Richtlijnen meterkast Inleiding Om individuele nieuwbouwwoningen en appartementen aan te sluiten op het groene warmtenet wordt in de meterkast van de woning een warmte-afleverset geplaatst. Het warmtesysteem functioneert wanneer tijdens de aanleg de uitgangspunten worden opgevolgd. Dit document beschrijft de uitgangspunten voor laag- en hoogbouw aansluitingen. Algemeen Figuur 1 - Warmte-afleverset De warmte-afleverset vormt de verbinding tussen het warmtedistributienet van Warmtebedrijf Ede en de binneninstallatie van een warmteverbruiker. De warmte-afleverset zorgt voor de overdracht van energie aan een warmteverbruiker, voor het verwarmen van de cv-installatie en voor het bereiden van warm tapwater. De warmte-afleverset bevat apparatuur voor drukregeling en temperatuurregeling van het warm tapwater, de behuizing beidt een uitsparing voor de energiemeter. Ontwerpcondities Met de volgende ontwerpcondities dient de binneninstallatie ontworpen te worden: Aanvoertemperatuur verwarming: 70 C Retourtemperatuur verwarming: 40 C (maximaal, een lagere temperatuur is toegestaan) et drukverschil verwarming: 10 kpa Drukklasse: PN6 Standaard tapwaterklasse: CW4 (hogere klasse op aanvraag) Het hydraulisch inregelen van de binneninstallatie van een warmteverbruiker voorziet in een lage retourtemperatuur. De retourtemperatuur mag niet hoger zijn dan de voorgeschreven retourtemperatuur van 40 C. Een lage retourtemperatuur zorgt voor een efficiënte en duurzame bedrijfsvoering.
Voor vloerverwarming dient een verdeler te worden toegepast die is voorzien van een terugslagklep in de kortsluitleiding en een retourtemperatuurbegrenzer die wordt ingesteld op 35 C. De inregelstaat van de binneninstallateur dient 15 werkdagen voor de oplevering van een woning goedgekeurd te worden door Warmtebedrijf Ede. Mediumwater Het mediumwater bestaat uit gedemineraliseerd water met een ph van 9,2 tot 10. Warmtebedrijf Ede behoudt zich het recht voor om producten aan het mediumwater toe te voegen teneinde de bedrijfsvoering te verbeteren. Het toepassen van aluminium radiatoren is door het toepassen van gedemineraliseerd water niet mogelijk. Regeling De kamerthermostaat valt onder de binneninstallatie. Tevens is het mogelijk om de woning in zones te verdelen waarbij de bovenverdieping continu van warmte wordt voorzien en de temperatuur boven met de (thermostatische)radiatorkranen geregeld kunnen worden en de (vloer)verwarming van de begane grond door een kamerthermostaat met zoneklep wordt geregeld.
Richtlijnen Meterkast II - Laagbouw woningen Meterkast De meterkast moet voldoen aan de NEN2768-2005. In de meterkast moeten de volgende voorzieningen worden aangebracht: De aannemer verzorgt een enkele mantelbuis voor de warmteaansluiting van 160 mm met een buigstraal van 0,75 meter; Deze invoering wijkt af van de standaard meterkast plaat (ten opzichte van gas). De invoerbuis moet op een diepte van 0,8 1,0 meter onder maaiveld worden aangelegd; Ventilatie in de meterkast; Een dubbele wandcontactdoos op een hoogte van 1,05 meter; Een rioolafvoer 32mm voor de inlaatcombinatie; Indien van toepassing, de aansluiting van de kamerthermostaat Figuur 2 - Aansluiting laagbouw meterkast Warmtebedrijf Ede plaatst een montagebeugel met hierop 6 aansluitpunten. Twee aansluitpunten zijn voor de aanvoer- en retourleiding (levergrens) van Warmtebedrijf Ede (afbeelding, voorzijde: links). Op de overige 4 aansluitpunten wordt de binneninstallatie aangesloten door de installateur, aan de klantzijde van de installatie, dit zijn de volgende aansluitingen:
Aanvoer CV; Retour CV; Koudwater (Installateur plaatst de inlaatcombinatie); Warmtapwater.
Richtlijnen Meterkast III - Hoogbouw woningen Meterkast Hoogbouw appartementen worden toegerust met een aparte warme meterkast, met daarin de stijgleidingen. De overige nutsaansluitingen komen in de koude meterkast. De meterkast moet voldoen aan de NEN2768-2005. In de meterkast moeten de volgende voorzieningen worden aangebracht: Ventilatie in de meterkast; Een dubbele wandcontactdoos op hoogte van 1 meter; Een rioolafvoer 32mm voor de inlaatcombinatie; Indien van toepassing, de aansluiting van de kamerthermostaat. Figuur 3 - Hoogbouw meterkast (bron: NEN2768-2005) Warmtebedrijf Ede plaatst een montagebeugel met hierop 6 aansluitpunten. Twee aansluitpunten zijn bedoeld voor de aanvoer- en retourleiding van het warmtebedrijf (afbeelding voorzijde: links). Op de overige 4 aansluitpunten wordt de binneninstallatie aangesloten door de installateur van de klant, aan de klantzijde van de installatie, dit zijn de volgende aansluitingen: Aanvoer CV; Retour CV; Koudwater (Installateur plaatst de inlaatcombinatie); Warmtapwater.
De sparingen van de stijgleidingen worden bij brand scheidende constructies door de bouwkundig aannemer brandwerend afgewerkt en zijn voor rekening van de ontwikkelaar/aannemer. Het hart van de sparingen dienen in een rechte lijn boven elkaar te zitten. Overige installaties Bij Hoogbouw kunnen er meerdere stijgleidingen in een complex zitten. Deze stijgleidingen worden onderling verbonden middels een verdeelleiding die zich bij voorkeur op de begane grond bevindt of een (parkeer)kelder. De exacte locatie zal in de voorbereiding worden afgestemd op basis van de definitieve tekeningen van de ontwikkelaar/bouwkundig aannemer. Onderstation Voor de aansluiting op het groene warmtenet kan een onderstation noodzakelijk zijn om de warmte met de juiste druk en temperatuur af te leveren bij de bewoners. Dit is projectafhankelijk en zal worden aangegeven door Warmtebedrijf Ede. Indien een onderstation nodig is wordt er een technische ruimte van 3x4 meter ter beschikking gesteld door de ontwikkelaar. Deze technische ruimte bevindt zich aan minimaal 1 buitengevel en is bij voorkeur op de begane grond of in de kelder. De volgende voorzieningen dienen aanwezig te zijn in de technische ruimte: Schrobput aangesloten op de riolering; Ventilatie van de ruimte, bij voorkeur aanzuigen van buitenlucht. De maten van de ventilatieroosters zijn nader te bepalen; Verlichting van minimaal 100 lux; Isolatie voor warmte en geluidsoverdracht naar bovenliggende woningen. * Warmtebedrijf Ede verzorgt zijn eigen elektrische installatie. Richtlijnen - De algemene aansluitvoorwaarden 2014 en leveringsvoorwaarden 2016 van Warmtebedrijf Ede zijn van toepassing. - NEN2768:2005 nl Meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie.