Veldmaarschalk Montgomeryweg 44 te Soesterberg Versie 4 maart 2016

Vergelijkbare documenten
Pandelaar 4 te Gemert Versie 29 juni 2016

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Hogeweg 239 te Amersfoort Versie 25 april 2016

Quick scan ecologie. Louis Bouwmeesterstraat 80 te Amsterdam

Quick scan ecologie. Kerkweg-Oost, gemeente Waddinxveen

Quick scan ecologie Stroet te Sint Maarten

Kapelweg (Limmerlint) te Limmen Versie 26 februari 2016

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Motorhuislocatie Santpoort-Noord, Velsen Versie 25 april 2016

Quick scan ecologie Oudestraat te Gemert

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Update quickscan Ecologie Witte Kool fase II te Sint Maarten N. Hemmers 23 december 2016

Anderlechtlaan te Amsterdam Versie 4 november 2015

Quick scan ecologie Zanderij te Hillegom

Quick scan ecologie. Barneveldsestraatweg te Renswoude

Don Velascodreef te Vianen Versie 28 oktober 2015

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO

Quick scan ecologie. Prinses Irenestraat 31-33, Amsterdam

Quick scan ecologie Lantmanstraat te Waarland

Schipholweg te Badhoevedorp Versie 23 oktober 2015

Uitwerkingsplan Albert's Hoeve. Bijlage 5 Quick scan ecologie, Els & Linde (16 april 2014)

Quick scan ecologie. Kleine Dijk 2 Driehuizen

Quick scan ecologie; Amsterdam Willem de Zwijgerlaan

Quick scan ecologie winkelcentrum t Gein

Quick scan ecologie Westlandgracht te Amsterdam

Quick scan ecologie Schagerbrug - woningbouw

Quick scan ecologie herontwikkeling Dorpsplein Duivendrecht

Actualisatie. Ecologisch onderzoek Zonnehof, Meander te Ouder-Amstel

Quick scan ecologie Noordzijde 102 te Bodegraven

Quick scan ecologie. ING panden Haarlemmerweg te Amsterdam

Quick scan ecologie Graafreinaldweg 2a te Hellouw

Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug

Quick scan ecologie Oostduinlaan 75 te Den Haag

Beatrixstraat te Halfweg

Quick scan ecologie Wibautstraat te Amsterdam

Quick scan ecologie Brittenstein te Leiderdorp

Waarnemingen. AIC te Castricum

Ecologisch onderzoek binnenspeeltuin Plaswijckpark

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan ecologie Groot Wildenburg te Leusden

N2000 Oostelijke Vechtplassen Utrecht

Quick scan ecologie. terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg Tuitjenhorn. 21 februari 2018

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Percelen D 2802, D 2575 en D 2968 te Wassenaar Versie 6 juni 2017

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

Gebruik van een boom door vleermuizen

Quick scan ecologie Limmen Hoek Dopheide/Bloemenhof

Quick scan ecologie Werftweg 4 te Wekerom

Quick scan ecologie Sophiaweg te Zandvoort

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63

Oktober Quick scan ecologie terrein naast Sloterweg 1121

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Notitie flora en fauna

Quick scan ecologie AIC te Castricum

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Quick scan ecologie Bestemmingsplan Lelylaan

Inleiding. Zonder een goede planning kan de doorlooptijd oplopen tot twee jaar of meer.

-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel

Afdoend onderzoek ecologie Kanaaldijk 63 te Watergang

Quick scan ecologie Slotheerenbuurt fase 1 te Heemskerk

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

memo datum: 22 juli 2011

Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg

Afdoend onderzoek. Julianaweg te Zandvoort

ASSCHATTERWEG LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen

Vleermuisonderzoek Zwanenburg

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Figuur 1: Links: Luchtfoto plangebied (bron: Google Maps, maart 2016). Rechts: foto plangebied (juni 2014).

v.v. RCL De heer H. van Liere Bloemerd BZ Leiderdorp

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Afdoend onderzoek. Klein Where te Purmerend

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

de heer A. van Straalen Zwaansweg 2B 4247 EX Kedichem Quick scan beschermde soorten Zwaansweg 2B, Kedichem

DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg in De Bilt

QUICKSCAN NATUURWETGEVING LANGBROEKERDIJK 29

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009)

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Omgevingsvergunning Stationsstraat 12-1

Vleermuisonderzoek. Monnickendam

Notitie quickscan Flora en fauna

Briefrapport Flora en fauna

Vleermuisonderzoek Kildijk

memo datum: 28 maart 2012

Quick scan ecologie Meester Treublaan 1-3 te Amsterdam

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps)

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Transcriptie:

Quick scan ecologie Veldmaarschalk Montgomeryweg 44 te Soesterberg Versie 4 maart 2016

Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de locatie aan de Veldmaarschalk Montgomeryweg 44 te Soesterberg, worden ruimtelijke plannen voorbereid. Het voornemen is om de leegstaande woning te slopen zodat ruimte kan worden gemaakt voor nieuwbouw van een woning. Voor de ruimtelijke plannen wordt een planologische procedure voorbereid. Onderzocht is of er een effect op beschermde natuurwaarden is te verwachten als gevolg van de ontwikkelingen. 2 Aanleiding 3 Planomgeving: locatie, omgeving en beschermde natuurgebieden 4 Waarnemingen: veldgegevens en literatuur 5 Analyse: beoordeling van de effecten op de natuurwaarden 6 Conclusie en advies 6 Bronnen Voor de locatie aan de Veldmaarschalk Montgomeryweg 44 te Soesterberg, worden ruimtelijke plannen voorbereid. Het voornemen is om de leegstaande woning te slopen zodat ruimte kan worden gemaakt voor nieuwbouw van een twee-onder-een-kapwoning. Voor de ruimtelijke plannen wordt een planologische procedure voorbereid. Onderdeel van de procedure is een onderzoek naar de effecten op beschermde natuurwaarden. Het onderzoek is uitgevoerd als een quick scan ecologie. Voor zo`n onderzoek wordt door een ecoloog beoordeeld of er een kans is op aanwezigheid van beschermde soorten. Daarbij wordt gelet op de structuur van de omgeving, aanwezige habitats en landschapselementen. Gezocht wordt naar sporen van beschermde soorten. Een quick scan is tevens bedoeld als afbakening van eventueel afdoend onderzoek. Het voorkomen van paarverblijfplaatsen van vleermuizen in de leegstaande woning binnen de planlocatie is niet uit te sluiten. Een afdoend onderzoek naar het voorkomen van paarverblijf- Om een goed oordeel te kunnen geven is op 19 januari 2016 door een ecoloog een bezoek gebracht aan de planlocatie en is onderzocht wat de potentieel aanwezige natuurwaarden zijn. In de voorliggende notitie worden de resultaten van het oriënterend onderzoek besproken. plaatsen van vleermuizen is noodzakelijk. Tijdens de broedperiode kunnen vogels in de bomen op het terrein broeden. Om verstoring te voorkomen dienen de werkzaamheden buiten om de broedperiode - half maart tot en met half augustus - van vogels te starten. Globale ligging van de planlocatie. Een effect op de natura 2000 gebieden wordt, door de aard en de omvang Colofon van de geplande ontwikkelingen, niet verwacht. Het Natuurnetwerk Nederland ligt op zeer korte afstand van de planlocatie. Tijdens de werkzaamheden dient zeer terughoudend te worden omgegaan met het gebruik van verlichting afkomstig van bouw- Opdrachtgever Projectnummer Datum Auteur Gecontroleerd Status Coen van Ettekoven 4 maart 2016 T. Ursinus P.J.H. van der Linden definitief lampen. Het Natuurnetwerk dient in duisternis te worden gehouden. Er mag niet op de randzones van het Natuurnetwerk worden gewerkt en er mogen geen materialen op de randzones worden opgeslagen. Els & Linde B.V. Spechtstraat 59 1223 NX Hilversum Tel 06-27564247 E-mail vanderlinden@elsenlinde.nl pagina 2

H 02 Planomgeving: locatie, omgeving en beschermde natuurgebieden Ligging NNN ten opzichte van de planlocatie. Ligging Natura 2000 gebied ten opzichte van de planlocatie. l De planlocatie is gelegen aan de Veldmaarschalk Montgomeryweg 44, ten noorden van de bebouwde kom van Soesterberg. Direct ten noorden van de planlocatie ligt de Vliegbasis Soesterberg. Binnen de planlocatie is een leegstaande woning aanwezig. Naast de woning staan twee bijgebouwtjes die dienst hebben gedaan als opslagplaats. Op het terrein ten oosten van de woning is weinig vegetatie aanwezig. Slechts enkele bomen zijn aangeplant. Langs de bijgebouwtjes zijn stapels met hout en stenen opgeslagen. Op korte afstand van de planlocatie - circa tien meter - ligt het gebied wat onderdeel uitmaakt van het Natuurnetwerk Nederland. Op grote afstand van de planlocatie - ruim elf kilometer - ligt het Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen. Natura 2000 gebied Oostelijke vechtplassen De Oostelijke Vechtplassen bestaat uit een reeks van laagveengebieden tussen de Vecht en de oostrand van Utrechtse heuvelrug. In het gebied bevinden zich door turfwinning ontstane meren en plassen, meest met een zandondergrond, sommige aanzienlijk verdiept door zandwinning. De combinatie van rivierinvloeden en invloeden van het watersysteem van de zandgronden heeft een rijke schakering van typen van moeras en moerasvegetaties doen ontstaan. In het gebied zijn twee belangrijke gradiënten te onderscheiden: van noord naar zuid loopt een gradiënt van meer gesloten gebied (bos) naar meer open landschap (grasland, trilveen en rietland), terwijl van west naar oost een gradiënt is te zien van toenemende kwel (in petgaten en trilvenen).belangrijk broedgebied voor broedvogels van rietmoerassen (roerdomp (Botaurus stellaris), purperreiger (Ardea purpurea) en zeer belangrijk voor broedvogels van moerassen met veel waterriet en lange oeverlijnen (woudaap (lxobrychus minutus), grote karekiet (Acrocephalus arundinaceus). Ook van enig belang als broedgebied voor enkele andere moeras- en watervogels (porseleinhoen, zwarte stern, ijsvogel). Natuurnetwerk Nederland (NNN) Door nieuwe natuur te ontwikkelen, kunnen natuurgebieden met elkaar worden verbonden. Zo kunnen planten zich over verschillende natuurgebieden verspreiden en dieren van het ene naar het andere gebied gaan. Het totaal van al deze gebieden en de verbindingen ertussen vormt het Natuurnetwerk van Nederland. Het Natuurnetwerk Nederland wordt via de ruimtelijke verordening beschermd. Voor ontwikkelingen binnen het Natuurnetwerk is een wijziging van de begrenzing noodzakelijk, deze mag alleen worden gegeven als er netto geen effect wordt veroorzaakt. Er mag bijvoorbeeld geen verlies aan oppervlakte veroorzaakt worden. pagina 3

H 03 Waarnemingen: veldgegevens en gegevens uit de literatuur Om te kunnen beoordelen of er eventueel effecten zijn te verwachten op beschermde soorten is het gebied bezocht door een ecoloog. Tijdens het veldbezoek van 19 januari 2016 is onderzocht of er in potentie beschermde planten en dieren aanwezig zijn binnen de planlocatie. Daarvoor is gezocht naar sporen en andere aanwijzingen van planten en dieren. Op basis van de aanwezige herkenbare begroeiing en habitats is beoordeeld of er leefgebieden aanwezig zijn voor beschermde soorten. Aanvullend is een bureaustudie uitgevoerd naar de potentieel voorkomende dieren en planten in de directe omgeving van de planlocatie. Hierbij is een bronnenonderzoek uitgevoerd waarbij de verschillende relevante en actuele informatiebronnen zijn geraadpleegd. Planten Op het terrein aan de oostzijde van de leegstaande woning is weinig vegetatie aanwezig. Langs de randen van de verharding zijn op enkele plekken zichtbare clusters met grassen en kruiden waar te nemen. De tredvegetatie tussen de verharding is niet of nauwelijks ontwikkeld. Op het terrein zijn enkele bomen aanwezig. Langs de westzijde van de woning zijn enkele zeer algemeen voorkomende tuinplanten aangeplant. Tijdens het ecologisch onderzoek zijn binnen de planlocatie geen beschermde plantensoorten aangetroffen. Beschermde plantensoorten worden binnen de planlocatie ook niet verwacht. Zoogdieren Vleermuizen zijn de belangrijkste groep strikt beschermde dieren die verwacht kunnen worden. Vleermuizen kunnen schade ondervinden van de gewenste ontwikkelingen en kunnen hierdoor een belemmering zijn. De bebouwing binnen de planlocatie is daarom nauwkeurig onderzocht op het voorkomen van geschikte verblijfplaatsen voor vleermuizen. Tijdens het ecologisch onderzoek zijn in de leegstaande woning geschikte paarverblijfplaatsen voor vleermuizen aangetroffen. In de woning ontbreekt de spouwmuur. Het pannendak ligt half open waardoor de klimatologische omstandigheden niet voldoende gunstig zijn voor een geschikte winter c.q. zomerverblijfplaats voor vleermuizen. Uit eigen onderzoek en onderzoek van derden blijkt dat vleermuizen minder kritisch zijn in de keuze van een paarverblijfplaats. Voor de ruimtelijke ontwikkelingen is een afdoend onderzoek naar het voorkomen van paarverblijfplaatsen van vleermuizen in de woning noodzakelijk. pagina 4

Vleermuizen zijn in twee groepen te verdelen; enerzijds de soorten die in gebouwen een verblijfplaats hebben en anderzijds de soorten die in bomen een verblijfplaats hebben. De kraamkolonie van de laatvlieger (Eptesicus serotinus) en de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) komen - voorzover bekend - alleen in gebouwen voor. Ze wonen in de spouwmuur, achter betimmering, onder daklijsten en dakpannen. De vaste verblijfplaatsen van de ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) en de watervleermuis (Myotis daubentonii) kunnen zowel in spleten en gaten in bomen, als in gebouwen voorkomen. Ze kiezen in de regel gebieden met een groot aanbod aan geschikte holten op een klein oppervlak. Binnen de planlocatie zijn geen bomen aanwezig met geschikte holten en spleten waarin vleermuizen kunnen verblijven. Vogels Tijdens het ecologisch onderzoek is gezocht naar aanwijzingen voor het voorkomen van vogels met een vaste verblijfplaats binnen de planlocatie. Gezocht is naar potentieel geschikte nestplekken en of verlaten nesten, schijtsporen, veren, braakballen en andere aanwijzingen. Tijdens het oriënterend onderzoek zijn geen geschikte verblijfplaatsen of andere aanwijzingen gevonden voor het voorkomen van vogels met een vaste verblijfplaats binnen de planlocatie. In de bomen op het terrein kunnen tijdens de broedperiode vogels broeden. Om verstoring te voorkomen dienen de werkzaamheden buiten om de broedperiode - half maart tot en met half augustus - van vogels te starten. Herpetofauna en vissen Binnen de planlocatie is geen oppervlaktewater aanwezig. De aanwezigheid van beschermde vissen binnen de planlocatie kan op voorhand worden uitgesloten. Binnen de planlocatie is een theoretische kans op het voorkomen van de zandhagedis (Lacerta agilis) en de hazelworm (Anguis fragilis). Echter binnen de planlocatie ontbreekt een geschikt habitat. De kans op het voorkomen van de zandhagedis en de hazelworm binnen de planlocatie is erg klein. De zandhagedis en de hazelworm worden door derden ten noorden van de Vliegbasis Soesterberg in grote aantallen gemeld. Overige soorten De overige beschermde soorten hebben allemaal een specifiek habitat, dat afwezig is binnen de planlocatie. pagina 5

H 04 Analyse: beoordeling van de effecten op de natuurwaarden Bij de analyse wordt gelet op de effecten als gevolg van het veranderde gebruik en de veranderde inrichting. Daarnaast wordt gelet op de effecten als gevolg van de werkzaamheden om de veranderingen te bereiken. Voor zover planlocaties binnen het Natuurnetwerk Nederland, het weidevogelleefgebied, Natura 2000 of andere beschermde natuurgebieden liggen, worden de effecten op deze beschermde natuurgebieden getoetst. Voor de Natura 2000 gebieden is de externe werking eveneens van belang; de belangrijkste externe effecten worden veroorzaakt door toename van depositie, geluid en licht. Daarnaast kunnen veranderde grondwaterstromen een effect veroorzaken. Flora en Faunawet Uit het oriënterend onderzoek van 19 januari 2016 is gebleken dat in de woning binnen de planlocatie paarverblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig kunnen zijn. Het uitvoeren van een afdoend onderzoek naar paarverblijfplaatsen van vleermuizen binnen de planlocatie is noodzakelijk. Tijdens de broedperiode kunnen vogels in de bomen op het terrein broeden. Om verstoring te voorkomen dienen de werkzaamheden buiten om de broedperiode - half maart tot en met half augustus - van vogels te starten. Natuurbeschermingswet Beschermde Natura 2000 gebieden liggen op ruim 11 kilometer afstand van de planlocatie. Gelet op de afstand en de omvang van het voornemen, is een kans op een effect uitgesloten. Natuurnetwerk Nederland De gebieden die onderdeel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland liggen op korte afstand van de planlocatie. Tijdens de werkzaamheden dient zeer terughoudend te worden omgegaan met het gebruik van verlichting afkomstig van bouwlampen. Het Natuurnetwerk dient in duisternis te worden gehouden. Er mag niet op de randzones van het Natuurnetwerk worden gewerkt en er mogen geen materialen op de randzones worden opgeslagen. Start werkzaamheden & planning Vooruit het oogpunt van bescherming is de start bouw het moment waarop een aantasting van een verblijfplaats ontstaat. Meestal is dat de sloop van een pand, of kap van bomen. In het voorliggende geval zal eerst het onderzoek naar paarterritoria moeten worden afgerond, dat wordt uitgevoerd in de periode medio augustus - eind september. Er zijn dat twee onderzoeken nodig met een tussentijd van 30 dagen. Daarna moet de ontheffing worden aangevraagd als er vleermuizen zitten. De aanvraag zelf kost geen tijd, maar de ambtelijke doorlooptijd kan flink oplopen. Momenteel is er geen zinnig woord over te zeggen over deze doorlooptijd. Als er geen vleermuizen worden angetroffen kan per 1 oktober worden gestart met de sloop. pagina 6

H 05 Conclusie en advies H 06 Bronnen Voor de locatie aan de Veldmaarschalk Montgomeryweg 44 te Soesterberg, worden ruimtelijke plannen voorbereid. Het voornemen is om de leegstaande woning te slopen zodat ruimte kan worden gemaakt voor nieuwbouw van een woning. Voor de ruimtelijke plannen wordt een planologische procedure voorbereid. Onderdeel van de procedure is een onderzoek naar de effecten op beschermde natuurwaarden. Onderzocht is of er een effect op beschermde natuurwaarden is te verwachten als gevolg van de ontwikkelingen. Door een ecoloog van bureau Els & Linde B.V. is op 19 januari 2016 beoordeeld of er beschermde planten- en diersoorten aanwezig zijn binnen de planlocatie en of deze soorten schade ondervinden van de gewenste ontwikkelingen. Dietz, Chr., O. von Helversen & D. Nill (2012) Vleermuizen. Alle soorten van Europa en Noordwest- Afrika. Trition Natuur Kapteyn, K (1995). Vleermuizen in het landschap. Schuyt & co, Haarlem Wansink, D. (2012) Verspreidingsatlas van de zoogdieren in de provincie Utrecht. Werkatlas januari 2012. Husting, F. & Vergeer, J. (2002). Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. waarneming.nl ravon.nl provincieutrecht.nl Flora en Faunawet Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat in de leegstaande woning potentieel geschikte paarverblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn. Een afdoend onderzoek naar het voorkomen van paarverblijfplaatsen in de woning is noodzakelijk. Tijdens de broedperiode kunnen vogels in de bomen op het terrein broeden. Om verstoring te voorkomen dienen de werkzaamheden buiten om de broedperiode - half maart tot en met half augustus - van vogels te starten. Er kan dan wel worden doorgegaan met de werkzaamheden. De vogels zoeken namelijk zlef een andere niet gestoorde locatie op voor het nest. Natuurbeschermingswet en ruimtelijke verordening Een effect op de natura 2000 gebieden wordt door de aard en de omvang van de geplande ontwikkelingen, niet verwacht. De gebieden die onderdeel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland liggen op zeer korte afstand van de planlocatie. Tijdens de werkzaamheden dient zeer terughoudend te worden omgegaan met het gebruik van verlichting afkomstig van bouwlampen. Het Natuurnetwerk dient in duisternis te worden gehouden. Er mag niet op de randzones van het Natuurnetwerk worden gewerkt en er mogen geen materialen op de randzones worden opgeslagen. pagina 7