Oudheid. Middeleeuwen. Samenvatting door een scholier 1259 woorden 25 april keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis

Vergelijkbare documenten
Surrealisme ( )

Samenvatting CKV 19e eeuw: neoclassicisme

Samenvatting Kunstgeschiedenis Kunstgeschiedenis Examen

Samenvatting CKV Kunsthistorisch overzicht 1 - Klassieke oudheid tot de 19e eeuw

Samenvatting door een scholier 693 woorden 18 maart keer beoordeeld

5.3. Samenvatting door een scholier 947 woorden 4 april keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis. Vroeg christelijke kunst. Voor de middeleeuwen

Stromingen in vogelvlucht

Reader/begrippenlijst periode 4 toetsweek :

BASISREADER KG: BEELDEND

Autonomie & Abstractie

rijks museum Verwerkingsmateriaal Examentour VWO ANTWOORDMODEL VERSIE A + B Visuele analyse van schilderkunst in de 17DE, 19DE en 20STE eeuw 1/5

Stromingen in vogelvlucht

4. In de les krijg je een oefentoets die je op weg helpt met het leren en toepassen van de begrippen.

5,9. Samenvatting door een scholier 993 woorden 17 maart keer beoordeeld

Praktische opdracht CKV Voorstelling (beeldende begrippen)

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW MASSACULTUUR. H5 CKV-profiel Cobra en Karel Appel Moderne Amerikanen in musea

De renaissance kunstenaars zoekt naar evenwichtige verhoudingen. Er worden wetten vastgelegd over de

Visuele analyse van schilderkunst in de 17de, 19de en 20ste eeuw

Plat- Vorm, Hoofdstuk 5, Toetsvragen

Samenvatting Kunstgeschiedenis Kunstgeschiedenis Romeinen t/m Romaanse Periode

Expressionisme. Samenvatting door E woorden 7 mei keer beoordeeld. Vertaald vanuit Latijn: uitdrukking

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW. H4 algemeen deel Hoofdstuk 6 Rationalisme in de kunsten.

Beeldende Begrippen 11 JUNI 2015 KHP VERSLAG, PERIODE TEXTIEL. DAVID WEEL l 10E

3.1Griekse beeldhouwkunst

rijks museum Verwerkingsmateriaal Examentour VWO versie b Visuele analyse van schilderkunst in de 17de, 19de en 20ste eeuw 1/5

Stromingen in vogelvlucht

De klassieke oudheid

Nu'ge bouwwerken Realis5sche beeldhouwkunst Schilderkunst met perspec5ef Veel mozaïek Vereren van de keizer Afname geloof in goden Toename geloof in

ART HISTORY de twintigste eeuw. H4-cp3 H5 Reactionaire kunstrichtingen

7,2. Samenvatting door Manon 1284 woorden 23 april keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis. Basisinformatie kunstgeschiedenis 6V.

1 Het classicisme ( )

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW. H5 Hoofdstuk 6 Rationalisme in de kunsten.

Henry Milner uitwerking in materialen van de verbeelding door El Lissitzky van de nieuwe mens

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW. H4 algemeen deel Hoofdstuk 6 Rationalisme in de kunsten.

ART HISTORY de twintigste eeuw. H6 Rationalisme in de kunsten.

SCHEMA Appreciatie van beeldende kunst Kunst gericht op visuele waarneming

Afsnijding: manier van ruimtesuggestie; de rand van de afbeelding overlapt de vormen, men maakt in gedachten de vormen af.

De Griekse Bouwkunst

6,3. Praktische-opdracht door een scholier 1888 woorden 4 december keer beoordeeld. Geschiedenis. Bijlage. Stap1: Het begrip classicisme

TEKENEN. beeldende vorming. hoofdstuk 15:Yellow Submarine. 3de klas

Schilderkunst. 1. Definitie TOEGEPAST. Bouwstenen om naar de schilderkunst te leren kijken. SCHILDERIJ: FIGURATIEF ABSTRACT:

Samenvatting CKV Verschillende stromingen

Les 2. Periode 2 Kunstgeschiedenis

6,8. Samenvatting door A woorden 16 mei keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis. Futurisme 1909 tot De Stijl 1917 tot 1931

Roncalli mavo Tekenen/Kunstgeschiedenis. Reader/begrippenlijst periode 1 toetsweek :

Werkstuk CKV Kunststromingen

Het fin de siècle einde negentiende eeuw. H5 Blz. 62 t/m 75 Het fin de siècle

ANTWOORDEN Oefenvragen STIJLHERKENNING tot _oefvr_antw_Stijlhherk_tot1800

1-tijdsperiode In die Periode braken er boerenoorlogen uit in Afrika,en begonnen de balkan oorlogen. In Europa was het redelijk rustig.

Roncalli mavo Tekenen/Kunstgeschiedenis klas 3.

V4 cp3 Romaans Gotiek

Bouwstijlen van kerken in Nederland. De volgende bouwstijlen worden kort toegelicht met tekst en beeldmateriaal:

Stromingen in vogelvlucht

ART HISTORY de twintigste eeuw. H4-cp3 H4 Expressionisme

Schoolonderzoek 3-1 HAVO/VWO.

SOCIALE MEDIA TIJDENS P.O.

Expressionisme. Vanaf 1900

Stromingen in vogelvlucht

Begrippenlijst periode 1. Tekenen Klas 2, Roncalli mavo. Vorm

ART HISTORY. de negentiende eeuw. H5 Hoofdstuk 3 Het Realisme Tweede helft 19de eeuw

Geabstraheerd: beschrijf de voorstelling en wijze van abstractie K2. beschrijf de voorstelling en wijze van abstractie

Hoe ga je te werk? - Bekijk de afbeeldingen van de kunstwerken van dansers (Degas, Segal, Nikki da St. Phalle).

beeldanalyse-kunstbeschouwing

Werkstuk CKV Barok 6,2. Werkstuk door een scholier 1708 woorden 4 maart keer beoordeeld. 1. Verklaring van de naam Barok.

De gebouwen en stijlen in chronologische volgorde

beeldende vormgeving Naam:...Klas... Deze periode gaan we ons bezig houden met het menselijk lichaam en met enkele details.

Werkboek voor de leerling

Ludwig Museum: Manifesten in de 20 e eeuw

Samenvatting Kunst Kunststijlen

KIJKWIJZER SCHILDERIJ CKV 1 opdracht Cijfer:

Programmering Leerstof & Toetsing Ciclo Avansa

Street-art in de. Kijkwijzer Secundair Onderwijs

1. Wat is architectuur?

Kunstenaar 1... adres.. Kunstenaar 2. Kunstenaar 3... Kunstenaar 4 (reserve)..

2 Eeuw van het Verstand

5,9. Samenvatting door A woorden 18 mei keer beoordeeld

5.7. Boekverslag door J woorden 3 februari keer beoordeeld

Kijkwijzer Stromingen

Mens in actie. Zo groot ben jij!

Modernisme Algemene inleiding De industrialisatie krijgt een nieuwe impuls aan het begin van de twintigste eeuw. Technische producten

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW. H5 Hoofdstuk 5 Reactionaire kunstuitingen

Thema 1: De Moderne, de eerste helft van de twintigste eeuw

Samenvatting Kunstgeschiedenis Barok tot en met het heden

Taxonomie van Bloom Vragen stellen: starters van King Groepswerk Kunstgeschiedenis: lesdoelen + leerinhouden

6,9. Samenvatting door een scholier 3148 woorden 28 mei keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis

Stromingen in vogelvlucht

Functies en Invalshoeken Kunst

KIJKWIJZER BEELDASPECTEN

ORGANISCHE VORMEN RONDE, GEBOGEN VORMEN, VORMEN DIE ONTLEEND ZIJN UIT DE DIEREN EN PLANTENW ERELD.

ART HISTORY Barok en Classicisme

5,6. Samenvatting door een scholier 2418 woorden 4 december keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis Zienderogen Kunst

Begrippenlijst 6 Massamedia Klas 3

Figuratief. Een figuratieve afbeelding vertoont duidelijke overeenkomsten met de werkelijkheid. Het is afgebeeld zoals het is.

Les 1. Periode 2 Kunstgeschiedenis

theorie tekenen onderbouw

Vorm & Interactie, 2013 Spelen met vorm. Zsa Zsa Linnemann Robert Crain

Programmering Leerstof & Toetsing Ciclo Avansa

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW. H4 algemeen deel Hoofdstuk 4 Expressionisme - Kunst en gevoel.

Meetkunst Les 4 Spelen met perspectief

5.5. Samenvatting door een scholier 1749 woorden 2 december keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1259 woorden 25 april 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Kunstgeschiedenis Oudheid Griekse oudheid (800-50 v. Chr.) Mens centraal Idealisering in beeldhouwkunst (zoeken naar ideale verhoudingen) Ontwikkeling in beeldhouwkunst à Stijf tot dynamisch (contra-post) Harmonie in architectuur/ tempelbouw (nadruk op schoonheid en harmonie) Goden/ mythologie Vaatwerk versierd (uitgangspunten: Griekse mythologie, dierfiguren, geometrische vormen) Verhoudingen in de architectuur komen overeen met de verhoudingen van het menselijk lichaam Romeinse oudheid (200 v. Chr. 400 na Chr.) Fresco s/ Mozaïeken Tempels deels Grieks/deels vernieuwend Beeldhouwkunst overgenomen van Grieken Modern ingerichte steden Gewelfbouw/ bogen (tongewelf en kruisgewelf, koepelconstructies) Amfitheater/ Triomfboog en zuil/ Aquaduct/ Marktgebouw/ enz. (de nadruk van de architectuur ligt op de praktische functie van de gebouwen) Keizers verheerlijkt (Ruiterstandbeeld/ munt/ portretbuste) (keizer=prominent figuur) Schilderkunst dient ter verfraaiing en hebben een levensechte indruk In de beeldhouwkunst nadruk op het gezicht en stofuitdrukking. Vroeg Christelijk (50-500 na Chr.) Opkomst Christendom/ Hiernamaals centraal Kerken/ Basilieken (Middenschip/ zijschepen/ absis/ eventueel dwarsschip), gebaseerd op Romeins basilica Symbolen (bijv. het lam/ Aureool) Iconen Verhalende schilderingen Meer aandacht voor verhaal dan vormgeving Anonieme kunstenaars: werk ter ere van God Godsdienst staat centraal (Bijbelse verhalen dienen als inspiratiebron) Menselijke afbeeldingen zijn gestileerd weergegeven Middeleeuwen Byzantijnse kunst (500-1453) Menselijke afbeeldingen zijn gestileerd weergegeven Godsdienst staat centraal Bijbelse verhalen dienen als inspiratiebron Bij de bouw van kerken maakt men gebruik van centraalbouw en koepelconstructies Iconen Mozaïeken Ivoorsnijkunst en edelsmeedkunst Karolingische kunst (800-900) https://www.scholieren.com/verslag/93575 Pagina 1 van 8

Ontwikkelt zich als hofkunst Manuscripten nemen een centrale plaats in In de architectuur staan centraalbouw en basiliekvorm naast elkaar Stenen bouwconstructies Romaans (900-1150) Veel verhalend beeldhouwwerk Kerken: Donker/ hoog/ stenen gewelf/ zware constructie/ kruisvorm Minder gestileerde vormgeving in schilderingen (anatomie is niet belangrijk) Miniaturen/ initialen Zware bouw, ronde bogen Beeldhouwkunst maakt deel uit van de architectuur Opkomst reliekverering Gotiek (1100-1400) Lichte architectuur: kruisribgewelf/ lichte skeletbouw/ steunberen/ luchtbogen/ hoog (muren niet meer dragend) Glas-in-lood: Hemelse gloed/ verhalen (goddelijk licht) Meer realisme in beelden en schilderingen Beelden en colonnetfiguren komen los van de architectuur Glas-in-lood Opkomst olieverf Vroege gotiek: primitieve uitbeelding van perspectief en anatomie Late gotiek: meer aandacht voor perspectief en anatomie Tussenperiode middeleeuwen-19 e eeuw Renaissance (1400-1530) Wedergeboorte van Klassieke Vormgeving Economische-/ wetenschappelijke-/ persoonlijke ontwikkelingen Geïdealiseerd mensbeeld (mens staat centraal) Harmonie en symmetrie Contrapost houding Nieuwe aandacht voor anatomie en perspectief Maniërisme Ingewikkelde houdingen en constructies Onrealistische verhoudingen Bijbelse taferelen en mythologie Pasteltinten Schrille kleurcontrasten Gebruik van dure materialen Barok (1600-1720) Onder invloed van contra-reformatie Weelderigheid/ Imponeren/ Dynamiek/ Pracht en praal/ Licht-donker Sterke dieptewerking Rijk materiaalgebruik Ingewikkelde patronen Veel versieringen Rococo (1720-1750) Overdreven uitloop Barok Asymmetrie/ Zweepslagmotief/ Plantmotieven/rocaillemotieven Pasteltinten Decadentie en frivoliteit Kunst als statussymbool Gouden Eeuw (Nederlandse kunst tijdens Barok) https://www.scholieren.com/verslag/93575 Pagina 2 van 8

NL economische toppositie Andere opdrachtgevers door geld en welvaart Portretten/ historiestukken/ stillevens/ stadsgezichten/ zeegezichten Herkenbare omgeving Neoclassicisme (1760-1840) Soberheid uit klassieke tijd Statisch/ rust, eenvoudige compositie Monumentaal Politieke werken Koele en vlakke kleuren Duidelijke en scherpe vormen Symboliek is belangrijk Kunstenaars grijpen terug op klassieke oudheid Negentiende eeuw Romantiek (1800-1840) Vlucht uit de alledaagse ellende Hang naar de natuur, het fantastische, dromen en het exotische Gevoel/ fantasie/ emotie/ dromerig Exotische culturen/ grootsheid natuur/ gevoel kunstenaar/ mythen Persoonlijke emoties en gedachten Symbolen spelen een belangrijke rol Dynamiek benadrukt de emoties Realisme (1840-1880) Ontstaan fotografie/ Evolutietheorie Geloof in de zichtbare dingen Geen verfraaiing Buiten schilderen: Verf in tube! Technische vooruitgang zichtbaar constructies van gebouwen (gietijzer, neostijlen, eclecticisme) Nadruk op politiek Plein air schilderkunst Contrapost houding in beeldhouwkunst De Salon Groot publiek Mooie verhalen Schoonheid Naakten: academisch verantwoord/ klassiek Academisch verantwoord Kunstkenners Architectuur 19 e eeuw Industriële Revolutie Nieuw materiaal = gietijzer Nieuwe bouwvormen = o.a. stations/ fabriekshallen/ bruggen/ enz. Historicisme (neo-stijlen)/ Eclecticisme Impressionisme (1870-1905) Impressie van moment Licht en kleur van een moment Vluchtige techniek Vormen onbelangrijk Dagelijks leven Plein air schilderen Lichtval https://www.scholieren.com/verslag/93575 Pagina 3 van 8

Zuivere kleuren Japonisme Dynamisch Expressief Pointillisme (1884-1905) Af van vluchtigheid van impressionisme Optisch mengen: Kleurstippen naast elkaar (puntjes) Bedachte composities Herstructurering Zuivere kleuren Weergeven van sfeer en lichtval Postimpressionisme Onrealistisch kleurgebruik Persoonlijke visie van de kunstenaar Afwijzing van impressionisme Kunstenaars gaan opzoek naar nieuwe uitbeeldingsvormen Symbolisme (1885-1900) Diepere betekenis van de zichtbare dingen Kleur krijgt betekenis Aandacht voor decoratieve element (Japanse prentkunst) Ontdekken van andere beschavingen Ontbreken van schaduwen Verzet tegen filosofische stromingen Schilderen wat werkelijk gebeurd Modernisme Jugendstil (1890-1910) Toegepaste kunst (ambachtelijk) Natuurlijke elementen Inspiratie uit middeleeuwen en Japanse kunst Kracht van lijn en kleur Geen massaproductie (kostbare materialen) A-symmetrie/ Zweepslagmotief/ Plantmotieven (decoratief) Art deco (1910-1940) Toegepaste kunst Geometrische vormen, primaire kleuren, strakke gestroomlijnde vormen Populair bij de nouveaux riches Ambacht en luxe materialen, chique stijl Expressionisme (1905-1920) Gevoel/ emotie uiten in kleur en vorm Felle kleuren/ weelderige techniek Duits/ Frans (duits heeft wel een doel/expressie maar de fransen zijn het pessimisme zat en vinden vorm en kleur belangrijker) Duits=der blauwe reiter/die brücke frans= fauvisme(wilde beesten) Eerste abstracte kunst Direct karakter Sociale betrokkenheid (begrepen willen worden) Abstrahering Organische vormgeving Kubisme (1907-1914) https://www.scholieren.com/verslag/93575 Pagina 4 van 8

Vormen terugbrengen tot geometrie (geometrische vormen) Vormen ontleden en opnieuw in elkaar zetten Hoekig/ Vereenvoudiging van kleur Andere voorwerpen gebruiken (bijv. Krant) Assemblage (Samenvoegen van materialen tot nieuwe ruimtelijke vorm) Geabstraheerde beelden (niet abstract) Verschillende aanzichten worden tegelijkertijd weergegeven Collage en assemblage (assemblage is de ruimtelijke versie van een collage) Zoeken naar essentie Futurisme (1909-1916) Vormgeving gericht op toekomst Vernietiging van het oude Snelheid/ Techniek/ Lawaai/ Beweging (moderniteit) Beweging en herhaling Verheerlijking van oorlog (ze vonden de maatschappij nu niet goed) Kubistische fragmentering Dynamiek, harde vormen en kleuren, kleurcontrasten De Stijl (1917-1931) Streven naar universele kunstvorm (tijdens WOI geen contact met buitenlandse kunstenaars, daarom nu tijdschrift de stijl) Zoeken naar essentie van vorm (essentie van alles om ons heen) Rechte lijnen/ Primaire kleuren Constructivisme (1917-1924) n.a.v. Russische revolutie samenleving opnieuw vormgeven, dagelijks leven vormgeven Vooruitgang/ Geometrie/ Geen persoonlijkheid/ helder/ transparant/ Politieke werken (functionele beelden) (affiches) Abstrahering Gebruik van grafische en fotografische middelen Officiële kunstvorm van de Russische revolutie Functionalisme in architectuur (vanaf 1900) Vorm volgt functie/ Constructie gevolgd (zuiverheid van vorm en constructie) Skeletbouw Functionaliteit belangrijker dan decoratie (overbodige versieringen weggelaten) Sober Constructie is zichtbaar aan de buitenzijde Streven naar betaalbare woningen en sociale vooruitgang Bauhaus (1919-1933) Opleidingsinstituut (Functionele vormgeving) Verschillende disciplines samengevoegd Sobere/ strakke vormgeving, heldere constructies en functionele vormgeving Gebruik van vliesgevel Samensmelting kunst, ambacht en techniek Invloeden van Stijl en constructivisme Gladde zakelijke vormgeving in architectuur Dada (1916-1923) Anti-kunst/ Anarchistisch Discussie uitlokken: Wat is kunst? (afwijzing van schoonheid en ordening Ready-made/ Collage/ Toeval/ fotomontage/ assemblage/spot/ absurditeit Geen kunstvorm maar leefstijl Object trouves, ready made Absurde voorstellingen, chaotische vormgeving en onconventionele technieken Spot, drijvend Surrealisme (vanaf 1924) https://www.scholieren.com/verslag/93575 Pagina 5 van 8

Droomwerkelijkheid/ Onderbewuste/ absurde/ onwerkelijke Trompe l oeil schilderen (Het oog bedriegend) Automatisch tekenen Dromen en visioenen worden vertaald in figuratieve schilderijen Half abstracte schilderijen gebaseerd op associaties Vervreemding Diepere betekenis Nieuwe zakelijkheid (1920-1950) Terugkeer naar de werkelijkheid Objectieve weergave van de werkelijkheid Sombere kleuren Raadselachtige lichtinval Sterk accent op de details Magisch realisme (1920-1959) Nadruk op technische vaardigheden Fotografische weergave taferelen Geheimzinnige sfeer Dromen en visioenen Vervreemding Kunst na 1945 Amerikaans Abstract Expressionisme (1943-1959) Action Painting (deels abstract, deels figuratief/ actie van het schilderen zelf staat centraal/ emoties/ drippings) Colourfield Painting (werking van kleuren staat centraal/ kleurvalekken/ verzadigde kleuren) Hard edge (onpersoonlijk/ geen handschrift van de kunstenaar zichtbaar/ geometrische vormen/ beperkte kleurschema s) Cobra (mens en dier als onderwerp/ nadruk op expressiviteit/ vereenvouding/ inspiratie uit kindertekeningen) Materieschilderkunst (abstractie/ bewerkte en aangetaste huid/ uiteenlopende materialen) Samenkomst van verschillende Europese kunstenaars/ stromingen (WOII) Drippings/ Smijten met verf Kleurvlakken Emotie van de kunstenaar Effect op emotie van beschouwer Pop-art (1955-1970) Populaire kunst (Reactie op diepgang van Abstract Expressionisme) Vooruitgang van massaconsumptie/ luxe (consumptiemaatschappij) Economische vooruitgang na WO II Herkenbaar/ Felle kleuren en contrast kleurgbruik Blow-up/ Zeefdruk/ Collage Combine paintings Onpersoonlijk en afstandelijk Nieuw soort kunst: begrijpelijk, goedkoop, massaproductie, jong, commercieel Nouveau realisme (1960-1970) Beelden uit dagelijks leven Nadruk op vernietiging en aftakeling Verwerking van afvalmateriaal in kunstwerken Kritische kijk op consumptiemaatschappij Scheiding tussen beeldhouwkunst en schilderkunst vervaagt CoBrA (1948-1951) https://www.scholieren.com/verslag/93575 Pagina 6 van 8

Na WO II opzoek naar vernieuwing Inspiratie uit primitieve kunst en kindertekeningen (Onschuld) Eenvoudige vormgeving/ Kleurrijk Copenhagen/ Brussel/ Amsterdam Foto- of Hyperrealisme (1965-1980) Objectieve weergave van moderne cultuur Alledaagse werkelijkheid Zeer veel detail/ Spiegelingen Levensgrote, levensechte figuren Met behulp van foto s de werkelijkheid tot in detail weergeven (foto s krijgen vorm en betekenis/ accenten aanbrengen/ bij kleuren/ montages maken) Beelden uit de consumptiemaatschappij Vervreemding/ objectieve weergave Op-Art (1955-1980) Grafische kunstvorm (toepassing van geometrische vormen) Optische illusies/ Gezichtsbedrog Onpersoonlijk/ geen handschrift van de kunstenaar Experimenteren met licht Suggestie van beweging Postmodernisme architectuur (na 1945) Modernistische architectuur na WO II Strakke vormgeving Sociale woningbouw, veel hetzelfde, strakke bedrijvenpanden, flats In navolging van Bauhaus Postmoderne architectuur Vrije/ Speelse vormgeving Vernieuwend Vorm los van functionaliteit Gevarieerd materiaal gebruik Veel kleuren en versieringen Mengeling van verschillende stijlperiodes Mensvriendelijke architectuur Streven naar een menselijke architectuur Kleinschalige projecten Experimentele woningbouw Organische architectuur Organische vormgeving Expressief Men streeft naar een vormgeving die het welzijn van de mens bevordert Milieuvriendelijk Hightech Technische vooruitgang staat centraal De constructie bepaalt de vormgeving van het gebouw De constructie is duidelijk zichtbaar Deconstructivisme https://www.scholieren.com/verslag/93575 Pagina 7 van 8

Dynamische vormen Heldere constructies Veel verschillende materialen Chaotische vormgeving Postmodernisme schilder-/beeldhouwkunst (na 1945) Minimal Art ( 60-70) Je ziet wat je ziet Geen emotie/ Geen persoonlijkheid van de kunstenaar/ abstract Volledige zuiverheid van de kunst Wiskundig/ Eenvoud in kleurgebruik/geometrische vormen/verwijzing naar industriële producten Conceptual Art ( 60) Idee is belangrijker dan eindproduct Idee is soms het kunstwerk zelf Land Art Aarde/ natuur wordt zelf het kunstwerk Mens oefent invloed uit op de aarde Vaak vergankelijk/ tijdelijk Natuur wordt gebruikt als beeldend middel Foto, video en tekeningen Environmental Art Kunstwerk is een omgeving waar de beschouwer letterlijk in kan lopen Beschouwer ervaart het kunstwerk om zich heen Monumentale werken Kunst in opdracht Symboliek Kinetische kunst Beweging/ abstract Organische abstracte beeldhouwkunst Abstrahering Organische vormen Inspiratie uit primitieve kunst Happening: Kunstwerk is een gebeurtenis/ op dat moment/ toeschouwer wordt ongevraagd onderdeel van / neemt deel aan het kunstwerk Performance: Kunstenaar voert iets uit à dat is het kunstwerk. Toeschouwer kijkt alleen toe. Overblijfsel = overblijfsel. Idee centraal/ vergankelijk kunstwerk https://www.scholieren.com/verslag/93575 Pagina 8 van 8