Gelieve in geval van twijfel uw handelaar te contacteren.

Vergelijkbare documenten
Gasdetector GEBRUIKERSHANDLEIDING THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION

Gas- of zuurstof-detectors met CAN-bus

DAX 3F. Gasdetector GEBRUIKERSHANDLEIDING THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION

DAX 420. Gasdetector GEBRUIKERSHANDLEIDING THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION

DAT 420. Gas- of zuurstof-detector GEBRUIKERSHANDLEIDING THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION

DETECTOR VOOR EXPLOSIEF GAS DAX 3F-C INSTALLATIE, GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING. DAX3FC_MAN01_NL Ver. V1R2

NOODVOEDING VOOR MEET-EN-ALARMCENTRALE BAT KIT INSTALLATIEHANDLEIDING. BATKIT_MAN01_NL Ver. V1R1

Gasdetector GEBRUIKERSHANDLEIDING THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION

INOX DETECTOR VOOR EXPLOSIEF GAS DAX 3F-I INSTALLATIE, GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING. DAX3FI_MAN01_NL Ver. V1R2

Stappenplan voor het explosieveiligheidsdocument. In een onderzoek kunnen de volgende stappen genomen worden:

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

DETECTOR VOOR TOXISCH GAS EN ZUURSTOF DTX 420 INSTALLATIE, GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING. DTX420_MAN01_NL Ver. V1R3

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

Centrale OctoBUS 64. Printer datalogger. Gas detection

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gas- of zuurstof-detector

Installatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones. IECEx 05 Ex

GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-IR 50

Gebruiksaanwijzing Platformweegschaal

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

ES-S7B. Buitensirene.

DETECTOR VOOR TOXISCH GAS EN ZUURSTOF MET CAN BUS DTX CAN INSTALLATIE, GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING. DTXCAN_MAN01_NL Ver.

Detectie van explosieve gassen, toxische gassen en opvolging van zuurstofniveaus. Infrarood XP versie. SIL 2 hoge betrouwbaarheid IP 66

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

Adapters en verloopmoeren van metaal

Handleiding. Explosieveilige SpotLED Type AR-040. II 3 G Ex na IIC T4 Gc II 3 D Ex tc IIIC T135ºC Dc

DTTH SCHAKELAAR VOOR TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID. Montage & gebruiksvoorschriften

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

OFFICINE OROBICHE S.p.A. 1/5 GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR MAGNETISCHE sensoren voor serie 2000 instrumenten

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

USV ACTIVE POTENTIOMETER. Montage & gebruiksvoorschriften

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

SMTL1-30 AAN/UIT SCHAKELAAR MET LED INDICATIE. Montage & gebruiksvoorschriften

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

ES-D1A. Draadloze bewegingsdetector.

Dräger VarioGard 2300 IR Detectie van ontvlambare gassen en dampen

GAS DETECTORS DAX 3F DAX 3F

Handleiding Harmopool Whirlpool Spa Pomp : ZFPX5200 -ZFPX ZFPX5220

Thermis WireFree io temperatuur sensor

GEBRUIKERSHANDLEIDING MOBIELE DIESELOLIETANK MET POMP TYPE FIELDMASTER

MD741 GASDETECTIECENTRALE MET 1 ZONE

ATEX voor beginners ; explosiegevaar in vogelvlucht

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7

TECHNISCHE HANDLEIDING

ES-S8A. Sirene op zonne-energie.

NLD0597 UITGAVE 07-10/ M5030D 12. BIJLAGE B. Zellweger Analytics maakt gebruik van een standaardgarantieverklaring CERTIFICATIEKEURMERKEN

Beveiligen van uw stookruimte:

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

ITR ELEKTRONISCHE DIGITALE SNELHEIDSREGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

Telecominstallatie binnenin een woning

ATEX REGELGEVING Regels en voorschriften voor apparaten, arbeidsmiddelen en arbeidsplaatsen in explosieve omgevingen

Dräger VarioGard 3300 IR Transmitter Detectie van ontvlambare gassen en dampen

Gebruikershandleiding. Explosieveilig LED signaallicht Type serie AR-047/xxx

Productnietlangerleverbaar'

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Magneetveld-sensor magneetinductieve naderingssensor BIM-EG08-Y1X

Inhoud van de doos. 1 x PIR Huisdier-Tolerante Draadloze Bewegingsdetector 1 x Beugel 1 x Gebruiksaanwijzing

TM-TELE HANDLEIDING. TM-TELE_manual_nl

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door stof van installaties en arbeidsplaatsen

DRAADLOZE ROOK EN HITTE DETECTOR MSD300_NL 03/12

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-UNT-AY1X/S1139

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

SATD1 DIN RAIL VEILIGHEIDS EN ISOLATIETRANSFORMATOR. Montage & gebruiksvoorschriften

1.0 Algemeen. 1.1 Toepassing:

THR9 Ex. Veiligheidsinstructies

Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A / / 2014

GEBRUIKSAANWIJZING Stralingsmeter PCE-EMF 823

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Installatie en bedieningsvoorschriften

NEDERLANDS. Veiligheidsvoorschriften Stel het product niet bloot aan water of vocht Verf niet over de rookmelder

Handleiding. Explosieveilige schemerschakelaar Type AR-022. II 3 G Ex nr IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

E69F Elektro-pneumatische signaalomvormer en E69P Elektro-pneumatische klepstandsteller. Veiligheidsinformatie

Relais behuizing voor centrale OctoBUS 64. Installatiehandleiding

ilmo 50 WT Ref B

ES-D3A Draadloos deur-/raamcontact

KASTEN MUREVA IP 65. Minikastjes. Referenties

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

MULTI-CRITERIA ROOK EN HITTE DETECTOR DMP-100 OPTISCHE ROOKDETECTOR DRP-100 VASTE TEMPERATUUR / TEMPERATUURSSTIJGING HITTE DETECTOR DCP-100

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

Hygro-Presence sensor Handleiding. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering

MINI INBOUW SCHAKELAAR

MD780 Gas- & CO-detectie Lastenboekbeschrijving

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel

Signalpoint. One-Stop Shop Versies voor brandbaar, giftig gas en zuurstof beschikbaar IP54 als standaard Geschikt voor gebruik binnenshuis

GASDETECTOR ST400EC ART.NR

ELEKTRISCHE TESTER APPA A7. Controleer bij levering of de verpakking volledig is, t.t.z.

Meetapparatuur en interpretatie meetgegevens

LED signaallamp. Reeks Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL

Publicatieblad van de Europese Unie C 20/13

MONTAGE- EN INSTALLATIE HANDLEIDING. IRPRO Series: IRPRO350, IRPRO500, IRPRO750

RADAR-NIVEAUMETER SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIE

GEBRUIKSAANWIJZING Geluidsmeter PCE-MSL 1

Nederlands IZAR RDC STANDARD. Installatiehandleiding. Deze handleiding dient te worden afgegeven de eindklant.

Boiler Control. Installatiehandleiding. duco.tv. Stap voor stap instructies NEDERLANDS NEDERLANDS. L (Revisie C )

Katalytische sensoren juist kalibreren: een praktische gids

Transcriptie:

Copyright 2018 door DALEMANS n.v. Herziening V1R0 06/2018 Elke gedeeltelijke of gehele reproductie van dit document, op welke manier ook, is strikt verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DALEMANS n.v. Waarschuwing Alle informatie die in dit document is opgenomen, is niet bindend en kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Wij raden u ook aan regelmatig na te gaan of er een nieuwe versie beschikbaar is via onze website : http://www.dalemans.com. Gelieve in geval van twijfel uw handelaar te contacteren. Dalemans n.v. Rue Jules Mélotte, 27 4350 Remicourt (België) Tel. +32(0)19 33 99 43 Fax +32(0)19 33 99 44 E-mail: sales@dalemans.com

INHOUDSOPGAVE WAARSCHUWINGEN... 4 BEPERKINGEN... 4 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN... 5 RICHTLIJN 2014/34/UE (ATEX)... 6 AANSPRAKELIJKHEIDSGRENS... 7 MILIEU... 7 KWALITEITSBORGING... 7 1. INLEIDING... 8 1.1. Certificering... 8 2. OMSCHRIJVING... 9 2.1. Overzicht... 9 2.2. Afmetingen... 10 3. INSTALLATIE... 11 3.1. Plaatsing van de detectoren... 11 3.2. Montage... 12 3.3. Bekabeling... 13 3.4. Elektrische aansluiting... 13 4. ONDERHOUD... 14 4.1. Vervangen van de sensor... 14 4.2. Diagnose van storingen... 15 4.3. Reserveonderdelen en accessoires... 15 5. SPECIFICATIES... 16 www.dalemans.com 3

WAARSCHUWINGEN EX Controleer VOOR de installatie, het onderhoud of de herstelling van de detector of er geen explosief gas of explosieve damp in de omgeving aanwezig is. Open de detector nooit bij ontploffingsgevaar. Gebruik voor de reiniging van de detector steeds een vochtige doek om het risico op elektrostatische ontladingen te beperken. De INSTALLATIE, de INDIENSTSTELLING en het ONDERHOUD moeten steeds door DALEMANS of door een erkend servicecenter worden uitgevoerd en in elk geval door gekwalificeerd personeel dat een passende opleiding heeft genoten. De gasdetectors moeten minstens eenmaal per jaar worden geijkt om een eventueel verlies van gevoeligheid van de sensoren te verminderen. De garantie van DALEMANS vervalt als deze apparatuur niet wordt geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden met volledige inachtneming van deze instructies, waarschuwingen en gebruiksbeperkingen. Door deze instructies in acht te nemen, verzekert u de goede werking van de apparatuur. Als u informatie wenst over de installatie of het onderhoud van deze apparatuur, aarzel dan niet om contact op te nemen met DALEMANS. Volg altijd de volgens instructies om een voortijdige slijtage van de sensor te voorkomen en om de goede werking ervan te verzekeren. Deze aanbevelingen zijn algemene richtlijnen. Raadpleeg altijd de reglementen en de geldende normen voordat u met de installatie begint (vb. normen IEC 60079-14 en IEC 60079-29-2). Deze hebben voorrang op de aanbevelingen van de fabrikant. Het onderhoud van deze apparatuur moet worden uitgevoerd volgens de procedures van DALEMANS of zijn lokale vertegenwoordiger. Elke herstelling of onderhoud dat wordt uitgevoerd zonder inachtname van de instructies in deze handleiding of zonder de hulp van DALEMANS, kan de goede werking van het materiaal belemmeren en bijgevolg de veiligheid van de inzittenden van de bewaakte installaties in het gedrang brengen. De gedeeltelijke of gehele wijziging, demontage en vernietiging van deze apparatuur kan de essentiële veiligheidseisen van de hele installatie ongeldig maken. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen van DALEMANS. Als u niet-originele onderdelen gebruikt, kan dit het certificaat en de garantie van deze apparatuur ongeldig maken. BEPERKINGEN De sensoren kunnen gevoelig zijn voor meerdere gassen. Neem contact op met DALEMANS voor meer informatie. De gevoeligheid van een katalytische sensor kan worden gewijzigd door de blootstelling aan inhibitoren en verontreinigende stoffen zoals silicone, halogeen en zware metalen. Als deze inhibitoren permanent aanwezig zijn, raadt DALEMANS aan om gasdetectoren te gebruiken die uitgerust zijn met infrarood sensoren die onvatbaar zijn gemaakt voor deze verontreinigende stoffen en inhibitoren. De katalytische sensoren zijn niet geschikt om te worden gebruikt in een atmosfeer met meer dan 21 % zuurstof, minder dan 15 % zuurstof of met een variabel zuurstofgehalte. Als de katalytische sensor langdurig wordt blootgesteld aan concentraties explosief gas die 100 % van de Onderste explosiegrens (LEL) overschrijden, kan dit zijn levensduur aanzienlijk verkorten. Infrarood sensoren zijn niet geschikt voor het detecteren van waterstof. Tijdens de bouw, de verandering van de samenstelling of het onderhoud van de installaties moeten de gasdetectors zo laat mogelijk worden geïnstalleerd, maar niettemin voordat er risico is op aanwezigheid van gas of gasdampen. Op deze manier wordt schade aan de sensor vermeden die het gevolg is van werken als lassen of schilderen. Als de detectors al geïnstalleerd zijn, moeten ze gedurende de hele duur van de werken door een hermetisch omhulsel worden beschermd en moeten ze duidelijk als niet-operationeel worden gemarkeerd. www.dalemans.com 4

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Explosiegrens De verhouding tussen 'percentage van de onderste explosiegrens' (% LEL) en 'volumepercentage' (% v/v) verschilt naargelang het gas. De norm IEC 60079-20-1 legt vast hoe de explosiegrenzen worden bepaald, en geeft de volgende voorbeelden: Gas Formule 100 % LEL Methaan CH4 4,4 % v/v Butaan C4H10 1,4 % v/v Propaan C3H8 1,7 % v/v Alarmniveaus Bij een detectiesysteem voor explosieve gassen moeten de alarmdrempels worden vastgelegd op basis van de onderste explosiegrens van het gas dat moet worden gedetecteerd. De alarmdrempels voor explosieve gassen bedragen standaard 20 % LEL voor het eerste alarmniveau (A1) en 40 % LEL voor het tweede niveau (A2). Leg het alarmniveau nooit vast op meer dan 60 % LEL Bij de keuze van de alarmniveaus moet rekening worden houden met de mogelijke gevolgen van de weersomstandigheden in de omgeving: Temperatuur Druk Vochtigheid De LEL van een gas wordt beïnvloed door de temperatuur Wanneer de temperatuur stijgt, daalt de LEL en stijgt het explosiegevaar. De verhouding tussen de druk en de LEL is bijzonder complex. In het algemeen geldt dat als de druk toeneemt, de LEL daalt en het explosiegevaar dus stijgt. Schommelingen in het vochtigheidsniveau die gangbaar zijn in een industriële omgeving, oefenen geen betekenisvolle invloed uit op de LEL van een gas. Weersomstandigheden Invloed op de LEL van een gas Invloed op het explosiegevaar Temperatuur Druk Vochtigheid - - www.dalemans.com 5

RICHTLIJN 2014/34/UE (ATEX) Gevaarlijke zones Zone 0 1 Definitie Zone waarin voortdurend, gedurende lange periodes of regelmatig een explosieve atmosfeer van gas of gasdampen aanwezig is. Zone waarin het mogelijk is dat zich bij normale werking een explosieve atmosfeer van gas of gasdampen vormt. 2 Zone waarin het niet waarschijnlijk is dat zich bij normale werking een explosieve atmosfeer van gas of gasdampen vormt of, wanneer dat toch gebeurt, het slechts van korte duur is. Categorieën apparatuur Categorie Definitie Gebruiksgebied(en) 1 Apparatuur met een 'zeer hoog' veiligheidsniveau 0 2 Apparatuur met een 'hoog' veiligheidsniveau 1 en 2 3 Apparatuur met een 'normaal' veiligheidsniveau 2 Gasgroepen Groep Referentiegas Definitie I Methaan Apparatuur bestemd voor mijnen, boven- en ondergronds IIA IIB IIC Propaan Ethyleen Waterstof Apparatuur bestemd voor andere oppervlakte-industrieën dan mijnen Temperatuurklasse De apparatuur moet zodanig worden gekozen dat de oppervlaktetemperatuur nooit de zelfontbrandingstemperatuur van het aanwezige gas bereikt. Hieronder volgen enkele voorbeelden van explosieve gassen, ingedeeld volgens hun zelfontbrandingstemperatuur. Deze lijst is niet volledig. Gasgroep Temperatuurklasse en maximale oppervlaktetemperatuur van de apparatuur T1 450 C T2 300 C T3 200 C T4 135 C T5 100 C T6 85 C IIA IIB IIC Methaan Propaan Tolueen Xyleen Stadsgas Butaan Ethanol Methanol Propanol Ethyleenoxide Kerosine Nonaan Octaan Pentaan Acetaldehyde Ethyl ether Waterstof Acetyleen Koolstof disulfide www.dalemans.com 6

AANSPRAKELIJKHEIDSGRENS DALEMANS kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade of directe of indirecte schadevergoedingen die het gevolg zijn van het niet naleven van deze richtlijnen. Alles werd in het werk gesteld om de correctheid van de informatie in dit document te garanderen. DALEMANS wijst niettemin alle verantwoordelijkheid af in geval van fouten of onvolledigheden in dit document. MILIEU Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (Richtlijn AEEA) Wanneer dit symbool voorkomt op een product en/of de bijbehorende documentatie, betekent dit dat u de geldende regelgeving inzake het verzamelen en recycleren van Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA) moet respecteren. Deze bepalingen zijn erop gericht de natuurlijke hulpbronnen te beschermen die werden gebruikt voor de vervaardiging van het product en de verspreiding van stoffen te vermijden die mogelijk schadelijk zijn voor het milieu en de menselijke gezondheid. Zodra dit product het einde van zijn levensduur heeft bereikt, bent u daarom VERPLICHT het in te leveren bij een erkend inzamelcentrum voor de recyclage van elektrische en elektronische apparatuur. Neem contact op met uw lokale of regionale overheid voor meer informatie over de inzamel- en recyclagecentra in uw buurt. KWALITEITSBORGING Dit product werd ontworpen, vervaardigd en gecontroleerd in het kader van een kwaliteitsborgingssysteem dat is gecertificeerd volgens ISO 9001 en dat werd beoordeeld door een erkende instantie overeenkomstig bijlagen IV en V van richtlijn 2014/34/EU (ATEX). www.dalemans.com 7

1. INLEIDING De detector voor explosief gas D TEX3F+ is bedoeld voor het bewaken van afgesloten ruimtes in de commerciële en industriële sector. De D TEX3F+ is geschikt voor gebruik in gevaarlijke zones van explosieve atmosferen. Het is de bedoeling dat deze wordt gebruikt in combinatie met een compatibele alarmcentrale die reageert vooraleer de concentratie explosief gas de onderste explosiegrens (LEL) bereikt. Neem contact op met DALEMANS voor meer informatie over de lijst met detecteerbare gassen. 1.1. Certificering DALEMANS verklaart dat de detector voor explosief gas D TEX3F+ gecertificeerd is voor gebruik in zone 2 van explosieve atmosferen en dat die voldoet aan de bepalingen van de volgende Europese richtlijnen en normen: Richtlijn 2014/34/EU (ATEX) Norm EN 60079-0 Norm EN 60079-1 Norm EN 60079-15 Het hieronder afgebeelde label dat is aangebracht op één van de zijden van de detector zorgt ervoor dat de gebruiker het model van de detector, het type van de geïnstalleerde sensor en informatie over de certificering waarover deze apparatuur beschikt, kan vaststellen. Zonder dit label is de detector niet gecertificeerd voor gebruik in gevaarlijke zones. Figuur 1: identificatie- en certificeringslabel Gelijkvormigheid Definitie (zie 'Richtlijn 2034/14/EU' voor meer informatie) II 3G Groep elektrische apparatuur voor andere explosieve atmosferen dan mijnen. Categorie 3 van apparatuur die bestemd is voor zones waarin het niet waarschijnlijk is dat zich bij normale werking een atmosfeer met explosief gas ontwikkelt of, wanneer dat toch gebeurt, het slechts van korte duur is (zone 2). Ex na d Apparatuur bestemd voor atmosferen met explosief gas die beschermingsniveau 'na' (zonder vonkvorming) en 'd' (drukvast omhulsel) combineren. IIC Onderverdeling van groep apparatuur II volgens de aard van de atmosfeer met explosief gas (methaan, propaan, ethyleen, waterstof, acetyleen). T2 Gc Tamb Temperatuurklasse die de maximale oppervlaktetemperatuur aangeeft in atmosferen met explosief gas (T2=300 C). Materiaal voor atmosferen met explosief gas met een 'verhoogd' beschermingsniveau dat bij normale werking geen ontstekingsbron vormt en dat kan beschikken over aanvullende bescherming om te garanderen dat het inactief blijft als ontstekingsbron bij frequente en regelmatige gevallen. Omgevingstemperatuur waarvoor temperatuurklasse (T2) werd vastgesteld. www.dalemans.com 8

2. OMSCHRIJVING 2.1. Overzicht De D TEX3F+ is een gasdetector die bedoeld is om de aanwezigheid van explosief gas op te sporen in de omgevingslucht met concentraties tot 100 % van de onderste explosiegrens (LEL). Hij maakt gebruik van een KATALYTISCHE sensor waarvan het stroomsignaal is gekoppeld aan een alarmcentrale. De D TEX3F+ bestaat uit een behuizing in brandvertragend plastic, een gecertificeerde wartel, een detectiekop met een explosieveilig omhulsel en een verbindend aansluitblok dat is aangesloten op een printplaat. De detectiekop en de kaart D BASE 3F+ zijn ontworpen om een eventuele vervanging van de sensor te vergemakkelijken. De D TEX3F+ is bedoeld voor: gebruik in gevaarlijke zones andere dan mijnen (Groep II - categorie 3); gebruik in zone 2 van atmosferen met explosief gas; werking bij een temperatuur van 0 C tot + 50 C. Kunststof behuizing Wartel Kaart Aansluitklem Detectiekop Figuur 2: afbeelding van de gehele detector D TEX3F+ www.dalemans.com 9

2.2. Afmetingen Figuur 3: afmetingen in mm van de D TEX3F+ www.dalemans.com 10

3. INSTALLATIE 3.1. Plaatsing van de detectoren De gasdetectoren moeten zodanig worden geplaatst dat elke gasophoping wordt gedetecteerd vooraleer er een significant risico ontstaat. Een onjuiste plaatsing van een detector kan de effecten en de integriteit van het gasdetectiesysteem tenietdoen. De keuze voor de plaats van de detectoren moet worden bepaald in samenspraak met deskundigen die over de vereiste kennis beschikken op het vlak van de verspreiding van gas, en met personen die op de hoogte zijn van de werking van de desbetreffende installaties en apparatuur, evenals met het technisch personeel dat betrokken is bij de veiligheidsprocedure. Neem contact op met DALEMANS of zijn plaatselijke vertegenwoordiger voor meer informatie en ondersteuning. De plaats van de detectoren moet worden geregistreerd en beschikbaar worden gesteld voor het veiligheidspersoneel. Gelieve voor de plaatsing van de detector rekening te houden met de volgende opmerkingen: De detector moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhouds- en inspectiewerkzaamheden. Voorzie voldoende ruimte voor het gebruik van de hulpstukken die nodig zijn voor deze activiteiten. Er moet rekening worden gehouden met het risiconiveau en mogelijke gasbronnen. Houd rekening met mogelijke combinaties van gasbronnen en de gevolgen van de verspreiding ervan. De detector moet worden beschermd tegen risico s die verband houden met de werking van de installaties. De detector moet worden beschermd tegen trillingen en het risico op mechanische schokken. Plaats de detector nooit onmiddellijk boven of onder een waterbron. Voorzie bij plaatsing buiten een bescherming tegen de regen en/of zon. Installeer de detector niet in een luchtstroom. De gebruikstemperatuur van de detector moet steeds worden gerespecteerd (zie 'Specificaties'). Plaats de detector dicht bij het plafond voor de detectie van gas dat lichter is dan lucht. Plaats de detector dicht bij de grond voor de detectie van gas dat zwaarder is dan lucht. Als de relatieve dichtheid van het te detecteren gas die van lucht benadert (luchtdichtheid = 1), plaats dan een detector dicht bij het plafond en een andere dicht bij de grond. De dichtheid van gas stijgt naarmate de omgevingstemperatuur daalt. Voor een plaatsing van de detector in de hoogte, beveelt DALEMANS het gebruik van het accessoire 'Verzamelkap D LINE' (zie 'Vervangingsonderdelen en accessoires') aan. Voorbeelden van de plaatsen van detectors in functie van het te detecteren gas: Gas* Formule Dichtheid (lucht = 1) Positie Kraakgas - 0,47 Aardgas - 0,68 Hoog Methaan CH4 0,55 Butaan C4H10 2,05 Propaan C3H8 1,56 Laag * Onvolledige lijst www.dalemans.com 11

3.2. Montage De detector D TEX3F+ wordt vlak tegen een muur, een wand of een plafond bevestigd en dat volgens de afmetingen die worden vermeld in Figuur 3. Bevestig de detector met behulp van gepaste schroeven en bouten. Zorg ervoor dat stofafzetting de sensor niet belemmert en dat er geen water in de detector loopt. De D TEX3F+ kan horizontaal of verticaal worden gemonteerd. Bij een verticale montage kunnen de wartels van de behuizing naar boven of naar onder gericht zijn, maar het deksel moet steeds in de positie worden geplaatst zoals hieronder aangegeven. HOOG HOOG LAAG 24V GND OUT LAAG Figuur 4: verticale montage van de D TEX3F+ www.dalemans.com 12

3.3. Bekabeling De bekabeling moet beantwoorden aan de plaatselijke geldende normen en voorschriften. Bovendien moet die voldoen aan de elektrische vereisten van de detector D TEX3F+. DALEMANS beveelt het gebruik van een kabel met soepele geleiders in verschillende kleuren aan. De sectie van de geleiders moet tussen de 0,75 et 1,5 mm 2 zijn, afhankelijk van de afstand tussen de detector en de alarmcentrale. Raadpleeg de handleiding van de alarmcentrale voor meer informatie hierover. De buitendiameter van de kabel mag de hieronder vermelde afmetingen niet overschrijden. Figuur 5: bekabeling van de D TEX3F+ 3.4. Elektrische aansluiting Controleer steeds of de elektrische vereisten van de detector D TEX3F+ compatibel zijn met de kenmerken van de meetcentrale (zie 'Specificaties'). De aansluitingen met de detector D TEX3F+ gebeuren via het aansluitblok '24V GND OUT' dat zich op de kaart D BASE 3F+ in de behuizing bevindt. De geleiders moeten worden gestript en zodanig worden ingevoegd dat de isolatie zich op niet meer dan 1 mm van de metalen rand van het aansluitpunt bevindt. Om de detector D TEX3F+ aan te sluiten: Draai de vier schroeven van het deksel van de detector los en haal het deksel weg. Draai de sluitring van de wartel los. Voer de kabel in de wartel en sluit de ring om afdichting te garanderen. Sluit de drie geleiders aan op de aansluitblokken '24V GND OUT' volgens het schema hieronder. Plaats het deksel terug op de behuizing en draai de vier schroeven van het deksel vast. OUT GND 24V Figuur 6: aansluiting van de D TEX3F+ www.dalemans.com 13

4. ONDERHOUD Zorg er vooraleer over te gaan tot onderhoudswerkzaamheden voor dat de veiligheidsfunctie van de detector op de alarmcentrale wordt uitgeschakeld en dat de systeemsturing wordt beveiligd om iedere onbedoelde activatie of elk vals alarm te vermijden. Open de detector nooit wanneer er explosief gas aanwezig is. Reinig regelmatig de stofafzetting op de detector UITSLUITEND met behulp van een natte doek om het risico op elektrostatische ontladingen te beperken. Als de filter van de detectiekop is verontreinigd door solventen, gas of gasdampen, dan moet de detectiekop worden vervangen en moet de frequentie van de controles worden verdubbeld. De gasdetectors moeten minimaal eenmaal per jaar worden gekalibreerd om te vermijden dat de sensoren hun gevoeligheid verliezen. Deze kalibratie moet worden uitgevoerd volgens de procedure die DALEMANS of zijn plaatselijke vertegenwoordiger aanbiedt, en in elk geval door gekwalificeerd personeel dat hiervoor degelijk is opgeleid. 4.1. Katalytische sensor Om de vervanging te vergemakkelijken, wordt de sensor bij levering vooraf gemonteerd op de kaart D BASE 3F+. Draai de vier schroeven van het deksel van de detector los en haal het deksel weg. Maak de kabel van de wartel '24V GND OUT' volledig los. Haal de kaart D BASE 3F+ uit de behuizing van de detector. Plaats de nieuwe kaart in de behuizing en sluit de kabel opnieuw aan zoals aangegeven in Figuur 6. Sluit het deksel van de behuizing van de detector weer met behulp van de vier schroeven. Zet de detector opnieuw onder spanning en wacht 15 minuten totdat het signaal stabiliseert. Ijk de detector volgens de procedure van Dalemans of zijn plaatselijke vertegenwoordiger. Herstel de veiligheidsfunctie van de detector op de alarmcentrale. www.dalemans.com 14

4.2. Diagnose van storingen Probleem weergegeven op alarmcentrale Mogelijke oorzaken Niet-nulmeting Mogelijke aanwezigheid van gas. Niet-nulmeting bij afwezigheid van gas Te hoge of te lage meting Nulmeting bij aanwezigheid van gas Het signaal 'Storing' op de centrale is actief. Defect aan de ijking van de detector. Defecte bekabeling of aansluiting. Spanning van de detector (tussen de aansluitpunten '24V' en 'GND') buiten de grenzen. Geblokkeerde sensor of filter (stof). Verontreinigde sensor of filter. Vervang de sensor EN de filter. Gebrekkige bekabeling of aansluiting. De sensor is ontkoppeld of defect. Spanning van de detector (tussen de aansluitpunten '24V' en 'GND') buiten de grenzen. 4.3. Reserveonderdelen en accessoires Reserveonderdelen Referentie Kaart D BASE 3F+ met katalytische sensor CH4 100% LEL Kaart D BASE 3F+ met katalytische sensor C3H8 100% LEL Kaart D BASE 3F+ met katalytische sensor C4H10 100% LEL Deksel zonder vlak voor detector D Tex3F & D Can Accessoires BASDLINE031 BASDLINE032 BASDLINE033 BOI00000237 Referentie Kit voor gasinjectie vanop afstand D LINE Waterdichte beschermingskit IP65 D LINE Verzamelkap D LINE Waterdichte kit voor gasmeting vanop afstand D LINE ACCKIT00006 ACCKIT00007 ACCKIT00008 ACCKIT00009 www.dalemans.com 15

Alle informatie die in dit document is opgenomen, is niet bindend en kan worden gewijzigd. 5. SPECIFICATIES Om de veiligheid en de prestaties te garanderen, moet iedere installatie voor gasdetectie worden geijkt en regelmatig worden onderhouden volgens de voorschriften van de fabrikant. KENMERKEN Merk Ontwerp en constructie DALEMANS N.V. Principe en betrokken gas Meetprincipe Katalytisch Methaan (CH 4) Propaan (C 3H 8) Butaan (C 4H 10) 100% LEL 100% LEL 100% LEL Detectieprestaties Responstijd (T90) < 30 s Nauwkeurigheid ± 2 % gamma < 50 % LEL Voeding Hoofdvoeding 24V Vermogen 0,45 W ± 0,05 Elektrische stroom 18 ma ± 2 Behuizing Noodstroom Materiaal Afmetingen (H x L x B) Gewicht 12V Brandvertragend plastic (UL-94V0) en bestendig tegen UVstraling. 147 x 119 x 51 mm 285 g Beschermingsindex IP 65 Omkeerbaar Standaardmontage JA 4 schroeven Aansluiting Kabelingang 1 x M20 Vast te schroeven aansluitblok 3 x 0,75-2,5 mm² Uitgangen Type 1 x 3F+ Uitgangssignaal Analoge spanning driedraads Gebruiksvoorwaarden Temperatuur 0 C à + 50 C Vochtigheid 10 tot 90% RH (zonder condensatie) 90-110KPa Certificeringen Typegoedkeuring (ex) II 3G Ex na d IIC T2 Gc Tamp: 0 C tot + 50 C Gevaarlijke zones Zone 2 Normen EN 60079-0, EN 60079-1, EN 60079-15 Certificaat celblok Markering FTZU 15 ATEX 00032 U EG, BGS www.dalemans.com 16

Notities www.dalemans.com 17

THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION