Veilig werken met CO2

Vergelijkbare documenten
Veilig werken met CO 2

Wat is zuurstofgebrek?

Tabel 1 Aanbevolen procedure voor vacumeren

Niet condenseerbare gassen

Vierde Tranche Activiteitenbesluit Veiligheid Koelinstallaties. Gerard Pouw (RWS/InfoMil) Coen van de Sande (NVKL) Stephan Nieuwenburg (OZHZ)

Nat N u at u u r u l r i l j i ke k ko k u o d u e d mi m d i de d le l n, n een n atu at u u r u l r i l j i ke k ke k uze u!

Veiligheidsaspecten met betrekking tot natuurlijke koudemiddelen.

Warmte in de koudetechniek, een hot item

Axima Refrigeration. 100% cooling technology.

... Think safety! Werken met. Stikstof. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.

HVAC (verwarming, ventilatie en airconditioning) en Koeling zijn essentiële elementen voor gezondheid, welzijn en comfort in ons dagelijks leven

Datum:13/12/2018 Locatie: Iov: Frigro NV Doorniksesteenweg / Kortrijk

Samengeperst gas, n.e.g. 70% stikstof, 30% kooldioxide UN-nummer: 1956 Opslagmethode: omgevingstemperatuur en hoge druk (> 150 bar)

Koudemiddel: welke alternatieven zijn toekomstbestendig?: Actuele ontwikkelingen en alternatieven voor de toekomst.

De inhoud van uw gascilinders. Veiligheidsboekje nr. 1

Harsh & Hazardous. Dé richtlijnen voor extreme omstandigheden EXPLOSIES

Zeer licht ontvlambaar

gas onder druk Als het gas vrijkomt, bereikt het zeer snel een concentratie in de lucht die gevaarlijk is voor de gezondheid.

De toekomst van niet-natuurlijke koelmiddelen

Koelen met CO2 Technische uitleg.

14/12/2015. Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker. Auteur: Rudy Beulens

De Climalife aanbevelingen

VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF. Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie

augustus 2009 STIKSTOF VGWM Gezondheid Welzijn Milieu A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

Instructie gevaarlijke stoffen algemeen:

HANDLEIDING airco diagnose gereedschap A/C Vloeistof Check artikelnummer: (complete set)

Fig. 1 De schroefcompressor (bron Mayekawa)

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Veiligheidsinformatieblad (MSDS)

Datacenterkoeling zonder F-gassen: uw data center het gehele (!) jaar compressorloos geklimatiseerd. Spreker: Marius Klerk

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Volgens Richtlijn 91/155/EEG

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

HSE guidelines december 2012 STIKSTOF HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Klimaatbeheersing (2)

DE GELE BIJLAGE VEILIGHEIDSGEGEVENS VOOR EEN AANTAL STOFFEN

Klimaatbeheersing (2)

giftig doelorgaan - toxisch acuut toxisch

Innovatieve koeltechniek aan boord van visserijtrawlers

Roerige tijden in de wereld van koelen en verwarmen. Ir. Erik J. Hoogendoorn, ENGIE Refrigeration

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig Het symbool staat voor verandering.

Veilig werken met brandbare koelmiddelen

Afbeelding 1: HD vlotter in Log P h diagram

Hyperventilatie. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

... Think safety! Werken met. Odorant. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen

Koudemiddelen en wetgeving

1. RISK & SAFETY ZINNEN

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

Omgaan met Aardgascondensaat. Documentinformatie

Duurzaamheid. Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018

ISOPA PRODUCTBEHEERPROGRAMMA S. Walk the Talk DIVERSE CHEMICALIËN. Het lezen van het (e)sds van uw leverancier is een MUST, omdat dit informatie bevat

Meetapparatuur en interpretatie meetgegevens

VEILIGHEIDSCAMPAGNE LUCHTKWALITEIT

Afscheid van F-gassen: de toekomst met natuurlijke koudemiddelen. Is de warmtepomp wel klaar voor de energietransitie?

FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING

Koudeproductie. Verbod op het gebruik van koelmiddelen die de ozonlaag afbreken = Euthanasie of anesthesie?

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we

Veiligheidsinformatieblad (MSDS)

Safety Regulations. Uitvoeren van gasmetingen

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Op basis van richtlijn 91/155/EEG van de Commissie der Europese Gemeenschappen

maart 2008 BENZEEN VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

NVKL leidraad lekkage detectiesystemen volgens EU- verordening nr. EG. 517/2014

Verzeker uw toekomst:

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007

Nieuwe duurzame koelconcepten. Rittal B.V. Elbert Raben

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Glasvezel producten. Versie 1.0 Herzieningsdatum Printdatum

Brandgevaar: moeilijk brandbaar.

Uitgave nummer: 2 Tel. +31 (0) Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0) / E. Tacken


Agenda. Algemene ontwikkelingen Warmtepomp theorie en mogelijke verbeteringen Marktvraag HFO als mogelijke oplossing Toekomstige ontwikkelingen

Daarnaast zijn er ook S-zinnen; deze geven aanbevelingen voor het veilig werken met bepaalde stoffen. S staat hier voor Safety.

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5

TechGrow CO 2 -generator (Aardgas) HANDLEIDING. Uitgifte datum:

Geachte mevrouw, heer,

Autogeen snijden. Het proces en de gassen

Inhoud DE CONSEQUENTIES...3

Veilig werken met gassen

Verzadigingsindex of Langelier index

Liquefied Natural Gas / L N G

Eindexamen vmbo gl/tl nask I

Tipkaart 22.2 H 6. Benzeen (C 6. Algemene gegevens CAS nr: EU-etikettering: R-zinnen: /8-48/23/24/25-65 S-zinnen: 53-45

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING

Patiënteninformatie. Hyperventilatie, een adembenemend verschijnsel. Wat is hyperventilatie, wat zijn symptomen en hoe bestrijd je een aanval?

Toolbox-meeting Adembescherming

Zie achterzijde voor bijkomende informatie HET GEBRUIK VAN EEN PORTABLE

MD751 CO-detectiecentrale Gebruikershandleiding

Veiligheidsinformatieblad

Programma. 13:00 uur Ontvangst 13:15 uur Aanvang programma

instructieboekje EUROM GS5000 Infraroodstraler op gas

KOELING VAN DATACENTERS DOOR DE JAREN HEEN DATA CENTER

brandbare stof zuurstof ontstekingsbron

H 2 S ZWAVELWATERSTOF

Transcriptie:

Wijbenga info sheet 2: Veilig werken met CO2 1. INLEIDING De afgelopen jaren zijn er veel installaties gebouwd met CO 2 als koudemiddel. Met name industriële koude-installaties, maar de laatste jaren ook steeds meer in de commerciële,- en klein koeling. Naast de technische aspecten bij de realisatie van deze installaties speelt ook de veiligheid een grote rol. Veiligheid is de mate van afwezigheid van potentiële oorzaken van een gevaarlijke situatie of de mate van aanwezigheid van beschermde maatregelen tegen deze potentiële oorzaken. Er zijn een aantal punten die aandacht verdienen wanneer kooldioxide gebruikt wordt als koudemiddel. Wanneer deze punten in acht worden genomen tijdens ontwerp, bouw, inbedrijfstelling en de bedrijfsperiode van de installatie dan kan CO 2 veilig en succesvol als koudemiddel worden ingezet. 2. EIGENSCHAPPEN CO 2 Koolstofdioxide (ook bekend onder de namen koolzuur, kooldioxide of R744) is een molecuul dat uit één koolstof en twee zuurstofatomen wordt samengesteld. De chemische formule CO 2 wordt meestal gebruikt om koolstofdioxide aan te duiden. Ook wordt vaak de term koolzuur gebruikt, feitelijk is dat onjuist omdat koolzuur eigenlijk een andere benaming is voor waterstofcarbonaat, dat ontstaat door toevoeging van CO 2 aan water. CO 2 is een natuurlijke stof waarvan de concentratie in onze lucht ca 0,04% (400 ppm) bedraagt. De MAC (Maximaal Aanvaardbare Concentratie) waarde bedraagt 5.000 ppm. In de gasvormige fase is CO 2 circa 1,5 maal zwaarder dan lucht. Als koudemiddel (R744) is CO 2 geclassificeerd als niet giftig, niet corrosief, heeft een ODP (ozone depletion potential) van 0 en een GWP (global warming potential) van 1. Onder 5,2 bar (-55 C), het tripple punt, gaat vloeibaar CO 2 over in vaste stof (koolzuursneeuw). Komt de druk weer boven deze waarde dan zal de vaste stof direct weer overgaan in vloeistof. Het volume van vast kooldioxide is kleiner dan van de vloeistof, hierdoor is er geen gevaar dat componenten of leidingen deformeren door uitzetting. Boven 73,5 bar (+31 C), het kritische punt, is er geen vloeistoffase van CO 2 meer mogelijk. Transkritische installaties operen in dit gebied. 3. ONTWERP VAN CO 2 INSTALLATIES CO 2 installaties zijn in drie groepen te verdelen, te weten: Subkritische systemen met CO 2 als koudemiddel met compressie Subkritische systemen met CO 2 als koudedrager zonder compressie (brine) Transkritische compressie systemen De ontwerpdrukken van CO 2 systemen liggen bij subkritische koel,- en vriessystemen, afhankelijk van het ontwerp, tussen de 25 en 64 bar. Bij transkritische systemen worden ontwerpdrukken tot 120 bar gehanteerd. Voor het ontwerp dient rekening gehouden te worden met de EN-378 voor koelinstallaties en warmtepompen, de CE-PED en de eventuele Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV). Wanneer in het primaire systeem www.wijbenga.nl 1

gebruik gemaakt wordt van een ander koudemiddel, bijvoorbeeld NH 3 of een symthetisch koudemiddel, dan gelden daarvoor meestal nog aanvullende regels. Over het ontwerp van CO 2 installaties is meer te vinden in de IOR Veiligheidrichtlijn voor CO 2 waarvan een Nederlandse vertaling verkrijgbaar is bij Wijbenga B.V. In deze richtlijn wordt aandacht besteed aan veiligheid en lekkages. Daarnaast is sinds 2013 de Nederlandse Praktijkrichtlijn 7601, toepassing van kooldioxide als koudemiddel in koelsystemen en warmtepompen, beschikbaar bij de NVKL en het Nederlands normalisatie instituut. 4. DE INVLOED VAN EEN VERHOOGDE CO 2 CONCENTRATIE OP HET MENSELIJK LICHAAM. Wanneer de meest gangbare koudemiddelen worden beschouwd zijn er, wat betreft de invloed op het menselijk lichaam en de veiligheid, een aantal elementaire verschillen. NH 3 (R717) Sterk ruikend en giftig. CFK, HFK Reuk en smaakloos en bij kortstondige blootstelling niet giftig. Koolwaterstoffen Brandbaar / Explosief CO 2 (R744) Reuk en smaakloos, heeft in hoge concentraties een directe invloed op de ademhaling Er is een onderscheid tussen zuurstofgebrek en een verhoogde concentratie CO 2 in de atmosfeer. Vermindering van het bewustzijn als gevolg van zuurstofgebrek (onder de 15%) vindt vaak plaats zonder dat de betrokken personen dit opvalt. Bij een percentage van ca 10% zuurstof kan opeens bewusteloosheid optreden. Beneden de 6 tot 8% zuurstof treedt de dood binnen enkele minuten in, tenzij dit proces tijdig door beademing kan worden omgekeerd. Slechts twee keer inademen in een zuurstofloze atmosfeer veroorzaak direct bewusteloosheid waarna de dood zeer snel kan intreden. Om deze reden zijn halogenen als blusmiddel bij brand ook niet meer toegestaan. Om de invloed van CO 2 op onze ademhaling te begrijpen zal eerst het principe van onze ademhaling worden toegelicht. Normaal gesproken bevat onze ingeademde lucht 21% zuurstof en 0,04% kooldioxide en de uitgeademde lucht 17% zuurstof en 4% kooldioxide. Het lichaam neemt dus zuurstof op en geeft kooldioxide af. De mate waarin dit gebeurt wordt geregeld aan de hand van onze ph. Voor het goed functioneren van diverse functies van het lichaam (oa. de hersenfunctie) is het essentieel dat de ph (zuurgraad) van ons lichaam binnen zeer nauwe grenzen stabiel is (de normale ph bedraagt 7,4). De gevolgen van de verandering van de ph zijn een metabole acidose (ph < 7,35) of een respiratoire alkalose (ph > 7,45). Om de zuurgraad van het bloed binnen deze nauwe grenzen te houden heeft het lichaam twee belangrijke middelen tot zijn beschikking. De snelle methode is het aanpassen van de ademhaling. Door sneller te ademhalen stijgt de zuurgraad van het bloed en door langzamer te ademen daalt de zuurgraad. De langzame methode gaat via de nieren. De uitwisseling van CO 2 door ademhaling is afhankelijk van het partieel drukverschil. De druk van onze omgeving wordt gevormd door de afzonderlijke partiële drukken van zijn componenten (met name stikstof, zuurstof, argon en kooldioxide). Bij een atmosferische druk van 760mm Hg en een concentratie van 0,04% CO 2 is de partiële druk 0,0004 x www.wijbenga.nl 2

760 mm Hg = 0,3 mm Hg. In onze bloedsomloop neemt de hoeveelheid kooldioxide toe wat resulteert in een toename van de partiële druk tot uiteindelijk 40 mm Hg in de haarvaten van onze longblaasjes (alveolen). Hierdoor ontstaat er een drukverschil tussen de ingeademde lucht enerzijds en de haarvaten anderzijds en zal er door de capillaire werking van onze longen kooldioxide worden afgegeven aan de ingeademde lucht. Met betrekking tot zuurstof werkt het mechanisme andersom. De partiële druk van de ingeademde lucht is hoger dan de partiële druk in de haarvaten waardoor zuurstof wordt opgenomen. Fig 1. Partieel drukverschil bij normale atmosfeer Fig 2. Partieel drukverschil bij een verhoogde CO 2 concentratie. Stijgt de concentratie kooldioxide in onze omgeving naar 5% (50.000 ppm) dan zal de partiële dampdruk 37,5 mm Hg bedragen. De kooldioxide kan het lichaam moeilijk verlaten wat op zijn beurt resulteert in een toenemende zuurgraad (Ph daalt). Het lichaam reageert hier onmiddellijk op door de ademhaling te versnellen met het doel de zuurgraad weer in evenwicht te brengen. Deze tekenen (zwaardere ademhaling, drukkend gevoel op de borst, hoofdpijn) zijn herkenbaar en dienen als een duidelijke waarschuwing. Een verhoogde concentratie synthetisch koudemiddel levert weliswaar een lagere zuurstofconcentratie op maar het lichaam reageert hier anders op. De ademhaling wordt immers aangepast aan de zuurgraad, niet aan het zuurstofniveau. In tabel 1 staan de effecten van de verschillende kooldioxide niveaus op het menselijk lichaam. CO 2 % O 2 % N 2 % Invloed op het menselijk organisme. 0,04 21 79 Het natuurlijke aandeel in de lucht. 0,5 20,9 78,6 5000ppm = MAC-waarde. tot 2,5 20,5 77 Toename van het ademvolume 50 tot 100%. 2,5-4 20,5-20,2 77-75,8 Versterkte en verdiepte ademhaling. Na 30 tot 60 minuten blootstelling: hoofdpijn, hartkloppingen, verhoging van de polsslag, opwinding, duizeligheid en neiging tot flauwte. 4-7 20,2-19,5 75,8-73,5 Toename van het ademvolume tot 300%. Vergiftigingsverschijnselen na 30 minuten. Hoofdpijn, duizeligheid, zweten. 7-10 19,5-18,9 73,5-71,1 Ernstige ademnood; bewusteloosheid treedt snel in. Overlading van het bloed door CO2, met dodelijke afloop binnen vier uur. 10-20 18,9-16,8 71,1-63,2 Verlamming van levensbelangrijke centra binnen seconden. >20 <16,8 <63,2 Snel intredende dood. www.wijbenga.nl 3

(O 2 - en N 2 -afname in een verhouding van 1:4) Tabel 1. Effecten van kooldioxide niveaus op het menselijk lichaam (bron: Linde Gas). Om (levens)bedreigende niveaus van CO 2 te krijgen moet er in één keer heel veel CO 2 kunnen ontsnappen. Daarnaast is CO 2 ca 1,5 x zwaarder dan lucht waardoor de hoogste concentratie, soms zichtbaar als een witte deken, laag bij de grond aanwezig zal zijn. Het is zaak bij (zichtbare) lekkages niet te bukken en op te passen bij het betreden van lager gelegen of gesloten ruimten. Na blootstelling aan een hoge concentratie CO 2 is frisse lucht de beste remedie, het lichaam zal snel de overtollige kooldioxide afvoeren. Wanneer er sprake is van bewusteloosheid zullen uiteraard andere maatregelen genomen moeten worden. Het is goed om bedrijfshulpverleners (BHV) bij bedrijven met een CO 2 installatie van de verschijnselen van kooldioxide vergiftiging op de hoogte te brengen en een noodplan op te stellen. Het voorgaande moet niet verward worden met de bekende koolmonoxide (CO) vergiftiging door onvolledige verbranding, wat iets heel anders is en een langdurige negatief effect heeft op het menselijk lichaam. 5. MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN CO 2 VERGIFTIGING Om CO 2 vergiftiging te voorkomen moeten de machinekamer en ruimtes waar mensen werken uitgevoerd worden met een CO 2 detectie en signalering. Detectie punten moeten laag bij de grond geplaatst worden. Wat betreft de regels rondom CO 2 detectie en de niveaus bestaan er een tweetal richtlijnen. NPR 7601-2013 EN 378: Alarmeringswaarden: Detectiesystemen voor koudemiddelen behoren te worden geïnstalleerd in machinekamers voor koudemiddelen met ODP > 0 of GWP > 0 indien de systeemvulling meer dan 25 kg is (NEN-EN 378-3+A2). Het detectiesysteem behoort te zijn voorzien van een laag en een hoog niveau. Het lage niveau behoort een concentratie van 9 000 mg/m3 (wettelijke grenswaarde) of lager te kunnen waarnemen. Het hoge niveau behoort een concentratie van 50 000 mg/m3 (AGW) of lager, afhankelijk van de risicoanalyse, te kunnen waarnemen. Locatie van detectoren: Omdat kooldioxide zwaarder is dan lucht behoren detectoren op laagste punten en dicht bij de grond te worden geplaatst. Aantal detectoren: Ten minstens één detector behoort dicht bij de grond te worden geïnstalleerd in elke machinekamer of beschouwde verblijfsruimte en/of in de laagste ondergrondse ruimte. Gasdetectie is verplicht bij een vulling van meer dan 25 kg. De maximale alarmwaarde bedraagt 19.500 ppm www.wijbenga.nl 4

RICHTLIJN IOR Veiligheidrichtlijn voor CO 2 : Gasdetectie wordt in de machinekamer en de procesruimte waarin CO 2 gebruikt wordt aanbevolen. Aanbevolen alarmwaarden: Vooralarm: 5.000 ppm Hoofdalarm: 10.000 ppm Eventuele afzuiging dient eveneens bij de grond plaats te vinden. Daarnaast is het voor onderhouds,- en bedieningspersoneel aan te raden een persoonlijke CO 2 detector te dragen tijdens de werkzaamheden aan de installatie. Het is aan te bevelen daarnaast ook een O 2 detector te dragen. Het alleen werken aan de installatie in besloten ruimtes of op tussenplafonds kan zeer risicovol zijn en moet worden voorkomen. Fig 3. Een CO 2 lekkage naar de atmosfeer 6. INTERNE LEKKAGES TUSSEN DE VERSCHILLENDE KOUDEMIDDELEN Naast lekkages naar de omgeving kunnen er ook lekkages binnen de installatie plaatsvinden. Er ontstaan bij een interne lekkage dan wel geen directe gevaren voor de mens maar de gevolgen voor de installatie kunnen verstrekkend zijn. Bij een lekkage tussen CO 2 en een ander koudemiddel zal er in de meeste gevallen CO 2 naar de andere zijde lekken (van hoge druk naar lage druk). www.wijbenga.nl 5

Wanneer er primair gebruik gemaakt wordt van een synthetisch koudemiddel zal er een nieuw koudemiddel worden gevormd. Dit is herkenbaar aan uitval op hoge druk, het niet meer in overeenstemming zijn van de verzadigingstemperatuur met de bijbehorende druk en een teruglopende capaciteit. Het nieuwe mengsel is niet eenvoudig meer te scheiden en afvoer en vervanging van het primaire koudemiddel is de enige remedie. Wanneer CO 2 zich vermengt met NH 3 ontstaat er ammoniumcarbonaat dat zich als een wit zout in de NH 3 installatie afzet. Ventielen kunnen blokkeren, filters in het NH 3 systeem raken verstopt en de capaciteit loopt terug door blokkades in het leidingsysteem. In het geval van een grote lekkage moeten de NH 3 en de olie afgevoerd worden en zal het NH 3 systeem inwendig gespoeld moeten worden. In sommige gevallen is dit mogelijk door verwarming, waardoor het zout weer uiteenvalt. In extreme gevallen zal het systeem gespoeld moeten worden met water. Fig 4. Gevolgen van een CO 2 /NH 3 lekkage De zouten gevormd door NH 3 en CO 2 tasten koolstofstaal, gietstaal en roestvrijstaal niet aan (bron Stork FDO). De secundaire (CO 2 ) zijde van de installatie zal in de meeste gevallen niet aangetast worden aangezien de druk hier meestal hoger is dan aan de primaire zijde. Om eventuele risico s op vervolgschade te beperken kan al in de ontwerpfase gekozen worden voor het opsplitsen van het primaire systeem in 2 of meer afzonderlijke circuits. Iets wat tot op heden al enkele keren is voorgeschreven in het bestek. www.wijbenga.nl 6

% Fig 5. Opsplitsing primair systeem in twee circuits 7. GEVAREN DOOR VLOEISTOFINSLUITING Vloeistofinsluiting kan ontstaan door service werkzaamheden of ontwerpfouten. Ingesloten vloeistof neemt warmte op uit de omgeving waardoor het volume toeneemt. Deze toename geeft een drukverhoging die kan resulteren in vervorming of scheuren van leidingen of componenten. De volumetoename (thermische uitzettingscoëfficiënt) is bij CO 2 ca. 4 x groter dan bij NH 3. Vloeistofhoudende delen die ingeblokt kunnen raken moeten voorzien worden van een tegendruk onafhankelijk ontlastorgaan dat is uitgelegd op de maximale werkdruk. Bij service werkzaamheden moet altijd eerst de vloeistof worden verwijderd waarna het deel ingeblokt mag worden. Volumetoename vloeistof 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 0 10 20 30 40 50 NH3 R507 CO2 dt Fig. 6 Volumetoename van vloeistof www.wijbenga.nl 7

8. ONGEWENSTE DRUKSTIJGING BIJ STILSTAND Door een stroomstoring, tijdelijke uitbedrijfname of machinebreuk kan een installatie (ongewenst) stil komen te staan. Wanneer er onvoldoende opslag van koude in het product aanwezig is (vriescel) zal de temperatuur van de CO 2 oplopen en kan de maximale ontwerpdruk van de installatie worden overschreden en door de veerveiligheid CO 2 worden afgeblazen. Om dit tegen te gaan kan de installatie worden uitgevoerd met een noodkoeling. Deze noodkoeling bestaat uit een spiraal of kleine warmtewisselaar in de gasruimte van het CO 2 vloeistofvat of afscheider en is aangesloten op een separate koelunit werkend met bijvoorbeeld propaan. Eventueel kan deze noodkoeling worden aangesloten op een noodaggregaat zodat ook bij stroomuitval de werking gegarandeerd kan worden. Over het algemeen kan volstaan worden met een noodkoelvermogen tussen de 1 en 3 kw, afhankelijk van de instraling die afgevoerd moet worden. 9. VOCHT Het verleden heeft geleerd dat het merendeel van de storingen aan CO 2 installaties veroorzaakt worden door water (ijs) in het systeem. Het besef dat een CO 2 koelsysteem en water slecht samengaan is ondertussen bij de meesten doorgedrongen. Er zal hier verder niet worden ingegaan op de gevolgen van vocht maar wel op het voorkomen van vocht tijdens de diverse fasen van de totstandkoming van de installatie. Om een goede werking te garanderen mag het watergehalte in de CO 2 niet boven de 10 ppm liggen. Deze waarde is ondertussen ook terug te vinden op diverse specificatie bladen van R744 van de gassenleveranciers. De CO 2 in de bulk van de gassenleverancier voldoet meestal aan deze eis. Wat er uiteindelijk in de CO 2 installatie terecht komt is in veel gevallen niet bekend. In de diverse schakels is in het verleden nogal eens wat misgegaan of bijna misgegaan. Vulslangen worden tijdens het gebruik koud. Na het afkoppelen condenseert er water in de koude slang. Wordt de slang na het vullen niet verwarmd en gedroogd dan bestaat het gevaar dat bij een volgende vulling water in het systeem komt. Fig. 7 Water in een vulslang Het verdient de aanbeveling te vullen over een filter/droger. Deze moet standaard in elke CO 2 installatie aanwezig zijn en dient voldoende groot geselecteerd te zijn. Na het vullen moeten de drogerstenen voor de eerste maal vervangen worden. www.wijbenga.nl 8

Tijdens de bouw van de installatie moet er behalve schoon ook droog worden gebouwd. Worden er koude ruimten aangekoppeld dan moet er altijd van de warme naar de koude ruimte geïnstalleerd worden. Leidingdelen en appendages in koude ruimten of buitenopstelling moeten zolang mogelijk afgedopt blijven om het condenseren van vocht hierin te voorkomen. Na de bouw dient zorgvuldig gevacumeerd te worden, waarbij in acht genomen moet worden dat vacumeren niet altijd drogen is. Minimaal dienen de (oude) STEK regels gehanteerd te worden. Het vacumeren dient rustig te verlopen zodat het water de tijd heeft om te verdampen (eventueel moet warmte worden ingebracht). Breken van het vacuüm dient te gebeuren met droge stikstof. 10. SLOTWOORD Bij veiligheid wordt snel gedacht aan de directe gevaren voor de mens. Deze gevaren kunnen ook indirect ontstaan, klimaatverandering vormt een serieuze bedreiging voor onze veiligheid. Hierdoor zal in de toekomst het ethische aspect van de installatiekeuze steeds zwaarder gaan wegen. Gelukkig maakt het huidige beleid de keuze voor natuurlijke koudemiddelen als NH 3 en CO 2 een stuk eenvoudiger. Binnen de industriële koudetechniek speelt duurzaamheid een steeds grotere rol, het gebruik van synthetische koudemiddelen past moeilijk binnen deze visie. De nieuwste synthetische koudemiddelen hebben meestal nog steeds een aanzienlijke GWP en zullen zeer waarschijnlijk, binnen niet al te lange tijd, ook worden uitgefaseerd. Het aantal toepassingen van CO 2 wordt steeds breder en CO 2 heeft ondertussen bewezen een goed en veilig alternatief te zijn. Het aantal installaties dat ondertussen succesvol in bedrijf is genomen is hiervan het bewijs. Versie 2, 19-10-2013 JS www.wijbenga.nl 9