- -~~======~~================================~==~==~~==~====~

Vergelijkbare documenten
Provincie : Vlaams-Brabant. Gemeent e: Leuven, 4de afdeling, sectie D. Objectnummer: 4.01/24062/449.1 Dossiernummer: 4.001/24062/122.1.

Gemeente: Leuven, 1ste afdeling, sectie A - 2de afdeling, sectie B - 4de afdeling, sectie D - Sde afdeling, sectie F.

2 2 FEB Provincie: West-Vlaanderen. Gemeente: Kortrijk, 1ste afdeling, sectie G

Omschrijving: Hoeve-brouwerij met mouterij Goossens, Isabellastraat 16. De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Objectnummer: 4.01/31005/ Dossiernummer: 4.001/31005/ Omschrijving:

Objectnummer: 4.01/44021/ dossiernummer: 4.001/44021/ Omschrijving:

Omschrijving: een hoogtenederzetting uit de ijzertijd op de Kesselberg, Koningsstraat zonder nummer

Objectnummer: 4.01/23094/123.1 Dossiernummer: 4.001/23094/ Omschrijving: Villa in cottéigestijl, Watertorenlaan 30

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het mini$terieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van twee geënte bruine beuken in Wetteren

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/ 24062/ Omschrijving : De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Objectnummer: 4.01/23094/125.1 Dossiernummer: 4.001/23094/ Omschrijving: Het graf van de beeldhouwer Oscar De Clerck, Sint-Stefaansstraat 73A

Omschrijving: Stadsgezicht Hogeschoolplein, Sint Michielsstraat 6, Standonckstraat 6 en overgangszone Sint Michielsstraat 13 en 15

Provincie: Vlaams-Brabant. Gemeente: Sint-Pieters-Leeuw, Sde afdeling, sectie A. Objectnummér: 4.01/23077/116.1 Dossiernummer: 4.001/23077/102.

Objectnummer: 4.01/23047/112.1 Dossiernummer: 4.001/23047/ Omschrijving: De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, ...

Omschrijving: Ensemble van de Sint-Veerlekerk, de pastorie en de gedenkkapel, en het Sint-Veerleplein, Sint-Veerleplein/Oostkerkestraat

1 4 MAART Provincie : Antwerpen. . Gemeente: Schilde, 3de afdeling, sectie C. Objectnummer: 4.01/11039/145.1 Dossiernummer: 4.001/11039/101.

Objectnummer: 4.01/23016/143.1 Dossiernummer: 4.001/23016/ Omschrijving: Het Signaal van Zellik, Alfons Gossetlaan zonder nummer

Objectnummer: 4.01/23062/125.1 Dossiernummer: 4.001/23062/ Omschrijving: Chateau du Prince Léopold, Sint-Jansbergdreef 16

Omschrijving : Voormalig landhuis met omgevende tuin, Generaal Lemanlaan 151. De Vl aamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Objectnummer: 4.01/23033/118.1 Dossiernummer: 4.001/23033/ Omschrijving: Serristenvilla Muyldermans, Edmond Vandervaerenstraat 42

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van vier hulsten in Genk

Objectnummer: 4.01/32003/835.1 Dossiernummer: 4.001/32003/ Omschrijving:

Objectnummer: 4.03/42006/113.1 Dossiernummer: 4.001/42006/ Omschrijving: Oude Denderloop

Objectnummer: 4.01/32011/ Dossiernummer: 4.001/32011/ wederopbouwhoeve 'Watervliet' met grachtrestanten, Kronevoordestraat 59

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige b.escherming als monument van het landhuis Misonne in Oud-Turnhout

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot definitieve bescherming als monument van de "Villa Roma" in Leuven

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van het Hof te Boelake in Zulte

Objectnummer: 4.01/23096/126.1 Dossiernummer: 4.001/23096/ Omschrijving:

Objectnummers: 4.01/11002/ en 4.02/11002/ Dossiernummer: 4.001/11002/ Omschrijving:

1 9 APR Provincie: Limburg. Gemeente: Borgloon, 6de afdeling, sectie B. Objectnummer: 4.01/73009/210.1 Dossiernummer: 4.001/73009/102.

Omschrijving: Geknotte grensboom zogenaamd 'Den Olifant', Paalbos, Ter Lo, Warande zonder nummer

Objectnurnmer: 4.01/31033/642.1 Dossiernummer: 4.001/ 31033/ Omschrijving: Voormalige herberg "A la Belle Vue", Oostendestraat

Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

Gemeente: Brugge, 2de afdeling, sectie B- 3de afdeling, sectie C- 4de afdeling, sectie D- 5de afdeling, sectie E - 6de afdeling, sectie F

Objectnummer: 4.01/73009/ Dossiernummer: 4.001/73009/ Omschrijving: De Linde op de Pullenberg, Oude Kassei

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/24062/ Omschrijving:

Objectnummer: 4.01/24062/442.1 Dossiernummer: 4.001/24062/ Omschrijving: de woning Goffaerts met stadstuin, Kapucijnenvoer 22

543b DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED

Omschrijving: . Voormalige bibliotheek, Steenweg 88

~ t 7 JULI 2018

Vlaamse Regering ::J..~

Bijlage 4. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de muziekwinkel Rombaux in Brugge

Objectnummer: 4.01/31005/ Dossiernummer: 4.001/31005/ Omschrijving:

Objectnummer: 4.01/45059/170.1 Dossiernummer: 4.001/45059/ Omschrijving:

Provincie: Oost-Vlaanderen. Gemeente: Gent, 25ste afdeling, sectie B. Objectnummer: 4.01/44021/ Dossiernummer: 4.001/44021/130.1.

Kioskplein en directeursvilla met park BERINGEN

S6S6. Ministerieel besluit tot definitieve bescherming als monument van de voormalige drogisterij De Walvis in Sint-Niklaas

Conclusie: het advies heeft geen invloed op het inhoudelijk dossier en het beschermingsbesluit.

Omschrijving: Ensemble van de Sint-Veerlekerk, de pastorie en de gedenkkapel, en het Sint-Veerleplein, Sint-Veerleplein/Oostkerkestraat

college van burgemeester en schepenen Zitting van 7 oktober 2016

1.1. Adviezen uitgebracht door de departementen en agentschappen van de beleidsdomeinen RWO, LNE, MOW en LV

nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen - Archeologienota's

Inventaris Onroerend (Bouwkundig) Erfgoed

Objectnummer: 4.04/72025/101.1 Dossiernummer: 4.001/72025/ Omschrijving: de site van het Celt ic Field complex van het Kolisbos

Omschrijving: Duitse bunker De Ruiter uit de Eerste Wereldoorlog, Ieperseaardeweg zonder nummer

Provincie: Vlaams-Brabant. Gemeente: Gooik, 3de afdeling, sectie A, sectie Ben sectie D. Objectnummer: 4.04/23024/101 Dossiernummer: 4.

Omschrijving: Ensemble van de Sint-Veerlekerk, de pastorie en de gedenkkapel, en het Sint-Veerleplein, Sint.-Ve"erleplein/Oostkerkestraat

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

. 1 8 SEP Provincie: Oost-Vlaanderen. Gemeente: Moerbeke, sectie D. Objectnummer: 4.01/44045/133.1 Dossiernummer: 4.001/44045/102.

Omschrijving: Villa Herman Teirlinck, Koekoekpad 21

Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Fiche analyse statuut cultuurgoed in monumenten die beschermd werden voor 2013

Omschrijving: neogotische 'Sint-Arnolduskapel', Warandedreef 2. pittoreske 'Villa Albert', Warandedreef 3. cementrustieke 'Belvedère', Meuleberg 2

Objectnummer: 4.01/30000/108.1 Dossiernummer: 4.001/30000/ Omschrijving:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Gemeente: Brugge, 2de àfdeling, sectie B- 3de afdeling, sectie C- 4de afdeling, sectie D- 5de afdeling, secti.e E - 6de afdeling, sectie F

Beschermde cultuurhistorische VAREND ERFGOED VLAADEREN. landschappen in Vlaanderen. onroerenderfgoed.be

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Fiche analyse statuut cultuurgoed in monumenten die beschermd werden voor 2013

OmschriJVIng: V1lla Coppm, VIlvoordelaan 2

VAREND ERFGOED IN VLAANDEREN VLAADEREN. onroerenderfgoed.be

SARO. Advies van 27 januari 2010 over het besluit onroerend erfgoedtoets en het besluit dossier stedenbouwkundige vergunning

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Leidraad voor het schrijven van een beheersplan voor onroerend erfgoed.

Omschrijving: geknotte zwarte populier in de Dijlevallei, Rijmenamsesteenweg zonder nummer

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Regelgeving. Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014

Objectnummer: 4.01/31033/642.1 Dossiernummer: 4.001/31033/ Omschrijving: Voormalige herberg "A la Belle Vue", Oostendestraat

Voor de eeuwigheid? Bewaren en niet bewaren van roerend religieus erfgoed. CRKC Expertenforum. Religieus erfgoed in situ: voordelen en beperkingen

Objectnummer: 4.04/12007/ Dossiernummer: 4.001/12007/ Omschrijving: De Pastoor-Huveneersheuvel, Nattenhaasdonk zonder nummer

Objectnummer: 4.01/45059/170.1 Dossiernummer: 4.001/45059/ Omschrijving :

Er zijn 2 roerende goederen die worden beschouwd cultuurgoederen, nl.:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw

Provincie : Oost-Vlaanderen. Gemeente: Geraardsbergen, 1ste afdeling, sectie A. Objectnummer: 4.01/41018/232.1 Objectnummer: 4.02/41018/121.

VLAAMSE COMMISSIE ONROEREND ERFGOED

Advies. Proefproject LZV s. Brussel, 24 juni Mobiliteitsraad

MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE BESCHERMING ALS MONUMENT, STADS- OF DORPSGEZICHT

Omschrijving: Hoeve-brouwerij met mouterij Goossens, Isabellastraat 16

Resultaat opvraging perceel gelegen in Sint-Truiden afdeling SINT-TRUIDEN 1 AFD, sectie G met perceelnummer 0317/00B009 [71053G0317/00B009]

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

Omschrijving : Groene Rei en omgeving. Foto's genomen op 26 j anuari 2016, 17 juni 2016 en november 2016, copyright: ag entschap Onroerend Erfgoed

Complexe projecten en onroerend erfgoed

ADVIES VAN 27 AUGUSTUS 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP GEMENGD REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN STERRENHOEK TE AALST

Omschrijving: Duitse bunker Ub1.uit de Eerste Wereldoorlog, Goedeboterstraat zonder nummer

Provincie : Oost-Vlaanderen. Gemeente : Geraardsbergen, 1ste afdeling, sectie A. Objectnummer: 4.01/41018/232.1 Objectnummer: 4.02/41018/121.

ObJectnummer: 4.01/13040/261.1 Dossiernummer: 4.001/13040/ OmschriJVIng:

Transcriptie:

- -~~======~~================================~==~==~~==~====~ Bijlage 4. Behandeling van de adviezen en bezwaren bij het ministerieel besluit tot definitieve bescherming als monument van de voormalige drogisterij De Walvis in Sint Niklaas Provincie: Oost-Vlaanderen Gemeente: Sint-Niklaas, 3de afdeling, sectie E Objectnummer: 4.01/46021/237.1 Dossiernummer: 4.001/46021/105.1 Omschrijving: Voormalige drogisterij De Walvis, Ankerstraat 27 Mij bekend om gevoegd te worden bij het besluit van heden: Brussel, os mn. zo1s De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, Geert BOURGEOIS

1. Adviezen uitgebracht voorafgaand aan de voorlopige bescherming 1.1. Adviezen uitgebracht door de departementen en agentschappen van de beleidsdomeinen Omgeving, MOW en LV 1.1.1. Beleidsdomein Omgeving Het advies. werd gevraagd öp 8 maart 2018. Het departement noch de overige agentschappen brachten advies uit over de bescherming van het onroerend goed. In uitvoering van artikel 6.1.3 van het Onroerenderfgoeddecreet zijn de adviezen gunstig. Conclusie:. Het advies heeft geen invloed op het inhoudelijk dossier en het ministerieelbesluit. 1.1.2. Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken Het advies werd gevraagd op 8 maart 2018. Het departement noch de overige agentschappen brachten advies uit over de bescherming van het onroerend goed. In uitvoering van artikel 6.1.3 van het Onroerenderfgoeddecreet zijn de adviezen gunstig.. Conclusie: Het advies heeft geen invloed op het inhoudelijk dossier en het ministerieel besluit. 1.1.3. Beleidsdomein Landbouw en Visserij Het advies werd gevraagd op 8 maart 2018. Het departement noch de overige agentschappen brachten advies uit over de bescherming van het onroerend goed. In uitvoering van artikel 6.1.3 van het Onroerenderfgoeddecreet zijn de adviezen gunstig. Conclusie: Het advies heeft geen invloed op het inhoudelijk dossier en het ministerieel besluit. 1.2. Advies uitgebracht door de betrokken stad Sint-Niklaas Het advies werd gevraagd op 8 maart 2018. Stad Sint-Niklaas... Het college van Burgerheester en Schepenen bracht op 9 april 2018 een gunstig advies uit over deze bescherming. Het advies maakt integraal deel uit van het beschermingsdossier. Behandeling van het advies: De argumentatie voor het gunstig advies luidt als volgt ~ "De bescherming van De Walvis, Ankerstraat 27, kadert in een ruimer onderzoek naar bewaarde historische winkelpanden. Het stadsbestuur vroeg eerder om de bescherming van zowel De Walvis als drankenhandel De Clercq te willen onderzoeken, maar alleen De Walvis werd weerhouden. Het voorstel tot bescherming werd in overleg opgemaakt waarbij gezocht werd naar een goed evenwicht tussen behoud van de erfgoedwaarden en toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden. Het voorstel tot bescherming omvat het hoofdgebouw aan de straatzijde en. de onmiddellijk aansluitende achterbouw. Voor het interieur ligt de nadruk op het vaste winkelmeubilair. De roerende collectie wordt niet inee beschermd en ook voor de andere ruimtes van het gebouw werd de Pagina 2 van 9

bescherming algemeen bekeken zonder dwingende (en beperkende) randvoorwaarden voor het interieur. Het stadsbestuur duidde dit gebouw al eerder aan als waardevol, te behouden binnen het RUP Kernwinkelgebied. Dit beperkte zich tot het straatbeeld. Met deze bescherming zou ook het unieke winkelinterieur bewaard worden." Conclusie: het advies heeft geen invloed op het inhoudelijk dossier en het beschermingsbesluit. 1.3. Advies uitgebracht door de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed (VCOE) Het advies werd gevraagd op 8 maart 2018. De VCOE bracht op 23 april 2018 een voorwaardelijk gunstig advies uit over de bescherming van het onroerend goed. Het advies maakt integraal deel uit van het beschermingsdossier. Behandeling van het advies: De commissie ontving op 8 en 22 maart 2018 de adviesvragen over de voorlopige bescherming als monument van de voormalige drogisterij De Walvis in Sint-Niklaas en de voorlopige bescherming als monument van de muziekwinkel Rombaux in Brugge. De commissie merkt op dat beide dossiers kaderen in. het thematisch bescliermingspakket 'winkelinterieurs' heeft daarom haar adviezen voor beide dossiers gebundeld. Een eerste deel van het advies handelt over het beschermingspakket en de bijhorende criterianota 'winkelinterieurs'. In het tweede deel van het advies wordt specifiek ingegaan op beide dossiers. In het eerste deel van haar advies, met betrekking tot het beschermingspakket en de bijhorende criterianota 'winkelinterieurs', stelt de commissie het volgende: - Dê commissie staat zeer positief ten aanzien van het werken met beschermingspakketten en criterianota's. Dit laat toe meerdere erfgoeditems binnen een afgelijnd thematisch eli/of geografisch kader en in hun onderlinge samenhang te duiden. Een degelijke vergelijkende aanpak draagt bovendien bij aan de noodzakelijke onderbouwing van de selectie en bescherming van onroerend erfgoed. - De commissie bemerkt dat de criterianota uitgebreid is en verschillende hoofdstukken bevat, waaronder: een algemene duiding bij het thema, een historisch overzicht van het ontstaan en de evolutie van winkelruimtes en -interieurs, een stand van zaken van de kennis van dit type bouwkundig erfgoed en een duiding bij de erfgoedwaarden en selectiecriteria die aan de basis liggen van de selectie van beschermingswaardige winkels. Dit is positief. - Anderzijds stelt de commissie dat de criterianota geen echt inzicht geeft in het gevoerde onderzoek: het is onduidelijk hoeveel en welke winkelpanden in het kader van voorliggende beschermingscampagne onderzocht en/of bezocht werden. Daarnaast is het onduidelijk hoeveel en welke winkelinterieurs finaal voor bescherming in aanmerking worden genomen. De commissie vraagt de volledige selectielijst op de n'emen in de criterianota. De criterianota. 'winkelinterieurs' is opgemaakt als wetenschappelijk onderbouwd afwegingskader in functie van de. bescherming van dit specifiek type onroerend erfgoed en dient in dit opzicht zowel toepasbaar te zijn voor het huidige beschermingspakket, als ook voor toekomstige (ad hoc) beschermingsaanvragen. Een selectielijst hoort derhalve niet thuis in een criterianota. -De commissie vermeldt dat er volgens informatie verstrekt door het agentschap Onroerend Erfgoed een selectie van 23 winkelinterieurs werd gemaakt. Op basis van de beschermingskalehder stelt de commissie vast dat in 2018 de bescherming van volgende vier winkelinterieurs wordt voorbereid: drogisterij De Walvis in Sint-, Niklaas, muziekwinkel Pagina 3 van 9

Rombaux in Brugge, juwelier Ruys in Antwerpen en handschoenenwinkel Boon in Antwerpen. De commissie betreurt dat voorliggend beschermingspakket aldus gespreid zal worden over meerdere jaren en herhaalt haar pleidooi voor het maximaal clusteren van beschermingsdossiers. Deze aanbeveling wordt geregistreerd. Momenteel wordt binnen de werking van het agentschap prioriteit gegeven aan de afwerkingen van de thema's die zijn opgenomen in de huidige beleidsbrief. -Aanvullend vraagt de commissie van alle geselecteerde panden aan te geven hoe deze scoren op vlak van erfgoedwaarden en selectiecriteria. De toetsing van de winkelinterieurs aan de erfgoedwaarden en selectiecriteria vormt een essentieel onderdeel van het waarderend onderzoek en dient volgens de commissie in de criterianota transparant te worden gemaakt (verwijzend naar de criterianota 'Eendenkooien in Vlaanderen' (Koen Himpe, 29 mei 2017)). Het is wenselijk dit te doen op een manier die vergelijking mogelijk maakt, bijvoorbeéld door middel van een overzichtsmatrix. Deze aanbeveling wordt niet bijgetreden. Zoals reeds hoger aangegeven hoort de selectielijst niet thuis in een criterianota. Voor de effectleve uitwerking van de selectie, met de gehanteerde erfgoedwaarden en selectiecriteria, wordt verwezen naar de inhoudelijke dossiers van de respectievelijke beschermingsdossier, waar de selectie voldoende gemotiveerd geacht wordt. - De commissie bemerkt dat de criterianota stelt dat de tot nu toe (minstens) 21 winkelinterieurs in Vlaanderen werden beschermd, waaronder elf apotheken, zeven 'andere winkels', twee winkelgalerijen en een grootwarenhuis. Deze monumenten worden niet opgelijst en er wordt tevens geen analyse opgenomen van de erfgoedwaarden die aan de basis liggen van deze beschermingen. Dit lijkt nochtans bijzonder interessant in functie van de continuïteit in de bescherming van winkelinterieurs in Vlaanderen. In de criterianota wordt in hoofdstuk 3.4. Reeds beschermde winkelinterieurs (pagina's 16 en 17) verwezen naar de reeds beschermde winkelinterieurs met hun JO-nummer van de Inventaris van het Onroerend Erfgoed. Zoals in datzelfde hoofdstuk van de criterianota wordt aangehaald zijn een deel van de beschermingsdossiers van reeds beschermde winkelinterieurs in Vlaanderen beschermd vanuit een andere invalshoek opgemaakt. Bij de bepaalde (meestal oude) beschermingen werd de gevelarchitectuur als uitgangspunt genomen en kwam het winkelinterieur op de tweede plaats. De criterianota werd vanuit een heel andere visie opgemaakt, waarbij het winkelinterieur als uitgangspunt diende. - Met betrekking tot de erfgoedwaarden stelt de commissie verder vast dat een eerder be.perkt aantal erfgoedwaarden in aanmerking wordt genomen. Het betreft de historische, architecturale, artistieke en industrieel-archeologische waarde. De commissie kan het gebruik van deze erfgoedwaarden ondersteunen, maar merkt op dat deze met een ruim pallet aan betekenissen worden opgeladen en dat daarbij soms overlap optreedt. Zo kan bijvoorbeeld zowel de historische als architecturale waarde refereren naar de locatie en/of de oorspronkelijke context van een winkelpand. - De commissie vraagt te onderzo~ken of de set van erfgoedwaarden niet uitgebreid kan worden. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan volgende erfgoedwaarden: de sociale waarde, de stedenbouwkundige waarde, de culturele waarde of de esthetische waarde. Elke waarde wordt ook omschreven en toegelicht met een voorbeeld met betrekking tot winkel(interieur)s. Pagina 4 van 9

De afweging voor de opname van de hoger vermelde erfgoedwaarden in de criterianota werd reeds gemaakt tijdens het onderzoek voorafgaand aan de opmaak van deze criterianota. De huidige selectie is dan ook een onderbouwd onderzoeksr(3!sultaat en een weloverwogen keuze. Een criterianota focust op de erfgoedwaarden die typerend zijn voor dit specifiek type onroerend erfgoed. Het onderzoek heeft uitgewezen dat dit de historische, architecturale, artistieke en industrieel-archeologische waarde zijn. In toekomstige dossiers blijft de mogelijkheid steeds bestaan andere erfgoedwaarden toe te.passen, waaronder de door de commissie aangehaalde erfgoedwaarden, indien deze van toepassing zouden zijn. - De commiss.ie merkt op dat de criterianota niet ingaat op de mogelijke aanwezigheid van cultuurgoederen. Het is aldus onduidelijk of en in hoeverre dit aspect heeft meegespeeld in selectie van te beschermen winkelinterieurs. Het is tevens onduidelijk welke methodiek werd vooropgesteld om eventueel aanwezige cultuurgoederen te waarderen. De commissie vraagt hieromtrent een algemene duiding op te nemen in de criterianota. Cultuurgoederen maken integrerend deel uit van het monument waarin ze zich bevinden: Bijgevolg worden zij in de selectie samen geëvalueerd met de rest van het. winkelinterieur en het winkelpand. De erfgoedwaarden en selectiecriteria primeren bij de selectie in functie van bescherming. Of een roerend object al dan niet als cultuurgoed wordt gedefinieerd vormthierbij geen doorslaggevend element, en hoort evenmin thuis in een criterianota. In het tweede deel van haar advies gaat de comm1ss1e in op de concrete beschermingsvoorstellen voor de voormalige drogisterij De Walvis en de muziekwinkel Rombaux. Hierna worden uitsluitend de opmerkingen behandeld die betrekking hebben op onderhavig dossier vari de voormalige drogisterij De Walvis in Sint-Niklaas. De specifieke opmerkingen met betrekking tot de muziekwinkel Rombaux in Brugge worden in het desbetreffende beschemii ngsdossier behandeld. :- De commissie benadrukt dat het een gedegen, goed onderbouwd en uitgebreid gedocumenteerd dossier betreft. Vooral de vergelijking van drogisterij De Walvis met andere, gelijkaardige winkelpanden en binnen de neoclassicistische bouwstijl draagt bij tot de kwaliteit van dit dossier. - Met betrekking tot artikel 1 van het ministerieel besluit ondersteunt de comm1ss1e de bescherming als monument. De commissie beaamt dat de erfgoedwaarden van het magazijn en de donkere kamer gering zijn en gaat daarom akkoord met het uitsluiten van deze delen uit de bescherming. - De commissie stelt dat het positief is dat een uitgebreide fotoregistratie werd opgemaakt. De commissie is echter van oordeel dat, op basis van de fotoregistratie, de fysieke toestand van het pand niet 'goed' is. De foto's van de traphal wijzen zeker op een vochtproblematiek en ook de buitenpleister vertoont duidelijk tekenen van degradatie. De commissie vraagt de 'goede fysieke toestand' van dit pand aldus verder te nuanceren in het inhoudelijk dossier. Dit advies werd niet bijgetreden; De fysieke toestand van het onroerend goed wordt in hoofdstuk 1. 4. van het inhoudelijk dossier als volgt omschreven: "Behoudens verborgen gebreken, bevinden het gebouw en de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken zich in goede fysieke toestand. Het exterieur van het onroerend goed vertoont enkele sporen van gebrekkig onderhoud en heeft onderhoud nodig, bijvoorbeeld wat betreft de dakbedekking, de gevelbepleisteringen en beschildering van het buitenschrijnwerk. De kelder en verdiepingen konden niet worden bezocht." Pagina 5 van 9

In overeenstemming met de gebruikelijke werkwijze voor de opmaak van beschermingsdossiers wordt niet in detail ingegaan op gebouwenpathologie. Hoofdstuk 1.4. van het inhoudelijk dossier heeft als doel een algemeen beeld te geven van de fysieke toestand. Niettegenstaande enkele gebreken zoals de dakbedekking, de gevelbepleisteringen en beschildering van het buitenschrijnwerk, die expliciet worden aangehaald in het inhoudelijk dossier, bevindt hetpand zich aldus in een relatief goede bouwfysische toestand. Er is inderdaad afbladerende verf in de traphal, maar tijdens de plaatsbezoeken werd geen vochtprobleem vastgesteld. - Er worden vijf.cultuurgoederen aangeduid. Het betreft de toonbank in de winkelruimte, de vrijstaande vitrinekast op de toonbank, twee trapladders horend bij de vaste wandkasten en een vrijstaande brandkast. Voor de eerste vier goederen erkent de commissie dat deze de historische en architecturale waarde van het monument versterken, ontworpen zijn voor het winkelpand/gelieerd zijn aan de functie ervan en tevens een historische verbondenheid met het monument vertonen. De commissie stelt dat de onderbouwing voor de brandkast beduidend minder sterk is en is niet overtuigd dat de brandkast een cultuurgoed is. De commissie vraagt de opname van de brandkast als cultuurgoed verder te onderbouwen, of dit roerend goed als cultuurgoed te schrappen. Deze vraag werd bijgetreden. De brandkast in de kastenwand van de in de winkel geïncorporeerde opbergruimte werd geschrapt als cultuurgoed en zal geen deel uitmaken van de bescherming. Bijgevolg werden alle relevante verwijzingen in het inhoudelijk dossier en het ministerieel besluit en de bijlagen geschrapt of gewijzigd. In. het ministerieel besluit werd in artikel 3, bepaling 8, de beheersdoelstelling in verband met niet als cultuurgoederen beschermde roerende objecten, aangevuld met een verwijzing naar de brandkast. - Met betrekking tot artikel 2 van het ministerieel besluit erkent de commissie de historische en architecturale waarde van de voormalige drogisterij. Dit woonwinkelhuis met bewaard winkelinterieur is een. zeldzaam erfgoedrelict dat getuigt van een hoge ensemblewaarde en samenhang tussen interieur en exterieur. Gelet op het feit dat het pand strategisch werd ingeplant langs een historische handels-as en tot op heden visueel bepalend is voor het straatbeeld vanuit de Zamanstraat, vraagt de commissie te overwegen tevens de stedenbouwkundige waarde toe te kennen. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde als het een rol speelt in de (planmatige) inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Die inrichting omvat ook de wisselwerking tussen open en bebouwde ruimte en de samenhang tussen de verschillende schaalniveaus (bron: Advies VCOE 2018/020-021 van 19 april 2018, pagina 2j. De suggestie van de commissie werd overwogen, maar op basis van bovenstaande omschrijving is de stedenbouwkundige waarde niet sterk genoeg aanwezig om deze toe te kennen aan de voormalige drogisterij De Walvis. De strategische inplanting van het woonwinkelhuis langs een eeuwenoude handels-as versterkt de historische waarde omdat het getuigt van een lange voorgeschiedenis van commercieel gebruik op deze locatie. De rood geschilderde gevel met witte rec/amebee?childering is inderdaad beeldbepalend voor het straatbeeld vanuit de Zamanstraat, maar was niet het gevolg van een bewuste stedenbouwkundige inrichting van de bebouwde ruimte~ Het pand dateert vermoedelijk van 1875 en pas bij het oprichten van de drogisterij in 1919 heeft men handig ingespeeld op de prominente locatie en zichtbaarheid vanuit de circa 1904 aangelegde Zamanstraat. Dit gebeurde. vanuit een commerciële motivatie. In dat opzicht is de beeldbepalende gevelreclame een visuele getuige van handeldrijven op deze eeuwenoude commerciële as en versterkt het de historische waarde. Pagina 6 van 9

- Met betrekking tot artikel 3 van het ministerieel besluit stelt de commissie dat het positief is dat de beheersdoelstellingen van de beschermingsdossiers van de voormalige drogisterij De Walvis en muziekwinkel Rombaux onderling afstemming vertonen en toch rekening houden met de eigenheid van beide winkelpanden. De commissie beaamt dat beide winkelpanden een ensemble. vormen en dat elke beheersdaad of nieuwe ingreep moet getuigen van een geïntegreerde aanpak en respect voor de draagkracht van het gebouw. - Wat de voormalige drogisterij De Walvis betreft,. merkt de commissie op dat de érfgoedwaarden van de donkere kamer en het magazijn terecht worden gerelativeerd. Het is positief dat doelstelling 7o expliciet ruimte laat. voor andere invullingen en/ of nieuwe ontwikkelingen. De commissie stelt zich de vraag of deze doelstelling niet tevens toegepast moet worden op de (volumineuze) haakse achterbouw, hoewel de erfgoedwaarde hiervan uiteraard hoger ligt dan deze van de andere bijgebouwen. De bepalingen in beheersdoelstelling 7 werden niet uitgebreid naar de haakse achterbouw, net omdat dit deel van de voormalige drogisterij een hogere erfgoedwaarde bezit. Vanzelfsprekend zijn er in een beschermd onroerend goed steeds nieuwe invullingen enjof nieuwe ontwikkelingen mogelijk, maar niet in dezelfde mate als de donkere kamer en het magazijn, waarvoor deze afzonderlijke beheersdoelstelling {7 ) werd opgesteld. Om het onderscheid te maken met de ruimtes op de verdiepingen en de achterbouw werd er bovendien voor deze ruimtes (met uitzondering van de traphal) een. afzonderlijke beheersdoelstelling (6 ) opgesteld die de beperkte erfgoedwaarde van deze ruimtes aangeeft en eveneens expliciet ruimte laat voor nieuwe invullingen. - Met betrekking tot doelstelling 6 inzake de inrichting van de bovenverdiepingen van het hoofdvolume en de inrichting van de achterbouw is voor de commissie onvoldoende eenduidig. De commissie meent dat hier de nodige flexibiliteit expliciet mogelijk moeten worden gemaakt. De commissie vraagt de doelstelling in die zin te herformuleren. Zie behandeling van de voorgaande opmerking. Deze beheersdoelstelling laat reeds expliciet ruimte voor nieuwe invullingen. Deze vraag werd bijgevolg niet bijgetreden. Beheersdoelstelling 6 : "Met uitzondering van de traphal, bezit de inrichting van de ruimtes op de verdiepingen van het hoofdvolume en deze in de achterbouw beperkte erfgoedwaarde. Hoewel de interieurafwerking van deze ruimtes aansluit bij het beschermde interieur van het hoofdvolume, en het (gedeeltelijk) behoud ervan kan worden verantwoord, is hier meer ruimte voor nieuwe invullingen, mits zij geen negatieve invloed hebben op de erfgoedkenmerken en -elementen;" -Aanvullend wijst de commissie erop dat het onduidelijk is waarop volgende zin uit doelstelling 6 werd gebaseerd, aangezien volgens het inhoudelijk dossier de verdiepingen niet konden worden bezocht: '... de interieurafwerking van deze ruimtes aansluit bij het beschermde interieur van het hoofdvolume...'. De aankleding van deze ruimtes konden worden vastgesteld en geëvalueerd op basis van de fototentoonstelling met interieurfoto's van het pand ("De Walvis - juffrouw Amands drogisterij van toen", in "De Salons" - Stationstraat 85 Sint-Nik/aas, van 5 maart tot 23 april 2017) en interieurfoto's verkregen van de stad Sint-Nik/aas. - De commissie formuleert een opmerking bij doelstelling 8 met betrekking tot de roerende objecten die in de drogisterij bewaard zijn gebleven. De commissie erkent dat een aantal, niet als cultuurgoed beschermde goederen verband houden met de voormalige functie van het pand. Het behoud in situ kan evenwel niet op basis van de regelgeving inzake onroerend Pagina 7 van 9

erfgoed worden gegarandeerd of afgedwongen. De commissie meent dat de beheersdoelstelling inzake roerende goederen eerder moet focussen op de cultuurgoederen. Hieromtrent werd geen afzonderlijke doelstelling opgenomen. De commissie vraagt ten minste in doelstelling 5 volgende aanpassing: '..., met inbegrip van het vast en roerend meubilair en de cultuurgoederen.' Deze vraag werd bijgeçreden. Oe beheersdoelstelling 5 werd als dusdanig aangepast: "Met betrekking tot het interieur op het gelijkvloers van het hoofdvolume beoogt de bescherming het behoud van de herkenbaarheid als voormalig woonwinkelhuis, meer bepaald als voormalige drogisterij, met behoud van de bestaande ruimteverdeling en de waardevolle fnterieurafwerking, met inbegrip van het vast en roerend meubilair en de cultuurgoederen." l - De commissie merkt op dat in meerdere doelstellingen sprake is van het behoud of het verhogen van de 'herkenbaarheid als voormalig woonwinkelhuis/drogisterij'. Dergelijke bewoordingen zijn onvoldoende duidelijk en dienen te worden geherformuleerd. Deze opmerking werd niet bijgetreden. De architecturale en typologische kenmerken die de herkenbaarheid van een winkel/drogisterij bepalen worden uitgebreid onderzocht in de bijgevoegde criterianota en specifiek toegelicht in het inhoudelijk dossier. In beheersdoelstellingen 3, 5 en 8 worden bovendien concrete verwijzingen gemaakt naar welke elementen onder meer belangrijk zijn voor het behoud of de versterking van de herkenbaarheid als woonwinkelhuis/drogisterij, respectievelijk het "het behoud van de buitenarchitectuur qua schaal, volumewerking, materiaalgebruik en afwerking, met inbegrip van het schrijnwerk", "het behoud van de bestaande ruimteverdeling en de waardevolle interieurafwerking, met inbegrip van het vast en roerend meubilair en de cultuurgoederen (aangepast op basis van vorige opmerking)" en "de aanbeveling om bepaalde (niet als cultuurgoederen beschermde) roerende goederen in situ te behouden." - De commissie ondersteunt artikel 4 van het ministerieel besluit dat de voorschriften formuleert voor instandhouding eri onderhoud van de te beschermen monumenten. - Met betrekking tot artikel 5 van het ministerieel besluit waarin de toelatingsplichtige handelingen worden opgesomd stelt de commissie dat zij deze grotendeels kan ondersteunen. De commissie rneent dat de link tussen het inhoudelijk dossier en de toelatingsplichten 1 o en 6 (a en b) onvoldoende duidelijk is. De commissie vraagt deze verder te duiden of te schrappen. Oe afbakening van het beschermde onroerend goed omvat een stadstuin.. Uit beheersdoelstelling 7 blijkt tevens dat er nieuwe ontwikkelingen achterin het perceel mogelijk zijn. Het behoud van deze toelatingsplichten is te verantwoorden vanuit het toekomstig beheer van dit monument om een impact te kunnen hebben op nieuwe ontwikkelingen op de site. - Tot slot formuleert de commissie een kleine opmerking bij het inhoudelijk dossier, meer bepaald over de vermelding van 'een oude gemetste stookplaats met houten deksel' (beschrijving interieur gelijkvloers achterbouw, pag. 14). Het is onduidelijk waar het precies over gaat. Dit element werd ook niet fotografisch gedocumenteerd. Het interieur van alle ruimtes op de gelijkvloerse verdieping van de haakse achterbouw (opslagruimte, kolenkot, toilèt, keuken en eetkamer) worden slechts summier beschreven in het inhoudelijk dossier. Het interieur van deze ruimte, met inbegrip van de gemetste stookplaats, werd niet opgenomen in de beschrijving van de Pagina 8 van. 9

erfgoedelement en -kenmerken van het ministerieel besluit en werd daarom. evenmin opgenomen in de fotoregistratie (bijlage 2 bij het ministerieel besluit). Conclusie: het advies heeft invloed op het inhoudelijk dossier en het beschermingsbesluit. Het inhoudelijk dossier en het beschermingsbesluit werden als volgt aangepast: - De brandkast in de kastenwand van de in de winkel geïncorporeerde opbergruimte werd geschrapt als cultuurgoed en zal geen deel uitmaken van de bescherming.bijgevolg werden alle relevante verwijzingen in het inhoudelijk dossier. en het ministerieel besluit en de bijlagen geschrapt of gewijzigd. In het ministerieel besluit werd in artikel 3, bepaling 8, de beheersdoelstelling in verband met niet als cultuurgoederen beschermde roerende objecten, aangevuld met een verwijzing naar de brandkast. - De beheersdoelstelling 5 werd als volgt aangepast: "Met betrekking tot het interieur op het gelijkvloers van het hoofdvolume beoogt de bescherming het behoud van de herkenbaarheid als voormalig woonwinkel huis, meer bepaald als voormalige drogisterij, met behoud van de bestaande ruimteverdeling en de waardevolle interieurafwerking, met inbegrip van het vast en roerend meubilair en de cultuurqoederen." 1.4. Conclusie voorafgaand aan de voorlopige bescherming De uitgebrachte adviezen hebben invloed op het inhoudelijk dossier en. het beschermingsbesluit. Het inhoudelijk dossier en het beschermingsbesluit werden als volgt aangepast: - De brandkast in de kastenwand van de in de winkel geïncorporeerde opbergruimte werd geschrapt als cultuurgoed en zal geen deel uitmaken van de bescherming. Bijgevolg werden alle relevante verwijzingen in het inhoudelijk dossier en het ministerieel besluit en de bijlagen geschrapt of gewijzigd. In het ministerieel besluit werd in artikel 3, bepaling 8, de beheersdoelstelling in verband met niet als cultuurgoederen besc.hermde roerende objecten, aangevuld met een verwijzing naar de brandkast. - De beheersdoelstelling 5 werd als volgt aangepast: "Met betrekking tot het interieur op het gelijkvloers van het hoofdvolume beoogt de bescherming het behoud van de herkenbaarheid als voormalig woonwinkel huis, meer bepaald als voormalige drogisterij, met behoud van de bestaande ruimteverdeling en de waardevolle interieurafwerking, met inbegrip van het vast en roerend meubilair en de cultuurqoederen." 2. Adviezen en bezwaren uitgebracht na de voorlopige bescherming en voorafgaand aan de definitieve bescherming Openbaar onderzoek en hoorrecht De stad Sint-Niklaas organiseerde het openbaar onderzoek van 16 juli 2018 tot en met 14 augustus 2018. Het proces-verbaal dat de stad opstelde over het openbaar onderzoek maakt integraal deel uit van het beschermingsdossier. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend. Geen enkele zakelijkrechthouder beriep zich op het hoorrecht en vroeg gehoord te worden door het agentschap. 3. Conclusie Aangezien er geen adviezen of bezwaren werden uitgebracht na de voorlopige bescherming en voorafgaand aan de definitieve bescherming, werden het inhoudelijk dossier noch het ministerieel besluit aangepast na de voorlopige bescherming. Pagina 9 van 9