: Algemeen Bestuur : 25 oktober 2018, uur tot Uur, aansluitend op de bestuurstafel : Gemeente Bergen op Zoom

Vergelijkbare documenten
BELEIDSREGEL Collectieve zorgverzekering voor minima gemeente Moerdijk. Het college van de gemeente Moerdijk in zijn vergadering van 20 november 2018:

BELEIDSREGEL Collectieve zorgverzekering voor minima gemeente

Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z Documentnummer: ZD

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert]

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen

Moerdük. ge meente RAADSINFORMATIEBRIEF

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z Documentnummer: ZD

Uitvoeringsbesluit collectieve zorgverzekering minima Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

Vrijlating inkomsten uit arbeid en vrijlating kostenvergoeding vrijwilligerswerk Participatiewet, IOAW en IOAZ

Uitvoeringsregeling Compensatie Verplicht Eigen Risico Zorgverzekeringswet Gemeente Nuenen 2017

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Aanpassing bijstandsbeleid / compensatie van de Wtcg en Cer

De Raad van de gemeente Ede,

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht)

Raadsvoorstel

Beleidsregels aanvullende bijzondere bijstand levensonderhoud voor jongeren

Regeling collectieve zorgverzekering voor minima in de gemeente Steenwijkerland Beleidsregel 1. Begripsbepalingen Beleidsregel 2.

Regeling Compensatie Zorgkosten 2017

B en W. nr d.d

Verordening individuele inkomenstoeslag WIL

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Uitvoeringsregeling Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten Gemeente Nuenen c.a. 2016

Regeling tegemoetkoming bij hoge zorgkosten WIHW 2016 gemeente Oud-Beijerland

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Versie 2.4. BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING ONDERSTEUNINGSFONDS CHRONISCH ZIEKEN EN GEHANDICAPTEN 2015 Gemeente Breda

Nota. Nota openbaar: Ja. Nummer: 14INT Invulling Wet chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) Onderwerp:

Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld.

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2015

Vast te stellen: de beleidsregel "tegemoetkoming meerkosten" en "maatwerkvoorziening chronisch zieken, gehandicapten en ouderen".

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en sub b, en tweede lid, van de Participatiewet. b e s l u i t :

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Datum: 3 november 2014 Portefeuillehouder: M. Klein

Raadsvoorstel agendapunt

Regeling collectieve zorgverzekering voor minima in de gemeente Westerveld 2016 Beleidsregel 1. Begripsbepalingen Beleidsregel 2.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Officiële naam regeling Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013 Citeertitel Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling

Uitvoeringsregeling -

Inkomensondersteunende maatregelen

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet b e s l u i t :

b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang Boxtel 2018

Nadere regels compensatie eigen risico ziektekosten gemeente Heemskerk 2015

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Rijswijk

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Verordening individuele inkomenstoeslag Brummen 2015

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015

Beleidsregels RegelRecht 2015

Nr.: 8.3 Onderwerp: Aanpassing Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

Toelichting op de Regeling collectieve zorgverzekering voor minima in de gemeente Steenwijkerland 2012.

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Nota. 1. Inleiding. Samenleving. Advies. Doorkiesnummers: Telefoon Aan Het college van burgemeester en wethouders.

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Toelichting op de Regeling collectieve zorgverzekering voor minima in de gemeente Westerveld 2012

Het dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW;

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 GR Ferm Werk

Burgemeester en Wethouders 29 augustus Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven Samenleving

Raadsmededeling - Openbaar

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

Officiële uitgave van Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg.

Beleidsregel vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND 2015

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ;

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HELMOND 2015

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 juni 2015;

INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HILVERSUM Behorende bij Verzamelverordening inkomensvoorzieningen Hilversum 2016 en artikel 36 Participatiewet

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

paraaf chef: kopie aan: LOGA circulaire CvA/U , dd. 9 september Aanvulling wijzigingen CAR n.a.v. gewijzigde ingangsdatum pensioen

CVDR. Nr. CVDR28457_1. Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2009

CVDR. Nr. CVDR188254_1. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Specifieke subsidieregeling tegemoetkoming kosten kinderopvang gemeente Overbetuwe 2014

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Muiden d.d. 11 november 2014, met nummer 3384, Besluit:

Verordening sociaal medisch geïndiceerde kinderopvang Heemstede 2013

Gemeente Baarn - Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Baarn

Transcriptie:

AGENDA Aan Datum/tijd Locatie : Algemeen Bestuur : 25 oktober 2018, 13.15 uur tot 13.45 Uur, aansluitend op de bestuurstafel : Gemeente Bergen op Zoom Onderwerpen: 1. Opening en mededelingen 2. Verslag Algemeen Bestuur d.d. 27 september 2018 Geadviseerd wordt om: 1. Het verslag vast te stellen. 3. Resultaten Geadviseerd wordt om: 1. Kennis te nemen van de laatste cijfers en dashboard. 4. Aanpassing beleidsregel collectieve zorgverzekering voor minima Geadviseerd wordt om: 1. Kennis te nemen van bijgesloten conceptbeleidsregels collectieve zorgverzekering voor minima. 2. Conceptbeleidsregels ter advisering voorleggen aan Cliëntenraad Werkplein. 3. Conceptbeleidsregelster besluitvorming voorleggen aan de gemeenten via Regiegroep en Bestuurstafel D6 Sociaal Domein. 4. Aan de gemeenten vragen de aangepaste beleidsregels vast te stellen onder intrekking van het thans vigerende beleid. 5. Raadsledenbijeenkomst 31/10 (samen met WVS en BW) Mondeling voorbespreken. 6. Externe oriëntatie Mededelingen door directeur. 7. Ingekomen stukken 7.1 Aanpak School First 2018 7.2 DB-stukken: 7.2.1 Verzuimprotocol 7.2.2 LOGA 7.2.3 Aansluitovereenkomst VNG i.v.m. WNRA 7.2.4 Definitieve vastgestelde rijksvergoeding 7.3 Beantwoording Werkplein raadsvragen Roosendaal 8. Rondvraag en sluiting Het Werkplein Hart van West-Brabant is een samenwerking van de gemeenten Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen en Zundert. T : (076) 750 35 00 E : info@werkpleinhartvanwest-brabant.nl I : www.werkpleinhartvanwest-brabant.nl

CONCEPTVERSLAG Aan : Algemeen Bestuur Datum/tijd : 27 september 2018, 13.45 uur tot 15.15 Uur, aansluitend op de bestuurstafel Locatie : Gemeente Zundert Aanwezig : Aanwezig: dhr. T. Zwiers (Moerdijk, voorzitter), dhr. M. de Bruijn (Rucphen), dhr. M. van der Bijl (Etten-Leur), dhr. R. van Ginderen (Roosendaal), dhr. T. Melisse (Halderberge), dhr. T. Zopfi (Zundert, aanwezig tot 15.00 uur). Vanuit het Werkplein dhr. A. Dekker (waarnemend directeur) en mevr. A. den Braber (directiesecretaris). Bij agendapunt 5 mevr. H. van Beek en I. van Wijk (beleidsadviseurs Werkplein). Onderwerpen: 1. Opening en mededelingen 2. Verslag Algemeen Bestuur d.d. 30 augustus 2018 Dhr. Van Ginderen meldt dat hij, in tegenstelling tot in het verslag staat, wel aanwezig was bij de vergadering. Dit zal worden aangepast in het definitieve verslag. 3. Resultaten De bestuursleden nemen kennis van het dashboard, waarin ondermeer vermeld staat dat het aantal bijstandsdossiers onder de 4000 daalt. Het bestuur waardeert deze mooie resultaten en vraagt daarvoor aandacht in de interne communicatie richting medewerkers.. Dhr. Van der Bijl vraagt oplettendheid bij de vermelding van cijfers, wanneer er dossiers genoemd worden en wanneer het aantal uitkeringsgerechtigden. 4. Vergaderschema 2019 Het vergaderschema van 2019 is vastgesteld en zal gecommuniceerd worden met de secretariaten. 5. Discussie Strategische inzet middelen Het bestuur verkent met elkaar de richtingen die zij voor ogen hebben op de verschillende beleidsterreinen en waar de focus op ligt de komende bestuursperiode. De gemene deler die hieruit naar voren komt is met name inzet op statushouders, daling van het bestand, (sectorgerichte) werkgeversdienstverlening, wegnemen van praktische belemmeringen zoals vervoer, aandacht voor doelgroep C en activatie om uit de armoede te komen. Daarnaast wordt ook aandacht gevraagd voor de zorgvuldige verstrekking van inkomen en de wens om een toekomstbestendige organisatie te zijn waarin methodisch gewerkt wordt. Deze denkrichtingen worden afgezet tegen de huidige aanpak en de verdeling van formatie in het team Werk & Participatie. Voorzitter Zwiers concludeert dat de genoemde denkrichtingen aardig overeenkomen met de ingeslagen koers zoals deze nu voorligt. Om er een verdieping op te maken vraagt hij meer tijd daarvoor beschikbaar te maken in ieders agenda, en het in een heisessie nader uit te werken, en tot die tijd voort te gaan op de ingezette koers. 6. Tussentijdse evaluatie FIA Het bestuur neemt kennis van de evaluatie en bijbehorende tussentijdse resultaten van de Frequente Intensieve Aanpak; en besluit om de Frequente Intensieve Aanpak te verlengen Het Werkplein Hart van West-Brabant is een samenwerking van de gemeenten Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen en Zundert. T : (076) 750 35 00 E : info@werkpleinhartvanwest-brabant.nl I : www.werkpleinhartvanwest-brabant.nl

tot 1 januari 2019 van de huidige middelen, en verdere verlenging te bespreken in de gezamenlijkheid van andere inzet middelen. Het bestuur vraagt om te onderzoeken of nog explicieter gemaakt kan worden wat het naar verhouding met de reguliere aanpak oplevert. 7. Externe oriëntatie De Dag van de Match is als een succes ervaren. In de evaluatie graag aandacht voor de specifieke rol van de wethouders bij hun werkbezoeken, met name de voorbereiding maar ook de afwikkeling er van. 8. Ingekomen stukken 9.1 beantwoording raadsvraag Roosendaal PvdA - ESF gelden praktijkonderwijs 9.2 beantwoording raadsvraag Roosendaal Nieuwe Democraten - BBL leerwerkplekken 9.3 beantwoording raadsvraag Etten-Leur APB - 9.4 Inkoop- en aanbestedingsbeleid 9.5 Reiskostenvergoeding statushouders 9.6 Tijd- en plaatsonafhankelijk werken Naar aanleiding van het ingekomen stuk 9.3 merkt mevr. Den Braber op dat de vraagstelling particulier was, en dat individuele casuïstiek wel opgepakt wordt maar in de beantwoording alleen ruimte is voor beantwoording op hoofdlijnen, gezien de privacy van betrokkenen. 9. Rondvraag en sluiting Er zijn geen vragen in de rondvraag, dhr. Zwiers sluit de vergadering. Vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de ISD Werkplein Hart van West-Brabant van 25 oktober 2018. J.M. Dekker T.H.R. Zwiers De secretaris-wnd. directeur de voorzitter Het Werkplein Hart van West-Brabant is een samenwerking van de gemeenten Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen en Zundert. T : (076) 750 35 00 E : info@werkpleinhartvanwest-brabant.nl I : www.werkpleinhartvanwest-brabant.nl

PRESTATIE DASHBOARD 1 oktober 2018 BESTAND: uitkeringsdossiers 3936 ( -4,7% daling bestand t.o.v. 31-12-2017) Meldingen 858 fysiek 522 Digitaal 2157 Toekenningen 727 1188 Redenen instroom Einde WW 207 41 Einde werk/uitk. 231 296 Statushouder 212 84 Doelgroepindeling : CATEGORIE A: 7,64 % CATEGORIE B: 21,3%, CATEGORIE C: 68,99% GEEN INDELING: 2,06% Inzet instrumenten A: Plaatsingen via WSP: 354 plaatsingen 353 B: Leerwerktrajecten WVS: 39 intakefase, 55 nooit gestart, 55 actief, traject beëindigd 53 waarvan 14 regulier werk 124 B: Garantiebanen: 81 plaatsingen 60 C: Beschut werk: 48,29 geplaatst 49,5 C: Maatschappelijk participeren: 671 plaatsingen 600 Toelichting: LEGENDA # # # De realisatie is gelijk of hoger dan de (cumulatieve) doelstelling per maand De realisatie blijft iets (< 25%) achter op de (cumulatieve) doelstelling per maand De realisatie blijft (>25%) achter op de (cumulatieve) doelstelling per maand # Doelstelling (cumulatief) per maand # Resultaten cumulatief 2017! Blauwe pijlen zijn (vrijwel) niet te beïnvloeden door het werkplein Redenen uitstroom: Tm einde september Verloop 33,91% Werk 26,72% Overig 13,63% Inkomsten 8,01 % Handhaving 15,70% Scholing 1,96% Van het totale bestand is: 9,92% statushouder 43,77% ouder dan 50 7,79 % jonger dan 27 Plaatsingen garantiebanen en beschut werk blijven door loonkostensubsidie drukken op Buig-budget. Bij beschut werk is amper invloed op de te behalen doelstelling: iedereen met een indicatie wordt geplaatst of staat in bemiddeling. Er worden momenteel 562 Nuggers actief begeleid Plaatsingen bij Werkplein Actief is geen uitstroom uit de uitkering, mensen voeren maatschappelijke participatie uit met behoud van uitkering, omdat loonvormende arbeid niet mogelijk is. Met het indelen van het zittend bestand in de categorieën is de doelgroep C flink toegenomen. Deze bedraagt op de peildatum 1 oktober 3249 personen (inclusief Partners). Alle cijfers zijn op persoonsniveau, alleen bestandcijfer is gebaseerd op aantal uitkeringsdossiers (zoals ook in maandoverzicht gepubliceerd). Aantal toekenningen is nog niet definitief: dit wordt met terugwerkende kracht opgesteld. Statushouders volgen telkens een half jaar een traject bij de casemanagers waardoor het bestand op die wijze intensief en dynamisch begeleid wordt. Aanpak statushouders en FIA aanpak komen in de BERAP terug 38% van de doelgroep niet ingedeeld is IOAW/IOAZ/BBZ

ADVIES Behandeling in! MT 2 okt 2018! DB 8 okt 2018! AB 25 okt 2018 Onderwerp: Aanpassing beleidsregel collectieve zorgverzekering voor minima Opsteller: Voorstel: Jos Nooijens 1. Kennis te nemen van bijgesloten conceptbeleidsregels collectieve zorgverzekering voor minima. 2. Conceptbeleidsregels ter advisering voorleggen aan Cliëntenraad Werkplein. 3. Conceptbeleidsregelster besluitvorming voorleggen aan de gemeenten via Regiegroep en Bestuurstafel D6 Sociaal Domein. 4. Aan de gemeenten vragen de aangepaste beleidsregels vast te stellen onder intrekking van het thans vigerende beleid. Inleiding Zoals bekend hebben de 6 Werkpleingemeenten het beleid voor de collectieve zorgverzekering met ingang van 1 januari 2016 geharmoniseerd. Elke gemeente heeft hiervoor eigen maar wel dezelfde beleidsregels vastgesteld. In het huidige (oude) beleid wordt voor de groep deelnemers uitgegaan van het bruto jaarinkomen in het jaar voorafgaand aan het jaar van deelname. Die methodiek moet losgelaten worden omdat de Rijksbelastingdienst sinds 2017 geen inkomensgegevens meer beschikbaar wil stellen aan het Werkplein. Overweging van de Rijksbelastingdienst is dat er een alternatief is namelijk het Inlichtingenbureau die maandelijkse de inkomensgegevens vanuit de UWV-polis-administratie kan aanleveren. Dit betekent dat de huidige beleidsregels moeten worden aangepast. Overwegingen De voornaamste voorgestelde wijzigingen in de beleidsregels zijn besproken met de beleidsmedewerkers van de gemeenten. Dit zijn: 1. Artikel 1 lid 2: Voor de berekening van het maximaal toegestane inkomen wordt vanaf de pensioengerechtigde leeftijd uitgegaan van het netto bedrag AOW exclusief vakantietoeslag per maand voor respectievelijk een alleenstaande of gehuwde per 1 januari van het jaar van deelname maal de rekenfactor 1,2 (=120%). Dit betreft een wijziging ten opzichte van het huidige (oude) beleid waar voor deze groep deelnemers uitgegaan werd van het bruto jaarinkomen in het jaar voorafgaand aan het jaar van deelname. 1

Zoals eerder vermeld moet deze methodiek losgelaten worden omdat de Rijksbelastingdienst sinds 2017 geen inkomensgegevens meer beschikbaar wil stellen aan het Werkplein. Overweging Rijksbelastingdienst is dat er een alternatief is namelijk het Inlichtingenbureau die maandelijkse de inkomensgegevens vanuit de UWV-polisadministratie kan aanleveren. 2. Artikel 5: Inkomens controle door gegevens van het Inlichtingenbureau (zie 1) 3. Artikel 8: Betaling eigen risico is aangepast aan de huidige praktijk. Het Werkplein betaalt het eigen risico bij wijze van voorschot direct aan de zorgverzekeraar. Het Werkplein ontvangt medio het daarop volgende jaar de eindafrekening waarbij het teveel betaalde (niet verbruikte) eigen risico van het verstreken deelnamejaar wordt terugbetaald aan het Werkplein. 4. Artikel 9: Toegevoegd dat de gemeenten voor 1 september het Werkplein informeren over de gemeentelijke premiebijdrage De overige aanpassingen zijn vooral tekstueel. Uit onderzoek van het Werkplein blijkt dat deze wijziging van de controlemethodiek naar verwachting geen nadelig effect zal hebben op het recht op deelname van de huidige deelnemers. Afgesproken is dat het Werkplein nieuwe conceptbeleidsregels opstelt. Deze conceptbeleidsregels zijn op 27 september 2018 besproken in het beleidsoverleg Inkomen met de gemeenten. Ambtelijk is ingestemd met het voorstel. Aan de gemeenten is tevens gevraagd of het Werkplein in de uitvoering en communicatie per 1 januari 2019 al kan anticiperen op de formele besluitvorming door de gemeenten. Ook hiermee hebben de gemeenten ambtelijk ingestemd. Financiële consequenties Naar verwachting zal de aanpassing geen effect hebben op de deelname aan de collectieve zorgverzekering voor minima. Personele consequenties Nvt Juridische consequenties De beleidsregels zijn het juridisch kader voor het beoordelen van het recht op deelname. Communicatie Na formele vaststelling door de gemeenten zal zowel intern als extern bekendheid gegeven worden aan deze beleidsregels. 2

Vervolgprocedure. De Cliëntenraad Werkplein zal ook om advies worden gevraagd. De conceptbeleidsregels worden gelijktijdig ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenten via Regiegroep en Bestuurstafel Sociaal Domein. Datum besluit en ondertekening DB Besluit: conform / niet conform AB Besluit: conform / niet conform Toelichting:. Arjan Dekker Thomas Zwiers Secretaris (wnd) Voorzitter Intern: Extern: Klantenparticipatie: Edwin van Es, Kees Verdaas, Kees den Ottelander, Kees van Ostaijen, Jos Nooijens. Beleidsoverleg Inkomen met gemeenten div 27 sept 2019 Communicatie (indien van toepassing) Afhandeling door / bijzonderheden Publicatie verplicht Colleges / raden Gemeente(n) Website Intranet OR/GO Anders Terinzagelegging Archivering Verwerkt door: Zakenarchief Postregistratie uit Anders 3

Burgemeester en wethouders van de gemeente [Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert] gelet op de artikelen: 4:81 Algemene wet bestuursrecht en 35 lid 3 van de Participatiewet, overwegende dat een collectieve zorgverzekering een goed middel is om te bewerkstelligen dat ook burgers met een laag inkomen goed verzekerd zijn tegen zorgkosten, BESLUITEN vast te stellen de beleidsregels Collectieve zorgverzekering voor minima gemeente [Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert] 2019 Artikel 1. Begripsbepaling HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 1. Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet. 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. de wet: de Participatiewet; b. inwoner: degene die op grond van de Wet basisregistratie personen (Brp) als ingezetene bij de gemeente [Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert] is ingeschreven; c. rechthebbende: de belanghebbende van 18 jaar of ouder die rechtmatig in Nederland verblijft en voldoet aan alle voorwaarden op grond van deze regeling; d. voorziening: de door het Werkplein Hart van West-Brabant bij een zorgverzekeraar gecontracteerde zorgverzekering(en) en de maandelijkse tegemoetkoming in de premie en betaling wettelijk verplicht eigen risico via de bijzondere bijstand; e. laag inkomen: hiervan is sprake als de rechthebbende: 1. op de peildatum periodieke bijstand op grond van de Participatiewet of een uitkering op grond van de Ioaw of Ioaz ontvangt, of 2. in het jaar voorafgaand aan het jaar van deelname aan de collectieve zorgverzekering kwijtschelding gemeentelijke belastingen heeft ontvangen, of 3. in de maand januari van het jaar van deelname aan de collectieve zorgverzekering een netto maandinkomen exclusief vakantietoeslag heeft wat niet hoger is of was dan 120% van: - de normen bijstandsgerechtigden voor respectievelijk een alleenstaande ingeval van een alleenstaande of alleenstaande ouder of voor gehuwden ingeval van gehuwden genoemd in artikel 21 onder a en b Participatiewet exclusief vakantietoeslag per 1 januari van het jaar van deelname als de rechthebbende(n) jonger is/zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd of, - het netto bedrag AOW na heffingskorting exclusief vakantietoeslag voor respectievelijk een alleenstaande of gehuwde per 1 januari van het jaar van deelname als de rechthebbende pensioengerechtigd is; 1

Bij de vaststelling van laag inkomen is als sprake is van kostendelende medebewoners het bepaalde in artikel 22a van de Participatiewet niet van toepassing. Bij gehuwden of bij een gezamenlijke huishouding als bedoeld in artikel 3 van de Participatiewet wordt bij de vaststelling van laag inkomen uitgegaan van het gezamenlijk inkomen. f. peildatum: 1 januari van het jaar van deelname aan de collectieve zorgverzekering. Artikel 2. Recht op deze voorziening HOOFDSTUK 2 Recht op deze voorziening Een inwoner is rechthebbende van een voorziening op grond van deze regeling als deze op de peildatum aan alle hieronder genoemde voorwaarden voldoet: 1. de (potentiële) rechthebbende dient rechtmatig in Nederland te verblijven zoals bedoeld in artikel 11 van de Participatiewet; 2. de (potentiële) rechthebbende dient ingeschreven te staan in de Brp van de gemeente en daar feitelijk zijn hoofdverblijf te hebben; 3. de (potentiële) rechthebbende heeft een laag inkomen zoals bedoeld in artikel 1, lid 2 onder e; 4. de (potentiële) rechthebbende mag niet rechtens zijn vrijheid zijn ontnomen; 5. er mag geen sprake zijn van een situatie als bedoeld in artikel 8a van de Zorgverzekeringswet te weten de situatie waarin de (potentiële) rechthebbende de oude zorgverzekering niet kan opzeggen. Artikel 3. Vermogen De hoogte van het vermogen van de rechthebbende is niet van belang voor het recht op een voorziening op grond van deze regeling. Artikel 4. Periode waarin recht op deze voorziening bestaat 1. Overeenkomstig de systematiek van de Zorgverzekeringwet (Zvw) loopt de termijn van de voorziening steeds van 1 januari tot en met 31 december van het kalenderjaar; 2. Na afloop van de onder lid 1 bedoelde periode, wordt bij ongewijzigde omstandigheden de voorziening steeds met een heel kalenderjaar voortgezet tenzij de belanghebbende zelf vóór 25 december via het daarvoor ontwikkelde beëindigingformulier kenbaar maakt daarvan met ingang van 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar geen gebruik meer te willen maken of de belanghebbende niet meer aan de voorwaarden voldoet voor het recht op deze voorziening; 2

3. In afwijking van het bepaalde in de vorige twee leden, wordt de voorziening tussentijds beëindigd bij: - verhuizing naar het buitenland per de datum van verhuizing; - overlijden van de rechthebbende per de datum van overlijden; - detentie van de rechthebbende (gedurende de detentieperiode); - een zodanige premieachterstand dat de zorgverzekeraar de rechthebbende royeert uit de aanvullende verzekering per de datum van royement; - geconstateerde schending van de inlichtingenplicht op grond waarvan er geen recht op deze voorziening meer bestaat met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die constatering. Artikel 5. Beoordeling en (inkomens)controle HOOFDSTUK 3 Beoordeling en (inkomens)controle 1. Met uitzondering van de inkomensbeoordeling, wordt binnen een maand na ontvangst van een verzoek voor een voorziening, bepaald of de (potentiële) rechthebbende aan de gestelde voorwaarden voldoet die dan ingaat op 1 januari; 2. De vaststelling of de (potentiële) rechthebbende voldoet aan de voorwaarde dat deze een laag inkomen moet hebben, vindt plaats in de loop van het jaar van deelname; 3. Waar dat noodzakelijk en mogelijk is, wordt voor de uit te voeren inkomensbeoordeling gebruik gemaakt van gegevens via tussenkomst van het Inlichtingenbureau. Artikel 6. Gevolgen te hoog inkomen Als bij de inkomensbeoordeling als bedoeld in artikel 5 wordt vastgesteld dat er geen recht op een voorziening op grond van deze regeling bestaat, wordt de voorziening beëindigd met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de inkomenscontrole is uitgevoerd; HOOFDSTUK 4 Pakketkeuze, wettelijk verplicht eigen risico en gemeentelijke premiebijdrage Artikel 7. Pakketkeuze 1. Aan de rechthebbende wordt een zorgverzekering aangeboden die bestaat uit een basisverzekering aangevuld met één of meerdere aanvullende verzekeringen en een module welke dekking biedt voor de door het Centraal Administratiekantoor (CAK) opgelegde eigen bijdragen op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo); 2. Bij het aanbod van een aanvullende verzekering die een aangepaste dekking biedt voor mensen met hoge zorgkosten in verband met een chronische ziekte of handicap, wordt het principe van zelfindicatie door de rechthebbende toegepast met de restrictie dat de deelname aan deze aanvullende verzekering kan worden geweigerd als het zeer aannemelijk is dat de (potentiële) rechthebbende niet tot deze doelgroep behoort. 3

Artikel 8. Betaling wettelijk verplicht eigen risico bij aanvullende verzekering voor mensen met hoge zorgkosten 1. Voor deelnemers aan de aanvullende verzekering die een aangepaste dekking biedt voor mensen met hoge zorgkosten in verband met een chronische ziekte of handicap, wordt voor de betaling van het wettelijk verplicht eigen risico een betalingsregeling getroffen tussen de gecontracteerde zorgverzekeraar en het Werkplein Hart van West-Brabant. 2. Het Werkplein Hart van West-Brabant betaalt bij wijze van voorlopige betaling het op jaarbasis verschuldigde bedrag van het wettelijk verplicht eigen risico aan de gecontracteerde zorgverzekeraar. Na afloop van het jaar van deelname restitueert de gecontracteerde zorgverzekeraar het niet verbruikte deel van het wettelijk verplicht eigen risico aan het Werkplein Hart van West-Brabant. Artikel 9. Gemeentelijke premiebijdrage 1. Aan de rechthebbende die deelneemt aan de collectieve zorgverzekering voor minima, wordt maandelijks een tegemoetkoming in de premie van de aanvullende verzekering verstrekt via de bijzondere bijstand; 2. De onder lid 1 bedoelde tegemoetkoming wordt door het Werkplein Hart van West-Brabant rechtstreeks betaald aan de gecontracteerde zorgverzekeraar; 3. De hoogte van de maandelijkse tegemoetkoming in de premie kan per type zorgpolis verschillen; 4. Jaarlijks vóór 1 september stelt de gemeente de hoogte van deze maandelijkse premietegemoetkoming voor het komende kalenderjaar vast en deelt die informatie met het Werkplein Hart van West-Brabant; 5. Het Werkplein Hart van West-Brabant informeert vervolgens de gecontracteerde zorgverzekeraar over de hoogte van de gemeentelijke premietegemoetkoming(en). Artikel 10. Citeertitel HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels collectieve zorgverzekering voor minima gemeente [Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert]2019. Artikel 11. Inwerkingtreding 1. De Beleidsregels collectieve zorgverzekering voor minima gemeente [Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert] 2019 treden in werking op 1 januari 2019; 2. Met ingang van 1 januari 2019 worden de Beleidsregels collectieve zorgverzekering [kenmerk.] van de gemeente [Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert] 2016 inclusief de wijziging per 1 januari 2018 ingetrokken. Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van [Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert] op., De secretaris, de burgemeester, 4

5

Algemene toelichting bij de Beleidsregel collectieve zorgverzekering voor minima gemeente Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert Gemeenten kunnen naast individuele bijzondere bijstand ook categoriale bijzondere bijstand verlenen voor bijzondere kosten. Dit is echter nog maar zeer beperkt mogelijk. Binnen de bijstand kan het college categoriale bijstand te verlenen in de vorm van een collectieve aanvullende zorgverzekering of een tegemoetkoming in de kosten van de premie van een dergelijke verzekering. Met ingang van 1 januari 2016 hebben de 6 Werkpleingemeenten het beleid van de zorgverzekering voor minima geharmoniseerd. Met het afsluiten van een collectieve zorgverzekering voor minima wordt enerzijds bereikt dat de doelgroep minima goed verzekerd is tegen een gunstige premie en anderzijds dat er minder een beroep gedaan hoeft te worden op de bijzondere bijstand. Artikelsgewijze toelichting bij de Beleidsregels collectieve zorgverzekering voor minima gemeente [Etten-Leur Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Zundert] Artikel 1. Begripsbepalingen In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd die verder in deze beleidsregel worden vermeld. Omdat deelname aan de collectieve zorgverzekering voor de burger twee gevolgen heeft namelijk: - deelname aan de door het Werkplein Hart van West-Brabant gecontracteerde collectieve zorgverzekering en; - het verkrijgen van maandelijkse bijzondere bijstand in een deel van de premiekosten, wordt het begrip voorziening gehanteerd. Met de definitie laag inkomen wordt aangeduid wanneer daarvan sprake is. Eerder is de inkomensgrens voor de zes Werkpleingemeenten gelijk getrokken naar 120%. Voor de berekening van het maximaal toegestane inkomen wordt: - tot de pensioengerechtigde leeftijd uitgegaan van bijstandsnormen voor respectievelijk een alleenstaande ingeval van een alleenstaande of alleenstaande ouder of voor gehuwden ingeval van gehuwden genoemd in artikel 21 onder a en b Participatiewet exclusief vakantietoeslag per 1 januari van het jaar van deelname maal de rekenfactor 1,2 (=120%); - vanaf de pensioengerechtigde leeftijd uitgegaan van het netto bedrag AOW na heffingskorting exclusief vakantietoeslag voor respectievelijk een alleenstaande of gehuwde per 1 januari van het jaar van deelname maal de rekenfactor 1,2 (=120%). Dit betreft een wijziging ten opzichte van het huidige (oude) beleid waar voor deze groep deelnemers uitgegaan werd van het bruto jaarinkomen in het jaar voorafgaand aan het jaar van deelname. Die methodiek moest losgelaten worden omdat de Rijksbelastingdienst sinds 2017 geen inkomensgegevens meer beschikbaar wil stellen aan het Werkplein. Overweging Rijksbelastingdienst is dat er een alternatief is namelijk het Inlichtingenbureau die maandelijkse de inkomensgegevens vanuit de UWV-polis-administratie kan aanleveren. Uit onderzoek van het Werkplein blijkt dat deze wijziging van de controlemethodiek naar verwachting geen nadelig effect zal hebben op het recht op deelname van de huidige deelnemers. Voor de toepassing van deze regeling wordt ingeval van een alleenstaande oudergezin de norm voor een alleenstaande toegepast. Overweging hierbij is dat sinds 1 januari 2015 de aparte bijstands- en AOW-normering voor alleenstaande ouders is komen te vervallen en vervangen is door het z.g. kindgebonden budget van de Belastingdienst. Bij huwelijk of samenwoning wordt het inkomen van beide echtelieden/partners in aanmerking genomen. Het begrip peildatum is van belang omdat beleidsmatig gekozen wordt om qua periode van deelname aansluiting te zoeken bij de systematiek van de Zorgverzekeringswet (zie artikel 4). Artikel 2. Recht op de voorziening In dit artikel staat in combinatie met de begripsbepalingen van artikel 1 omschreven wanneer men recht heeft op deze voorziening.

Artikel 3. Vermogen De vermogenstoets voor het recht op deelname aan de collectieve zorgverzekering is al vanaf 2016 vervallen. Overweging hierbij is dat ook burgers met een minimum inkomen maar wel met eigen vermogen ook een beroep op deze regeling moeten kunnen doen. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan mensen met een Ioaw-Ioaz-uitkering en eigen vermogen of ouderen met Aow en klein pensioen en met een eigen huis. Ook beperkt dit de administratieve lasten voor de (potentieel) rechthebbende en voor het Werkplein Hart van West-Brabant. Gelet op de ervaring van de afgelopen jaren heeft het vervallen van de vermogenstoets ook niet tot een hoge toename van het aantal deelnemers geleid. Artikel 4. Periode waarin recht op deze voorziening bestaat Ten aanzien van de termijn van deelname wordt aansluiting gezocht bij de systematiek van de Zorgverzekeringwet namelijk dat men met ingang van 1 januari van het nieuwe kalenderjaar steeds een zorgverzekering/polis afsluit met een looptijd van een heel kalenderjaar. Door in -en uitstroom in de loop van het kalenderjaar niet toe te staan: - garandeer je de rechthebbende dat ook bij wijziging van omstandigheden (bijv. verhuizing naar andere gemeente in Nederland, inkomensstijging na werkaanvaarding) hun recht op deelname aan deze minimaregeling gedurende dat kalenderjaar niet onmiddellijk in gevaar komt, - beperk je de administratieve lasten voor de deelnemers, gecontracteerde zorgverzekeraar en het Werkplein Hart van West-Brabant, - wordt rechtsongelijkheid tussen uitkeringsgerechtigden die al een zorgpolis bij de gecontracteerde zorgverzekeraar hebben en minima met een zorgpolis bij een andere zorgverzekeraar voorkomen omdat de laatst genoemde groep in de loop van een kalenderjaar nooit tussentijds van zorgverzekeraar kan wisselen. Uiteraard kunnen er zich in de loop van een kalenderjaar ingrijpende gebeurtenissen voordoen zoals: overlijden, emigratie naar het buitenland en verliezen van de verblijfsstatus bij vreemdelingen die er toe leiden dat het recht op deelname aan deze regeling en de verstrekking van bijzondere bijstand in een deel van de premielasten en eventueel het wettelijk verplicht eigen risico tussentijds beëindigd moet worden. Artikel 5. Beoordeling en (inkomens)controle Een (potentieel) rechthebbende is er bij gebaat dat deze snel duidelijkheid krijgt of men recht heeft op deze voorziening. Bij (potentieel) rechthebbenden die een periodieke uitkering van het Werkplein Hart van West-Brabant ontvangen, of die kwijtschelding gemeentelijke belastingen hebben gekregen, staat het recht op deze voorziening ook vast. Bij zogenaamde overige minima vergt de beoordeling meer tijd. Om dit proces zo efficiënt en doeltreffend mogelijk te laten verlopen wordt waar dat noodzakelijk en mogelijk is, de inkomenscontrole gebaseerd op de gegevens via tussenkomst van het Inlichtingenbureau. Artikel 6. Gevolgen te hoog inkomen Artikel 5 regelt de beoordeling, inclusief de wijze van de inkomenscontrole, van het recht op deelname aan deze voorziening. Inherent aan het uitvoeren van zo n controle is dat wanneer tijdens die controle en beoordeling blijkt dat belanghebbende niet (langer) aan de gestelde voorwaarden voldoet, dat de toegekende voorziening dan wordt beëindigd met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de inkomenscontrole is uitgevoerd. Afgezien wordt van het met terugwerkende kracht corrigeren (=intrekking van het recht en terugvordering) van de ten onrechte verstrekte voorziening. De reden hiervan is dat de driehoeksverhouding die de belanghebbende zorgverzekeraar en Werkplein in deze met elkaar hebben en waarbij de zorgverzekeraar op basis van de eerder aangegane zorgpolis bepaalde zorgkosten heeft uitgekeerd aan de zorgaanbieders. Het is ondoenlijk om dat allemaal met terugwerkende kracht te gaan corrigeren of ongedaan te maken. Artikel 7. Pakketkeuze De doelstelling van de collectieve zorgverzekering is tweeledig te weten het:

- aanbieden van een zorgverzekering met een brede dekking tegen een premie die ook betaalbaar is voor mensen met een laag inkomen; - inperken van het beroep op individuele bijzondere bijstand. Door de afschaffing van de Cer en WTcG-vergoedingen vanuit het Centraal Administratiekantoor te Den Haag ingaande 2015 voor de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten, biedt de gemeente hiervoor sinds 1 januari 2015 op lokaal niveau ter compensatie een zorgpolis aan met een aangepaste dekking voor specifiek die doelgroep. De premiekosten van die polis zijn daardoor veel hoger dan voor de gangbare zorgpolissen. Om die polis voor de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten toch betaalbaar te houden verstrekt het Werkplein een forse premiebijdrage die gefinancierd wordt vanuit het extra budget wat de gemeenten van het Rijk krijgen ten gevolge van de afschaffing van de CER- WTcG. Het is dan ook logisch dat die zorgpolis afgesloten wordt door en voor mensen met hoge zorgkosten juist vanwege die handicap of chronische aandoening. Het Werkplein weet echter niet welke burgers dat concreet betreft. Om die reden wordt de afweging of een (potentieel) rechthebbende tot deze doelgroep behoort in eerste aanleg aan de klant zelf gelaten (=principe zelfindicatie). Uitzondering op dit principe is dat wanneer het zeer aannemelijk is dat de (potentieel) rechthebbende niet tot de doelgroep behoort het Werkplein de deelname aan die polis kan weigeren. Indicaties die er op kunnen duiden dat men niet tot de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten behoort zijn: - leeftijd (vrij jong persoon) in combinatie met de eigen verklaring dat men een goede gezondheid heeft; - mededeling (potentieel) rechthebbende dat men in het/de voorafgaande jaar/jaren het verplicht eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet vanwege ziekenhuisbezoek, behandeling door een specialist en/of medicijngebruik niet behoefde te betalen in combinatie met de eigen verklaring dat men verwacht dat de gezondheidssituatie in het komende jaar niet zal verslechteren. - (bestands)informatie van de gecontracteerde zorgverzekeraar over het niet verbruik van de deelnemers aan de polis voor deze doelgroep over het voorafgaande jaar van deelname Van (potentiële) deelnemers die een betere/goede gezondheid hebben, mag verwacht worden dat die kiezen voor de regulier gangbare zorgpolis met een minder uitgebreide dekking dan de polis voor chronisch zieken en gehandicapten. Hier hebben zowel de rechthebbende als ook het Werkplein baat bij omdat voor alle betrokkenen de premiekosten dan lager zijn. Artikel 8. Betaling wettelijk verplicht eigen risico bij aanvullende verzekering voor mensen met hoge zorgkosten Zoals toegelicht bij artikel 7, wordt sinds 2015 via de collectieve zorgverzekering een zorgpolis aangeboden met een aangepaste dekking voor specifiek de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten omdat zij jaarlijks hoge zorgkosten hebben. Juist deze doelgroep loopt dan ook een hoog risico dat zij jaarlijks het verplicht eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet moeten betalen. Dit betekent een forse aanslag op hun financiële positie en juist bij mensen met een laag inkomen kan dit tot grote financiële problemen leiden. Om mensen hiertegen in bescherming te nemen wordt voor de betaling van het eigen risico een betalingsregeling getroffen tussen de gecontracteerde zorgverzekeraar en het Werkplein Hart van West-Brabant. Het Werkplein betaalt het eigen risico bij wijze van voorschot direct aan de zorgverzekeraar. Het Werkplein ontvangt medio het daarop volgende jaar de eindafrekening waarbij het teveel betaalde (niet verbruikte) eigen risico van het verstreken deelnamejaar wordt terugbetaald aan het Werkplein. Artikel 9. Gemeentelijke premiebijdrage Het behoort tot de autonome bevoegdheid van de gemeente om op grond van artikel 35 van de Participatiewet bijzondere bijstand te verstrekken in de vorm van een collectieve aanvullende verzekering of een tegemoetkoming in de premie van een dergelijke verzekering. In dit artikel wordt de gemeentelijke premiebijdrage nader geregeld. Volgens de Zorgverzekeringswet moeten Zorgverzekeraars hun verzekerden half november in kennis stellen van de nieuwe premies voor het daarop volgende jaar. Om die deadline te kunnen halen, starten Zorgverzekeraars hun z.g. prolongatieproces daarom al medio oktober. Om te voorkomen dat in die z.g. prolongatiebrieven de Zorgverzekeraar een verkeerd bedrag aan gemeentelijke premiebijdrage en dus ook een foutief bedrag wat de klant zelf moet betalen vermeldt, dient het Werkplein uiterlijk eind september al aan de Zorgverzekeraar door te geven wat de nieuwe

premiebijdrage voor het daarop volgende jaar wordt. Het is daarom van belang dat de gemeente tijdig het Werkplein informeert over de gemeentelijke premiebijdrage voor het nieuwe kalenderjaar. Het Werkplein wil daarom graag voor 1 september geïnformeerd worden over de hoogte van de gemeentelijke premiebijdrage voor het daarop volgende kalenderjaar. De gemeentelijke tegemoetkoming in de premie wordt door het Werkplein Hart van West-Brabant niet aan de rechthebbende uitgekeerd maar rechtstreeks aan de gecontracteerde zorgverzekeraar. Artikel 10. Citeertitel Dit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 11. Inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen toelichting.

ADVIES Behandeling in X MT! AB! DB Onderwerp: Aanpak School First 2018 Opsteller: Voorstel: Robin Ardon 1. Kennisnemen van het verslag en de resultaten van de School First aanpak 2018. Inleiding Sinds de start van het Werkplein wordt het School First project uitgevoerd. Jaarlijks zijn in februari (minimaal) en in september de instroommomenten om te starten met een opleiding. Jongeren zonder startkwalificatie (MBO 2 of hoger) worden tijdens dit project uitgenodigd om hun mogelijkheden, als het gaat om scholing, te bespreken. In principe wordt het project kleinschalig en individueel per klantmanager op gepakt voor de instroom in februari. Dit omdat er dan maar weinig opleidingen starten. In september start vrijwel iedere opleiding opnieuw en vandaar dat het project een keer per jaar groots wordt opgezet. Artikel 13, lid 2 onder c van de Participatiewet zegt het volgende: 2. Geen recht op algemene bijstand heeft degene: C. die jonger is dan 27 jaar en uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen en: in verband daarmee aanspraak heeft op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000, 1 dan wel 2 in verband daarmee geen aanspraak heeft op studiefinanciering en dit onderwijs niet volgt; Dit betekent dat iedere jongere onder de 27 jaar die geen startkwalificatie heeft, is uitgenodigd voor het project. Uiteraard kan niet iedere jongere zonder startkwalificatie (op dit moment) terug naar school, maar er is bij het uitnodigen geen onderscheid gemaakt in doelgroep A, B of C. Jongeren die momenteel niet terug naar school kunnen (en/of waar op termijn MBO 2 nooit haalbaar is), zijn ook uitgenodigd om de mogelijkheden richting werk te bespreken. Iedereen is de afgelopen zeven maanden intensief gevolgd en goed in beeld. Er is een nauwe samenwerking geweest tussen de klantmanagers jongeren, het WSP, de trainers en externe partijen zoals het Leerwerkloket en de Trajectbegeleiders RMC (Dynamo). In de bijlage leest u hoe dit project is opgepakt en wat de inhoud precies is geweest. Daarnaast leest u ook de huidige resultaten. De opleidingen starten in september dus er is eind augustus een stand van zaken opgemaakt. Er zouden nog enkele wijzigingen kunnen plaats vinden in de komende weken, maar dit zal geen groot verschil geven in de uitstroomcijfers. Overwegingen Niet van toepassing. Financiële consequenties Niet van toepassing, behoort tot de huidige werkzaamheden van de klantmanager jongeren. 1

Personele consequenties Niet van toepassing. Juridische consequenties Niet van toepassing. Communicatie Niet van toepassing. Vervolgprocedure. Aanbevelingen van het team meenemen in het volgende project en dit project voor september 2019 ook al eerder starten in verband met de nieuwe inschrijftermijn bij scholen. Datum besluit en ondertekening S.A. Kurvers Secretaris T.H.R. Zwiers Voorzitter Intern: Niet van toepassing Extern: Klantenparticipatie: Communicatie (indien van toepassing) Afhandeling door / bijzonderheden Publicatie verplicht Colleges / raden Gemeente(n) Website Intranet OR/GO Anders Terinzagelegging Archivering Verwerkt door: Zakenarchief Postregistratie uit Anders <<welke medewerker>> 2

Schoolfirst 2018 Etten-Leur en Roosendaal Op woensdagochtend 21 februari 2018 in Etten-Leur en op maandagochtend 26 februari 2018 in Roosendaal vonden de bijeenkomsten van Schoolfirst 2018 plaats. Het was een samenwerking met de leerwerkadviseurs van het UWV, klantmanagers Werk, WSP en trainer met de bedoeling om jongeren onder de 27 jaar zonder startkwalificatie weer naar school of naar werk te laten gaan. Doordat de inschrijving voor de start van scholen per 1 september vervroegd is naar inschrijven voor 1 april (was 1 mei hiervoor) moest de bijeenkomst al in februari plaats vinden. Met de opkomst van 26 personen in Etten-Leur en 20 personen in Roosendaal hadden we een gemêleerd gezelschap. In de uitnodigingsbrief was aan iedere deelnemer gevraagd om Kahoot! te installeren. De indeling van de dag werd aan de kandidaten duidelijk gemaakt door Klantmanager Jongeren. Na de opening volgde een uitleg van een leerwerkadviseur middels het gebruik van Kahoot! Dit was een interactieve manier om te kunnen toetsen of kandidaten begrepen wat de mogelijkheden en acties zijn om per september 2018 te starten met een opleiding. Vervolgens kwam een collega van het WSP om kort en krachtig uit te leggen wat het WSP voor de kandidaten kan betekenen. Wanneer een jongere zonder startkwalificatie niet kiest voor scholing zal er een intensieve bemiddeling richting werk ingezet worden. Na een korte pauze waarin de kandidaten werden voorzien van koffie, thee, water en iets lekkers was het woord aan de trainer. De trainer ging met de kandidaten aan de slag met o.a. het wiel van uitdaging. Duidelijk was dat het gezelschap in Etten-Leur wat minder interactie vertoonde dan in Roosendaal. Dit had te maken met een slechtere beheersing van de Nederlandse taal. 3

De trainer gebruikte een voorbeeld van iemand die met kleine stapjes uiteindelijk zijn droombaan heeft bereikt. Hij heeft met de kandidaten besproken hoe ze hun doel kunnen bereiken. Kandidaten moesten hun eigen individuele doel aan de hand van het wiel van uitdaging (zoals wonen, geld, relatie, gezondheid, etc.) kiezen. De klantmanagers Jongeren zijn in de vervolggesprekken hier dieper op in gegaan. Wat duidelijk is gemaakt aan de kandidaten in de training is dat ze zelf de regie moeten pakken om verder te kunnen komen. Uit de vervolggesprekken met de klantmanager Jongeren komt naar voren dat de kandidaten de bijeenkomsten als prettig ervaren hebben. Ook de leerwerkadviseur heeft gemerkt dat er meer kandidaten op spreekuur zijn geweest waar vervolggesprekken uit voort gekomen zijn. Uitgenodigde kandidaten die niet verschenen zijn hebben daarover een gesprek met hun klantmanager Jongeren gehad. In de maanden opvolgend zijn er regelmatig intensieve gesprekken geweest met de jongeren om ze te ondersteunen en/of monitoren in hun keuze naar school of werk. 4

Resultaat op 28-08-2018: locatie werkelijke uitgenodigd aanwezig opkomst% uitstroom uitstroom% Roosendaal 54 20 37% 15 39% Etten-Leur 47 26 55% 11 28% Totaal 101 46 46% 26 34% niet locatie belemmering uitgenodigd scholing werk /inburgering ingestroomd /verhuizing Roosendaal 54 17 5 26 6 Etten-Leur 47 4 16 25 2 Totaal 101 21 21 51 8 Resultaten Er kan nog een wijziging in resultaten plaats vinden. Bij sommige kandidaten spelen er nog externe factoren waardoor het eindresultaat nog kan veranderen. Conclusie: De bijeenkomsten werden door de kandidaten als zeer prettig ervaren. Kandidaten zijn door deze bijeenkomsten bewust geworden van het feit dat ze een keuze richting school of werk moeten maken en zijn in actie gekomen. Het totale schoolfirst traject (bijeenkomst, leerwerkadviseur, WSP, klantmanager jongeren, etc.) heeft de kandidaten een houvast gegeven om tot een bewuste keuze te komen. Ervaring leert wel dat het verstandig is om voor de volgende editie eerder te laten plaats vinden. Ook zijn de klantmanagers jongeren van mening dat, door een nog intensievere opvolging (een klantmanager daarvoor vrij maken), de uitstroom hoger kan uitvallen. Te denken valt aan ondersteuning bij het vinden van een stageplaats (die noodzakelijk is om te kunnen starten met een opleiding) of bij het opvolgen van de uitgezette acties. Roosendaal, 28 augustus 2018, Agnes van Overveld Marianne vd Broek Linda van Velthoven 5

ADVIES Behandeling in! MT! AB " DB 8 oktober 2018 Onderwerp: vaststellen verzuimprotocol en werkwijzer verzuimbegeleiding Opsteller: Voorstel: Inhoud besluit: Vaststellen verzuimprotocol Werkplein ter vervanging van de huidige Regeling Ziekteverzuimbegeleiding. In de CAR/UWO artikel 7.9 lid 4 is opgenomen dat het Dagelijks Bestuur een protocol dient vast te stellen waarin regels zijn opgenomen met betrekking tot de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begeleiding van het ziekteverzuim, verplichtingen omtrent ziek- en herstelmeldingen daaronder begrepen,de arbeidsgezondheidskundige begeleiding en de daarbij in acht te nemen procedures. Het bijgevoegde verzuimprotocol vervangt de regeling ziekteverzuimbegeleiding die op dit moment formeel van toepassing is. De regeling ziekteverzuimbegeleiding was echter sterk verouderd en daarmee niet meer actueel. Op onderdelen was de regeling verzuimbegeleiding uitgebreider dan het verzuimprotocol. Dit betrof echter alleen wettelijke bepalingen vanuit de Wet Verbetering Poortwachter. Omdat het om wettelijke bepalingen gaat is ervoor gekozen deze niet meer in het verzuimprotocol op te nemen. Het verzuimprotocol is voor instemming voorgelegd aan de Ondernemingsraad, en zij hebben op 5 juli 2018 ingestemd met het bijgevoegde verzuimprotocol. Vastgesteld in de vergadering van 8 oktober 2018: Datum besluit en ondertekening J.M. Dekkers Secretaris T.H.R. Zwiers Voorzitter Overleg gevoerd met (indien van toepassing): Intern: Ondernemingsraad 2 juli 2018 Extern: Klantenparticipatie: Communicatie (indien van toepassing) Afhandeling door / bijzonderheden Publicatie verplicht Colleges / raden Gemeente(n) 1

Website Intranet OR/GO Anders Terinzagelegging Archivering Verwerkt door: Zakenarchief Postregistratie uit Anders <<welke medewerker>> 2

ADVIES Behandeling in! MT! AB " DB Onderwerp: Veranderingen in de arbeidsvoorwaardenregeling Werkplein Hart van West- Brabant (AVR WHWB) Opsteller: Cindy van Gool De AVR WHWB te wijzigen conform het bepaalde in: Voorstel: 1. de LOGA Ledenbrief van 29 mei 2018 (kenmerk: TAZ/U201800181) betreffende de wijziging in de CAR-UWO met betrekking tot de aanstelling van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, de grondslag voor de berekening van de hoogte van de aanvullende uitkering bij ontslag en de reparatie van de ingangsdatum van de na-wettelijke uitkering met terugwerkende kracht per 1 juli 2018; 2. de LOGA Ledenbrief van 24 juli 2018 (kenmerk: TAZ/U201800473) betreffende de wijziging in de CAR-UWO met betrekking een vergelijkbare beloning tussen ingehuurde payroll -werknemers en eigen medewerkers met een aanstelling met terugwerkende kracht per 1 oktober 2018; 3. de LOGA Ledenbrief van 26 juli 2018 (kenmerk: TAZ/U201800624) betreffende de wijziging in de CAR-UWO met betrekking tot de leeftijdsafhankelijke factoren in het kader van het FLO-overgangsrecht brandweerpersoneel met terugwerkende kracht per 1 januari 2018. 4. De financiële consequenties voor het jaar 2019 opnemen in de 2 e Bestuursrapportage 2019. Rechtskracht Op grond van artikel 33b, aanhef onder c van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen is het Dagelijks Bestuur bevoegd om de regels over de ambtelijke organisaties van het openbaar lichaam vast te stellen. Wijzigingen in de Arbeidsvoorwaardenregeling Werkplein Hart van West-Brabant (AVR WHWB) krijgen pas rechtskracht op het moment dat ze door het Dagelijks Bestuur vastgesteld zijn. Omdat in het LOGA volledige overeenstemming is bereikt over de CAR-UWO wijzigingen, stellen wij voor deze wijzigingen in AVR WHWB, zoals opgenomen in bijgevoegde circulaire, onverkort over te nemen. Inhoud besluit: Toelichting wijzigingen: 1.1 Circulaire TAZ/U20180018 Aanstelling buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, grondslag grondslag berekening aanvullende uitkering bij ontslag en de reparatie ingangsdatum na-wettelijke uitkering. Deze circulaire bevat een wijziging van de artikelen 1:2 lid 1 sub c, 10d:26 leden 2 en 3 en 10d:31 lid 1 CAR van de CAR-UWO. De volgende wijzigingen worden hierin gedaan: - Wijziging 1 herstelt de rechtsgrond dat een ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS) een onbezoldigd gemeenteambtenaar, niet vallend onder de CARUWO, kan zijn. - Wijziging 2 betreft de bovenwettelijke aanvullende uitkering bij werkloosheid. De wijziging betekent een materiële wijziging in het recht hoogte en duur van de aanvullende uitkering, waardoor in het gehele artikel 10d:26 CAR dezelfde grootheid grondslag wordt gebruikt. - Wijziging 3 betreft de bovenwettelijke na-wettelijke uitkering bij werkloosheid. De wijziging betekent geen materiële wijziging in het recht, hoogte en duur van de na-wettelijke uitkering, maar beoogt een uniformering van het begrip werkloosheidsuitkering in artikel 10d:31 lid 1 CAR. 1

De vaststelling van wijziging 1 heeft alleen een procedureel karakter aangezien er binnen onze organisatie geen (buitengewoon) ambtenaren van de burgerlijke stand werkzaam zijn. Er zijn derhalve geen gevolgen. 2.1 Circulaire TAZ/U201800473 Vergelijkbare beloning In de circulaire van 24 juli 2018 (TAZ/U201800473) wordt beschreven dat in de caoakkoorden van 2017-2019 een afspraak staat tussen de VNG en de vakbonden dat ingeleende payroll-werknemers een beloning ontvangen die vergelijkbaar is met de beloning van eigen medewerkers met een aanstelling. Deze circulaire concretiseert en formaliseert deze gelijke beloningsafspraak in een nieuw artikel 3:2a CAR-UWO. Dit artikel verplicht CAR-UWO organisaties bij de inhuur van payroll-werknemers met de payroll-werkgever naast de al verplichte beloningselementen (de zogeheten inlenersbeloning) voor payrollwerknemers drie extra beloningselementen uit de CAR-UWO toe te passen van 1 oktober 2018. Het gaat expliciet om a) de eindejaarsuitkering (IKB-bron) bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onder b CAR; b) werkgeversbijdrage levensloop (IKB-bron) bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onder c CAR; c) de werkgeverspremie van het OP/NP en het AAOP van de bedrijfstakpensioenregeling ABP. 3.1 Circulaire TAZ/U201800624 Leeftijdsafhankelijke factoren in het kader van het FLO-overgangsrecht Voor de berekening van de inkoop van extra ouderdomspensioen worden leeftijdsafhankelijke factoren gebruikt. Deze zijn gebaseerd op actuariële tarieven van ABP. Per 1 januari 2018 zijn de actuariële tarieven van ABP gewijzigd. Dit betekent dat ook de leeftijdsafhankelijke factoren met terugwerkende kracht zijn aangepast. De vaststelling van deze circulaire heeft alleen een procedureel karakter aangezien er binnen onze organisatie geen brandweerpersoneel of medewerkers die onder het FLO-overgangsrecht vallen werkzaam zijn. Er zijn derhalve geen gevolgen. Financiële toelichting De wijzigingen van LOGA-circulaire TAZ/U201800473 kost het Werkplein met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2018 tot 31 december 2018 22.406,65. Ook voor volgend jaar brengt dit behoorlijk wat extra kosten met zich mee. Het Werkplein heeft voor dit jaar te maken met 26 payrollmedewerkers. Volgend jaar zal dit aantal dalen, maar toch nog aanzienlijk zijn. Dit heeft te maken met de invulling van de flexibele schil en de inhuur voor projecten. Voor de flexibele schil wordt gerekend met circa 50.000 verhoging van kosten payroll. M.b.t. projecten ten laste van het participatiebudget is dat circa 45.000. Het Werkplein zal deze extra kosten meenemen in de 1 e Bestuursrapportage 2019. Tegelijkertijd wordt bezien of niet meer gewerkt kan worden met tijdelijke dienstverbanden of met vaste aanstellingen. Personele toelichting De wijzigingen in de bijgevoegde LOGA-circulaires hebben naast de gelijktrekking van de beloning voor de payrollmedewerkers, geen personele consequenties voor het Werkplein. Gebleken is dat het voor payrollmedewerkers het meest gunstige is als ze pensioen opbouwen via Stipp Plus pensioen en daarnaast een toeslag van 7% betaald krijgen. Dit bij elkaar komt overeen met opbouwen van pensioen bij ABP. Juridische toelichting 2