Onregelmatige werkwoorden op alfabet

Vergelijkbare documenten
Onregelmatige werkwoorden 1_1000

verleden tijd enkelvoud meervoud

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN OP ALFABET

Bijlage 2a Onregelmatige werkwoorden bekend en nieuw

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN OP KLANK

Bijlage 2b Onregelmatige werkwoorden alfabetisch

hebben of zijn + perfect participium perfect participium = ge+[stam]+d of ge+[stam]+t ge + [stam]+ t ge + [stam] + d

Onregelmatige werkwoorden -

CVO GENT NT2 GRAMMATICA Threshold 3-4 Onregelmatige Werkwoorden

pagina 2 van 5 genezen genas genezen genieten genoot genoten geven gaf gegeven gieten goot gegoten glijden gleed gegleden glimmen glom geglommen grave

Onregelmatige werkwoorden op alfabet

OONREGELMATIGE WERKWOORDEN OP ALFABET

Onregelmatige werkwoorden op klank

OONREGELMATIGE WERKWOORDEN OP KLANK

Lijst van sterke en onregelmatige werkwoorden

v.t. jij, hij, v.t. v.t. v.t. jij, hij, v.t. wij, jullie v.t. v.t. jij, hij, v.t. wij, jullie v.t. v.t. jij, hij, v.t. wij, jullie v.t. v.t.

Onregelmatige Werkwoorden

werkwoorden Onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige (sterke) werkwoorden

Werkwoordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 7) roepen beginnen begrijpen breken buigen drinken duiken klimmen kruipen roepen ruiken

werkwoorden op frekwentie

Woordenlijst onregelmatige werkwoorden Verleden en voltooide tijd

Theorie Schrijven: grammatica en spelling voor nt2-leerders

Onregelmatige en sterke werkwoorden

Grammatica Tweede ronde

Theorie Schrijven: grammatica en spelling voor nt2-leerders

Thema 7 spelling groep 7

Theorie Schrijven: grammatica voor nt2-leerders, niveau B2

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Welk volk bond de strijd aan met Israël en wat was het resultaat na de strijd?

Extra oefeningen voor werkwoordspelling

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door heel Jeruzalem; Een heerlijk morgenlicht breekt aan; De Zoon van God is opgestaan!

Ankie. het meisje uit de bossen van Karoetsja. Antoon Kersten ooit geschreven voor zijn kleindochter Karin. blad 1

Nam Simpson wraak op de moord op zijn echtgenote?

Ruth 1. Ruth en Noömi

irregular verbs sterk werkwoord strong verb Ik woon in Amsterdam. Ik woonde vroeger in Amsterdam. Ik heb in Amsterdam gewoond.

Wie kreeg van God de ingeving om de Filistijnen een lesje te leren?

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Onregelmatige werkwoorden. Kwestie van kennen en beheersen

Wat gebeurde er met de beek Krith?

Antwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 4

de zon schijnt altijd

Stoner

Bart Moeyaert. Blote handen

Kastelen in Nederland

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

het laatste station van de wereld

WOONARK Rikus Koops 2003

Wat zag David op een avond?

wegen beschikt, Hem hebt gij niet verheerlijkt. Jozef, deel 1 Zijn naam betekent: (Jahwé) voege er bij.

KAPSTOK SPELLING WERKWOORDEN

Wie overleed en waar was het volk toen?

Wie kreeg van God de opdracht om te pleiten voor de profeet Jeremia?

het jongetje en he t onverwachte beeld

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen.

Bijbel voor Kinderen presenteert JONA EN DE GROTE VIS

Paasviering. Sing-in 2017

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

De richters na Jozua.

Welke stad lag dichtbij de legerplaats van Israël?

Het paaltje van Oosterlittens Er stond weer een pot met bonen! Elke avond kreeg de schoenmaker van Oosterlittens bonen te eten. Maar de schoenmaker

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

Wij zingen voor de dienst: Gezang 314 : 1 en 2

Boekverslag Engels The skeleton man door Joseph Bruchac

Het olifantenboekje. het eigenwijze Fantje. C.A. Leembruggen. Zie voor verantwoording:

Hoe bouwde de koning van Medo Perzië zijn wereldrijk bestuurlijk gezien uit?

De steen die verhalen vertelt.

Bijbel voor Kinderen. presenteert JONA EN DE GROTE VIS

Orde van dienst voor Witte Donderdag 29 maart 2018 in de Pelgrimskerk te Zoetermeer

Samen houden we de website up-to-date!

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Fidel en zijn kameraadjes

Dinsdag 26 maart Welkom. Gebed

Bron: De sprookjes van Grimm; volledige uitgave, vertaald door M.M. de Vries-Vogel. Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.

II MAART. te brengen. Maar vandaag wilde ik per se de deur uit, dus ging ik naar de fontein om rond te hangen met Cornelius en Flavia.

Welke opdracht kreeg Elia van God?

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen.

2

Antwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 3

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Welke opdracht gaf God aan Jozua?

»05« Het marktplein. Nog nooit had hij zijn boterham zo snel opgegeten. Mam, Erika en Lien hadden hem verbaasd aangekeken.

2

Roodkapje. Jacob Grimm en Wilhelm Grimm. bron Jacob Grimm en Wilhelm Grimm, Roodkapje. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam 1905.

Liturgie voor de Zangdienst. 21 mei uur in de Ontmoetingskerk Thema: ˮ Hoe werkt Gods liefde? ˮ

2 Koningen 4:11-37 (nbv)

Welke in Gods ogen juiste handeling had Saul na de dood van Samuel laten uitvoeren?

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Tegen wie trok Israël ten strijde en waar sloegen zij hun kamp op?

Toen Adonia met zijn gasten aan het dineren was kwam Jonathan binnen. Wat vertelde hij?

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

Bible for Children stelt voor. Verhaal 54 van Bible for Children, PO Box 3, Winnipeg, MB R3C 2G1 Canada

Mededelingen door de ouderling van dienst. Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7

Welke angst bestond nog altijd bij David en naar welke plaats ging hij en zijn gevolg heen?

Het verbond van God met Abram.

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

-23- Geen medelijden

Welke opdracht kreeg Mozes van God?

Transcriptie:

Onregelmatige werkwoorden op alfabet A aanbevelen beval aan bevalen aan hebben aanbevolen aanbieden bood aan boden aan hebben aangeboden aanbrengen bracht aan brachten aan hebben / zijn aangebracht aandoen deed aan deden aan hebben aangedaan aandringen drong aan drongen aan hebben aangedrongen aangaan ging aan gingen aan zijn aangegaan aangeven gaf aan gaven aan hebben aangegeven aanhouden hield aan hielden aan hebben aangehouden aankijken keek aan keken aan hebben aangekeken aankomen kwam aan kwamen aan zijn aangekomen aankunnen kon aan konden aan hebben aangekund aanlopen liep aan liepen aan hebben / zijn aangelopen aannemen nam aan namen aan hebben aangenomen aanslaan sloeg aan sloegen aan hebben / zijn aangeslagen aansluiten sloot aan sloten aan hebben aangesloten aanspreken sprak aan spraken aan hebben aangesproken aanstaan stond aan stonden aan hebben aangestaan aantreffen trof aan troffen aan hebben aangetroffen aantrekken trok aan trokken aan hebben / zijn aangetrokken aanvallen viel aan vielen aan hebben aangevallen aanvragen vroeg aan vroegen aan hebben aangevraagd aanwijzen wees aan wezen aan hebben aangewezen achterlaten liet achter lieten achter hebben achtergelaten afbreken brak af braken af hebben afgebroken afgaan ging af gingen af zijn afgegaan afgeven gaf af gaven af hebben afgegeven afkomen kwam af kwamen af zijn afgekomen aflopen liep af liepen af zijn afgelopen afnemen nam af namen af hebben / zijn afgenomen afsluiten sloot af sloten af hebben afgesloten afspreken sprak af spraken af hebben afgesproken aftrekken trok af trokken af hebben afgetrokken afvallen viel af vielen af zijn afgevallen afvragen vroeg af vroegen af hebben afgevraagd afwijken week af weken af zijn afgeweken afwijzen wees af wezen af hebben afgewezen afzien zag af zagen af hebben afgezien autorijden reed auto reden auto hebben / zijn gereden B bakken bakte bakten hebben gebakken barsten barstte barstten zijn gebarsten bedenken bedacht bedachten hebben bedacht bederven bedierf bedierven hebben / zijn bedorven bedragen bedroeg bedroegen hebben bedragen beginnen begon begonnen zijn begonnen begraven begroef begroeven hebben begraven Taalsterk VVE 1

begrijpen begreep begrepen hebben begrepen behouden behield behielden hebben behouden bekijken bekeek bekeken hebben bekeken beschrijven beschreef beschreven hebben beschreven besluiten besloot besloten hebben besloten bespreken besprak bespraken hebben besproken bestaan bestond bestonden hebben bestaan bestrijden bestreed bestreden hebben bestreden betreffen betrof betroffen hebben betroffen betrekken betrok betrokken hebben / zijn betrokken bevallen beviel bevielen zijn bevallen bevelen beval bevalen hebben bevolen bevinden bevond bevonden hebben bevonden bevriezen bevroor bevroren hebben / zijn bevroren bewegen bewoog bewogen hebben bewogen bewijzen bewees bewezen hebben bewezen bezighouden hield bezig hielden bezig hebben beziggehouden bezitten bezat bezaten hebben bezeten bezoeken bezocht bezochten hebben bezocht bidden bad baden hebben gebeden bieden bood boden hebben geboden bijbrengen bracht bij brachten bij hebben bijgebracht bijdragen droeg bij droegen bij hebben bijgedragen bijhouden hield bij hielden bij hebben bijgehouden bijkomen kwam bij kwamen bij zijn bijgekomen bijten beet beten hebben gebeten binden bond bonden hebben gebonden binnenkomen kwam binnen kwamen binnen zijn binnengekomen blazen blies bliezen hebben geblazen blijken bleek bleken zijn gebleken blijven bleef bleven zijn gebleven braden braadde braadden hebben gebraden breken brak braken hebben / zijn gebroken brengen bracht brachten hebben gebracht buigen boog bogen hebben gebogen D deelnemen nam deel namen deel hebben deelgenomen delven delfde / dolf delfden / dolven hebben gedolven denken dacht dachten hebben gedacht doen deed deden hebben gedaan doodgaan ging dood gingen dood zijn doodgegaan doodschieten schoot dood schoten dood hebben doodgeschoten DOORbreken brak door braken door zijn doorgebroken doorbreken doorbrak doorbraken hebben doorbroken doorbrengen bracht door brachten door hebben doorgebracht doordringen drong door drongen door zijn doorgedrongen doorgaan ging door gingen door zijn doorgegaan doorgeven gaf door gaven door hebben doorgegeven DOORlopen liep door liepen door zijn doorgelopen doorlopen doorliep doorliepen hebben doorlopen Taalsterk VVE 2

doornemen nam door namen door hebben doorgenomen doorrijden reed door reden door hebben / zijn doorgereden doorvragen vroeg door vroegen door hebben doorgevraagd dragen droeg droegen hebben gedragen drijven dreef dreven hebben / zijn gedreven dringen drong drongen zijn gedrongen drinken dronk dronken hebben gedronken duiken dook doken hebben / zijn gedoken dwingen dwong dwongen hebben gedwongen E eruitzien zag eruit zagen eruit hebben eruitgezien ervaren ervoer ervoeren hebben ervaren eten at aten hebben gegeten F fluiten floot floten hebben gefloten G gaan ging gingen zijn gegaan gedenken gedacht gedachten hebben gedacht gedragen gedroeg gedroegen hebben gedragen gelden gold golden hebben gegolden genezen genas genazen hebben / zijn genezen genieten genoot genoten hebben genoten geven gaf gaven hebben gegeven gieten goot goten hebben gegoten glijden gleed gleden hebben / zijn gegleden glimlachen glimlachte glimlachten hebben geglimlacht glimmen glom glommen hebben geglommen graven groef groeven hebben gegraven grijpen greep grepen hebben gegrepen H hangen hing hingen hebben gehangen hebben had hadden hebben gehad heffen hief hieven hebben geheven helpen hielp hielpen hebben geholpen heten heette heetten hebben geheten hoeven hoefde hoefden hebben gehoeven houden hield hielden hebben gehouden I ingaan ging in gingen in zijn ingegaan ingrijpen greep in grepen in hebben ingegrepen inhouden hield in hielden in hebben ingehouden innemen nam in namen in hebben ingenomen inschrijven schreef in schreven in hebben ingeschreven intrekken trok in trokken in hebben / zijn ingetrokken inzien zag in zagen in hebben ingezien Taalsterk VVE 3

K kiezen koos kozen hebben gekozen kijken keek keken hebben gekeken klimmen klom klommen hebben / zijn geklommen klinken klonk klonken hebben geklonken knijpen kneep knepen hebben geknepen komen kwam kwamen zijn gekomen kopen kocht kochten hebben gekocht krijgen kreeg kregen hebben gekregen kruipen kroop kropen hebben / zijn gekropen kunnen kon konden hebben gekund L lachen lachte lachten hebben gelachen laden laadde laadden hebben geladen langskomen kwam langs kwamen langs zijn langsgekomen laten liet lieten hebben gelaten lesgeven gaf les gaven les hebben lesgegeven lezen las lazen hebben gelezen liegen loog logen hebben gelogen liggen lag lagen hebben gelegen lijden leed leden hebben geleden lijken leek leken hebben geleken lopen liep liepen hebben / zijn gelopen loslaten liet los lieten los hebben losgelaten M meebrengen bracht mee brachten mee hebben meegebracht meedoen deed mee deden mee hebben meegedaan meegaan ging mee gingen mee zijn meegegaan meegeven gaf mee gaven mee hebben meegegeven meekomen kwam mee kwamen mee zijn meegekomen meekrijgen kreeg mee kregen mee hebben meegekregen meenemen nam mee namen mee hebben meegenomen meevallen viel mee vielen mee zijn meegevallen meewegen woog mee wogen mee hebben meegewogen meten mat maten hebben gemeten moeten moest moesten hebben gemoeten mogen mocht mochten hebben gemogen N nadenken dacht na dachten na hebben nagedacht nakijken keek na keken na hebben nagekeken nazeggen zei na zeiden na hebben nagezegd nemen nam namen hebben genomen O omgaan ging om gingen om zijn omgegaan omkomen kwam om kwamen om zijn omgekomen omschrijven omschreef omschreven hebben omschreven onderbreken onderbrak onderbraken hebben onderbroken Taalsterk VVE 4

onderbreken onderbrak onderbraken hebben onderbroken ONDERgaan ging onder gingen onder zijn ondergegaan ondergaan onderging ondergingen hebben ondergaan onderhouden onderhield onderhielden hebben onderhouden ondernemen ondernam ondernamen hebben ondernomen onderscheiden onderscheidde onderscheidden hebben onderscheiden ondervinden ondervond ondervonden hebben ondervonden onderzoeken onderzocht onderzochten hebben onderzocht ontbreken ontbrak ontbraken hebben ontbroken onthouden onthield onthielden hebben onthouden ontslaan ontsloeg ontsloegen hebben ontslagen ontstaan ontstond ontstonden zijn ontstaan ontvangen ontving ontvingen hebben ontvangen ontwerpen ontwierp ontwierpen hebben ontworpen opbergen borg op borgen op hebben opgeborgen opbrengen bracht op brachten op hebben opgebracht opdoen deed op deden op hebben opgedaan opendoen deed open deden open hebben opengedaan opengaan ging open gingen open zijn opengegaan openstaan stond open stonden open hebben opengestaan opeten at op aten op hebben opgegeten opgaan ging op gingen op zijn opgegaan opgeven gaf op gaven op hebben opgegeven ophangen hing op hingen op hebben opgehangen opheffen hief op hieven op hebben opgeheven ophouden hield op hielden op hebben / zijn opgehouden opkomen kwam op kwamen op zijn opgekomen oplopen liep op liepen op hebben opgelopen opnemen nam op namen op hebben opgenomen oproepen riep op riepen op hebben opgeroepen opschieten schoot op schoten op zijn opgeschoten opschrijven schreef op schreven op hebben opgeschreven opslaan sloeg op sloegen op hebben opgeslagen opsluiten sloot op sloten op hebben opgesloten opstaan stond op stonden op zijn opgestaan opsteken stak op staken op hebben / zijn opgestoken optreden trad op traden op hebben / zijn opgetreden optrekken trok op trokken op hebben / zijn opgetrokken opvallen viel op vielen op zijn opgevallen opvangen ving op vingen op hebben opgevangen opwinden wond op wonden op hebben opgewonden opzien zag op zagen op hebben opgezien opzoeken zocht op zochten op hebben opgezocht overblijven bleef over bleven over zijn overgebleven overbrengen bracht over brachten over hebben overgebracht overdenken overdacht overdachten hebben overdacht overdragen droeg over droegen over hebben overgedragen overdrijven overdreef overdreven hebben overdreven overeenkomen kwam overeen kwamen overeen zijn overeengekomen overgaan ging over gingen over zijn overgegaan overgeven gaf over gaven over hebben overgegeven Taalsterk VVE 5

overhouden hield over hielden over hebben overgehouden overkomen overkwam overkwamen zijn overkomen OVERkomen kwam over kwamen over zijn overgekomen overlaten liet over lieten over hebben overgelaten overlijden overleed overleden zijn overleden overnemen nam over namen over hebben overgenomen oversteken stak over staken over hebben / zijn overgestoken overvallen overviel overvielen hebben / zijn overvallen overwegen overwoog overwogen hebben overwogen P plaatsvinden vond plaats vonden plaats hebben plaatsgevonden prijzen prees prezen hebben geprezen R raden raadde raadden hebben geraden rijden reed reden hebben / zijn gereden rijgen reeg regen hebben geregen roepen riep riepen hebben geroepen rondlopen liep rond liepen rond hebben rondgelopen ruiken rook roken hebben geroken S scheiden scheidde scheidden hebben / zijn gescheiden schelden schold scholden hebben gescholden schenken schonk schonken hebben geschonken scheppen schiep schiepen hebben geschapen scheren schoor schoren hebben geschoren schieten schoot schoten hebben geschoten schijnen scheen schenen hebben geschenen schrijven schreef schreven hebben geschreven schrikken schrok schrokken zijn geschrokken schuiven schoof schoven hebben geschoven slaan sloeg sloegen hebben geslagen slapen sliep sliepen hebben geslapen slijten sleet sleten hebben / zijn gesleten sluipen sloop slopen zijn geslopen sluiten sloot sloten hebben / zijn gesloten smelten smolt smolten zijn gesmolten smijten smeet smeten hebben gesmeten snijden sneed sneden hebben gesneden snuiten snoot snoten hebben gesnoten spijten speet speten hebben gespeten spreken sprak spraken hebben gesproken springen sprong sprongen hebben / zijn gesprongen spuiten spoot spoten hebben gespoten staan stond stonden hebben gestaan steken stak staken hebben gestoken stelen stal stalen hebben gestolen sterven stierf stierven zijn gestorven stijgen steeg stegen zijn gestegen Taalsterk VVE 6

stilstaan stond stil stonden stil hebben stilgestaan stinken stonk stonken hebben gestonken stoten stootte stootten hebben gestoten strijden streed streden hebben gestreden strijken streek streken hebben gestreken T tegemoetkomen kwam tegemoet kwamen tegemoet zijn tegemoetgekomen tegenhouden hield tegen hielden tegen hebben tegengehouden tegenkomen kwam tegen kwamen tegen zijn tegengekomen tegenvallen viel tegen vielen tegen zijn tegengevallen terechtkomen kwam terecht kwamen terecht zijn terechtgekomen terugbrengen bracht terug brachten terug hebben teruggebracht teruggaan ging terug gingen terug zijn teruggegaan teruggeven gaf terug gaven terug hebben teruggegeven terugkomen kwam terug kwamen terug zijn teruggekomen terugkrijgen kreeg terug kregen terug hebben teruggekregen terugtrekken trok terug trokken terug hebben teruggetrokken terugvinden vond terug vonden terug hebben teruggevonden thuisblijven bleef thuis bleven thuis zijn thuisgebleven thuiskomen kwam thuis kwamen thuis zijn thuisgekomen toegeven gaf toe gaven toe hebben toegegeven toekomen kwam toe kwamen toe zijn toegekomen toelaten liet toe lieten toe hebben toegelaten toenemen nam toe namen toe zijn toegenomen toestaan stond toe stonden toe hebben toegestaan treden trad traden zijn getreden treffen trof troffen hebben getroffen trekken trok trokken hebben getrokken U uitbreken brak uit braken uit zijn uitgebroken uitbrengen bracht uit brachten uit hebben uitgebracht uitgaan ging uit gingen uit zijn uitgegaan uitgeven gaf uit gaven uit hebben uitgegeven uitkiezen koos uit kozen uit hebben uitgekozen uitkijken keek uit keken uit hebben uitgekeken uitkomen kwam uit kwamen uit zijn uitgekomen uitlaten liet uit lieten uit hebben uitgelaten uitlopen liep uit liepen uit zijn uitgelopen uitsluiten sloot uit sloten uit hebben uitgesloten uitspreken sprak uit spraken uit hebben uitgesproken uitsteken stak uit staken uit hebben uitgestoken uitstijgen steeg uit stegen uit zijn uitgestegen uittrekken trok uit trokken uit hebben uitgetrokken uitvallen viel uit vielen uit zijn uitgevallen uitvinden vond uit vonden uit hebben uitgevonden uitzenden zond uit zonden uit hebben uitgezonden uitzien zag uit zagen uit hebben uitgezien uitzoeken zocht uit zochten uit hebben uitgezocht Taalsterk VVE 7

V vallen viel vielen zijn gevallen vangen ving vingen hebben gevangen varen voer voeren hebben / zijn gevaren vasthouden hield vast hielden vast hebben vastgehouden vaststaan stond vast stonden vast hebben vastgestaan vechten vocht vochten hebben gevochten verbergen verborg verborgen hebben verborgen verbieden verbood verboden hebben verboden verbinden verbond verbonden hebben verbonden verblijven verbleef verbleven hebben / zijn verbleven verbreken verbrak verbraken hebben verbroken verdenken verdacht verdachten hebben verdacht verdragen verdroeg verdroegen hebben verdragen verdrinken verdronk verdronken zijn verdronken verdwijnen verdween verdwenen zijn verdwenen vergelijken vergeleek vergeleken hebben vergeleken vergeten vergat vergaten hebben / zijn vergeten vergeven vergaf vergaven hebben vergeven verheffen verhief verhieven hebben verheven verkiezen verkoos verkozen hebben verkozen verkopen verkocht verkochten hebben verkocht verlaten verliet verlieten hebben verlaten verliezen verloor verloren hebben verloren verlopen verliep verliepen zijn verlopen vermijden vermeed vermeden hebben vermeden vernemen vernam vernamen hebben vernomen verschieten verschoot verschoten zijn verschoten verschijnen verscheen verschenen zijn verschenen verschuiven verschoof verschoven hebben / zijn verschoven verslaan versloeg versloegen hebben verslagen verslijten versleet versleten hebben / zijn versleten verstaan verstond verstonden hebben verstaan vertrekken vertrok vertrokken hebben / zijn vertrokken vervallen verviel vervielen zijn vervallen vervangen verving vervingen hebben vervangen verwerven verwierf verwierven hebben verworven verwijten verweet verweten hebben verweten verwijzen verwees verwezen hebben verwezen verzenden verzond verzonden hebben verzonden verzinnen verzon verzonnen hebben verzonnen verzoeken verzocht verzochten hebben verzocht vinden vond vonden hebben gevonden vlechten vlocht vlochten hebben gevlochten vliegen vloog vlogen hebben / zijn gevlogen voldoen voldeed voldeden hebben voldaan volhouden hield vol hielden vol hebben volgehouden voorbijgaan ging voorbij gingen voorbij zijn voorbijgegaan voordoen deed voor deden voor hebben voorgedaan voorgaan ging voor gingen voor zijn voorgegaan voorkomen voorkwam voorkwamen hebben voorkomen Taalsterk VVE 8

VOORkomen kwam voor kwamen voor zijn voorgekomen voorlezen las voor lazen voor hebben voorgelezen voornemen nam voor namen voor hebben voorgenomen voorschrijven schreef voor schreven voor hebben voorgeschreven voortkomen kwam voort kwamen voort zijn voortgekomen voorzien voorzag voorzagen hebben voorzien vouwen vouwde vouwden hebben gevouwen vragen vroeg vroegen hebben gevraagd vreten vrat vraten hebben gevreten vriezen vroor vroren hebben gevroren W waarnemen nam waar namen waar hebben waargenomen wassen waste wasten hebben gewassen wegbrengen bracht weg brachten weg hebben weggebracht wegdoen deed weg deden weg hebben weggedaan wegen woog wogen hebben gewogen weggaan ging weg gingen weg zijn weggegaan weglopen liep weg liepen weg zijn weggelopen wegnemen nam weg namen weg hebben weggenomen werpen wierp wierpen hebben geworpen weten wist wisten hebben geweten wijken week weken zijn geweken wijten weet weten hebben geweten wijzen wees wezen hebben gewezen winnen won wonnen hebben gewonnen worden werd werden zijn geworden wrijven wreef wreven hebben gewreven wringen wrong wrongen hebben gewrongen Z zeggen zei zeiden hebben gezegd zenden zond zonden hebben gezonden zien zag zagen hebben gezien zijn was waren zijn geweest zingen zong zongen hebben gezongen zinken zonk zonken zijn gezonken zitten zat zaten hebben gezeten zoeken zocht zochten hebben gezocht zuigen zoog zogen hebben gezogen zuipen zoop zopen hebben gezopen zullen zou zouden - zwemmen zwom zwommen hebben / zijn gezwommen zweren zwoer zwoeren hebben gezworen zwerven zwierf zwierven hebben gezworven zwijgen zweeg zwegen hebben gezwegen Taalsterk VVE 9