevorderen van een gezond economisch klimaat wordt een eventuele oneup niet of afgetopt toegepast indien de conjunctuur terugloopt. N-15-2176 Pagina 18/26 21 augustus 2015