GEBRUIKSAANWIJZING 1/8 Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke instructies en adviezen voor veilig gebruik. Om het product goed te laten functioneren en voor uw eigen veiligheid is het belangrijk dat u de volgende voorschriften zorgvuldig doorleest, voordat u het luchtgordijn in gebruik neemt. Volgt u de voorschriften a.u.b. nauwgezet op. Omgevingscondities Controle Montagevoorschriften Dit compacte luchtgordijn is bedoeld voor het thermisch afschermen van deuren en andere openingen (tot maximaal 4 meter hoog) en voor het verwarmen van het interieur. De naar binnen gezogen lucht dient vrij te zijn van stof, vuil, vet, chemische dampen and andere verontreinigende stoffen. Het luchtgordijn heeft een IP 20 bekabeling en kan worden gebruikt in een besloten ruimte met een omgevingstemperatuur van 0 C tot + 40 C. Het luchtgordijn kan alleen in horizontale positie worden geïnstalleerd. Maximumwatertemperatuur: + 100 C en maximumdruk: 1,6 Mpa (voor luchtgordijnen met waterwisselaars). Controleer na het uitpakken van uw luchtgordijn of: 1. De labels overeenkomen met het typeplaatje op het luchtgordijn. 2. Het luchtgordijn geen mechanische mankementen vertoond. 3. De water- of elektrische wisselaar goed is bevestigd (dit hoeft niet voor een gordijn met koude lucht). 4. Alle bestelde onderdelen en regelaars aanwezig zijn. Bij het luchtgordijn worden standaard twee bevestigingsbeugels geleverd, die in het bovenste gedeelte van de behuizing kunnen worden geschroefd. Indien u het luchtgordijn wilt installeren met behulp van stangen met schroefdraad, dient u deze apart te bestellen. Voor een juiste werking van het luchtgordijn dient u de volgende voorschriften in acht te nemen: De minimumafmetingen (zie afbeelding) moeten worden aangehouden. Vóór het aanzuigrooster moet tenminste 200 mm vrije ruimte zijn om een goede werking van het luchtgordijn te garanderen. Het uitlaatkanaal van het luchtgordijn dient zo dicht mogelijk in de buurt van de af te schermen deur of opening te worden geplaatst. Het luchtgordijn moet de afgeschermde opening aan de zijkanten met ten minste 5 cm overlappen. Indien u het luchtgordijn boven een deur monteert, dient u het zo dicht mogelijk tegen de bovenrand van de deur te plaatsen. Let erop dat het aanzuig- en uitlaatrooster niet door een obstakel wordt afgeschermd en dat de lucht zich vrijelijk over het gehele gebied kan verspreiden (zie afbeelding). Bevestiging De Economic B kan niet alleen als een luchtgordijn worden gebruikt, maar ook dienst doen als verwarmingselement. Voor dat doel kan het gordijn boven een deur of etalageruit of aan de muur worden bevestigd. Als u het luchtgordijn boven een deur monteert, dient u zich te houden aan de voorschriften in deze gebruiksaanwijzing. Als u het luchtgordijn als verwarmingselement wilt gebruiken, dient u zich te houden aan de basisvoorschriften voor verwarmingselementen. Voor het berekenen van het aantal benodigde verwarmingsbronnen, dient u de luchtgordijnen mee te tellen als elementen die onderdeel uitmaken van het totale verwarmingssysteem van het gebouw. Het luchtgordijn kan standaard op twee manieren worden gemonteerd. 1. Aan de muur bevestigen met 2. Ophangen aan stangen bevestigingsbeugels. met schroefdraad. Omschrijving: Het luchtgordijn kan standaard boven een deur worden opgehangen met behulp van beugels, indien daar genoeg ruimte voor is. Als het luchtgordijn wordt gebruikt als verwarmingselement, dient het aan de muur te worden opgehangen (volgens de voorschriften voor verwarmingselementen). Beugels kunnen worden gebruikt als: a. Er boven de beugels ten minste 15 cm ruimte is en de gebruiker het niet erg vindt dat de beugels zichtbaar zijn. b. Er boven het luchtgordijn ten minste 5 cm ruimte is. In dit geval zijn de beugels niet zichtbaar.
GEBRUIKSAANWIJZING 2/8 Indien zich boven de deur een ventilatieraampje bevindt of een ander object, waardoor het niet mogelijk is het luchtgordijn op te hangen met behulp van de beugels, dan kunt u gebruik maken van stangen met schroefdraad om het luchtgordijn direct via keilbouten aan het plafond te hangen (zie onderstaande toelichting). 1. Aan de muur bevestigen met beugels (a of b). Leg de volgende onderdelen van tevoren klaar: 1. 4x 6 mm keilbouten (niet bijgeleverd) 2. 4x 6 mm schroeven (niet bijgeleverd) Schroef de beugels los en bereken aan de hand van het berekeningsschema waar de gaten voor de beugels aan de muur komen te zitten (zie afmetingen ). Vergeet niet dat u moet kiezen of het luchtgordijn wordt geïnstalleerd volgens methode 1a of methode 1b en dat u de hoogte van de gaten daarop moet afstemmen. Boor gaten van 6 mm, plaats de keilbouten en schroef de beugels vast (1a of 1b). Draai de schroeven aan in de gaten in het luchtgordijn (gedeeltelijk), waarin de beugels zijn geschroefd en hang het luchtgordijn aan deze schroeven. Draai de schroeven stevig vast, zodat het luchtgordijn niet per ongeluk kan vallen. 2. Gordijn ophangen aan stangen met schroefdraad. 1. 4x 6 mm muurankers 2. 4x 6 mm stangen met schroefdraad 3. 8x M6 moeren 4. 6 mm moersleutel Voordat u begint met bevestiging aan het plafond, dient u zich ervan te vergewissen dat de plafondconstructie stevig genoeg is om het gewicht van het luchtgordijn te dragen. De lengte van de stangen met schroefdraad wordt op de volgende manier bepaald: lengte nodig om de stang in het anker te schroeven + de gemeten afstand tussen het plafond en het luchtgordijn (volgens de installatievoorschriften) + 10 mm (te allen tijde). Bijvoorbeeld: 30 mm voor het in het anker schroeven + 400 mm afstand tussen plafond en luchtgordijn + 10 mm = 440 mm. Maak alle stangen op deze lengte. Draai 2 M6 moeren op elke stang (zie afbeelding). Draai ze tegelijk vast. Bepaal de plaats van de vier gaten in het plafond, conform de positie van de gaten in het luchtgordijn. Markeer deze plaatsen en boor er gaten in van 6 mm. Bevestig de klaargelegde ankers. Schroef de stangen 40 mm diep in de ankers, zodat 10 mm uitsteekt om in het luchtgordijn te schroeven. Positioneer het luchtgordijn aan de uiteinden en schroef het geleidelijk vast (10 mm) met moersleutel en moeren. Zorg dat de stangen niet in contact komen met interne onderdelen. Draai de moeren op de stangen iets los en schroef ze vervolgens vast tegen het plafond. De installatie is nu voltooid. Het richten van de lamellen Het luchtgordijn biedt standaard de mogelijkheid de richting van de luchtstroom te bepalen door de lamellen te richten. Dit doet u door de lamellen te kantelen (zie afbeelding). Waterwisselaar De waterwisselaar moet worden aansluiten aangesloten door ervaren monteur die een lektest kan uitvoeren! Procedure: 1. Zorg dat het luchtgordijn niet is aangesloten op de netvoeding. 2. Verwijder het aanzuigrooster van het luchtgordijn. 3. Verwijder de linkerzijpanelen (tegenover het controlepaneel). 4. Prepareer 2x buigzame slangen, bevestig deze waterdicht aan de waterwisselaar. Steek het andere uiteinde van de slangen door het gat van de behuizing, schroef deze vast en zet de zijpanelen weer op hun plaats. 5. Voer een lektest uit en ontlucht de waterwisselaar (de fabrikant is niet aansprakelijk voor de waterdichtheid van de waterwisselaar). 6. Zet het aanzuigrooster weer op zijn plaats.
GEBRUIKSAANWIJZING 3/8 Elektrische installatie Oververhitting Regelingen Gebruik voor aansluiting van het luchtgordijn op de netvoeding de bijgeleverde kabel (2,5 meter), die al op het apparaat is aangesloten. De elektrische installatie van het luchtgordijn dient te geschieden op basis van een professioneel ontwerp van een erkend elektrisch installatiebedrijf. De installatie moet worden uitgevoerd door een ervaren elektrotechnicus. Installatie dient voorts te geschieden conform de geldende landelijke voorschriften en richtlijnen. Aansluiting van het luchtgordijn, alsook de andere onderdelen, zoals het controlepaneel, dient te geschieden aan de hand van het elektrische installatieschema. De diverse schema s zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing. Markeringen, aanduidingen en connectors komen overeen met de bijgeleverde schema s. Technische gegevens over het luchtgordijn staan vermeld op het fabricageplaatje. In het hoofdstuk Regeling wordt de regeling van de uitgaande luchtstroom en de bediening van het luchtgordijn beschreven. Als het gaat om een luchtgordijn met een extern (SM) regel- en bedieningspaneel, is het luchtgordijn voorzien van een aansluitkabel (2,5 meter) die al op het luchtgordijn is aangesloten. U hoeft de regelaar dan alleen nog aan te sluiten volgens het hier besproken elektrische installatieschema. Bij oververhitting van het luchtgordijn wordt de stroom op de elektriciteitswisselaar door de veiligheidsthermostaat afgesloten. Haal de voedingskabel van het luchtgordijn uit het stopcontact en laat het apparaat afkoelen. Ga na wat de oorzaak is van de oververhitting (oorzaken kunnen zijn: aanzuig- of uitlaatrooster geblokkeerd, te hoge temperatuur van inkomende lucht, stofophoping rond de elektrische staafelementen, etc.). Draai de schroeven van de voorplaat los en verwijder de plaat. Druk op reset (zie afbeelding) en zet de afdekplaat terug. Als het apparaat weer op de netvoeding is aangesloten, moet de verwarmingsfunctie van het luchtgordijn weer werken. Het luchtgordijn heeft twee soorten regelaars: 1. Interne regeling 2. Externe regeling met bedieningspaneel. 1. Interne regeling. Luchtgordijnen die zijn uitgerust met waterverwarmers hebben aan de voorkant een bedieningsschakelaar met drie standen voor het regelen van de luchtaanvoer en het controleren van de ventilator. Versies met een elektrische verwarmer hebben een extra indicator, die aangeeft of de elektrische verwarmer aanstaat, en een thermostaat voor het regelen van de temperatuur van de uitgaande luchtstroom. 2. Externe regeling. Luchtgordijnen die zijn uitgerust met waterverwarmers, hebben aan de voorkant één indicator die aangeeft of de ventilator werkt, en worden bediend via het bedieningspaneel. Daarop zit een bedieningsschakelaar met drie standen voor het regelen van de uitgaande luchtstroom. Versies met een elektrische verwarmer hebben aan de voorkant een extra indicator die aangeeft of de verwarmer aanstaat en de aangesloten controller regelt ook hier de luchtstroom in drie standen en heeft 1 of 2 schakelstanden voor de elektrische verwarmer (versie E=aan/uit, versie F=verwarmer met 2 standen). Alle elektrische versies zijn standaard uitgerust met een koelfunctie. Dit betekent dat het luchtgordijn nog enige tijd lucht blijft aanblazen, zodat de verwarmingselementen na uitschakeling veilig kunnen afkoelen, als de verwarming aanstond vóór de unit werd uitgeschakeld! Onderhoud Service Garantie Het gebruik van het Economic B luchtgordijn vergt geen specifiek onderhoud. Afhankelijk van de gebruikscondities, raden wij u aan elk half jaar het aanzuigrooster met een doekje schoon te vegen of vuil en stof met een stofzuiger te verwijderen. Service binnen en buiten de garantieperiode wordt uitgevoerd door de leverancier of een van de erkende servicebedrijven, waarvan de leverancier een lijst kan verschaffen. Bij het aanvragen van een servicebeurt dient u een beschrijving van de storing te geven en de gegevens op het fabricageplaatje te vermelden. Op alle luchtgordijnen in de Economy B serie is een standaardgarantieperiode van één jaar van toepassing.
GEBRUIKSAANWIJZING 4/8 Probleemoplossing Zorg, voordat u reparatiewerkzaamheden gaat uitvoeren, van welke aard dan ook, dat het luchtgordijn is losgekoppeld van de netvoeding! 1. Het luchtgordijn werkt niet: Controleer of het apparaat goed is aangesloten volgens het voorgeschreven elektriciteitsschema. Verwijder de voorplaat door de schroeven los te draaien en controleer of de zekeringen intact zijn (zie afbeelding). 2. De ventilator van het luchtgordijn werkt niet meer. Dit kan zijn veroorzaakt door oververhitting van de motor, die een intern beschermingssysteem heeft met automatische reset. Laat het luchtgordijn afkoelen. Na een tijdje dient de motor weer te starten. Als dat het geval is, moet de oorzaak worden achterhaald om herhaling van deze storing te voorkomen (mogelijke oorzaken van oververhitting: aanzuig- of uitlaatrooster geblokkeerd, te hoge temperatuur van instromende lucht, stofophoping rond elektrische staafelementen, etc.). 3. Het luchtgordijn geeft geen warmte: Dit kan worden veroorzaakt door oververhitting van de elektrische elementen. Lees het hoofdstuk over Oververhitting. Als bovengenoemde remedies het probleem niet verhelpen, vraag dan uw dichtstbijzijnde dealer om advies. Afmetingen Type tabel
GEBRUIKSAANWIJZING 5/8 Codes VCZ-02 B 100 E SM Bediening SM - Afstandbediening Verwarmer S Geen verwarmer E- Elektrisch F Elektrisch verhoogde uitvoer V Water Breedte (cm) 100 150 200 Serie B Luchtgordijn VCZ-02 Elektrische schema s
GEBRUIKSAANWIJZING 6/8 Elektrische schema s
GEBRUIKSAANWIJZING 7/8 Elektrische schema s