2 Bijkomende of aanvullende voorzorgsmaatregelen

Vergelijkbare documenten
AANPAK (VERMOEDEN) NOROVIRUS- UITBRAAK IN EEN WZC

AANPAK (VERMOEDEN) NOROVIRUS- UITBRAAK IN EEN WZC

NOROVIRUS

Patiënteninformatie. Norovirus

S.0.S. Clostridium! Van casus naar draaiboek. Woonzorginfecties praktisch beleid Symposium HVG/CRAGT 15/12/12

BUIKGRIEP. en infectiepreventie

U bent drager van MRSA. Wat nu?

Checklist hygiëneadvies voor een zorginstelling bij een uitbraak van gastro-enteritis

DRAGERSCHAP OF INFECTIE? Contactpersoon Telefoon Dr. Wouter Dhaeze

Dienen er bijkomende. hygiënemaatregelen getroffen te. worden i.g.v. MRSA dragerschap?

Informatie over het norovirus

Infobrochure. Clostridium difficile. geassocieerde diarree

A.S.Z. ziekenhuis. Informatiebrochure Rotavirus. verzorgingsinstelling

Darmontsteking door Clostridium difficile. Dienst Ziekenhuishygiëne

Patiënteninformatie. VRE Vancomycine resistente enterococcus

Norovirusinfectie. Bijlage IV Praktische uitwerking maatregelen bij een uitbraak van norovirus in kindercentra

STANDAARDVOORZORGSMAATREGELEN

Hoge Gezondheidsraad CPE

Maag-darmontsteking veroorzaakt door een virus. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6.

Clostridium Difficile Associated Diarrhoea (CDAD)

Norovirus. Infobrochure voor patiënt en bezoeker. Jessa Ziekenhuis vzw. Dienst kwaliteit. versie juni 2015 (Object-ID )

Noro-virus Maatregelen om verspreiding van het virus te voorkomen

Norovirus. Maatregelen om verspreiding van het virus te voorkomen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

TBC (OF TUBERCULOSE)

Hoge Gezondheidsraad VRE

WANNEER? 1. Bij opname in een hoogrisicoafdeling. 2. Continu 1-2x/week tijdens een uitbraak of in hoogrisicoafdelingen.

Norovirus Help mee het Norovirus te bestrijden

INLEIDING Agentschap Zorg en Gezondheid 2

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Werkinstructies hygiëne gemeentelijke crisisopvang voor vluchtelingen Oktober 2015, versie 4

Bijlage 7. Reinigen en desinfecteren van een ruimte 1 waar een patie nt met (mogelijke) ebola is verbleven

VRE (OF VANCOMYCINE RESISTENTE ENTEROCOCCUS)

CPE (OF CARBAPENEMASE PRODUCERENDE EROBACTERIËN)

Bijlage 3: Vragenlijst protocol contactisolatie in het MZH oktober 2013

Plan van aanpak Uitbraak gastro-enteritis in zorginstelling

Het norovirus wordt gemakkelijk overgedragen en er zijn maar weinig virusdeeltjes nodig om besmet te raken.

Draaiboek infectiebeleid in het woonzorgcentrum (WZC)

1 Strikte naleving van handhygiëne

PIPAC: Verpleegkundige aandachtspunten op PAZA

Norovirusinfectie. Bijlage II Maatregelen bij een uitbraak van norovirus in groepsaccommodaties, inclusief cruiseschip of hotel

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen CPE-WZC 1 vragen naar / telefoonnummer datum 26 april 2012

Infobrochure. Antibiotica resistente kiemen

Is den rooden loop terug in het land?*

Patiënteninformatie. Clostridium difficile

Aandachtspunten bij chemotherapie

Infobrochure MRSA. mensen zorgen voor mensen

MRSA bij uw baby. Wat moet u weten? Informatiefolder voor ouders

Handhygiëne bezoekers CWZ

Infectiepreventie binnen GZA ziekenhuizen. Standaard voorzorgsmaatregelen en isolatie

INFECTIEPREVENTIE. Norovirus (buikgriepvirus)

Maatregelen bij Bijzonder Resistent Microorganismen

Patiënteninformatie. MRSA bacterie

Ziekenhuizen. Strikte isolatie

Isolatieverpleging; wat houdt dat in? Contactisolatie, druppelisolatie en contactdruppel isolatie

Contact isolatie-ge. Infectiepreventie

Vancomycine resistente enterococcus (VRE)

Patiënteninformatie (CPE)

Patiënteninformatie. Tuberculose

Deze brochure bevat daarover informatie. Deze informatie kan de mondelinge uitleg van uw arts en verpleegkundige ondersteunen.

Patiënteninformatie. MRSA bacterie

VOORZORGSMAATREGELEN TIJDENS DE CHEMOTHERAPIE

26 maart 2015 Kathy Behiels

Ziekenhuizen. Contactisolatie

Clostridium difficile

Calicivirusinfectie A08.1 Norovirusinfectie Winter vomiting disease

Opsporing? Een ESBL-bacterie kan opgespoord worden door middel van een cultuur of kweekonderzoek.

Protocol Persoonlijke Hygiëne Pluimveeverwerkende industrie

Verpleeghuis- woon- en thuiszorg. Handhygiëne

MRSA. en infectiepreventie. BRMO (Bijzonder Resistente Micro-Organismen)

Infectiepreventie. Noro-virus.

maart MRSA in een woonzorgcentrum praktisch bekeken. Jan Van Tricht Guido Hendrickx Ziekenhuishygiënisten.

Deze informatie is bestemd voor patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting.

Werkdocument Hygiëneprotocol Grieppandemie Zuidwester

ALGEMENE EN BIJKOMENDE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ ISOLATIE. - Patiëntinformatie -

MRSA. Dienst Ziekenhuishygiëne

Verplegen in isolatie

Verplegen in isolatie

Ziekenhuizen. Strikte isolatie

Ziekenhuizen. Strikte isolatie kinderen

PATIËNTENINFO. Uw kind is drager van de MRSA-bacterie Hoe pakken we dit samen aan? Intensieve neonatale zorg / Ziekenhuishygiëne

algemeen inwendige ziekten informatiebrochure Veilig omgaan met chemoproducten

Patiënteninformatie. Dienst Ziekenhuishygiëne. Leven met CA-MRSA thuis. GezondheidsZorg met een Ziel

daghospitaal oncologie en algemeen inwendige ziekten informatiebrochure Orale antikankertherapie

Hoe overdracht vermijden: bijkomende voorzorgsmaatregelen. Opleiding docenten - 8 september 2016 A. Willemse

Antibioticaresistentie in de thuiszorg: Voorkom verspreiding van resistente bacteriën met de standaard (hygiëne)maatregelen!

Clostridium difficile. Infobrochure voor patiënt en bezoeker. Jessa Ziekenhuis vzw. Dienst kwaliteit

Het griepvirus bijvoorbeeld vertoont zich steeds weer in een nieuwe gedaante waardoor vaccinatie moeilijk is.

THEMA: HANDHYGIËNE: WAAROM, WIE EN WANNEER?

MRSA. informatie voor patiënten

Patiënteninformatie. Dienst Ziekenhuishygiëne. Meer weten over CPE (Carbapenemase Producerende Enterobacteriën) GezondheidsZorg met een Ziel

Handhygiëne: Waarom, Wie en Wanneer?

Isolatiemaatregelen. Informatie voor patiënt en bezoeker

Stof, vlek- en vingertasten verwijderen. Microvezelwerkdoek regelmatig keren

Patiënteninformatie. Dienst Ziekenhuishygiëne. Leven met CPE thuis. GezondheidsZorg met een Ziel

Doel: Het benoemen van maatregelen om het risico van overdracht van micro-organismen van medewerkers van Hap t Hellegat naar patiënten te verminderen.

Maatregelen tegen overdracht van Klebsiella Oxa-48 buiten het ziekenhuis

Infectiepreventie in het ziekenhuis: 9 praktische tips voor patiënten met CF

MRSA staat voor Methicilline (M) resistente (R) Staphylococcus (S) aureus (A).

VAN DE OVERDRACHT VAN MULTIRESISTENTE

Transcriptie:

AANPAK (VERMOEDEN) NOROVIRUS- UITBRAAK IN EEN WZC Eerste versie: december 2017 Revisie: maart 2019 1 Algemeen In dit document worden de infectiepreventiemaatregelen besproken die genomen moeten worden bij (een vermoeden van) een uitbraak met norovirus binnen een woonzorgcentrum (WZC). Deze maatregelen zijn bijkomend op de algemene of standaardvoorzorgsmaatregelen. Begin met deze bijkomende voorzorgsmaatregelen wanneer meerdere personen tegelijkertijd symptomen hebben van diarree en/of braken. Deze bijkomende voorzorgsmaatregelen zijn het meest effectief als er snel gestart wordt (vóór dag 3 van de uitbraak) m.a.w. wacht niet op een laboresultaat om te starten met deze infectiepreventiemaatregelen. Houd deze aanvullende maatregelen aan tot minimaal 72 uur na het stoppen van diarree of braken bij het laatste ziektegeval. CAVE: norovirus kan nog weken in de stoelgang uitgescheiden worden. Een goede toileten handhygiëne blijft belangrijk! 2 Bijkomende of aanvullende voorzorgsmaatregelen 2.1 ORGANISATORISCHE MAATREGELEN > Stel een outbreakmanagementteam samen (CRA, hoofdverpleegkundige betrokken afdeling, directie verpleging, ) > Het outbreakmanagementteam bepaalt welke bijkomende maatregelen er moeten genomen worden en volgt deze ook op. Informeer en instrueer personeel (inclusief poetspersoneel en paramedici), bewoners, bezoekende (para)medici zoals huisartsen en kinesisten, bezoekers / vrijwilligers / kappers hierover. > Stop tijdelijk de gemeenschappelijke activiteiten. > Maak afspraken rond bezoek aan zieke bewoner(s) / uitbraakafdeling. Leg aan de bezoekers de hygiënemaatregelen uit. Bezoekers mogen ook geen persoonlijke zaken van de zieke bewoner gebruiken zoals handdoek, glas, voedsel, noch het toilet van de zieke bewoner gebruiken. Zieke bewoner als laatste bezoeken. 1.06.2017 1/5

> Maak een overzicht van het aantal zieken, start en einde klachten, welke klachten, de te nemen maatregelen, kamernummer en afdeling Maak ook een onderscheid tussen bewoners en personeel > Voorzie voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals handschoenen, wegwerpschorten met lange mouwen, mond-neusmaskers, handalcohol) op de afdeling en aan de kamerdeur van zieke bewoners. > Personeelsleden ( inclusief keukenpersoneel) die ziek worden tijdens het werk, verlaten het werk onmiddellijk en blijven thuis tot 72 uur na stop van de klachten. Deze personeelsleden worden nadien bij voorkeur tewerkgesteld op een afdeling met een uitbraak. > Verwittig het ziekenhuis als een patiënt met (een vermoeden van) norovirus moet opgenomen worden, zodat men de nodige voorzorgsmaatregelen kan nemen. 2.2 CONTACTISOLATIE > Houd zieke bewoners op hun kamer om te voorkomen dat andere bewoners besmet worden. > Hang aan de kamerdeur de correcte hygiënekaart met de te nemen maatregelen. > Indien het sanitair / toilet gemeenschappelijk is, zorg dan voor een scheiding voor zieke en niet zieke bewoners; indien er gebruik gemaakt wordt van bedpan / urinaal / wasbekken, houd deze strikt bewonergebonden. > Herbruikbare materialen zoals thermometer, draagdoeken, blijven op de kamer voor individueel gebruik. > Indien mogelijk, maak ook een scheiding tussen personeel dat zorgt voor zieke en niet zieke bewoners; wissel geen personeel uit tussen een afdeling met een uitbraak en een afdeling met niet-zieke bewoners. > Houd deze bijkomende maatregelen aan tot minimaal 72 uur na het stoppen van diarree of braken bij het laatste ziektegeval. 2.3 HANDHYGIENE EN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN 2.3.1 Handhygiëne > Bij contact met een zieke bewoner, draag niet-steriele handschoenen. Gebruik handschoenen op een juiste manier. Pas telkens handschoenenwissel toe bij volgende situaties: tussen de verschillende bewoners; bij eenzelfde bewoner: na contact met elk soort lichaamsvloeistof; bij eenzelfde bewoner: tussen zorgactiviteiten met verschillend risiconiveau (bij overgang van vuil naar proper); na contact met voorwerpen bevuild met lichaamsvloeistoffen zoals bedpannen, linnen ; voor contact met de omgeving van de bewoner. NA HET VERWIJDEREN VAN DE HANDSCHOENEN, ALTIJD HANDHYGIENE TOEPASSEN! Omdat norovirussen zeer besmettelijk zijn wordt er normaal gezien na het uitdoen van de handschoenen aangeraden om eerst de handen te wassen en daarna te ontsmetten. Dit is soms moeilijk haalbaar in WZC. Uit pragmatisch oogpunt en voor het behoud en het verbeteren van de compliantie van de gangbare handhygiëne kan ook bij een norovirus 1.06.2017 2/5

uitbraak bij correct gebruik en uitdoen van handschoenen vastgehouden worden aan het gebruik van handalcohol. > Handen wassen met zeep of gebruik van handalcohol? Bij een uitbraak van norovirus wordt geadviseerd om handhygiëne door middel van wassen met water en zeep toe te passen, aangezien handalcohol minder effectief is tegen norovirus. Bovenstaand advies wijkt af van de, in de meeste zorginstellingen, gangbare praktijk van het gebruik van handalcohol. > In de praktijk: Handen wassen met zeep en drogen met wegwerphanddoeken zeker bij volgende situaties: wanneer handen zichtbaar verontreinigd zijn (bijvoorbeeld door het niet op juiste wijze uittrekken van handschoenen); bij scheur of perforatie van de handschoen; na eigen toiletgebruik; bij accidenteel contact met lichaamsvloeistoffen of voorwerpen bevuild met lichaamsvloeistoffen (indien er geen handschoenen werden gedragen). 2.3.2 Dragen van (wegwerp)beschermschort met lange mouwen > Doel: voorkomen dat werkkledij gecontamineerd geraakt > Draag minimaal een beschermschort met lange mouwen tijdens de directe zorg en het verschonen van het bed > Gebruik per bewoner een andere schort. > Indien geen wegwerpschort, vervang deze schort dagelijks of bij zichtbare bevuiling en hang deze op, met de besmette zijde naar binnen. 2.3.3 Dragen van mond- en neusmasker (chirurgisch masker) > Is zeker aangewezen in volgende situaties: wanneer gebraakt is in een ruimte minder dan 1 uur geleden; bij het doorspoelen van een toilet (indien dit niet gebeurt met een gesloten deksel); bij het verschonen van een zichtbaar met braaksel/feces bevuild bed. > Zorg dat het masker goed aansluit op het gezicht. 2.4 HYGIENISCH WERKEN > Werk van proper naar vuil. > Scheid propere van vuile materialen. > Bewaar proper en vuil textiel niet in dezelfde ruimte. > Werp gebruikt incontinentiemateriaal onmiddellijk in een afvalzak en sluit de zak zonder de lucht eruit te persen. > Knoop afvalzakken en linnenzakken goed dicht als ze nog niet te vol zijn. Druk geen lucht uit de zakken om te voorkomen dat virusdeeltjes via de uitgedrukte lucht in de omgeving/gezicht worden geblazen. > Spoel toilet steeds door met gesloten deksel. 1.06.2017 3/5

> Bij gebruik van een bedpan of urinaal, breng deze onmiddellijk afgedekt naar de bedpanspoeler voor reiniging en desinfectie (draag hiervoor handschoenen en beschermschort); gebruik geen sproeier om bedpan of urinaal te reinigen! > Bij het verschonen van linnen: wapper niet met de gebruikte lakens. > Zorg dat er in gemeenschappelijke ruimten geen voedsel staat. > In geval van onverwachts braken in de nabijheid van voedsel: verwijder het aanwezige voedsel direct en gooi het weg. > Wissel dagelijks van werkkledij en telkens bij zichtbare bevuiling. > Wassen van kledij van zieke bewoners: maak een onderscheid tussen kledij van zieke en nietzieke bewoners. Was kledij op zo hoog mogelijke temperatuur, daarna indien mogelijk drogen in droogkast. 2.5 REINIGEN EN DESINFECTEREN Met reinigen wordt een schoonmaakbeurt met een neutraal schoonmaakmiddel of detergent bedoeld; met desinfectie wordt ontsmetting met een ontsmettingsmiddel (bestemd tegen norovirussen) bedoeld. 2.5.1 Tijdens uitbraak > Kamers van zieke bewoners als laatste in de poetsplanning opnemen en dagelijks reinigen + desinfecteren (norocide product of chloor 1000 ppm of samenstelling met peroxide). > Werk steeds van proper naar vuil. > Denk aan de hightouch punten in de kamer zoals deurklink, lichtschakelaar, oproepbel, oppervlakken zoals tafel, nachtkastje en het sanitair (inclusief hightouch oppervlakken: spoelknop, handsteun, kraan, oproepbel, deurklink, lichtschakelaar ). > Gebruik minimum 1 propere doek en proper (zeep)water per kamer. > Gemeenschappelijk gebruik van toiletten wordt afgeraden, indien het niet anders kan dient de frequentie van reinigen en ontsmetten van dit toilet en contactpunten opgedreven te worden tot minimum drie maal daags. > Gemeenschappelijk gebruik van douches of baden wordt afgeraden. > Was dagelijks de besmette schoonmaakdoeken en moppen gescheiden en op een zo hoog mogelijke temperatuur, droog ze in de droogkast. 2.5.2 Na uitbraak Eindschoonmaak in een WZC is niet nodig, enkel wanneer er een wissel is van de bewoners. 72 uur na het stoppen van de klachten bij het laatste ziektegeval kunnen de bijkomende maatregelen worden opgeheven. Stel alle betrokkenen in het WZC op de hoogte dat de uitbraak voorbij is. Verdere aandachtspunten: > Het overgebleven materiaal weggooien of laten wassen als ze besmet kunnen zijn (niet indien ze in een afgesloten kast of ruimte staan). Denk hierbij aan: linnengoed (handdoeken/lakens); persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoen, schorten ); toiletpapier; > Reinig en ontsmet het herbruikbare materiaal dat op de kamer van een zieke bewoner heeft gelegen zoals thermometers. > Een goede toilet- en handhygiëne blijft van belang omwille van langdurige virusuitscheiding. 1.06.2017 4/5

3 Geraadpleegde bronnen > Aanbevelingen inzake handhygiëne tijdens de zorgverlening. HGR 8349, januari 2009 > LCI richtlijn Norovirus; bijlage I Evidence-based literatuuronderzoek > LCI richtlijn Norovirus; bijlage III Maatregelen bij (vermoeden van) een uitbraak van norovirus in verpleeghuizen, woonzorgcentra en voorzieningen voor kleinschalig wonen voor ouderen > Guideline for the prevention and control of norovirus gastroenteritis outbreaks in healthcare settings. HICPAC, 2011. > Guidelines for the management of norovirus outbreaks in acute and community health and social care settings. Health Protection Agency. > https://www.zorg-en- gezondheid.be/sites/default/files/atoms/files/richtlijn%20calicivirusinfectie%20- %20norovirusinfectie%202018_0.pdf Informatiefilm: http://www.rivm.nl/onderwerpen/n/norovirus/voorlichtingsfilm_over_norovirus 1.06.2017 5/5