2 oktober 2012. Windvisie Westpoort. Inzetten op nieuwe energie

Vergelijkbare documenten
Landschappelijke inpassing windlocatie Westpoortweg + visualisaties

Ruimtelijke onderbouwing grootschalige en 20 m hoge kleinschalige reclamemasten in Sloterdijk III.

Bijlage HEO 30 september 2011

Kenmerken en kwaliteiten landschap

Hoogbouw Effect Rapportage Oostenburg Amsterdam. 9 maart 2015

concept, 14 maart 2012 De windvisie ontwerp Ruimte voor windmolens in Amsterdam

Spiekbriefje Frisse Wind

Stedenbouwkundig advies reclamemast Facilitypoint Gemeente Hardinxveld-Giessendam

Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland

Ruimtelijke Visie Windenergie E40-zone. 13 december 2011

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

Geluid. De norm: 47 db L den

Heerhugowaard Stad van kansen

Postbus AN Hengelo. S11091 V WNW Hoek van Holland

1 - Drentse Mondenweg 2 - Nieuw Buinen Zuid 3 - Nieuw Buinen Noord. 7 - Gieterveen zuid 8 - N Annerveensekanaal

Analyse ruimtelijke mogelijkheden

Grens, ritme. Concept: Lijnen

Naar een koers duurzaam Middag Humsterland Ruimtelijk scenario onderzoek duurzame energie opwekking. tbv informerende raadspresentatie 14 juni 2017

Hoogbouw Effect Rapportage Sloterdijk I : Locatie Media-College

BEELDKWALITEITPLAN Heerenveen - Skoatterwâld Speciaal onderwijs: Duisterhoutschool + It Oerset. Concept

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

SAMENVATTING. De gemeente Deventer heeft Pondera Consult gevraagd de verkennende studie uit te voeren. Deze ligt nu voor.

Teylerspark. Stedenbouwkundig plan voor 20 woningen

GEMEENTE HARENKARSPEL afdeling Ruimte CONCEPT november maart 2012

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek

Visualisatie Windmolens Kloosterlanden

Projectnummer: B Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: :0.7. Kopieën aan:

Beperken hinder door goede landschappelijke inpassing

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014

Beleidskader windenergie

Proces locatiekeuze Asielzoekerscentrum gemeente Meppel


Terugkoppeling resultaat inloopbijeenkomst 27 juni 2017 optimalisatie opstellingsvarianten windmolenpark

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind

Aan Dorpsbelangen Zoutkamp, Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014

HOGER BOUWEN IN PURMEREND (1 e aanzet)

Mogelijkheden windenergie langs A67 Gemeente Peel en Maas jan Windpark Groote Molenbeek

Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen

Windturbines Lingewaard

Windpark Nieuwegein. Slagschaduwstudie

Windenergie. Verdiepende opdracht

VAN GRINSVEN ADVIES. It Dok GL Heerenveen. WNW-Landtong.TV1.doc. Fotovisualisatie van windpark Landtong te Arnhem.

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep oktober 2017

Deel 1 voor mensen die niet aanwezig waren op 14 mei

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Foto visualisatie Windpark Weg van de Toekomst te Oss RAEDTHUYS WINDENERGIE B.V.

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom

TECHNISCHE HAALBAARHEID WINDENERGIE Een eerste verkenning van windenergie in de Ondernemingspolder

Provincie Flevoland. Postbus AB Lelystad. Ons kenmerk : / 8301 Uw kenmerk : -

Voor- of tegenwind? Drenthe Molenvrij?

CONCEPT. Randvoorwaardennotitie Uitermeerlocatie, Lisse

Welstandsparagraaf 17 Deventerpoort CONCEPT

ZaanIJ Unieke locaties aan de oevers van de Zaan

Juridische en ruimtelijke aspecten

Concept: Clusters 2x

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim

Damstaete. tedenbouy^kundig plan voor 20 woningen. i mui i G Raac. nieuwl koop ļt\y

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied

Ontwerp wijziging PRVS

december 2016 AANVULLING MER WINDPARK HARINGVLIET GO. Nuon Wind Development en Eneco Wind. Definitief

windenergie worden steeds belangrijker Beyza

Uitwerking van oplossingen m.b.t. herinrichting

Bijzondere plekken: Jan van Houtkade / Korevaarstraat

september 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult

Martijn ten Klooster, Pondera Consult. Quickscan locaties windenergie gemeente Zwolle

Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk

1 Inleiding. Notitie / Memo

Tijdelijke duurzame energie

Nieuwsbrief over Windplan Groen

1 - Zicht vanuit Schoonebeek

Park Vliegbasis Soesterberg

Windenergie Lage Weide.

Daarom zal ik mij beperken tot de grote denkfout: de Kleefse Waard. Koningspleij-Noord

VERSLAG HaskoningDHV Nederland B.V. : Ontwerpatelier Windenergielocaties Regio FoodValley Datum vergadering : 29 mei 2013

Wind. De kracht van Nederland. Platform Duurzaam Fryslân

Alles in de wind. Over windenergie. Hoe werkt een windturbine? Tandwielkast vroeger en nu. Direct Drive

Gemeente Reusel-De Mierden. Stand van zaken Klimaatvisie

RUIMTELIJKE ANALYSE. Historische route

Ruimtelijke onderbouwing windturbinepark Uitbreiding Havenwind

mer windenergie Leeswijzer

SCHETSONTWERP NIEUWE UITLEG BAKEL

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept

Uitwerking verkeersonderzoek Olst. Informatieavond. 16 mei 2018

VERSLAG VAN EESTERENGESPREK #16 TUINEN VAN WEST BRENGT STAD EN LAND DICHTER BIJ ELKAAR

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Twee zwermopstellingen van windturbines in Duitsland

Bijlage 1: Ambitie en kader

STRUCTUURVISIE ZON Beleidskader ten behoeve van het opwekken van grondgebonden zonne-energie in het landelijk gebied

Windenergie Drenthe 27

Informatieavond SPVE Westrand Sportcluster 26 september 2011

Concept voorontwerp Jaarbeursplein. 27 maart 2013

4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE

Het Plaatje Sliedrecht

Voor de wind. Advies bij het Startdocument planmer partiёle herziening VRM windenergie. provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit in zuid-holland

Aan de gemeenteraad van de gemeente Kollumerland c.a., Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014

1. Aanleiding NOTITIE VARIANTEN FIETSPAD BERKELSEDIJKJE

Nieuwbouw Schaapskooi, Zuilichem

Bijlage L bij het TB Achtergronddossier geluid Nadere onderbouwing keuzes Viaductweg

Transcriptie:

2 oktober 2012 Windvisie Westpoort Inzetten op nieuwe energie

Windvisie Westpoort Inzetten op nieuwe energie 2 oktober 2012 vastgesteld door het college van B&W COLOFON Carla Jong Eric Steijger Olga van de Ven Marijke Mooy Ellen Monchen Ross Ruiter Han Vermeij Tanja Priems Charlotte Buys Kitty van der Linden Gert-Jan Bakker opdrachtgever Haven Amsterdam stadsdeel Nieuw West OGA foto s omslag DRO

Inhoud Inleiding 05 1. Evaluatie 07 I. Bestaande situatie II. Structuurvisie Windmolens Westpoort 2002 2. Windvisie Amsterdam 17 3. De windmolen 21 4. Nieuwe zoeklocaties in Westpoort 23 5. Spelregels voor het inpassen van nieuwe windmolens 37 6. Vervolg 38 7. Bijlage 39 3

Bestaande windturbines Westpoort Noordzeekanaal BP Westpoortweg Australiëhavenweg Haven Nieuwe Hemweg Zijkanaal F Spoor OGA SD Nieuw West A10 0m 200m 400m 600m 800m 1000m 125 meter 90 meter Huidige windturbines in Westpoort 4

0. Inleiding Inleiding Haven Amsterdam heeft de ambitie om het vermogen aan windenergie uit te breiden. In 2003 is een Structuurvisie Windmolens Westpoort opgesteld met de strategie om te komen tot een totaalvermogen van 45 MW. Die beoogde groei is ruimschoots gehaald. Een actualisatie van de ruimtelijke visie moet nieuwe mogelijkheden opleveren voor uitbreiding van de capaciteit windenergie in Westpoort. Het beoogde vermogen van 100MW is een streven maar geen doel op zich. In de structuurvisie 2040 Amsterdam Economisch Sterk en Duurzaam is de Amsterdamse haven aangewezen als locatie voor de realisatie van grote windmolens. In de Windvisie, ruimte voor windmolens in Amsterdam, is dit nader uitgewerkt. De windvisie Westpoort is in overeenstemming met de Amsterdamse windvisie. Leeswijzer Hoofdstuk één wordt de huidige situatie geëvalueerd en de voorgaande structuurvisie Windmolens Westpoort uit 2002. Aan de hand van foto s op verschillende afstanden in en buiten het gebied wordt de beleving van de bestaande windturbines beschreven en beoordeeld. In hoofdstuk twee worden de belangrijkste punten uit de windvisie Amsterdam toegelicht. Hoofdstuk drie geeft een beschrijving van de nieuwe windturbines en in hoofdstuk vier worden nieuwe zoeklocaties met de ordeningsprincipes en het ruimtelijk verhaal beschreven. Hoofdstuk vijf geeft de spelregels voor het plaatsen van nieuwe turbines. Ten slotte wordt in hoofdstuk zes het vervolg besproken. Opdracht In opdracht van haven Amsterdam wordt het huidige ruimtelijk kader voor windmolens vernieuwd. Het plangebied is in overleg met het stadsdeel Nieuw- West uitgebreid met de Brettenzone, omdat dit in de windvisie Amsterdam als één ontwikkelgebied staat aangegeven, zie kaart voorstel ontwikkelgebieden windcoalitie in de bijlage. Op grond van ruimtelijke overwegingen worden zones voor windmolens aangegeven die met elkaar een fraai en leesbaar windmolenlandschap opleveren. De haven- en de recreatiefunctie in de Brettenzone worden hierbij zo min mogelijk belemmerd en bestaande molens vormen het uitgangspunt. Nieuwe molens staan bij voorkeur in de openbare ruimte maar particulier terrein wordt niet uitgesloten. Om de windmolens goed in hun context te kunnen beoordelen zijn initiatieven van de overkant van het Noordzeekanaal meegenomen. Aan de hand van de windvisie Westpoort zal in het vervolgtraject de exacte plaatsing en aantallen worden onderzocht. Daarna kunnen juridische planologische procedures starten als de MER en aanpassing van het bestemmingsplan. Molens die op daken kunnen worden geplaatst maken geen onderdeel uit van deze windvisie. Productielandschap: nieuwe en oude energie 5

Afbeelding 1.1 : Standpunt N235 bij Het Schouw Afbeelding 1.2: Standpunt lintbebouwing Westzaan Afbeelding 1.3: Standpunt Overtoom Afbeelding 1.4: Standpunt Distelweg 6

1. Evaluatie 1.1 Bestaande situatie In Westpoort staan vijf lijnopstellingen en 1 solitaire molen. De lijnen staan zoveel mogelijk in de openbare ruimte en zijn gekoppeld aan infrastructuur; wegen spoorwegen of havenbekkens. In totaal zijn er 37 windturbines, 20 daarvan zijn geplaatst in de periode 1998-2002. Ze zijn van de fabrikant Vestas, leveren elk 660KW en hebben een tiphoogte van 90 meter. In de periode na 2002 zijn 17 moderne windturbines van dezelfde fabrikant bijgeplaatst. Het rendement van deze turbines is veel groter: 3 MW. Ze zijn iets groter, een tiphoogte van 125 meter en hebben een levensduur van ongeveer 20 jaar. In het gebied staat een totaal opgesteld vermogen van 64,2 MW. Dit betekent echter niet dat dit ook jaarlijks wordt geproduceerd. De productie is afhankelijk van de hoeveelheid wind. Beleving vanuit de omgeving Vanuit de omgeving en op grotere afstand zijn de molens in Westpoort meestal niet te zien omdat groen of bebouwing het zicht belemmeren. In Noord bij Ilpendam of Landsmeer is alleen bij helder weer de Hemcentrale zichtbaar, achter de hoogspanningsmasten en de bomenrand om Noord (afbeelding 1.1). Ook dichterbij op 4 kilometer afstand, vanuit het lintdorp Westzaan en vanaf de N246 bij Westzaan, zijn de molens niet te zien. Alleen de molens van Nauerna, aan de noordzijde van het Noordzeekanaal, zijn bij helder weer te zien (afbeelding 1.2). Dichterbij op de Overtoom (afbeelding 1.3) domineren de kranen boven bij de Ceres Paragon Terminal. Pas vanaf Amsterdam Noord (Distelweg) zijn de molens goed te zien. Ze lijken niet gerangschikt en maken zo juist onderdeel uit van het dynamische havenlandschap. (afbeelding 1.4). Vanaf de pont bij centraal station is alleen een molen van stadsdeel Noord te zien. Aan de oostkant vanaf de A10 ter hoogte van de S101 is de lijnopstelling langs de Hemweg duidelijk herkenbaar omdat de A10 verhoogd ligt. Vanaf dit punt is te zien dat de lijn een lichte kromming heeft, je ziet echter niet dat dit komt door de kromming in de Nieuwe Hemweg. Hierdoor lijkt het alsof de molen los van de lijn staat. Daarnaast is ook één andere molen van een lijnopstelling in het zicht. De twee molens lijken vanaf dit punt solitaire molens te zijn (afbeelding 1.9). Als je Westpoort binnenrijdt vanaf de Seineweg markeert één molen het begin van de haven, de rest van de lijn langs het spoor is niet te zien. De molen lijkt solitair te staan (afbeelding 1.10). Vanuit de zuidkant, vanaf de ringvaart bij Zwanenburg en de Haarlemmerweg wordt het zicht op de haven en de windmolens ontnomen door de bomen in Brettenzone, Spaarnwoude en bebouwing. Voor een overzicht van alle standpunten zie tekening standpunten in de bijlage. Aan de westkant, vanaf de A9 en de N246, zijn de molens wel van grotere afstand zichtbaar en markeren ze de rand van de haven met een lijn (afbeelding 1.5 en 1.6). Vanaf de A9 zijn zelfs de molens langs de kade van BP te zien. Nog dichterbij vanaf de Noordzeekanaalweg en de pont bij Nauerna zijn de molens goed zichtbaar en markeren zij de entree van de haven (afbeelding 1.7 en 1.8). Dat er sprake is van een kromme lijn, valt vanaf hier nauwelijks op. 7

Afbeelding 1.5: Standpunt N246 Afbeelding 1.6: Standpunt A9 Afbeelding 1.9: Standpunt A10 Afbeelding 1.10: Standpunt Seineweg 8

Afbeelding 1.7: Panorama vanaf de N202 Afbeelding 1.8: Panorama vanaf de pont 9

Afbeelding 1.11: Standpunt Wespoortweg met zicht op lijnopstelling langs het spoor Afbeelding 1.12: Standpunt Stromboliweg, solotaire molen langs Noordezeekanaal en molen langs kade BP Afbeelding 1.13: Standpunt Australiëhavenweg ten zuiden van de Westpoortweg Afbeelding 1.14: Standpunt Westpoortweg 10

Beleving vanuit het gebied Lijnopstellingen zijn te herkennen als men langs de lijn beweegt, zoals bij de Nieuwe Hemweg en de Westpoortweg. Alleen dan dragen ze bij aan de oriëntatie. Wanneer je een lijn kruist is het niet duidelijk hoe de molens staan gerangschikt. Bijvoorbeeld bij de Westpoortweg, wanneer je de lijnopstelling van het spoor kruist. Vanaf dit punt lijkt het alsof de molens ad random staan, zie afbeelding 1.11. Buiten de lijnen zijn soms delen van een lijn herkenbaar maar is het niet duidelijk hoe de molens zijn gerangschikt, zoals bij de Australiëhavenweg, afbeelding 1.13. Er zijn bijna nooit twee lijnopstellingen tegelijk in het zicht. De windmolens zijn dus meestal als afzonderlijke lijnen te ervaren. Vaak is maar een deel van een lijn te zien, omdat de lijn een kromming heeft of omdat er bomen of objecten voor staan. De hoogte van de molens wordt nergens als storend ervaren omdat er veel objecten in de nabijheid zijn die de hoogte van de molens relativeren, dit kunnen kranen, bomen, schoorstenen of gebouwen zijn maar ook lichtmasten. De hoogte is moeilijk in te schatten ook omdat de haven ruim is opgezet met brede wegprofielen, zie afbeeding 1.14. Hieronder wordt de beleving van de windmolens per lijnopstelling beschreven. Afbeelding 1.15: Standpunt Hornweg Westpoortweg De Westpoortweg heeft een breed profiel van 85 meter met een brede middenberm, 2 keer 2 rijbanen en een dubbele bomenrij. De molens staan op de 2 e linie achter de bomen ongeveer 50 meter uit de as van de weg. Ondanks de overslag over de weg passen de molens goed in het profiel (afbeelding 1.14). De lijn is ook herkenbaar als lijn doordat meer molens tegelijkertijd zichtbaar zijn. Dat de molens niet allemaal op dezelfde afstand van elkaar staan valt nauwelijks op en is zeker niet storend. Dit geldt ook voor de lichte kromming in de lijn. De molens volgen het profiel van de weg en dat geeft een krachtig beeld. Afbeelding 1.16: Standpunt Australiëhavenweg Australiëhavenweg De lijn heeft een gebogen vorm en volgt gedeeltelijk een spoorlijn en gedeeltelijk de Australiëhavenweg. De lijn bestaat uit twee typen windmolens. De gebogen vorm is in principe helder, maar niet altijd waarneembaar. Vanaf de Hornweg (afbeelding 1.15) lijkt het alsof er 2 lijnen zijn. De eerste molen volgt de weg aan de rechterzijde en in de verste staan 4 molens aan de linkerzijde. De kruising van de spoorlijn met de verhoogde Westrandweg en daarachter de windmolens levert een heel dynamisch beeld op, afbeelding1.16. 11

Afbeelding 1.17: Standpunt Australiëhavenweg Afbeelding 1.18: Standpunt Hemkade Afbeelding 1.19: Standpunt Nieuwe Hemweg Afbeelding 1.20: Standpunt Nieuwe Hemweg 12

Vanaf de Australiëhavenweg (afbeelding 1.13) zijn vier molens in het zicht die een rechte lijn vormen. Dit geeft een helder beeld ondanks dat het niet duidelijk is langs welke route de molens staan. De weg volgend (afbeelding 1.17) leveren de molens een fraai beeld op mede omdat de molens hier langs de weg staan. Wanneer de lijn de Westpoortweg kruist (afbeelding 1.11) is het onduidellijk hoe de molens staan gerangschikt. Vanaf de noordelijke oever van het Noorzeekanaal is de hele lijn te zien en valt het nauwlijks op dat de lijn uit twee typen bestaat (afbeelding 1.18). Afbeelding 1.21: Standpunt Wethouder van Essenweg, molens langs Zijkanaal F en BP. Nieuwe Hemweg De Nieuwe Hemweg heeft een smal profiel van 38 meter met twee rijbanen, een dubbele bomenrij aan de zuidzijde en een enkele bomenrij aan de noordzijde. De molens staan ongeveer 40 meter uit de as van de weg. Door het smalle profiel en de hoge bomen is vaak één molen tegelijk in het zicht is (afbeelding 1.19). De weg en de molens maken een lichte buiging. Dit is niet storend omdat de molens de lijn volgen en er nooit meer dan 1 molen tegelijk in het zicht is. Doordat de bomen rondom de A10 ontbreken is er meer openheid en zijn meerdere molens tegelijkertijd zichtbaar. De eerste turbine staat niet precies in de rij (afbeelding 1.20). Dit is hinderlijk omdat de rest van de lijn wel recht is. Amerikahaven, Zijkanaal F en kade langs de BP Deze molens zijn lastig als lijn herkenbaar omdat ze langs een kanaal staan dat niet openbaar toegankelijk is. Vanaf de Essenweg zijn 3 molens in het zicht en lijken ze over te gaan in de lijn bij de kade van de opslagtanks van BP (afbeelding 1.21). Solitaire molen Langs het Noordzeekanaal staat één solitaire molen. De solitaire molen lijkt op sommige gezichtspunten soms bij de overkant te horen of bij de lijn van de kade langs BP, afbeelding 1.12 en 1.22. Aan het eind van de Australiëhavenweg lijkt de solitaire molen langs het Noordzeekanaal mee te doen met de lijn langs de Australiëhavenweg, afbeelding 1.17. Een solitaire molen voegt zich dus makkelijk bij een ander molen of lijnopstelling. Afbeelding 1.22: Zicht vanaf Stromboliweg, solitaire molen langs Noordzeekanaal. 13

Westpoortweg bij bocht Vopack 14

1.2 Structuurvisie Windmolens Westpoort 2002 In 2002 is in opdracht van het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam de Structuurvisie Windmolens Westpoort opgesteld. Aanleiding hiervoor was dat de gemeente Amsterdam Westpoort heeft aangewezen voor verdere ontwikkeling van windenergie. Deze structuurvisie was een ruimtelijk toetsingskader waarmee ook particuliere initiatieven kunnen worden beoordeeld. Hieronder staat een samenvatting van de belangrijkste punten. De structuurvisie ziet in het bestaande havenlandschap alleen de mogelijkheid om verder te gaan met lijnopstellingen. Windturbines at random plaatsen gaat ten koste van de leesbaarheid van het havenlandschap. Het is van belang dat er in Westpoort zo min mogelijk verschillende typen lijnen en turbines worden geplaatst. De lijnopstellingen dienen altijd uit minimaal drie windturbines te bestaan. Daarnaast zijn lijnopstellingen tot nu toe gekoppeld aan grootschalige infrastructuur. Zoals de structuurvisie zelf ook aangeeft leidt dit niet zonder meer tot leesbaarheid. De relatie met infrastructuur is op grotere afstand niet zichtbaar. Verder moeten de lijnopstellingen haaks op het Noordzeekanaal staan. De lijnen dienen als afzondelijk cluster te worden waargenomen, daarom is er een onderlinge afstand van ongeveer 2 kilometer wenselijk. De visie sluit niet uit dat de turbines een kleur zullen krijgen zoals bij Almere- Pampus, aanvullend onderzoek is hier echter voor nodig. Terughoudendheid is het het advies als het gaat om reclame-uitingen en beeldmerken op de turbines, dit gaat ten koste van de samenhang van de turbines. De belangrijkste aanbevelingen waren: Lijnopstellingen langs Zijkanaal F, Nieuwe Hemweg en Hemtunnelspoorlijn vullen en waar mogelijk verlengen. Zo min mogelijk nieuwe lijnen toevoegen, voorkeur alleen lange lijnen op geruime afstand en haaks op het Noordzeekanaal. Nieuwe lijn in het gebied van de Afrikahaven toevoegen, voorkeur voor de Machineweg. BP gelegenheid bieden voor het plaatsen van 4 of 5 windturbines. Mogelijkheden solitaire locaties langs het Noordzeekanaal onderzoeken. Geen initiatieven toestaan die buiten bovenstaande mogelijkheden vallen. Evaluatie De zes aanbevelingen zijn allen uitgevoerd. Bij BP staan drie in plaats van vier molens en er is slechts één solitaire molen. Voor uitbreiding van de huidige capaciteit is het noodzakelijk om deze visie op een aantal punten te verruimen: De minimale onderlinge afstand tussen lijnopstellingen van ongeveer 2 kilometer niet meer handhaven. Windmolens staan bij voorkeur in de openbare ruimte maar worden op particulier terrein niet uitgesloten. De bestaande lijnen worden gehandhaafd, nieuwe lijnen kunnen haaks en evenwijdig op het Noordzeekanaal staan. De wens om de molens in een lijnopstelling van hetzelfde type molen te plaatsen, kan een probleem vormen voor het opvullen en verlengen van lijnen. Een gelijke ashoogte en of tiphoogte is belangrijker dan het zelfde type. Terughoudendheid met betrekking tot reclame is gewenst maar als in de voet een andere functie is opgenomen mag reclame worden toegepast. De algemene welstandcriteria zijn hierop van toepassing. 15

Structuurvisiekaart windenergie 2040 Legenda Groen: Ruimtelijk gewenst, kansrijke locaties langs het waterfront. Grijsgroen: Ruimtelijk kansrijk: Koppen en randen van de scheggen in het metropolitane landschap, gekoppeld aan grootschalige gebieden. Grijs: Ruimtelijk beperkt mogelijk ivm zone rondom gebieden van stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarde. Geel: Ruimtelijk kansrijk, maar niet geschikt voor de grotere molens. Inpassing landschap is een aandachtspunt. Oranje: Ruimtelijk kansrijk, maar niet geschikt voor de grotere molens. Inpassing woongebied is een aandachtspunt. Rood: Ruimtelijk niet wenselijk * Windambitie af te stemmen met toekomstige woningbouwopgave. : februari 2012

2. Windvisie Amsterdam In 2012 wordt de Windvisie, ruimte voor windmolens in Amsterdam, als onderdeel van de structuurvisie 2040, van kracht. De visie wijst gebieden aan waar windmolens ruimtelijk gewenst zijn. Dit zijn de gebieden langs het brede water van het IJ, BuitenIJ, Noordzeekanaal, IJmeer en langs de Zuidflank. De Coenhaven en de Mercuriushaven worden als ruimtelijk kansrijk aangewezen. De Brettenzone is ook als ruimtelijk kansrijk aangewezen en geschikt voor molens met een lagere tiphoogte. De inpassing in het landschap is een aandachtspunt. In de Minervahaven en de nieuwe Houthavens zijn windmolens ruimtelijk beperkt mogelijk in verband met stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarde. Daarnaast zijn er ook gebieden waar windmolens ruimtelijk niet wenselijk zijn, zoals de binnenstad en Waterland. Door milieutechnische beperkingen is ruimte voor windturbines in Amsterdam schaars. De gebieden die als ruimtelijk wenselijk zijn aangegeven zullen, zeker gezien de ambitie, optimaal benut moeten worden. In de structuurvisie 2040 is beleid op hoogbouw beschreven. Hoogbouw en windmolens zijn uiteraard niet gelijkwaardig aan elkaar. Het belangrijke verschil is dat de hoogte van een gebouw afleesbaar is. Het gebouw krijgt een schaal door de verdiepingen, entreepartij en dakrand. Een windmolen is een schaalloos object. Op geen enkele manier is af te lezen hoe groot of hoog de molen is. Gebouwen veranderen van uiterlijk; overdag heeft een gebouw een heel ander aanzicht dan s nachts. Windmolens veranderen hooguit van kleur door de weersinvloeden. Ze lijken grijzer op een grijze dag, haast onzichtbaar op een mistige dag en gloeien op als de zon erop schijnt. Hoogbouw hoort bij uitstek op een hoogstedelijke locatie, door slagschaduw, het geluid en de geringe bijdrage van een windmolen aan het publieke leven is deze niet snel op een hoogstedelijke locatie te vinden. Ondanks deze verschillen, is het, vanwege de grootte van de molen, mogelijk om de ruimtelijke afwegingen gedeeltelijk te vergelijken. In het hoogbouwbeleid zijn criteria voor plaatsing binnen of in de buurt van het Unesco erfgoed meegenomen, deze zijn ook van toepassing op windmolens. Verder zijn criteria voor het plaatsen van windturbines zijn aan de hand van vier ontwikkelbewegingen beschreven. Voor de Haven en de Brettenzone zijn de ontwikkelbewegingen, het Waterfront, het IJ-centraal en het metropolitane landschap van belang. Hieronder worden de belangrijkste punten van de twee bewegingen beschreven. De criteria die voor het plangebied van belang zijn, zijn toegepast in de ordeningsprincipes in hoofdstuk 4 en opgenomen in de spelregels in hoofdstuk 5. Waterfront: Het IJ centraal De locaties langs het IJ en het Noordzeekanaal zijn van oudsher bebouwd met grootschalige objecten, grote pakhuizen, kranen, en na de transformatie grote kanjers van woongebouwen. De grote schaal en de afwijkende bebouwing zijn in het ruimtelijk beeld geaepteerd. Niet alleen de bebouwing en objecten hebben een afwijkende maat, het water van het IJ en het Noordzeekanaal kennen een zeer brede maat, waardoor een groot gebouw of object kleiner lijkt. Dit maakt mogelijke locaties aan het IJ en Noordzeekanaal kansrijk voor de grote windmolens. Clusters van windmolens markeren de gebieden aan beide zijden van het water waar het stedelijk landschap overgaat in het werklandschap van de haven of in het natuurlandschap van het IJmeer. De ligging van Amsterdam aan het water wordt benadrukt door de molens die van verre zichtbaar zijn. Binnenvaren in Amsterdam wordt een nog grotere bijzondere ervaring. Bijzondere landhoofden zijn bij uitstek de locaties voor het plaatsen van de hele hoge molens van 7 MW. Locaties binnen de 2 kilometerzone van het Unesco erfgoed moeten worden beoordeeld op hun effect op dit Unesco erfgoed. Het metropolitane landschap Juist in het metropolitane landschap liggen kansen voor het plaatsen van windmolens omdat beperkende factoren zoals aaneengesloten stedelijke woonbebouwing, hier niet aanwezig zijn. Toch is het landschap, en met name het historisch cultuurlandschap, kwetsbaar. Het vervult een belangrijke recreatieve functie voor de Amsterdammer. Het plaatsen van molens in het landschap mag niet ten koste gaan van deze recreatieve functie. De molens maken geluid en draaien rond, ze trekken automatisch de aandacht. Hierdoor verengen ze als het ware het blikveld en het landschap lijkt kleiner. De schaal van de molens staat bovendien niet in verhouding met de schaal van het landschap. Aan de stedelijke randen en de koppen van de scheggen zal genuanceerd omgesprongen moeten worden 17

molens van BP 18

fdgroenctuur met het plaatsen van de molens. Molens zijn van verre zichtbaar zowel vanuit de stad als vanuit het landschap. Vanuit het landschap gezien spelen ze een rol bij het silhouet van de stad. Als stedelijke bebouwing zichtbaar is of industriële objecten zichtbaar zijn vanuit het landschap op 10-15 km afstand is een turbine een passend onderdeel van dit stedelijke silhouet. De turbine wordt onderdeel van een stedelijk en duurzaam landschap. Voor de molens in de Brettenzone is het silhouet van de Haven Amsterdam op de achtergrond en geldt een beperking voor de hoogte van de molens als gevolg de vliegveiligheid. OV OV OV OV OV De hoogbouwstudie uit de structuurvisie Amsterdam economisch duurzaam 2040 Hoofdgroenstructuur Groen buiten de hoofdgroenstructuur De hoogbouwvisie spreekt zich beperkend uit over hoogbouw hoger dan 30 meter direct langs de randen van de scheggen. De visie ziet het liefst hoogbouw in de tweede lijn, een aent is mogelijk. Voor molens wordt dit criterium als volgt vertaald: De hoogste turbine (7 MW) staat in de tweede lijn en wordt niet direct op de grens van stad en land geplaatst, de voet van een turbine wordt niet in het open landschap geplaatst. Doordat een voet niet zichtbaar is in het landschap is de afstand tot de turbine moeilijk in te schatten. De turbine kan ook heel ver lijken te staan. Als de voet zichtbaar is lijkt de turbine dichtbij en lijkt het landschap kleiner. Vanuit de stad gezien fungeert een turbine, geplaatst aan de entrees van de (kop van de) scheggen, juist als een baken voor het metropolitane landschap. Op onverwachte momenten zijn de turbines in de stad zichtbaar en daarmee dus ook de entree naar het recreatieve landschap van de scheg. Daarmee krijgt het landschap een nieuwe dimensie of nieuwe laag in de stad. De Hoofdgroenstructuur uit de structuurvisie Amsterdam economisch duurzaam 2040 19

fotomontage: Zicht op solitaire molen Westhaven, 7MW en 200 m tiphoogte. 20

3. De windmolen In deze windvisie gaan wij als referentie uit van twee van de meest rendabele windmolens van dit moment en van de nabije toekomst. Dit zijn de molens van 3 MW en van 7,5 MW. Deze molens wekken, per hoeveelheid ruimte die voor de molen nodig is, de meeste elektriciteit op. De windmolen van 3 MW is momenteel in de markt het meest populair, omdat de molen het hoogste rendement oplevert. De windmolen van 7,5 MW heeft momenteel het hoogste vermogen voor een windmolen op land. De referentiemolens zijn gekozen om de ruimtelijke- en milieueffecten concreet te kunnen vaststellen van twee uitersten binnen de categorie van de grote turbines. De ashoogte en de rotordiameter bepalen de potentiële opbrengst. Hoger in de lucht is meer wind, windmolens met een grote ashoogte brengen dus meer op. Voor de rotor geldt dat als het rotoroppervlak twee keer zo groot is, de productie verviervoudigt. De referentieturbines hebben een ashoogte van 80 tot 134 meter en een rotor-diameter van 90 tot 128 meter. Deze windmolens kunnen bij elkaar worden geplaatst op een onderlinge afstand van circa 500 meter. Als ze dichter bij elkaar worden geplaatst, beïnvloeden ze elkaar, afhankelijk van de windrichting. Een moderne molen van 3 MW levert zo n 6,6 miljoen kwh (kilowattuur) elektriciteit per jaar, dat is genoeg voor bijna 2.000 huishoudens (een gemiddeld huishouden gebruikt jaarlijks ca. 3.500 kwh stroom). 3 MW De windmolen van 125 meter zal worden gebruikt in bestaande- en nieuwe lijnopstellingen. Een nieuw type windmolen van 125m tiphoogte kan een andere vormgeving hebben dan de huidige windmolens. Voor een mooie inpassing in bestaande lijnen is dezelfde kleur en tiphoogte belangrijk. De diameter van de voet is aanzienlijk kleiner dan een 7,5 MW molen. Daarom is deze molen makkelijk inpasbaar naast wegen en andere infrastructuur. Vermogen: 3 MW Masthoogte: 78-138 meter Rotordiameter: 82 meter Voetdiameter: 4,2 meter Fundament (L*B*H): 15*15*2 meter 7,5 MW De windmolen met een hoogte 198 meter is bedoeld voor markante locaties langs het Noordzeekanaal. Door de ruimte die deze molen nodig heeft, is plaatsing op veel locaties bij voorbaat al uitgesloten. De grond 60 meter rondom moet worden afgegraven en worden gestabiliseerd. Vermogen: Masthoogte: Rotordiameter: Voetdiameter: Fundament(L*B*H): 7,5 MW 135 meter 127 meter 14,5 meter 30*30*6 meter 21

Model huidige situatie 0m 200m 400m 600m 800m 1000m 22 Huidige lijnen

4. Nieuwe zoeklocaties in Westpoort Voorwaarden zoeklocaties Voor de zoeklocaties is globaal rekening gehouden met beperkingen van de havenfuncties, aanvliegroutes van Schiphol, externe veiligheid, de primaire waterkering, hogedruk aardgasleidingen en kabels en leidingen. Voor de inpasbaarheid en concrete locatie is nader onderzoek nodig. In de bijlage zijn de belemmeringen per zoeklocatie beschreven. De oudste molens van 660 KW kunnen op den duur worden vervangen door grotere molens van 3 MW. Nieuwe molens kunnen op 235 meter tot 360 meter afstand van de bestaande molens worden bijgeplaatst. Lijnopstellingen Er is voor gekozen om de structuur van lijnen te continueren omdat lijnen heldere opstellingsvormen zijn, ze geven een rustig beeld geven. De maat van de wegen en de openbare ruimte is zodanig groot dat molens gekoppeld kunnen worden aan de openbare infrastructuurlijnen, maar ook aan de terreinen van de bedrijven Lijnopstellingen kunnen bijdragen aan de oriëntatie en Haven Amsterdam hecht daar grote waarde aan. Toch is het moeilijk om juist heldere lijnen te realiseren, ze zijn kwetsbaar. Een turbine hoeft maar een paar meter uit de lijn te staan of het effect van een rechte lijn gaat verloren. Uit de evaluatie van de huidige opstellingen blijkt dat een knik of een kromming een minder fraai en helder beeld oplevert maar veelal wel aeptabel is omdat de windmolens aan grote infrastructuren zijn gekoppeld. Naast lijnopstellingen is een raster of een wolk mogelijk. Voor een raster is niet gekozen omdat het naast lijnopstellingen niet logisch is om een raster te realiseren. Bovendien is het heel lastig om een helder raster toe te passen omdat de haven niet volgens een raster is opgebouwd. De wolk is niet ingezet omdat dit naast lijnen desoriënterend in het gebied werkt. Vanuit de omgeving worden de molens wel als een wolk of als een cluster ervaren. Dit is onoverkomelijk en nu ook al zo. Ordeningsprincipes en zoeklocaties Het ruimtelijk verhaal voor Westpoort is dat windmolens van ongeveer 3MW zijn geordend volgens lijnen die hoofzakelijk de richting van de havenbekkens volgen. De lijnen zijn gekoppeld aan infrastructuur, wegen, havenbekkens, of dijken. Zij kruisen elkaar niet en staan niet haaks op elkaar. Dit bevordert de oriëntatie en de herkenning van de lijn niet, zie afbeelding 4.11b. Daarnaast staan de molens zoveel mogelijk in de openbare ruimte. Langs wegen staan zij bij voorkeur achter een bomenrij of op een zodanige afstand dat er een bomenrij kan worden toegevoegd. Alle lijnen eindigen op het Noordzeekanaal. Dit is nu nog niet mogelijk maar misschien wel in de toekomst. Alle eerste molens van de lijn langs vormen samen een nieuwe lijn langs het Noorzeekanaal. Dit beeld zal nog krachtiger worden als molens aan de overkant worden geplaatst. Op drie markante plekken langs het Noordzeekanaal staan solitaire windmolens met een tiphoogte van 198 meter. Deze turbine wordt in principe alleen gebruikt voor een solitaire locatie. Dit maakt deze molen extra bijzonder. Voor de Happarandadam, een vierde solitaire locatie, is een uitzondering gemaakt. Hier past een molen van 3MW beter omdat de locatie binnen de bufferzone van het Unesco- gebied ligt en dicht bij de toekomstige woonwijk Houthavens, ongeveer 500 meter. 2 modellen Voor het eindbeeld zijn 2 modellen mogelijk. In model 1 blijven 660KW windmolens langs het spoor en Zijkanaal F behouden en kunnen worden opgewaardeerd tot 3MW molens. In model 2, het voorkeursmodel worden de lijnen langs het spoor en zijkanaal F vervangen door twee nieuwe oost-west lijnen, de Westpoortweg en de Brettenzone. De lijn langs de Brettenzone markeert het gebied aan de zuidzijde langs de Haarlemmerweg. De lijn langs de Westpoortweg, de belangrijkste ontsluitingsweg in het gebied, draagt bij aan het imago van de Westpoort, een duurzame haven. Model 2 zal meer tijd vergen vanwege het weghalen van bestaande windmolens. Een combinatie van model 1 is niet mogelijk omdat de lijnen elkaar dan kruisen. De tekening met de lijnen geeft de ordeningsprincipes schematisch weer. De molens langs de Hornweg staat voor een maximale windopbrengst te dicht op de bestaande molens langs de Australiëhavenweg en de Waterlandtertimal. Dit suggereert dat er meer lijnen mogelijk zijn in Westpoort, maar dat is niet het 23

Ordeningsprincipes Model 1 0m 200m 400m 600m 800m 1000m 24 Principes haven Principes Zaandam en Amsterdam Noord

Ordeningsprincipes Model 2 0m 200m 400m 600m 800m 1000m Principes haven Principes Zaandam en Amsterdam Noord 25

Afbeelding 4.3: 200 meter molens zichtbaar vanaf N235 bij Het Schouw Afbeelding 4.4: cluster van molen vanaf de A9 26

geval. Aantal en exacte plaats vereisen een nadere uitwerking in de vervolgfase. Optimalisatie van een lijnopstelling kan bijvoorbeeld tot een andere plantafstand leiden. Bij de Westpoortweg is de zone zelfs zo ruim dat de molens zowel langs de Westpoortweg als de Aziëhavenweg kunnen staan. In de bijlage zijn de nieuwe locaties met nummers en codes aangegeven en is te zien hoeveel nieuwe molens maximaal kunnen worden toegevoegd. Aan de hand van montages, vanuit de openbare ruimte en vanaf maaiveld, is het ruimtelijk beeld van de nieuwe lijnopstellingen beoordeeld op herkenbaarheid en samenhang vanuit de omgeving en vanuit het gebied zelf. Afbeelding 4.1: Lijnopstelling Brettenzone vanaf Halfweg Afbeelding 4.2: Standpunt Cornelis Outshoornstraat Beleving vanuit de omgeving Vanuit de omgeving worden alle molens ervaren als één cluster van windmolens, de verschillende modellen zijn nauwelijks van invloed. De molens langs de Brettenzone markeren het gebied heel duidelijk aan de zuidkant. Vanaf de Haarlemmerweg is één rij zichtbaar en vanuit de woonwijk Nieuw West is op enkele punten een molen zichtbaar vanaf het maaiveld, zie afbeeldingen 4.1 en 4.2. De nieuwe molens leveren vanuit alle standpunten in de omgeving een aeptabel beeld doordat er op de voorgrond meestal bebouwing of groen staat en doordat de molens nauwelijks boven het bestaande havensilhouet uitsteken. De precieze plaats van de molens is niet te herleiden. Dit is ook niet nodig, het gebied wordt gemarkeerd. Bij Landsmeer zijn de molens alleen bij helder weer te zien. Ze staan op de derde linie achter de hoogspanningsmasten en de groene rand, zie afbeelding 4.3. Vanuit het westen (de A9) is in plaats van een lijn een cluster van molens te zien. De haven wordt als gebied aangeduid, afbeelding 4.4. In Westzaan zijn de nieuwe molens niet te zien. De kranen van de haven domineren nog steeds boven de windmolens vanuit de Zaandammerpolder, afbeelding 4.5. De Jan van Riebeeckmolen is in volle omvang te zien vanaf de Hembrug, afbeelding 4.6. Vanaf de Distelweg en de A10 maken de molens onderdeel uit van het havenlandschap, en is er een cluster van molens zichtbaar 4.7 en 4.8. Vanaf de binnenstad zijn alleen de wieken van de twee molens zichtbaar, achter nieuwe grootschalige bebouwing. De windmolens kondigen de huidige haven aan, afbeelding 4.9. De molen op de Happarandadam is zichtbaar vanaf centraal station maar steekt niet ver boven de bebouwing uit. Dit levert een aeptabel beeld, 4.10. Vanaf de binnenstad zijn er geen molens te zien. Conclusie: Westpoort en windmolens horen bij elkaar en de molens dragen bij aan de herkenbaarheid en identiteit. Het beeld van molens past in het werklandschap van de haven met grootschalige objecten, schoorstenen en kranen. 27

Afbeelding 4.5: Ruijgoordweg / Container terminal vanaf Overtoom Afbeelding 4.6: zicht vanaf Hembrugterrein Afbeelding 4.7: zicht vanaf Distelweg Afbeelding 4.8: zicht vanaf de A10 28

Afbeelding 4.9: Zicht vanaf pont CS - Buiksloterweg Afbeelding 4.10B: Zicht vanaf Silodam. Afbeelding 4.10A: zicht vanaf de bustation CS, windmolen Haparandadam Afbeelding 4.10C: Zicht vanaf Kanaaldijk op Australiëhavenweg. 29

Afbeelding 4.11A: Australiëhavenweg. Drie lijnen zijn tegelijk in het zicht Waterlandterminal, Australiëhavenweg en Hornweg. Afbeelding 4.11B: Vanaf Australiëhavenweg zonder de molens langs de Hornweg, de 2 lijnen zijn nu wel herkenbaar. Afbeelding 4.12A: vanaf Herwijk, de molens langs de Westpoortweg lijken ad random te staan. Afbeelding 4.12B: Vanaf de Westpoortweg, de lijn is niet leesbaar. 30

Afbeelding 4.13: 200 meter turbine bij de Westhaven is zichtbaar in volle omvang. Beleving vanuit het gebied In het gebied zelf zijn de lijnen meestal wel als afzonderlijke lijnen te ervaren en rijdend langs de lijn geven ze een helder beeld. Dan dragen zij bij aan de oriëntatie in het gebied. Op sommige punten is dit niet zo, zoals bij de Australiëhavenweg, dan meerdere lijnen tegelijk in het zicht en lijken de molens ad random te staan, zie afbeelding 4.11a. Als de lijn langs de Hornweg er nietis dan zijn er wel weer 2 lijnen herkenbaar, zie afbeelding 4.11b. De Westpoortweg heeft scherpe bochten en daardoor zijn de windmolens niet altijd als lijn herkenbaar, zie afbeelding 4.12a,b en 4.18c. Als de molen in zijn volle omvang zichtbaar, is de molen veel meer aanwezig en lijkt hij groter, zie fotomontage 4.13 en 4.17 van de Westpoortweg. Bij voorkeur worden de windmolens langs wegen achter een bomenrij in de tweede linie geplaatst. Langs de havenbekkens is dit geen probleem omdat dit een groot open gebied is zonder bomen. De grote solitaire molens direct langs het Noorzeekanaal passen daarom ook goed, afbeelding 4.14. Er is er veel open ruimte en het kanaal is breder dan de hoogte van de molen. Varend langs het Noordzeekanaal zullen de molens als één lijnopstelling worden gezien. Een mooie entree en visitekaartje van de haven. Voorwaarde is dat de lijnopstellingen worden doorgetrokken tot aan het Noorzeekanaal en er aan de overkant van het kanaal molens worden bijgeplaatst. Conclusie: Westpoort en de Brettenzone zijn zo ruim opgezet dat de molens in volle omvang goed passen in het gebied. Hierna wordt de beleving van de windmolens per lijnopstelling beschreven. Afbeelding 4.14: Zicht vanaf NDSM molens zijn in volle omvang zichtbaar. 31

Afbeelding 4.15: molens langs de Brettenzone. Afbeelding 4.16: Standpunt Westpoortweg, met molens langs Zijkaanl F verdwijnen in dit model. Afbeelding 4.17: Westpoortweg met of de achtergrond molens langs de Aziëhavenweg Afbeelding 4.18A: Standpunt Aziëhavenweg, alternatief voor Westpoortweg. 32

Afbeelding 4.18B: Standpunt Westpoortweg Brettenzone (BZ) Vanaf de Haarlemmerweg is Westpoort nu nauwelijks zichtbaar. De nieuwe molens langs de Brettenzone markeren Westpoort vanaf de Haarlemmerweg (afbeelding 4.3). Dit geeft een rustig beeld met molens op de tweede linie achter de bomen. Vanuit stadsdeel Nieuw-West zijn de molens alleen op sommige momenten te zien, vanaf de Cornelis Outshoornstraat en de Doctor H. Colijnstraat (afbeelding 4.2). De molen is dan onderdeel van het havensilhouet. Vanwege de aardgasleiding en de primaire waterkering staan de molens aan de zuidzijde van de dijk op ongeveer 500 meter vanaf bestaande bebouwing. Zij zullen voornamelijk in de winter slagschaduw geven op de gebouwen. Vanaf het fietspad vormen de molens een overgang tussen de haven en groengebied. De schaal en de exacte plaatsing van de molens is moeilijk in te schatten omdat er veel open ruimte is rondom de molens en omdat de voet van de molens in een groene omgeving staan, zie afbeelding 4.15. Ze staan in de hoofdgroenstructuur. Plaatsing is alleen mogelijk als de voet van de molen geen onderbreking vormt van de hoofdgroenstructuur: als het verharde oppervlak van de voet van de molen een klein percentage is van de omliggende groenstructuur en als visueel de groenstructuur doorloopt. Westpoortweg ( WP) De Westpoortweg is de belangrijkste verbindingsweg door Westpoort. Windmolens langs deze weg zijn wenselijk voor versterking van het imago van een duurzame haven. De bochten in de weg werken echter niet mee voor de oriëntatie en daardoor is het niet mogelijk om alle molens aan dezelfde zijde van de weg te plaatsen. De lijn volgt deels het spoor. Het deel ter hoogte van de RWZI is moeilijk te realiseren, aan de zuidkant van de weg is te weinig ruimte. Plaatsing aan de noordzijde op het terrein van RWZI is misschien mogelijk. Een alternatief is langs de Aziëhavenweg. Dit heeft niet de voorkeur omdat de lijnopstelling dan niet langer de Westpoortweg begeleidt. Langs de Aziëhavenweg staan geen bomen en is het profiel smaller, hierdoor vallen de windturbines veel meer op. Aan de westzijde van kanaal F is langs de zuidkant van de weg voldoende ruimte voor de molens. Een windmolen na de bocht is moeilijk realiseerbaar i.v.m. een secundaire waterkering. In het laatste deel bij de Afrikahaven staan de molens weer aan de noordzijde. In de bocht is een molen weggehaald vanwege externe veiligheid van Vopak, zie afbeeldingen 4.16.-4.18a.b.c. Afbeelding 4.18C: zicht op molens langs de Westpoortweg vanaf zijkanaal F 33

Afbeelding 4.19: Zijkanaal F, Westpoortweg en verlenging BP Afbeelding 4.20 Ruigoordweg Afbeelding 4.21 verlenging Australiëhavenweg Afbeelding 4.22: Waterlandterminal 34

Kade langs de BP (BP) Verlenging van de huidige lijn langs het water bij BP is een logische uitbreiding van de huidige drie turbines. Mogelijk is er ruimte voor één nieuwe molen op de kop van de Westhaven. In model 1 is het logisch om de molens langs de kade te plaatsen, de windmolen vormt dan een verbinding tussen de turbines van de BP en Zijkanaal F (afbeelding 4.19). In model 2 is de lijn langs zijkanaal F opgeheven, dan is het mooier op een rechte lijn molens te plaatsen. De locatie in de openbare ruimte aan het einde van de Amerikahavenweg is dan geschikter. Ruigoordweg (RG) De molens staan op de grens van uitgeefbaar terrein om de toekomstige inrichting van het uitgeefbare terrein zo min mogelijk te beperken. Ze staan binnen de contour van de plaatsgebonden risicozone van de terminal Ceres Paragon. De lijn is evenwijdig aan de havenbekkens en stoort niet met de twee omliggende lijnen van de Westpoortweg en BP. Aan het begin van de Ruigoordweg zijn de molens zichtbaar, zie afbeelding 4.20. Afbeelding 4.23: Nieuwe Hemweg Nieuwe Hemweg (NH) Voor de bestaande, veroude windmolens langs de Nieuwe Hemweg vormt een upgrade een logisch vervolg. Op deze zoeklocatie is er plaats voor zes á acht molens van 3 MW. Het smalle profiel van de weg en de bomen zorgen ervoor dat een deel van de lijn zichtbaar is (afbeelding 4.23). Vanaf de A10 is de lijnopstelling goed te zien (afbeelding 4.25a en b). Solitaire molens (WH, RH, CH, HP) De grote windmolens van 198 meter zijn geschikt op markante punten langs het Noordzeekanaal. Drie locaties komen hiervoor in aanmerking : de Westhaven (WH), Jan van Riebeeckhaven ( RH) en de Coenhaven (CH). De molens doen ondanks hun grote afmetingen goed mee met het havenlandschap. Het valt niet op dat ze zo groot zijn, de grootte is moeilijk te schatten omdat er veel open ruimte is. In de Houthavens is een vierde kleinere molen mogelijk langs de Happarandam (HP), zie afbeelding 4.24. De molen ligt ongeveer 500 meter van het toekomstige woongebied. Het noordelijk deel van de dam is niet openbaar toegankelijk vanwege een doorvaart voor boten. Australiëhavenweg (AW) Tussen de solitaire molen langs het Noordzeekanaal en de bestaande molens langs de Australiëhavenweg is ruimte voor twee extra molens. Deze windmolens zorgen voor een opvulling van de lijn en vormen ruimtelijk gezien geen probleem. De lijn maakt een slinger, maar de weg ook. De turbines staan in de fotomontage aan de oostkant van de Siciliëweg (afbeelding 4.21). Waterlandterminal (WT) De Waterlandterminal en andere eigenaren hebben aangegeven molens op eigen terrein te willen plaatsen. Een lijnopstelling evenwijdig aan de Westhaven is mogelijk. Minimaal drie windturbines zijn noodzakelijk, in theorie is er ruimte voor vijf windmolens. De plaatsing van de lijn staat niet exact vast. De lijn moet zo recht mogelijk zijn. Vanaf verschillende punten is de lijn herkenbaar, vanaf de noordelijk oever van het Noordzeekaneel en in het gebied zelf (afbeelding 4.22). Hornweg (HW) De molens staan erg dicht op de 2 andere lijnen de Australiëhavenweg en de Waterlandterminal. 35

4.24 Zicht op de haven vanaf de Happarandam 36

5. Spelregels Geen initiatieven toestaan die buiten aangegeven gebieden vallen. De lijnopstellingen dienen altijd uit minimaal drie windturbines te bestaan, twee turbines zijn immers altijd een lijn. Hoe de voet van de molen aansluit bij de openbare ruime moet tot ontwerpopgave gemaakt worden. Kastjes, transformatorhuisjes, hekwerken en toegang tot de turbine moeten een onderdeel zijn van het integraal ontwerp. Kleine technische installaties zijn weggewerkt in de mast van de turbine. In de Brettenzone is hier extra aandacht voor nodig omdat dit een recreatief gebied is De turbine staat op afstand van de rijbaan, en bij voorkeur is één bomenrij mogelijk tussen rijbaan en turbine. Een solitaire windmolen kan een programmatische invulling in, aan of op de voet bevatten. Voor Westpoort is dit geen harde eis omdat 3 solitaire molens op particulier terrein staan en de 4e molen op de Happarandam di eniet openbaar toegankelijk is. De molens hebben bij voorkeur geen reclame uitingen en zijn bijvoorkeur wit. Met uitzondering van de solitaire molen waar een functie in de voet mogelijk is. Een windmolen in een lijnopstelling is bijvoorkeur 3 MW, maar mag ook iets kleiner, bijvoorbeeld 2,3 MW, als dit vanwege beperkingen niet haalbaar is. De windmolen staat niet in taluds van spoor-, snel- of vaarwegen. Locaties binnen de 2 kilometerzone van het Unesco erfgoed moeten worden beoordeeld op hun effect op dit Unesco erfgoed Windmolens in de Brettenzone liggen in de hoofdgroenstructuur. Plaatsing is alleen mogelijk als de voet van de molen geen onderbreking vormt van de doorlopende groenstructuur: als het verharde oppervlak van de voet van de molen een klein percentage is van de omliggende groenstructuur en als visueel de groenstructuur doorloopt. Afbeelding 4.25A: Nieuwe Hemweg. Afbeelding 4.25B: Nieuwe Hemweg. 37

6. Vervolg inleiding De gemeente Amsterdam bundelt op centraal niveau kennis en ervaring over windenergie. Dit vindt plaats binnen de windcoalitie. Het Bestuurlijk Overleg Windenergie (BOW) stuurt de windcoalitie bestuurlijk aan. Hierin nemen deel de wethouder Klimaat en Energie, de wethouder Haven en de stadsdeelbestuurders van stadsdelen die participeren in de windcoalitie. Meer informatie zie de windvisie Amsterdam. Westpoort en de Brettenzone staan in de windvisie Amsterdam als één ontwikkelgebied aangegeven. Deze windvisie is onderdeel van het Haven Amsterdam Project uitbreiden capaciteit Windenergie Westpoort. Voor de locaties buiten de Haven Amsterdam zullen OGA en stadsdeel Nieuw West zelf een besluit nemen of zij wel of geen windmolens wil plaatsen. Uitwerking concrete locaties/ MER De concrete locaties dienen nader onderzocht te worden of zij werkelijk geschikt zijn voor windmolens. De eigendomsrechten, ondergrondse infrastructuur en andere belemmeringen zullen worden onderzocht. Voor de windvisie Amsterdam is een plan-mer opgesteld. Westpoort (inclusief een klein deel Brettenzone) is als voorlopig kansrijke locatie beoordeeld voor grote windmolens op grond van het natuurwaardeaspect vogels. Op verschillende plekken binnen Westpoort broeden verschillende vogels waarvan twee soorten vogels redelijk uniek zijn voor het gebied Amsterdam en omgeving: De Slechtvalk en de Gekraagde Roodstaart. Omdat beide vogels zich goed lijken te kunnen handhaven is dit gebied met de reeds aanwezige windmolens als voorlopig kansrijk beoordeeld voor de uitbreiding met meer molens. beperkt zijn en Haven Amsterdam wel aan deze initiatieven tegemoet wil komen, gaat Haven Amsterdam participatiemogelijkheden onderzoeken. Ook participatie van burgers uit Stadsdeel Nieuw-west wordt hierbij betrokken. Hiermee krijgen bedrijven en burgers de gelegenheid verantwoordelijkheid te nemen in de Amsterdamse klimaatopgave en zelf bij te dragen aan een beter vestigingsklimaat in Amsterdam. Daarnaast kan participatie een positieve uitwerking hebben op het imago van de Amsterdamse haven. Ook dienen de subsidiemogelijkheden onderzocht te worden zodat dit optimaal ingezet kan worden. De randvoorwaarden en mogelijkheden van directe levering aan de bedrijven gezien de elektriciteitswet en in elektrotechnische zin worden hierbij betrokken. De tarieven van directe levering zijn namelijk aanzienlijk hoger dan bij levering aan het elektriciteitsnet. Contracten, tender en realisatie Bij de realisatie van extra capaciteit worden twee fases onderscheiden. Fase 1 zet in op het benutten van bestaande locaties en fase 2 heeft betrekking op nieuwe locaties. De eerste fase is in voorbereiding. In overleg met de huidige exploitanten worden de mogelijkheden onderzocht voor het upgraden van bestaande lijnen en het invullen van solitaire locaties. De upgrading houdt in dat de bestaande windmolens vervangen worden door moderne grotere molens. Hierbij is Haven Amsterdam afhankelijk van de exploitanten van de bestaande lijnen in verband met de langlopende contracten met deze partijen. De nieuwe solitaire locaties dienen verder uitgewerkt te worden. Voor de tweede fase biedt deze windvisie nieuwe locaties aan. De realisatie komt tot stand door het in de markt zetten van geschikte locaties. Participatie, financiering en subsidies De participatie, financiering en exploitatie dient onderzocht te worden. Dit kan uiteenlopen van het tenderen van locaties tot volledig zelf exploiteren en investeren door Haven en gemeente Amsterdam. Participatie is daarbij belangrijk want ook de bedrijven in Westpoort zien perspectief in windmolens. Meerdere malen hebben bedrijven te kennen gegeven dat zij de wens hebben een molen op eigen terrein te plaatsen. Omdat deze mogelijkheden vanuit ruimtelijk perspectief 38

7. Bijlage Communicatie De communicatie naar burgers en bedrijven is belangrijk. Zij zullen zich meer betrokken voelen bij de haven en de Brettenzone. De realisatie van nieuwe windmolens is een mooi moment om inzichtelijk te maken wat het oplevert en hoeveel duurzame energie geproduceerd wordt in dit gebied (zowel wind, als biodiesel, biomassa, als door het AEB). Aandachtspunten zoeklocaties Voorbeelduitwerking Model 1, inclusief beperkingen Voorbeelduitwerking Model 2, inclusief beperkingen Standpunten vanuit de omgeving Voorstel ontwikkelgebieden windcoalitie Amsterdam Afbeelding 4.26: Vanaf Australiëhavenweg, lijn Westpoortweg en spoor tegelijk in het zicht. 39

Nummering zoeklocaties WP 1 RG 1 2 PB 1 WP 2 3 3 4 5 6 BP 2 AW 7 8 9 10 11 1 2 WH WT HW 1 12 2 3 1 2 3 4 5 NH 1 2 Haven 3 4 5 RH 6 7 CH HP 13 BZ 1 2 3 4 5 6 7 8 9 OGA SD Nieuw West 0m 200m 400m 600m 800m 1000m 125 meter 200 meter 40

Aandachtspunten zoeklocaties Omdat deze visie alleen de stedenbouwkundige aspecten en de ruimtelijke inpassing behandeld, worden hieronder kort de aandachtspunten per zoeklocatie benoemd die bij een concretere uitwerking moeten worden onderzocht. Voor een korte toelichting over het luchthavenindelingsbesluit, de primaire waterkering, externe veiligheid en nautische randvoorwaarden, zie volgende pagina. Coenhaven (CH) Deze turbine staat dicht bij de stad Amsterdam. Diverse montages laten echter zien dat de turbine vanuit de stad niet of zelden te zien is. In verband met de breedte van het Noorderhoofd is het raadzaam om de turbine zoveel mogelijk aan de havenkant te plaatsen. Het gebied binnen de Ring A10 is in de structuurvisie aangewezen als transformatiegebied, dit betekent o.a. dat de molen toekomstige woningbouw niet in de weg mag staan. Westhaven (WH) Dit is de meest westelijke van de vier solitaire locaties langs het Noordzeekanaal. De hoogterestricties van Schiphol bevinden zich op deze locatie precies op de grens van 150 meter. Als de turbine op de hoek van de havenbekken wordt geplaatst dan zal de turbine binnen de hoogterestricties vallen. Aantal turbines: 1 Hoogte turbines: 200 meter MW per turbine: 7,5 MW Aandachtspunten: Externe veiligheid Plaatsing op eigen terrein LIB, grens 150 meter Nautische randvoorwaarden Jan van Riebeeckhaven (RH) Voor de tweede van de drie solitaire locaties gelden dezelfde voorwaarden als voor de Westhaven, er is hier echter geen hoogterestrictie meer. Er dient, net zoals bij de Nieuwe Hemweg, wel goed naar het plaatsgebonden risico van Eurotank te worden gekeken. Domino effecten dienen te worden meegenomen in de kwalitatieve risicoanalyse van Eurotank. Aanvullend onderzoek is nodig. Aantal turbines: 1 Hoogte turbines: 200 meter MW per turbine: 7,5 MW Aandachtspunten: Externe veiligheid Plaatsing op eigen terrein Nautische randvoorwaarden Aantal turbines: 1 Hoogte turbines: 200 meter MW per turbine: 7,5 MW Aandachtspunten: Externe veiligheid Plaatsing op eigen terrein Nautische randvoorwaarden Haparandadam (HP) Deze turbine komt het dichtst bij de stad Amsterdam. Een montage laat zien dat de turbine vanuit het IJ te zien is. In verband met de woningbouw in de Houthavens zal de molen halverweg de strekdam worden geplaatst. Het gebied binnen de Ring A10 is in de structuurvisie aangewezen als transformatiegebied, dit betekent o.a. dat de molen toekomstige woningbouw niet in de weg mag staan. De strekdam is niet openbaar toegankelijk. Aantal turbines: 1 Hoogte turbine: 125meter MW per turbine: 3 MW Aandachtspunten: Externe veiligheid Binnen bufferzone Unescogebied Nautische randvoorwaarden Upgrade Nieuwe Hemweg (NH) De huidige lijnopstelling langs de Nieuwe Hemweg bestaat uit zeven turbines van 90 meter, ze leveren elk 660 KW. Een upgrade behoort hier tot de mogelijkheden, er zijn hier geen hoogtebeperkingen en plaatsing in de openbare ruimte is mogelijk. Turbine NH3 en NH4 vallen binnen de plaatsgebonden risicocontouren van Eurotank. 41